Spokanisch Archief

SEINSYSTEEM SERIE 100: Snelheidsbeperkingen
< vorige serie | volgende serie >
 
Terug naar
Hoofdbestand Seinsystemen
 

 

100 Snelheid verminderen tot 10x het aangegeven getal (hier: 70 km/u). Deze snelheid moet bereikt zijn bij het erop volgende bord 101. Geldt voor alle treinen, tenzij er aparte beperkingen voor goederentreinen gelden (bijv. borden 102 of 103). Bord 100 staat op 800 m vóór bord 101. Bij een kleinere afstand wordt onderbord 706 aan bord 100 toegevoegd.
101 Maximumsnelheid is 10x het aangegeven getal (hier: 70 km/u). Geldt voor alle treinen, tenzij er aparte beperkingen voor goederentreinen gelden (bijv. borden 102 of 103).
102 Goederentreinen: snelheid verminderen tot 10x het aangegeven getal (hier: 50 km/u). Deze snelheid moet bereikt zijn bij het erop volgende bord 103. Bord 102 staat op 800 m vóór bord 103. Bij een kleinere afstand wordt onderbord 706 aan bord 102 toegevoegd.
103 Goederentreinen: maximumsnelheid is 10x het aangegeven getal (hier: 50 km/u).
104 Goederentreinen: snelheid verminderen tot halve dienstsnelheid. Deze snelheid moet bereikt zijn bij het erop volgende bord 105. Bord 104 staat op 800 m vóór bord 105. Bij een kleinere afstand wordt onderbord 706 aan bord 104 toegevoegd.
105 Goederentreinen: maximumsnelheid is halve dienstsnelheid.
106 Herinneringsbord: eerstvolgende sein mag worden voorbijgereden met de snelheid die met bord 101 is aangegeven (hier dus 120 km/u). (Bord ingevoerd in augustus 2001.)


Algemene snelheidsregeling

De snelheid van een trein wordt met 4 begrippen gedefinieerd:

  1. maximumsnelheid (MV = mâksûm-vitešo)
  2. beperkte snelheid (ZV = zloffe-vitešo)
  3. dienstsnelheid (FV = fâgôtexa-vitešo)
  4. rangeersnelheid (RV = rângere-vitešo)

A. Maximumsnelheid (MV)

De MV mag nimmer overschreden worden. Het Spoorobstakelboek stelt de MV voor alle spoorlijnen en emplacementen in Spokanië vast, zowel voor SA-sporen/emplacementen als voor alle privé-sporen/emplacementen.
De MV kan een van de volgende waarden hebben:

40 km/u: algemeen op emplacementen
60 km/u: a. doorgaande sporen op emplacementen
  b. secundaire trajecten klasse B
80 km/u: a. vrije baan langs emplacementen en perrons
  b. secundaire trajecten klasse A
100 km/u:  primaire trajecten klasse B
120 km/u:primaire trajecten klasse A
140 km/u:enkele delen van primaire trajecten klasse A
160 km/u:enkele delen van primaire trajecten klasse A
(zoals Mollefin--Tanbÿr en Blort--Lift)
200 km/u:enkele proeftrajecten (momenteel Blort--Lift en Lostô--Tanbÿr)

Deze snelheden staan niet als zodanig aangegeven door middel van tekens langs de spoorbaan. Zij zijn alleen vermeld in het Spoorobstakelboek (Âskân-zenntmip: een boek waarin alle spoorlijnen met hun bijzonderheden staan vermeld).
Wel als zodanig aangegeven zijn de snelheden:


B. Beperkte snelheid (ZV)

De ZV kan elke snelheid zijn, als die maar minder is dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid (MV). De ZV mag alleen overschreden worden indien een schriftelijke Rijopdracht deze overschrijding toestaat.
De ZV kan op twee manieren worden opgedragen:

  1. door middel van tekens langs de spoorbaan (borden, vlaggen, seinen, lichtbakken)
  2. door middel van een Rijopdracht (mondeling, telefonisch of schriftelijk, door stationschefs of blokwachten, aan de machinisten)

De ZV kan op twee manieren uitgedrukt worden:

  1. in kilometers per uur (km/u)
  2. door middel van de term ½FV (halve dienstsnelheid)

De ZV heeft twee karakters:

  1. permanent: bij permanente obstakels, die een snelheid lager dan MV of FV rechtvaardigen, zoals krappe bogen, tunnels, bruggen, verzakkingen, gevaarlijke kruisingen ed.
  2. tijdelijk: bij tijdelijke obstakels, die een snelheid lager dan MV of FV rechtvaardigen, zoals werkzaamheden, slechte weersgesteldheid, gevaar voor vallend gesteente, ed.

C. Dienstsnelheid (FV)

De FV moet altijd lager zijn dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid (MV). Op enkele trajecten is de FV gelijk aan de MV.
Het Rijboek van de machinist vermeldt de FV's, en de machinist mag de FV met hoogstens 20 km/u overschrijden, zolang hij de MV of ZV maar niet overschrijdt, en alleen indien de overschrijding gerechtvaardigd is om een opgelopen vertraging in te halen.
De FV mag alleen na een mondelinge, telefonische of schriftelijke toestemming van de stationschefs of blokwachters overschreden worden. Zo'n toestemming is niet nodig en de machinist mag naar eigen goeddunken handelen, als de overschrijding niet meer dan 10 km/u bedraagt.
Het is verboden om de FV te handhaven als:

  1. er ter plaatse een ZV bestaat die lager is dan de FV (dan moet de ZV aangehouden worden)
  2. slechte weersomstandigheden, technische mankementen of andere onverwachte gebeurtenissen het wenselijk maken om een lagere snelheid dan de FV aan te houden, teneinde te voorkómen dat de veiligheid in gevaar wordt gebracht
  3. de machinist weet of vermoedt dat er een stopteken zal volgen en er eerst een sterke snelheidstoename en vervolgens een sterke afremming nodig zal zijn om eerst de FV te bereiken en vervolgens bij het stopteken tot stilstand te komen

D. Rangeersnelheid (RV)

De RV mag bij rangeerbewegingen niet overschreden worden. Over het algemeen geldt een RV van 10 km/u, maar er kunnen rangeerwachten aanwezig zijn, die erover moeten beslissen of er met deze snelheid veilig gerangeerd kan worden, zonder dat het materieel of de lading hier schade van ondervinden. Zo zullen de rangeerwachten een lagere RV kunnen vaststellen, als de wagons die gerangeerd moeten worden voorzien zijn van bord 409 of vlag 410.

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 77-101082 • SPARC 04 apr 1991