Spokanisch Archief
Bestandsgroep Etymologie Algemeen Geografische namen Straatnamen Telwoorden |
Terug naar Talen | Dialecten
Gerelateerd bestand |
Status: Bestand is nog in wording. |
Een "straatnaam" is niet alleen de naam die aan een straat gegeven wordt, maar ook de naam van een plein, laan, weg, plantsoen, park, kanaal, gracht, of andere vorm van openbare ruimte waarop of waarlangs zich woningen en gebouwen bevinden, die meestal met een huisnummer of huisletter nader gespecificeerd kunnen worden.
Straatnamen kunnen op verschillende manieren zijn opgebouwd. Het meest algemeen is:
Rembrandt-mirra | (Rembrandt-straat) |
Husof-weg | (Kasteel-weg) |
Sven-plep | (Zwanen-laan) |
Jolaiy-lirrotiy | (Vrijheids-plein) |
Trendon-klarb’r | (Trendon-oever) |
Korda-grāg | (Kerk-gracht) |
Avenu van Sinto-Pacarefaniy | (Avenue van Sinto-Pacarefaniy) |
Mirra kusamat ef Afstoen | (Straat langs de Tempel) |
Plep helkara ef Bergo | (Laan naar de Berg) |
Mennweg-na-Ziytre | (Hoofdweg-naar-Ziytre) |
Weg hor 200 | (Weg nummer 200) |
Aālbess | (Bebouwing) |
Nūrcuss’r | (Veerhaven) |
Ef Hupster Bamico | (De Grote Klok) |
Ef Mōjōl | (De Molen) |
Begrippen als "straat", "plein", "laan" of "kade" zijn natuurlijk heel algemeen. Ze verwijzen direct naar een openbare ruimte die op een bepaalde manier is omsloten door bebouwing en/of water. Maar ook een historische functie of de plek waar ooit een bepaald bouwwerk stond, kan als "karakter van de locatie" worden aangemerkt, zoals Bajec-husof, dat geen kasteelnaam meer is, maar een ruimte (plein) aangeeft waar ooit dit kasteel heeft gestaan. Soms is het gebouw nog aanwezig, en heeft de ruimte eromheen de naam overgenomen. Zo is Beldiyc-taris niet alleen de naam van een toren, maar ook de naam van het plein erbij. En Nutter-kaltān is niet alleen de naam van een stadspoort, maar ook van de straat eronderdoor. Let op: Blof-kaltān is alleen de naam van een straat, want de poort en bijbehorende gebouwen zijn in de 18e eeuw gesloopt.
Ook landschappelijke elementen, zoals "berg", "heuvel", "weiland", "moeras" en dergelijke kunnen een openbare ruimte aanduiden indien op die plek een straat of plein is aangelegd, zoals Zoetaja-jakām, dat geen veld of vlakte meer is, maar een door huizen omsloten plein. Soms blijft de bebouwing (grotendeels) achterwege en is de oorspronkelijke betekenis van het landschappelijke element nog zichtbaar. Zo is de Freeg-blufk in Amahagge nog steeds een groot weiland, zij het dat de straat met de huizen die dit weiland voor een deel omringt, ook zo heet.
Sommige locatie-aanduidingen refereren niet zozeer aan het uiterlijk ("gewone" straat, plein, brede laan met bomen), aan een historische functie (kasteel, stadspoort) of aan een landschappelijk element (heuvel), maar aan de wijze waarop de locatie tot stand is gekomen, zoals klafās, waarmee een brede doorbraak tussen pleinen en/of belangrijke straten wordt aangeduid. Feitelijk ziet een "klafās" er als een (weliswaar) korte straat uit. Klafās is een variant van klafas, het gewone woord voor "gat", en vinden we voornamelijk in enkele grote steden (ook Hirdo).
In onderstaande lijst worden de locatie-aanduidingen behandeld, die als (meestal laatste) element van een straatnaam kunnen optreden. Sommige aanduidingen bestaan ook als zelfstandig woord (zoals mirra), maar andere hebben alleen in een straatnaam een specifieke betekenis (zoals ennef of pōhatos) Ook zijn er lokale en dialectische vormen die in een bepaalde streek (soms zelfs in één stad) voorkomen. Zo is ness (smal straatje, maar breder en belangrijker dan steeg) typisch voor Amahagge, kliyf (steeg) komt alleen in Pegreviė voor, en pārc in de betekenis van "avenue" vinden we alleen op Tigof en Lomky (elders betekent pārc altijd "park").
