Spokanisch Archief

PEGREVISCHE SCHRIFT
Terug naar
Talen | Dialecten

Gerelateerd bestand
Pegrevische namen
 

Dit bestand
 
0. Inleiding
1. Lijnsymbolen
2. Diacritische letters
3. Postconsonantische tekens
4. Leestekens
 
5. Letterverdubbelingen
6. Letterverbindingen
7. Dittografie
8. Getallen
9. Tekstproef
 

Een verzameling Pegrevische woorden wordt bewaard in het tijdelijke bestand pegrevisch.doc.


0. Inleiding

Het Pegrevische alfabet werd van oudsher gebruikt voor de Pegrevische en Spokaanse taal, inclusief de dialecten. Alleen het Garosisch is altijd met het Latijnse alfabet geschreven. Vanaf het begin van de 20e eeuw werd ook het Spokaans meer en meer met Latijnse letters geschreven, en in 1950 is het gebruik van het Pegrevische alfabet officieel afgeschaft. Alleen de Pegrevische taal gebruikt dit speciale alfabet nog steeds.

In het Pegrevische taalgebied, en dan met name op het eiland Teujan, zijn de plaatsnaamborden veelal tweetalig. Dat wil zeggen, de Spokaanse taal wordt in Latijnse letters geschreven, en de Pegrevische taal in het Pegrevische alfabet. Het verschil tusssen beide schrijfwijzen is niet alleen het alfabet, maar ook de vorm van de naam.
De Spokaanse naam Cerobiy heeft als Pegrevisch equivalent Cerobý.

Tweetalig voorsorteerbord
in het noorden van Teujan.

Het Spokaanse woord zeces betekent "dorp". Het Pegrevische equivalent is zece. De dorpsnaam Jattesâne is in het Pegrevisch Hhaëtesâne.

Grafsteen bij Ef Ten Ÿrliriys (De Twee Vingers), twee torens aan de rand van het Krappa-gebergte bij Nustiy.
De tekst luidt: Kusami kost kâle crûste (Hier rust mijn rakker). Waarschijnlijk ligt hier een hond begraven (zie ook DOM 142).

Kort historisch overzicht
tot ca. 1910Heel Spokanië gebruikt het Pegrevische alfabet, behalve Garos (was geen deel van Spokanië).
vanaf 1910Vooral in het Spokaanse (Wefot-Spokânda) taalgebied worden veel boeken in het Latijnse alfabet gedrukt.
12 april 1922Wet op de Alfabethervorming (Abeke-nâs-vobare-lacs; ANVOL): het Spokaans (standaardtaal) moet in het Latijnse alfabet geschreven worden, en dit moet op alle lagere scholen onderwezen worden (maar er is nog geen definitieve spelling).
1922 tot
  ca. 1940
Ook het Tjemps, Zverostaïsch en Cheetuc gaan over op het Latijnse alfabet.
1931Eerste Spellingscommissie voor vaste Spellingsregels (Eertef Stabôos-cômišo furt ef Ÿrnô-stabôe-vlassa; EeSŸr): publiceert een rapport met een voorstel voor vaste spellingsregels. De Volksvertegenwoordiging gaat ermee akkoord en de minister van Onderwijs (Kers Kolra-Ojic) legt dit in een richtlijn vast.
1950Het Pegrevische alfabet wordt officieel afgeschaft; het wordt op de lagere school niet meer verplicht onderwezen.
1966Na diverse ad-hoc-hervormingen komt de Tweede Spellingscommissie (Tentef Stabôos-cômišo; TSC) met een aangepaste Nieuwe Spelling (Kleter Stabôos; KS).
1977Opnieuw enkele aanpassingen, nu niet voorgesteld door een spellingscommissie, maar door de Koninklijke Academie van Spokanië (Spooksoliyex ef Kindisiy Akademiy), in samenwerking met de in 1974 opgerichte Commissie voor Lexicologie (Cômišo furt Lexikolôiy). De minister van Onderwijs (Petriy Côlmer-Sÿss) stelt deze aanpassing via een herziene ANVOL verplicht.
1981Enkele hoogleraren van de Universiteit in Zest richten de Stichting ter Bevordering van het Pegrevische schrift (Feslosos furt ef Pegrefiy-krodanaros; FPK) op omdat ze constateren dat de kennis van dit alfabet drastisch afgenomen is en vooral jongeren niet meer in staat zijn om teksten in het Pegrevische alfabet te lezen. Dit is vooral bij het universitaire onderwijs een handicap. Maar ook het feit dat velen de oude of nostalgische uithangborden en opschriften van winkels en cafés niet meer kunnen lezen, wordt als een vorm van culturele armoede gezien.
2003Na 22 jaar heeft de FPK bereikt wat ze wilde: het Pegrevische alfabet wordt een verplicht onderdeel van het vak Spokaanse taal in het laatste jaar van het basisonderwijs. Hiervoor was het wel noodzakelijk dat vanaf 1995 de basisschoolleraren en -leraressen eerst zélf het alfabet onder de knie kregen.

