Spokanisch Archief  

De etiquette en het typisch Spokanische diner

Het kan voorkomen dat u dermate bevriend raakt met een Spokaniër dat hij of zij u thuis uitnodigt. Hoeveel begrip uw gastheer of gastvrouw ook voor uw niet-Spokanische cultuur toont, voor u het weet zit u met handen en voeten aan de Spokanische etiquette gebonden. Het is een gecompliceerde handhaving of zelfs koestering van traditionele gebruiken waarvan ook de vlotste Spokanische kosmopoliet binnen zijn eigen grenzen niet los komt.

Het Handboek voor Goed Gedrag van Mariy Alvarez heeft een bemoedigend voorwoord van Hare Majesteit de Koningin en vormt een goede leidraad, maar het is helaas onbegrijpelijk voor iemand die de Spokanische taal niet machtig is. De wonderlijke fotootjes van in scène gezette intermenselijke situaties met het daarbij behorende Goede Gedrag kunnen de beschouwer ervan die het bijbehorende commentaar niet kan lezen in grote verwarring achterlaten.

Stel dat de heer en mevrouw Stootâ-Metrusse (dit is een even algemene achternaam als De Vries) u uitnodigen om om negen uur 's avonds te komen dineren. Op dat moment staat u reeds voor een probleem als u Spokanië in uw eentje aandoet. 'Een uitnodiging aan één is het komen van twéé', zegt de etiquette. U kunt natuurlijk naar de toiletten op het Centraalstation in Amahagge gaan en een willekeurige jongedame meetronen, maar de kans is groot dat zij iets anders onder 'dineren' verstaat dan u. Als u daarom zonder partner voor de huisdeur van de familie Stootâ-Metrusse staat, kunt u slechts hopen dat er begrip getoond wordt voor het feit dat u als eenzame toerist niet direct een partner in uw kielzog kan hebben. Géén begrip zal men kunnen opbrengen als u om precies negen uur de deurklopper laat vallen. U bent om negen uur uitgenodigd, dus u zorgt ervoor dat u enkele minuten óver negen aanklopt (aanbellen is vanwege het ontbreken van een bel niet mogelijk).

Natuurlijk heeft u reeds over een presentje gedacht. Bloemen vallen hoe dan ook af. Een boeket bloemen, zonder wortels zo maar in een pot water gezet, is barbaars en staat gelijk aan een creperend dier. Een plant, met wortels in vruchtbare aarde, wordt wel gewaardeerd. Ook kunt u een fles wijn meebrengen, eventueel zelfs Franse. U kunt ook met lege handen aankomen, maar dan verwachten uw gastheer en -vrouw dat u hen te zijner tijd terug-uitnodigt en dat is in uw geval als buitenlandse toerist natuurlijk moeilijk realiseerbaar.
Daarom ligt het voor de hand dat u om enkele minuten over negen met een plant, een dwergbegonia bijvoorbeeld, aanklopt. Zodra de gastheer de deur opent, dient u te vragen hoe hij de plant vindt. Het wordt als zeer vrijpostig beschouwd om ongevraagd je mening te geven, ook al is deze nog zo vleiend. Om te voorkomen dat uw gastheer met zijn mond vol tanden staat omdat hij zijn waardering voor uw presentje niet kan uitspreken, moet u het botweg vragen.

Als de begonia in ontvangst genomen is (en waarschijnlijk onmiddellijk naar de keuken gebracht wordt) is het tijd voor de begroetingsceremonie. U legt uw handen op de schouders van de gastheer, hij doet hetzelfde bij u, en u beiden zakt drie keer vluchtig door de knieën. Dan knikt u elkaar even glimlachend toe en noemt u uw voornaam (als dat al niet eerder gebeurd is). Dit herhaalt zich bij de gastvrouw en de andere aanwezigen.


De traditionele Spokanische groet in beeld gebracht.
Uit: 'Handboek voor goed gedrag' ('Quista Ocÿrma-Lyd'mip')
door Mariy Alvarez, Hirdo 1961.

