![]() Spokanisch Archief |
Otze Cârbriy (geboren in 1871) was professor psychologie aan de Generâl Universitiy van Hirdo (1922-1929). De uitvinding van het elektrocardiogram (ECG) en het elektro-encefalogram (EEG), beide in 1924, maakte het voor hem interessant om zich geheel te richten op de lichamelijke processen die samenhangen met psychologisch gedrag: de psychofysiologie werd zijn specialiteit. Naast het hersen- en hartonderzoek op basis van elektrische impulsen paste hij allerlei zelfbedachte technieken toe om lichamelijke functies te registreren die wellicht gerelateerd konden worden aan de wijze waarop mensen zich gedragen. Zo experimenteerde hij ook met het registreren van elektrische stromen in genitaliën, lippen en wangen, om erachter te komen of seksuele gevoelens en emotionele gezichtsuitdrukkingen wellicht vast te leggen waren, analoog aan hersen- en hartfuncties. Dankzij zijn charme en vermogen om succesvol te lobbyen, lukte het hem om van de verantwoordelijke instanties toestemming te krijgen om gevangenen en weeskinderen als proefpersoon te gebruiken.
Zijn onderzoeksmethoden en analyses waren al snel omstreden en toen een weeskind bij een experiment in 1929 stierf omdat het zware elektrische schokken te verduren kreeg, was het afgelopen met de experimenten en de carrière van Otze Cârbriy.
Na een fikse ruzie met het universiteitsbestuur maakte hij zich op donderdag 1 augustus 1929 snel uit de voeten, met enkele koffers vol documentatiemateriaal onder zijn armen. Dat materiaal is nimmer teruggevonden, en ook hijzelf is van de aardbodem verdwenen. In 1931 is hij nog voor het laatst in een restaurant in Blort gesignaleerd.
Hij heeft weinig geschriften nagelaten, maar zijn boekje Ef psygologise ocÿrmas, torkâx rifoliy ef froâp fûnkšos mip ef brenkâ ("Het psychologisch gedrag, bekeken vanuit de fysieke functies van de hersenen") (1925, Generâl Universitiy ber Hirdo) wordt als zijn meest opzienbarende publicatie beschouwd (aanwezig in de UB in Hirdo).
![]() |
![]() | |
De meest opzienbarende publicatie van professor Otze Cârbriy, uit 1925. De tekst is in Pegrevisch alfabet, en luidt: Prifjiof Otze Cârbriy | Ef psygologise ocÿrmas, torkâx rifoliy ef froâp fûnkšos mip ef brenkâ | 1925 | Generâl Universitiy ber Hirdo Professor Otze Cârbriy | Het psychologisch gedrag, bekeken vanuit de fysieke functies van de hersenen | 1925 | Generâl Universitiy te Hirdo | De gefingeerde professor Josiah Carberry, met een Spokanische flaphoed op en vertrekkend met zijn koffers, zoals de Brown University zich dat voorstelt. |
Zijn ouders waren omstreeks 1868 vanuit Ierland naar Spokanië geëmigeerd (of liever gezegd: zijn ouders waren met een vissersboot uit Ierland gevlucht en kwamen terecht in de Ierse gemeenschap van de havenplaats Tunbas, waar veel illegale Ierse vluchtelingen leefden). Zijn achternaam (Cârbriy) is dan ook een verbastering van de gangbare Ierse naam Carberry. Dankzij zijn Ierse ouders beheerste hij het Engels even goed als het Spokaans.
In 1929 creëerde de Amerikaan John W. Spaeth een gefingeerde professor, die zogenaamd een lezing zou houden op de Brown University in Providence. Deze man heette Josiah Carberry. Het is zo goed als zeker dat Spaeth met zijn fantasiefiguur geïnspireerd was door Otze Cârbriy. Het was immers precies dat jaar dat Cârbriy met zijn koffers de benen nam. Het kan ook geen toeval zijn dat Josiah wordt afgebeeld met een gryllâ (de bekende Spokanische flaphoed), een hoofddeksel dat Otze ook altijd droeg, en eveneens met een stel koffers wordt afgebeeld.
Verder was Josiah professor in de "psychoceramics", een niet bestaande discipline die natuurlijk doet denken aan de psychofysiologie.
Tot op heden wordt de figuur van Josiah Carberry op de Brown University levend gehouden, terwijl de echte Otze Cârbriy door iedereen vergeten lijkt.
Zie ook
http://library.brown.edu/friends/cards/catalog.php?section=gifts
http://library.brown.edu/about/hay/carberry.php