Spokanisch Archief
Zie ook Naamgeving: regels Adellijke namen | |||
Dit bestand |
1. Huwelijk (marianos) 2. Vererving (Colanasos) |
3. Geboorte (Mebafa) 4. Kroning (Ecronaros) |
5. Inlijving (Kestmilāos) 6. Verheffing (Preipos) |
De Spokanische adel gebruikt de volgende adellijke titels (van hoog naar laag):
kindis / kindista | | koning / koningin |
prens / prensa | | prins / prinses |
vereslytt / vereslytta | | hertog / hertogin |
marcess / marcessa | | markies / markiezin |
’rslāfer / ’rslāfera | | graaf / gravin |
manter / mantera | | burggraaf / burggravin |
jolarater / jolasjeus | | baron / barones |
ylarater / ylasjeus | | jonkheer / jonkvrouw |
cāblān / cāblāna | | ridder / ridderes |
Merk op dat de begrippen kindis en kindista in Spokaniė adellijke titels zijn die per definitie aan het staatshoofd en zijn/haar partner worden verleend. Hoewel kindis en kindista gewoonlijk met "koning" en "koningin" worden vertaald, betekenen ze dat feitelijk niet. De echte Spokaanse woorden voor "koning" en "koningin" zijn jabār en jabārina, en hiermee worden niet-Spokanische vorsten aangeduid.
Formeel zouden we kunnen stellen dat Huron Herco IV de adellijke titel kindis heeft, en als functie jabār. Maar het is gebruikelijk om de woorden jabār en jabārina geheel te vermijden als de titels kindis en kindista gebruikt moeten worden.
Iemand kan een adellijke titel op de volgende manieren verkrijgen:
In Spokaniė kan een huwelijk alleen gesloten worden tussen twee ongehuwde personen van verschillend geslacht.
Iemand wordt prins, hertog, markies, graaf, burggraaf, baron, jonkheer of ridder (of de vrouwelijke vorm) als hij/zij huwt met iemand die dat ook is. Als twee personen trouwen en één van beide heeft zo'n titel, krijgt de andere partner die ook. Als twee personen trouwen en ze hebben beide zo'n titel, krijgen ze beide dezelfde titel die het hoogst in hiėrarchie is (bijvoorbeeld: een graaf trouwt met een barones, dan wordt de barones nu gravin; een baron trouwt met een gravin, dan wordt de baron nu graaf).
Iemand die met een prins (of prinses) trouwt, krijgt niet automatisch de titel van prinses (of prins), want daarvoor is goedkeuring van de regering nodig. Hier bestaan de volgende mogelijkheden:
Een bekend voorbeeld is de huidige kroonprinses Emanuala, die "om principiėle redenenen" geen toestemming voor haar huwelijk met baron Pōšil Nieche Burton heeft gevraagd. Zodra zij haar vader, koning Huron Herco Loefe IV, opvolgt, en zij dus koningin wordt, mag haar echtgenoot zich prins Pōšil Burton noemen. Had het echtpaar wel toestemming bij de regering gevraagd, maar was het verzoek om te trouwen afgewezen, dan had baron Pōšil Nieche Burton nooit een prins kunnen worden, en had Emanuala waarschijnlijk afstand van de troonopvolging moeten doen.
Als een hertog, markies, graaf, burggraaf, baron of jonkheer sterft, erven al zijn kinderen dezelfde titel, ook al is de moeder nog in leven. Als een hertogin, markiezin, gravin, burggravin, barones of jonkvrouw sterft nadat ze gescheiden is, en de kinderen zijn aan haar toegewezen, erven de kinderen de titel. Als na een scheiding de kinderen aan de man zijn toegewezen, erven de kinderen de titel als de man sterft. Zolang de kinderen de titel nog niet geėrfd hebben zijn ze altijd cāblān of cāblāna (ridder[es]).
