Spokanisch Archief  

Als de zon


Lofjec Quûzzt (1782–1841)
een gedicht uit de bundel Gip Ogpetos (Losgebroken Gefluister, 1836)


Als de zon de blauwe koepel en de witte schaapsvellen inneemt
En de stralen teder de paarse heidevelden en gele stranden strelen
Als dat gebeurt
Als het zó gaat,
Dan slaat mijn hart met tochtvlagen,
Mijn borst vult zich met kraaien,
Die krassen dat het onecht is,
Zij sissen dat het niet deugt...

Als de zwoele windvlagen de okeren velden en groene kruinen kammen
En de lente de roze môliys met zachte warmt toedekt
Als dat gebeurt
Als het zó gaat,
Dan klemt mijn adem zich in een schroef vast,
Mijn ogen verdrinken bij het gedool,
dat fluistert dat ik moet zoeken
naar de reden, waarom ik geen oordeel heb...

© letterlijke vertaling: Rolandt Tweehuysen

20 nov 2000