Om de begroetingsceremonie ook tussen volwassenen en kleine kinderen mogelijk te maken, werden kinderen vroeger wel op een speciaal begroetingskrukje geplaatst. Volgens etiquette-kenster Mariy Alvarez is zo'n krukje tegenwoordig onvoorstelbaar deftig; alleen in adellijke kringen leren kleuters nog het beklim men van de kruk, elders is de gewoonte ontstaan om kleine kinderen op te tillen, zodat ze met hun handjes bij de schouders kunnen.
Na al het gebuig en geknik, dat overigens zwijgend verloopt, komt de volgende etappe. Meneer of mevrouw zal de badkamerdeur openen en het toilet, de gastenzeep en de gastendoekjes tonen. Hierover dient u enigszins overdreven uw goedkeuring uit te spreken. Pas dan is het tijd geworden om uw jas uit te trekken.
In de woonkamer kunt u ogenblikkelijk plaats nemen, bijvoorbeeld op de alom aanwezige tafelbank. Dit meubelstuk komt in vrijwel alle Spokanische huizen voor en is een twee- of driepersoons zitbank waarvan de armleuningen als tafeltjes gevormd zijn. Andere tafels zijn in de woonkamer dan ook meestal niet aanwezig.

Als u geen asbak ziet staan, dient u dit op te vatten als een rookverbod. Als er wel een asbak staat, kunt u zonder meer een sigaret opsteken, maar het is niet beleefd om elkaar een sigaret aan te bieden! De asbak bevat natuurlijk een laagje water.
Nooit zal een Spokanische asbak geen water bevatten, maar om het te parfumeren getuigt volgens Mariy Alvarez van 'een gedistingeerde, zij het ietwat extravagante smaak'. Zij wijst ons er tevens op dat het uitdrukken van een brandend peukje als een grove onhebbelijkheid beschouwd wordt.


Iets afwijkend model van de tafelbank (kelbra-bankres), nu eens niet met
de tafeltjes aan weerszijden als armleuningen, maar één tafeltje in het midden.
Dit meubelstuk dateert uit 1892 en is van de bekende meubelontwerper
Pliy Warner uit Lostô (Fôrmaji-museum te Trondom).

In tegenstelling tot het natafelen, neemt het 'voortafelen' geruime tijd in beslag. Als u plaats genomen hebt op de tafelbank moet u dit zien als een soort antichambreren; meestal krijgt u niets aangeboden. Na enige tijd zal de gastvrouw u echter in de ruime eetkeuken uitnodigen en als u eenmaal aan tafel plaatsgenomen heeft, is het tijd voor het aperitief. Wacht altijd met eten en drinken tot de gastheer het initiatief genomen heeft! Het is een oude gewoonte, nog stammend uit de tijd dat de kans om vergiftigd te worden zeer reëel was, dat de gastheer met zijn eerste hap of slok aantoont dat er geen levensgevaar bij het nuttigen van drank en spijs aanwezig is.

Na het uitgebreide voortafelen, waarbij allerlei lichte pasteitjes en toastjes geserveerd worden, is het tijd voor de hoofdmaaltijd. U kunt er zeker van zijn dat u geen soep krijgt. Soep wordt alleen als hoofdgerecht gegeten, maar het is niet de gewoonte dit gerecht aan gasten voor te schotelen. Dat geldt ook voor rijst.
In 1750 zijn de Ergynne-priesters Pejo en Pano door vergiftigde rijst om het leven gebracht en toen heeft koningin Larô Atori Thyrra een algeheel verbod op het eten van rijst ingesteld. Pas halverwege de negentiende eeuw is dit verbod weer opgeheven, maar nog altijd wordt het eten van rijst als een dubieuze decadentie gezien.