Het Pegrevische alfabet bestaat uit 24 basisletters ofwel lijnsymbolen (lÿnt-blâtiys), 7 diacritische tekens (cvyffs), 3 postconsonantische tekens (blef-blâtiys) en 10 leestekens (trempe-blâtiys). Van veel tekens bestaan nog diverse varianten.


1. Lijnsymbolen

Lijnsymbolen zijn de "echte" lettertekens, die op de schrijflijn geplaatst worden. De meeste kunnen met een enkele Latijnse letter getranscribeerd worden, maar in een enkel geval moet er voor een lettercombinatie of een diacritische variant gekozen worden: tl, qu, ÿ en ^. Voor de letter e bestaan twee tekens, het met * gemerkte symbool geeft de zogenoemde "pronominale e" weer (dat is de e waarop infinitiefvormen eindigen). Korte woordjes die uit slechts één lijnsymbool zouden bestaan, worden meestal zodanig geschreven dat ze uit twee lijnsymbolen bestaan. Dit betekent dat een diacritisch teken vervangen wordt door een lijnsymbool, of dat er een letter wordt toegevoegd. Zie tabel 1.

Tabel 1


2. Diacritische letters

Diacritische letters worden altijd op het erop volgende lijnsymbool geplaatst. De diacritische tekens drukken de vocalen a, e, é, i, o en u uit, en verder is er een teken voor m/n. Een begin- of eindvocaal van een woord wordt altijd als lijnsymbool geschreven, evenals een vocaal die door een andere vocaal gevolgd wordt. In de overige gevallen schrijft men een diacritische vocaal.
De m en n worden als diacritische consonant geschreven als deze klank gevolgd wordt door een andere consonant. De vocaal vóór een m of n wordt als lijnsymbool geschreven. Afkortingen worden geheel in lijnsymbolen geschreven. In vroegere handschriften werden de diacritische vocalen meestal weggelaten, tenzij er dan verwarring kon ontstaan. Als het Pegrevische schrift tegenwoordig nog voor de Spokaanse taal gebruikt wordt, wordt het weglaten van de diacritische vocalen als een slordigheid beschouwd. Daarentegen is het weglaten van deze tekens bij het schrijven van de Pegrevische taal veel meer geaccepteerd. Sommigen vinden dat het toevoegen van diacritische vocalen een kinderachtige indruk maakt; het wordt gezien als een hulp voor mensen die de Pegrevische taal niet goed machtig zijn. Tegenwoordig zijn de diacritische vocalen wel toegevoegd op Pegrevische plaatsnaamborden (zie hierboven), hoewel de namen ook zonder deze tekens goed te begrijpen zijn. De Pegrevische taal gebruikt nog een extra teken (een stip), om een aantal klankvarianten uit te drukken die het Spokaans niet kent. Zie tabel 2 voor de diacritische vocalen en het gebruik ervan.

Tabel 2


3. Postconsonantische tekens

Postconsonantische tekens staan altijd direct achter een lijnsymbool, om een nieuwe letter uit te drukken. De drie symbolen heten "staaf", "doorntak" en "eikel", zie tabel 3.

Tabel 3

De "staaf" wordt gebruikt om een stemhebbende consonant uit te drukken. Hierbij gelden de volgende klankparen: p–b, k–c, t–d, tl–dl, f–v, s–z. Tegenwoordig klinken c en k in het Spokaans identiek (als k), maar vroeger, en ook nog in de Pegrevische taal, was de c de stemhebbende variant van de k (als g in het Engelse good).
De "doorntak" wordt gebruikt om de klanken š (als variant van de s), ð (als variant van de d), ch (als variant van de h), é (als variant van de e) en ó (als variant van de o) weer te geven.
De "eikel" wordt gebruikt om de j en w weer te geven (als varianten van i, respectievelijk f).


