Spokanisch Archief |
Vertaling van artikel in het maandblad Vini, september 2003
Ook in Spokanië was er sprake van een uitzonderlijk warme zomer in 2003. Hoewel de relatief hoge temperatuur in principe voor een goede druivenoogst garant kan staan, heeft op een aantal plaatsen de eveneens uitzonderlijke droogte weer roet in het eten gegooid.
De wijnboeren uit de regio's Tjokky en Etercôtiy kunnen tevreden in hun handen wrijven: de warmte én een voldoende hoeveelheid neerslag hebben gezorgd voor een mooie, zoete druif. Daarentegen zijn de druiventelers in Teta-Qulboech minder fortuinlijk geweest: zij zagen hun oogst verpieteren in de verzengende hitte en verschrompelende droogte. En de zware regenbuien die tussen 14 en 18 augustus in het Lamk-gebergte losbarstten hebben hier elke hoop op een nog redelijke oogst de bodem ingeslagen. De reeds door de droogte wegkwijnende druiventrossen zijn in een groot gebied door de overvloedige neerslag meegespoeld, waarbij vooral het landgoed Troef door modderstromen van de Vlÿs-hellingen geteisterd werd. De grond die zich als beton verhard had, was niet meer bij machte om het water vast te houden.
De fantastische oogsten op Tigof en de minder goed geslaagde opbrengsten op Lomky zorgen desalniettemin voor een landelijk gemiddelde dat boven dat van de voorgaande zes jaren uitsteekt. Dit betekent dat Spokanië een aantal zeer interessante wijnen jaargang 2003 te bieden heeft maar dat het totale volume helaas achterblijft bij voorgaande jaren.
In de Mari-streek, waar over het algemeen nogal vlakke witte wijnen vandaan komen (die desalniettemin een gewillige markt in het meer populaire genre vinden) worden de wijnbouwers en kenners dit jaar geconfronteerd met een superieure kwaliteit die een hoger marktsegment met gemak kan bedienen. Hierbij moeten wij qua kwaliteit denken aan de betere Chenin Blanc-wijnen zoals die geproduceerd worden in Zuid-Afrika.
Het Instituut voor de Bevordering van de Wijnhandel (IWK: Instituša furt ef Weinô-lebetecÿr Kafðobiyros) in Manes-Puriy heeft alle zeilen bijgezet om de wijnconsument in het hogere echelon, die gewoon is om zijn aandacht te richten op de Franse producten, nu voor zich te winnen.
"Want," zo reageert Pelcer Raiy-Drômote, voorzitter van het IWK, "wij als Instituut-bestuur zijn ons er terdege van bewust dat de wijnproducenten hun aandacht en energie voornamelijk richten op de vervolmaking van een fantastisch product, waarbij de meer commerciële kant er helaas wat bij kan inschieten."
Hij vervolgt: "In de meeste regio's zijn de wijnproducenten gewoon om zich te richten op het middensegment van de markt, wetende dat de hogere segmenten gefocust zijn op de Franse wijnen, en de lagere segmenten bij wijze van spreken alles drinken dat een etiket met het woord 'wijn' mag dragen. Wij als IWK zullen, samen met de diverse Wijngilden, met de oogst van 2003 moeten inspelen op dat hogere segment. Deze kans krijgen we niet elk jaar."
Dit lijkt goed nieuws voor wat betreft de wijnconsumptie in Spokanië, maar helaas laat het volume het ook dit jaar nauwelijks toe dat er ruimte is voor een economisch en commercieel interessante export. Hoewel de Spokanische wijnwereld zich bewust is dat een goede kwaliteit die gepaard gaat aan een goede kwantiteit, een aantrekkelijke optie is om ook de Europese markt aan te boren, moet elk jaar opnieuw geconstateerd worden dat de kwantiteit van kwalitatief concurrerende wijnen onvoldoende is om ook buiten Spokanië een interessant afzetgebied te kunnen vinden.
En dit jaar kunnen we constateren dat de gemiddelde kwaliteit een dermate hoog niveau heeft, dat het des te schrijnender is dat buitenlandse markten niet of nauwelijks bereikt kunnen worden vanwege het geringe volume.
Maar kan al die fantastische wijn dan niet geëxporteerd worden, ondanks de geringe hoeveelheden? Pelcer Raiy is stellig in zijn mening: "Nee, voor de meeste producenten en Wijngilden geldt: eigen land eerst. Men is van mening dat we onze goodwill in eigen land niet kunnen verkwanselen door te streven naar een dermate groot exportvolume dat er nauwelijks nog voorraad voor eigen gebruik overblijft. Het IWK kan niets anders doen dan deze traditionele opvatting te respecteren, hoewel wij het beleid wel proberen bij te sturen om een gedoseerde wijnexport interessant te maken. Als de klimatologische of druiftechnische omstandigheden zodanig zijn dat Spokanië niet alleen kwaliteit maar ook een robuust exportwaardig volume kan produceren, wordt een volwassen internationale wijnhandel bespreekbaar."
Overigens introduceert Pelcer Raiy hier een nieuwe term: druiftechnisch. Daarmee bedoelt hij de ontwikkeling van nieuwe druivenrassen die ook in koudere regio's gedijen, zodat ook in Spokanië de wijnbouw in een groter areaal kan plaatsvinden dan op dit moment het geval is. Van de druiventeelt in de beschutte dalen op Centraal-Liftka is nog niet zo veel terechtgekomen, maar wellicht verandert dat in de toekomst. Of, zoals een woordvoerder van de Agrarische Bond in Gÿrô eens opmerkte: "Het gaat in de binnenlanden van Liftka niet alleen om de aanpassing van druivenrassen, maar ook om aanpassing van het aldaar wonende mensenras: hoe krijg je een traditionele gemeenschap van schapenboeren, bosbouwers en geitenmelkers zo ver dat ze zoiets verfijnds als wijn willen en kunnen maken?"
Kortom: zolang een gering aanbod aan voortreffelijke wijnen voor ons bereikbaar blijft: neem uw kans waar. Er bestaat immers absoluut geen garantie dat wij ook in de toekomst van dit fantastische product kunnen genieten; wellicht krijgen commerciële motieven de overhand en moeten wij naar Engeland of België om onze eigen wijn te kunnen proeven...
© Ryna Koll-Lâgte