Landheer Kalaco Riycsym begon in 1825 met de bouw van Riycsa-seert langs de Grât-oever, echter zonder toestemming van Koning Halari Hecoiy Huron. Deze liet het in aanbouw zijnde kasteel door ca. 50 zwaarbewapende soldaten slechten; de brokstukken liggen nog steeds langs de oever van de Grât; in 1975 zijn bij toeval de bouwtekeningen van het kasteel ontdekt, in de bibliotheek van Conityje; vanaf dat moment waren diverse comités en particulieren bezig om geld bij elkaar te krijgen om Riycsa-seert alsnog te laten bouwen.
In 1990 is het kasteel volgens de oorspronkelijke plannen uiteindelijk voltooid (maar nu tweehonderd meter van de Grât-oever af) en feestelijk geopend door koning Huron Herco Loefe IV; het is een toeristische trekpleister geworden maar niemand wist toen nog wat voor bestemming het moest krijgen: alle zalen en hallen waren leeg en doods; zo nu en dan werd er een zaal gehuurd door een bedrijf dat er een prestigieus feest wilde geven. Er waren plannen om er een congrescentrum annex hotel van te maken, maar tot ca. 2000 hadden alleen buitenlandse investeerders zich geïnteresseerd getoond - en die kregen van de Spokanische overheid geen toestemming.
In 2003 werd de voormalige minister van Wetenschap en Kunst, Ôrs Heelfer-Miynt, tot burgemeester van Doe gekozen. Hij bleek al spoedig een grote invloed op de lokale politiek te kunnen uitoefenen, en in 2005 kon het kasteel voor de tweede keer geopend worden: ditmaal door kroonprinses Emanuala: zij opende inderdaad een congrescentrum met hotel en recreatieve faciliteiten, naar internationale standaard, beheerd door een Spokanische exploitatiemaatschappij, maar met Amerikaanse en Franse top-managers aan het hoofd. Als voormalig minister wist Ôrs Heelfer goed te lobbyen en buiten het officiële regeringsbeleid om zaken voor elkaar te krijgen die hem als minister nooit gelukt zouden zijn.