Aangezien een echtscheiding niet erkend wordt door de rooms-katholieke kerk, wordt een adellijke titel die een kind verkrijgt als zijn gescheiden moeder overlijdt, evenmin erkend. Een concreet voorbeeld: toen de gescheiden (katholieke) barones Elselyne Frākkeny Rifo Flāgpe-Heenōe Zyftoen in 1999 overleed (terwijl haar ex-man nog in leven was), mocht haar enige (ongehuwde) zoon, Nōrbert Frākkeny Rifo Flāgpe-Heenōe Zyftoen, zich baron noemen. Omdat de rooms-katholieke kerk de echtscheiding niet erkent, werd zijn titel "baron" evenmin erkend en beschouwde de bisschop van Hildi hem nog steeds als "ridder". De Sociėteit "Gemeenschapszin en Creativiteit" (Cōma-centos ur Riffek) in Hajequū (die alleen rooms-katholieke adellijke mannen vanaf de titel "baron" toelaat) weigerde Nōrbert Frākkeny Rifo Flāgpe dan ook als lid, omdat hij volgens de kerkelijke opvattingen nog geen recht op de titel "baron" had. De man liet het er niet bij zitten: hij was van mening dat de Spokanische wetgeving bóven de kerkelijke regels stond en dat zijn baronstitel dus wettelijk was. Hij spande een rechtszaak tegen het bisdom Hildi aan, maar hoe deze afgelopen zou zijn weten we helaas niet, want nog tijdens dit langdurige proces overleed ook zijn vader, zodat hij ook naar katholieke opvattingen recht had om de baronstitel te erven. Toen hij alsnog lid mocht worden van de sociėteit heeft hij dat uit protest geweigerd. De rechtszaak is geseponeerd.
De titel prens(a) wordt al bij de geboorte verleend, als de ouders eveneens prins en prinses zijn, of als de ouders koning en koningin zijn. Kinderen van ouders met overige adellijke titels, zijn bij de geboorte altijd cāblān of cāblāna (zie hierboven).
De titel kindis(ta) wordt bij de kroning tot staatshoofd verleend. Als de man kindis wordt, wordt zijn vrouw kindista. Als de vrouw bij de kroning kindista wordt, blijft/wordt de man prens. Er was in 2000 een wetsvoorstel om deze regel te wijzigen worden, zodanig dat de man kindis wordt als zijn vrouw bij de kroning kindista wordt. Met deze nieuwe wet zou het laatste restje discriminatie tussen mannen en vrouwen wat betreft de verlening van adellijke titels weggewist zijn. De wetswijziging heeft het niet gehaald want de Volksvertegenwoordiging stemde tegen. Dit mag opmerkelijk heten, en kan alleen verklaard worden als we aannemen dat de Spokanische adel (belichaamd door de Adelraad) veel meer invloed in de politiek heeft dan officieel mag worden erkend.
Een adellijke niet-Spokaniėr die om de een of andere reden de Spokanische nationaliteit verkrijgt, kan zijn oorspronkelijke adellijke titel laten omzetten in het Spokanische equivalent. Als een niet-Spokaniėr trouwt met een Spokaniėr van hogere titel, zal de vreemdeling automatisch deze hogere titel verwerven (zie punt 1), en is inlijving niet aan de orde. Als een niet-Spokaniėr trouwt met een Spokaniėr van lagere titel, komt inlijving wel aan de orde; na de inlijving heeft de vreemdeling een hogere (Spokanische) titel en zal de partner die ook krijgen (zie punt 1).
Iemand wiens geslacht niet tot de adel behoort, kan in de adelstand verheven worden, en een van de volgende titels verkrijgen: hertog, markies, graaf, burggraaf, baron of jonkheer. Het staatshoofd kan een voorstel doen om iemand in de adelstand te verheffen, en de ministerraad moet hierover beslissen. Het is ook mogelijk dat de ministerraad en de volksvertegenwoordiging het staatshoofd verzoeken om het voorstel te doen. De Kniteg-ratt ("Adelraad"; vergelijk Hoge Raad van de Adel) brengt advies uit omtrent de te verlenen titel. De tendens is om ongetrouwde mannen een hoge titel te verlenen, ongetrouwde vrouwen een wat lagere titel, en een gehuwd persoon een nog lagere titel. In het laatste geval zal immers de partner dezelfde titel krijgen, enkel vanwege het feit dat hij/zij met de ander is gehuwd. De gedachte hierachter is: als iemand zich uitzonderlijk heeft onderscheiden en het daarom waard is om bijvoorbeeld markies te worden, zal zijn partner automatisch markiezin worden, terwijl zij niets heeft gepresteerd. Zo'n hoge titel heeft zij daarom niet "verdiend" en daarom zal de man een lagere titel krijgen.
© De Twee Hanen v.o.f. Kimswerd The Netherlands
DA 00 SPARC 07 mei 1999