Waarschijnlijk zullen de heer en mevrouw Stootâ-Metrusse het nodig vinden om u gerechten voor te zetten die als 'typisch Spokanisch' gelden, hoewel Spokaniërs ze zelf nauwelijks eten. Zo loopt u grote kans dat u prôts moet eten, kleine zoetwatervisjes die hoefijzervormig krom trekken als ze gebakken worden. Het lijken dan net grote opgerolde rupsen, maar dan met een vissestaart en vissekop.
In vroegere tijden werd kleine kinderen wijsgemaakt dat prôts in werkelijkheid rupsen waren die geweigerd hadden zich als vlinder te verpoppen. Daarom werden de dieren door Erget gestraft met een vissekop en -staart. Een boerendochtertje uit Feuni schijnt door dit verhaal zo bang geworden te zijn dat ze in paniek de keuken uitholde, zo de landweg op, juist toen de hertog met zijn gevolg langsgaloppeerde, terugkerend van de valkenjacht. Het arme kind werd volledig vermorzeld onder de talloze paardehoeven. Dit is al eeuwen geleden gebeurd, maar nog steeds bestaat in de streek rond Feuni het gebruik om de keukendeur op slot te doen als er prôts gegeten worden.

Het is zo goed als zeker dat u een brûe te eten krijgt, een éénpansgerecht met veel groente, fruit, kruiden en aardappels, afgedekt door een schuimige ragoût. Brûes worden in het hele land gegeten en het aantal ingrediënten dat ervoor gebruikt kan worden is haast ongelimiteerd. Er zijn zure, zoute en zoete brûes en in sommige zit vlees dat dagenlang gestoofd is. Brûes, maar ook andere gerechten, worden altijd met een lepel gegeten. Mes en vork dienen slechts om iets te snijden, zodra dat gebeurd is worden ze weer terzijde gelegd en komt de lepel ervoor in de plaats. Na afloop van de maaltijd wordt het gebruikte bestek op een speciaal schaaltje gelegd. Als u dat niet doet denken de heer en mevrouw Stootâ-Metrusse dat u nog niet verzadigd bent en dat kan heel pijnlijk zijn als de brûe-pan reeds leeg is.

U moet er wel rekening mee houden dat het diner afgerond wordt met een toetje dat als een stomp in de maag werkt: toast met warme gesmolten kaas en koffie waarin een klont vanille-ijs en een scheut van een of andere zeer zoete likeur (Bjela bijvoorbeeld). Vaak wordt hierbij nog een plak zeer droge cake gegeten. Zowel de cake als de toastjes worden met de vingers genuttigd en dan nog wel op een voor Europeanen tamelijk onfatsoenlijke manier. Het voedsel wordt naar binnen gepropt, dit wordt 'met smaak verorberen' genoemd.
Ook mosselen, asperges en nog enkele gerechten worden met de vingers genuttigd en vingerkommetjes met rozenwater horen dan ook zonder uitzondering bij het tafelgerei en het is zeer studentikoos om in een jolige stemming het kommetje na afloop leeg te drinken; met deze daad kan een fles drank verdiend worden!

Na afloop van het diner neemt u het initiatief om weer naar de huiskamer terug te keren alwaar eventueel nog een digestief gedronken wordt. Het is ronduit onbeschoft om te helpen met de afwas, dus het kan voorkomen dat u enige tijd in de woonkamer aan uw lot overgelaten wordt totdat de huishoudelijke plichten in de keuken vervuld zijn.
Bij uw vertrek dient u zelf de buitendeur te openen. De familie Stootâ-Metrusse zal dan voortdurend knikkend blijven toekijken hoe u de weg naar buiten vindt. Zij zullen de voordeur pas weer sluiten als u min of meer uit het gezicht verdwenen bent, dus als u op een winterse dag wilt voorkomen dat uw gastheer en gastvrouw een stevige verkoudheid aan uw bezoek overhouden, moet u maken dat u snel uit de buurt van hun woning wegkomt.

© Fragment uit Uit in Spokanië - nooit weg (1982, Rolandt Tweehuysen)

20 dec 2005