Bij de woorden wordt eerst de gangbare betekenis gegeven, en vervolgens worden de bijzonderheden uitgelegd als het woord in een straatnaam voorkomt.
agru: (berg)top
arābe: tuin
avenū: avenue, brede laan
berg: variant van bergo (berg, hoge heuvel); alleen in Trondom e.o.
blufk: weide, weiland, (ook) baan (tennis-, kegel- ed.)
dita: sloot (smalle gegraven waterloop)
eās: binnenplaats, boerenerf
eka: (binnen)hoek (vgl. koern)
ennef: elleboog
flectros: buiging, bocht (vgl. krum)
grāg: gracht (alleen in straatnamen)
greppa: geul, greppel
g’rt: brug
haste: geplaveide weg (alleen in straatnamen, regionaal)
husof: kasteel, slot, burcht
jakām: veld, vlakte
kah: kade (aangelegd en hoog, vaak als marktplein of laad- en losplaats; vgl. klarb’r)
kaltān: poort
kanol: kanaal
keldus: boerderij, hoeve
kiyk: voetpad
klafās: (variant van klafas "gat") alleen in straatnamen: brede doorbraak tussen pleinen en/of belangrijke straten (voornamelijk in grote steden)
klarb’r: oever, kade (meestal steil en/of stenig, vgl. kah en rivo)
kliyf: steeg, straatje (Pegrevisch)
koern: (buiten)hoek (vgl. eka)
kolini: steen (in straatnamen: geplaveide weg)
krum: boog, bocht, buiging (vgl. flectros)
krur: muur, wand (in straatnamen: straat/weg langs een muur, meestal een steunmuur bij een steile helling, of een verdedigingswerk)
kryobiy: heuvel
kurā: (variant van kura "eroverheen") stenen brug(getje) of gewelf (alleen in Munt)
lirrotiy: plein
liytā: vlek, plek (in straatnamen: klein plein)
mārket: markt(plein) (met stovy wordt altijd de "markt" in de betekenis van handeldrijven bedoeld, en komt nooit in straatnamen voor)
mennweg: autosnelweg (in straatnamen altijd de oudere betekenis van "hoofdweg")
mirra: straat
mittors: trap(pen) (in straatnamen nooit de variant mittor)
ness: smalle maar belangrijke (doorgangs)straat (typisch voor Amahagge; de verwantschap met nes "landtong" is omstreden; de Amahaagse straatnaam N’poss is een verbastering van N’po-ness - en mensen die deftig willen doen zeggen dan ook N’po-ness, hoewel dat tegenwoordig niet meer de officiėle naam is)
oftian: stadswijk, in historische betekenis ook: garnizoensplaats
pādra: plantsoen
pālos: (van dialectisch pāle "wandelen" in Lomky) alleen in straatnamen op Tigof en Lomky: wandelweg, wandelpad
pārc: park, in straatnamen op Tigof en Lomky ook: avenue, brede laan met bomen
pāt: pad, smal weggetje (oorspronkelijk in buitengebied, door stadsuitbreidingen kan het een straat geworden zijn)
plep: laan, straat met bomen
pōhatos: reis/toch per paard; in straatnamen: ruiterpad
pola: boulevard, brede wandelweg met bomen (vaak langs water of kust)
pōnt: brug
port: haven(terrein)
poso: komt alleen in het Cheetuc voor, en betekent "bron"; het is een duidelijk leenwoord uit het Spaans (pozo) of Portugees (poēo); in Manes-Puriy is een Poso-mirra (dus: Bron-weg). riffō: bron, wel
rivo: oever (meestal glooiend en zanderig of modderig, vgl. klarb’r)
ark: land (in straatnamen ook: weiland, boomgaard ed. dus omheind stukje grond, hoewel dat vaak historisch is)
seert: huis (in straatnamen ook de historische betekenis "kasteel", en dan een plek waar ooit een kasteel stond)
siyclo: cirkel (in straatnamen: cirkelvormige straat of laan, altijd concentrisch rondom een plein: de traditionele dorpsplattegrond)
strekk: (alleen in enkele straatnamen: kort recht stuk straat)
s’rt: stad, plaats (in plaatsnamen ook: plein)
terf: steeg, straatje
tex: dijk (in straatnamen ook: hoger liggende straat)
utfiniy: breedte (in straatnamen: verbrede straat, weg)
vāliy: baan (strook grond als renbaan ed.; in straatnamen ook een straat of laan op de plaats waar vroeger een renbaan was)
vender: (van vende "gaan, lopen") in straatnamen: weg die ergens heen leidt, verbindingsweg
weg: weg, straat
wuma: bos, woud (in straatnamen: weg of laan door een bos, of op de plaats waar ooit een bos was)
yplemeros: verbinding (in straatnamen: verbindingsweg, bijv. om station bereikbaar te maken)
zuft: zandpad, pad door duinen (in straatnamen: straat die ooit zo'n pad was)
© De Twee Hanen v.o.f. Kimswerd The Netherlands
DA 00 SPARC 08 mrt 2004