Spokanisch Archief  

Fesfôresta

Fragment uit de reisgids Uit in Spokanië - Nooit weg


Nu zwenkt de bus een zijweggetje in en stopt na enkele kilometers op een pleintje dat zó curieus is dat de duiven er niet durven koeren. Het is het wonderlijke centrum van het dorp Fesfôresta. Het pleintje heet Republicâ-lirrotiy (Republieksplein) en dat wekt op zich al bevreemding, want Spokanië is nog nimmer een republiek geweest. Er is een grasveldje met enkele beuken, zodat een Nederlander zich op een Drentse brink waant. Eromheen staan wat vakwerkhuizen, met groene flessebodemvenstertjes die ons direct naar Zuid-Engeland verplaatsen. Het strakke betonnen bouwwerk met de lichtblauw geglazuurde tegeltjes zou in een naoorlogs Duits stadscentrum niet misstaan, de kasseien zijn Belgisch en het houten kerkje, waarvan de drakekoppen door paardeschedels vervangen zijn, lijkt Noors (het heet dan ook Nôrge-korda).

Wat doet dit internationale openluchtmuseum op het Spokanische boerenland? Het is de droom van Câlm Hufy-Ilo Zjae, de achttiende-eeuwse baron die het enige gehucht van zijn land wilde promoveren tot heus dorp.

Traditiegetrouw dient een dorp een centraal plein te hebben, dus gaf de baron een bouwmeester de opdracht wat huizen en gebouwen te ontwerpen die dat plein zouden insluiten. Het geheel moest een exotisch stempel dragen, zo stelde de baron vast. Maar omdat de bouwmeester nooit verder dan Engeland gekomen was en het hem aan fantasie ontbrak, werden de huizen Engels. Een gravure in een boek over de vikingen (volgens de overlevering zou de eerste buitenlander die ooit voet op Spokanische bodem zette, de viking Leif Ketilbjornsson geweest zijn!) inspireerde hem tot de bouw van een mislukte Noorse stav-kerk en eigenhandig zette de baron er een zandstenen Mariabeeld uit Bretagne onder waarvan hij de functie niet begreep. Alleen het moderne betonnen gebouw is uit onze tijd; het staat in de plaats van de houten badinrichting, het enige op de eigen cultuur geïnspireerde bouwwerk, dat ironisch genoeg in 1956 afbrandde.

En de beuken op het grasveld, dat was een creatief idee van de barones Ilo Zjae-Pocomânja. Zij kon niet weten dat haar smaak Drents was. Maar toen de hele parodie op een openluchtmuseum klaar was wilde niemand er wonen. De boeren in de omgeving kwamen in opstand toen de baron hen dwong het dorp te bevolken. Toen stuurde de koning enkele afgezanten naar Fesfôresta, die na ampel beraad standrecht in naam van Erget toepasten: onthoofding van de baron wegens wanbeleid, hysterische bouwwoede en onrechtmatige dwang op de boeren. De afwezigheid van de edelman verhinderde de uitvoering van het vonnis en hij werd vogelvrij verklaard. Enkele jaren later stond Elmarylla met het hoofd van de baron op de marmeren trappen van het koninklijke Sparot-paleis in de toenmalige hoofdstad Blort. Of de een meter twintig grote Elmarylla zélf de onthoofding uitgevoerd heeft, en zo ja, hoe, blijft een raadsel waarvoor tot nu toe geen enkele historicus een bevredigende oplossing heeft kunnen geven - het blijft een geliefd onderwerp voor proefschriften. Toch is Elmarylla met een standbeeld geëerd: het staat in het park terzijde van het nu onbewoonde Blortse paleis, temidden van een dozijn andere opmerkelijke beelden. Voor 15 tóftos (ƒ 1,10) is het park van mei tot en met augustus dagelijks te bezichtigen. De helaas verwaarloosde paleistuin kunt u gratis betreden.

Maar de barones treurde om haar gedode echtgenoot en haatte de koning, zij haatte het koninkrijk en zij haatte alle koninkrijken bij elkaar. Voor haar waren de kersverse Franse republiek, de Bataafse Republiek en het onafhankelijke Amerika zo actueel en veelbelovend dat zij op een nacht in de schepping van haar man uitriep:
"Ik zet mijn leven voort in een republiek! Dit plein zal het Republieksplein zijn!" Toen at ze drie groene boleten en de brandwacht die zijn ronde door het onbewoonde dorp deed, had haar laatste wens gehoord en vond haar dood naast het Mariabeeld. Zijn primitief geschilderde straatnaambordje kunt u bekijken in het stadhuis van Zelzakiy, de gemeente waaronder Fesfôresta ressorteert.

© (1982) Rolandt Tweehuysen

20 feb 2015