Spokanisch Archief |
Ik kan u nu iets verklappen omdat ik weet dat u toch niet in groten getale naar deze streek zult komen. Bij Sinto-Torafebabô is een zijweggetje dat naar de Caherrte leidt. Dan het derde zijpad rechts. Na een kilometer eindigt dit in een soort duinpan waar de auto geparkeerd kan worden. Er groeien zeer hoge jeneverbesstruiken, wilde rozen en kromme dennen. De hellingen zijn aan alle kanten onoverkomelijk steil, maar u kunt uw weg vervolgen over een smal pad dat snel afdaalt tot het niveau van het loofbos. Dan ziet u uiteindelijk een leien dak tussen de bomen glimmen. De geur van het fijnste wildbraad, middeleeuws gekruid, zal uw neus strelen. Als zúlke geuren al de schoorsteen uitvliegen, wat moet er zich dan niet binnen in de haard zelf bevinden? Hele reeën, onder volle maan geslachte lammeren, een rondborstige varkensham... wacht tot Wina Born haar culinaire belevenissen in deze herberg beschreven heeft.
Natuurlijk zijn er vele herbergen, póntels geheten, die met trots de keukendeur kunnen openzetten. Maar zelden leeft een herberg nog zo in het verleden als deze hier in het B>Lâstyrre-woud, half hangend over de Caherrte, die de herberg niet alleen van verse forel voorziet, maar haar hele bestaansrecht rechtvaardigt.
Er is geen elektriciteit of waterleiding, zij is slechts te voet of paard bereikbaar en de voedselkeuze is beperkt en afhankelijk van wat de in opdracht van de herberg opererende jager dagelijks aanbrengt. Maar dit zijn geen tekortkomingen die de gasten weghouden, het is een garantie voor de hoogste klasse.
Bovendien biedt deze herberg nog een aantal curieuze zaken die eerder in een museum thuishoren: een waterrad drijft een as in de keuken aan waarop koffiemolen, draaispit, blaasbalg en deegmenger aangesloten zijn. Verder zijn de luiken naar aloud Tjemps gebruik schitterend aan de buitenkant beschilderd - jachttaferelen in een oker en blauw koloriet, omlijst met meandervariaties en uvory-motieven (in elkaar gevlochten geometrische figuren). De luiken zijn zo geconstrueerd dat zij in geopende toestand overlangs dubbelgeklapt zijn, zodat de schilderingen buiten onzichtbaar zijn en niet van de weersinvloeden te lijden hebben. 's Avonds gaan ze voor de ramen, zodat de schilderingen vanuit de gelagkamer zichtbaar worden. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat de groene glas-in-lood-vensters geheel tegen de binnenwand opengezet worden en ook de gordijnen open blijven!
Het interieur voldoet geheel aan de Tjempse traditie: in de wanden van ruwe baksteen zijn nissen uitgespaard waarin dikke gele kaarsen branden. Voor de ramen staan tafeltjes met planten die bij het openen van de vensters weggeschoven moeten worden, en de tafel is zijn klassiek gedekt, dat wil zeggen dat het flesje kyrt (aftreksel van een bepaald kruidenmengsel), de karaf water en de vingerbakjes niet ontbreken. Evenmin als de vaas met lepels en messen en het mandje met linnen servetten. Vorken zijn natuurlijk niet aanwezig. Alleen om een stuk vlees te snijden zal er een vleessnijstel, bestaande uit een scherp slagersmes, een tweepuntige vork en een plankje, bijgeleverd worden.
Tijdens mijn bezoek vermeldt het menu een herteragoût met pikante vinkebessensaus. Het voorgerecht is gemarineerde stoofham, gegarneerd met witte kool uit het zuur. Het diner wordt afgesloten met warm vruchtengebak en een glazen schaal zwarte koffie, die gezoet en versterkt is met een ruime hoeveelheid 'houthakkersgeest', een bitter gekruide bessenlikeur met een zweem van een whiskey-aroma. Voor, tijdens en na de maaltijd zorgt de waard ervoor dat het wijnglas voortdurend bijgevuld wordt.
Gezien de moeilijke bereikbaarheid van de herberg en de copieuze maaltijden wordt er veel gebruik gemaakt van de slaapaccommodatie die op de eerste verdieping en op zolder ondergebracht is. Een paar gezinsvertrekken en enkele kleinere kamers staan tot onze beschikking. Ze zijn alle voorzien van een olielamp, een beddenpan en een met kooltjes gestookte warmwaterkan. Ik moet mijn kan vullen door hem buiten het raam aan een touw in de beek te laten zakken!
© Fragment uit Uit in Spokanië - nooit weg (1982, Rolandt Tweehuysen)