Spokanisch Archief  

Het Bad-museum bij Lammafin

Fragment uit de reisgids Spokanië: Berref, p. 91-93


Een aardig museum even ten oosten van Lammafin is het Wik-museem ('Bad-museum'), gehuisvest in een 19de-eeuwse fabriek met hoge gietijzeren boogramen. Er werden tot omstreeks 1960 dieselmotoren en compressoren gemaakt. Na het faillisement stond de fabriek vijftien jaar leeg en ten slotte werd ze als Bad-museum ingericht. Hier komt u alles te weten over kuurbaden en mineraalwater. Het hele gamma van thermische, mechanische, dynamische en zelfs chemische hydrotherapie, van begietingen, compressen, waterdruk en aromatische kruiden wordt uit de doeken gedaan. Een aantal voorbeelden zijn op zijn zachtst gezegd niet aangenaam. Wat te denken bijvoorbeeld van een bad vol ijsblokjes (koudetherapie, omstreeks 1910 zeer populair toen de eerste koelkasten in Spokanië verschenen), of van het onder water gegeseld worden met de twijgjes van de steenberk door een strenge vrouw die, getuige de foto, daarbij haar witte doktersjas aanhoudt? Of neem nou dat bad vol kleine kwalletjes (coelenteratestherapie), die ooit als een probaat middel tegen allergieën en reuma golden...

Niet alleen de Spokanische situatie wordt er breed uitgemeten, maar ook die in Duitsland, Frankrijk en Tsjechië. De enorme fabriekshal staat behoorlijk vol met curieuze medische badkuipen en stoomcabines, in koperen, zinken of geëmailleerde uitvoeringen, vaak voorzien van mysterieuze leidingen, kappen en andere contrapties, die er een hoog martelwerktuiggehalte aan verlenen. Om bij te komen is een ander deel van de ruimte ingericht als proeflokaal voor mineraalwater. Hier kunt u, als u nog niet genoeg gehad hebt, wel 200 soorten water proeven, de meeste natuurlijk uit het buitenland, want in Spokanië worden 'slechts' 33 watermerken op de markt gebracht. Uiteraard is het de bedoeling dat men na het proeven ook wat flessen aanschaft.

Tot verdriet van de museumdirectie worden de lokale watermerken Viryc en Niklâs-ef-Wik nauwelijks verkocht. Dat lijkt me nogal logisch: deze merken kunnen bij elke dorpskruidenier veel goedkoper worden aangeschaft dan hier.

De bron van Viryc vindt u vlak achter de camping Ef Gôrg ('De Kloof'), te bereiken via het pad dat aan de noordkant Lammafin verlaat. Aan de bron is niet veel te zien: er borrelt wat water uit de grond en rondom deze plek heeft zich een dikke laag kalk afgezet. Sommigen denken dat hier mensen de hele dag bezig zijn om flesjes te vullen, maar de werkelijkheid is moderner: het water wordt diep uit de grond opgepompt en via een pijp naar Lammafin vervoerd, waar de nuchtere flessenvulfabriek van Steelâ staat, ook bekend van de frisdrank Doec.

Authentieker is het bij de Niklâs-bron, op de zuidelijke helling van de Niklâs-berg. Hier ziet de toerist het water zo uit de bron in de flessen verdwijnen. In een primitief gebouwtje staat een flessenvulmachine opgesteld met een lopende band. Aan de ene kant staat een vrouwtje, met de blik op oneindig, de hele dag lege flesjes op de band te zetten; aan de andere kant neemt net zo'n vrouwtje de gevulde en gecapsuleerde flesjes van de band en doet ze in dozen en kratten. De bedrijfsleider legt graag uit dat die dozen en kratten dan naar Steelâ in Lammafin gaan, alwaar de flessen andermaal op een lopende band worden gezet om ze van etiketten te voorzien. Dan gaan ze opnieuw in dozen en kratten, en kunnen de flesjes met een fris ogend etiket vol wettelijk verplichte opschriften naar de afnemers. Al met al een inefficiënt gedoe, maar de bezoeker van het Niklâs-fabriekje is er tenminste van overtuigd dat het water echt uit de bron komt. Voor deze wetenschap moet trouwens betaald worden: Niklâs kost bijna twee keer zo veel als Viryc.

© Rolandt Tweehuysen

6 mrt 2014