4. Leestekens

In tabel 4 staan de algemeen gebruikte leestekens opgesomd. In oude handschriften en tegenwoordig ook wel in bijzonder drukwerk kunnen ook nog andere leestekens gebuikt worden, bijvoorbeeld om het begin van een alinea aan te geven, of om de beginletter van een woord extra te markeren (om er als het ware een "hoofdletter" van te maken; het onderscheid tussen hoofd- en kleine letters is in het Pegrevische schrift afwezig).
Het aanhalingsteken wordt altijd dubbel gebruikt. Als woorden afgebroken worden, wordt een speciaal afbreekteken gebruikt (//; in het Latijnse alfabet wordt het =-teken gebruikt om een Spokaans woord af te breken).

Tabel 4


5. Letterverdubbelingen

Voor het dubbelschrijven van consonanten wordt altijd een ligatuur gebruikt, dat is een versmelting van twee identieke lijnsymbolen. Bij de verdubbeling van twee stemhebbende consonanten wordt de postconsonantische "staaf" slechts één keer geschreven (achter de ligatuur). De verdubbeling van m en n, en ook de vocaalverdubbelingen worden geschreven met een combinatie van een lijnsymbool en het diacritische teken. Omdat er voor y en ÿ geen diacritisch teken bestaat, worden de verdubbelingen yy en ÿÿ met een ligatuur uitgedrukt. Het een en ander is weergegeven in tabel 5.

Tabel 5


6. Letterverbindingen

Lijnsymbolen bevatten dikwijls een horizontale lijn; deze kan bovenaan, op de schrijflijn of precies halverwege zitten. De horizontale lijnen die bij twee opeenvolgende lijnsymbolen op gelijke hoogte zitten, worden meestal met elkaar verbonden tot één lijn. Een postconsonantisch teken verhindert deze doorverbinding meestal, tenzij het om korte, veelgebruikte woordjes gaat. In dat geval wordt een postconsonantische "staaf" dikwijls verkort, zodat een horizontale streep hierboven of hieronder doorgetrokken kan worden. Voorbeelden van letterverbindingen staan in tabel 6.

Tabel 6


7. Dittografie

Dittografie (dubbelschrijven) komt voor als stijlmiddel (emfatisch) of voor een grammaticaal onderscheid. Dittografie kan beschouwd worden als een vervanging van hoofdletters. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen dittografie, zoals hier in tabel 7 weergegeven, en ligaturen zoals in tabel 5. Ligaturen worden bij transcriptie weergeven met een letterverdubbeling, maar dittografie wordt bij transcriptie vervangen door het gebruik van hoofdletters, cursivering of vet.

Tabel 7 - Dubbelgeschreven beginletters (groen) fungeren als hoofdletter.


8. Getallen

Getallen worden weergegeven met lijnsymbolen, die meestal de eerste letter van het telwoord voorstelt (dus voor het getal "6" wordt de s van sers gekozen). Voor het getal "1" bestaat een apart teken, en voor "7" wordt een variant van de letter e gebruikt ("7" is heferg en hiervoor zou eigenlijk de letter h gebruikt moeten worden, maar die is al in gebruik voor "5", uitgesproken als hent). De letterweergave voor telwoorden volgt de traditionele uitspraak van de getallen. Zo wordt het getal "39" uitgesproken als rân-dur, ofwel "zesendertig-drie", en daarom geschreven met de Pegrevische letters i (voor "36") en d (voor "3"). Zie ook de informatie over Telwoorden.
Letters die getallen weergeven, worden voorafgegaan door een speciaal teken dat "sleutel" wordt genoemd. Deze sleutel wordt ook gebruikt als punt in afkortingen. Zie verder tabel 8.

Tabel 8 - Als Pegrevische getallen identiek zijn aan de eerste letter van het telwoord, is dit met rood weergegeven.

Schoolkaart Pegrevische alfabet
Antiquarisch model uit 1942
(Museum Stadsbibliotheek, Amahagge)


9. Tekstproef

Hieronder volgt een tekstfragment in het Pegrevische schrift, gevolgd door de transcriptie in Latijnse letters en de huidige spelling.

Tabel 9 - Het eerste couplet van het gedicht Âme'f kôbo (Lofjec Quûzzt).
 
Zie ook de complete tekst met de vertaling.

Transcriptie van de tekst uit tabel 9:

1   Âme'f kôbo ÿkaqure ef nydalanko ur blakdÿtântos
2   Ur ef chiqursz âmpiym zerre ef bâragruvvâs ur mitraagers
3   Âme kâ hâftere
4   Âme fit fartere,
5   Kost zûps dus prâcte lef ÿpântos,
6   Kost basc sen fule tjâg ef cragers,
7   Râchetelira den ef šiyxât,
8   Óps siše den ef flâxe...


Klik op het luidsprekertje om het gedicht te horen.

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 86-040283 • SPARC 01 feb 1999