Spokanisch Archief
Overkoepelend bestand Fauna en flora |
De flechâ-ur-klavior is een soort fuut, maar dan zonder kuif. Hij maakt een eigenaardig geluid, dat klinkt als prrriep-prrrop. Tot ca. 1900 werd gedacht dat de groene en de blauwgroene variëteit twee verschillende vogelsoorten waren en de groene werd flechâ genoemd en de blauwgroene klavior. Toen een amateur-ornitholoog in 1903 aantoonde dat beide vogels slechts varianten zijn van één en dezelfde soort, heeft hij beide namen met ur ('en') aaneengesmeed. Hierbij heeft hij waarschijnlijk gedacht aan de Spaanse bioloog Alejandro de Viera y Clavijo, wiens achternaam met wat goede wil associeert met flechâ-ur-klavior. Van Alejandro de Viera y Clavijo is niet veel bekend, behalve dat hij omstreeks 1797 een bezoek bracht aan het Blizerû-moeras op Tigof en aldaar de vogelwereld bestudeerd heeft. Hij was de broer van de veel bekendere plantkundige José de Viera y Clavijo (1731-1813), die de flora van de Canarische eilanden heeft beschreven.
De groene variant leeft voornamelijk in het natuurreservaat Ef Ÿpse-clamiðas, een moerasgebied waar de Ÿp in de Trendon stroomt. De blauwgroene variant is kenmerkend voor het Blizerû-moeras. In overige moerassen en waterrijke gebieden komen beide vormen voor, soms ook met minder uitgesproken kleuren. Sommige vogelkenners vermoeden dat dit een soort bastaarden zijn: een kruising tussen de blauwe en blauwgroene variant. Aangezien zulke mengvormen vóór ca. 1950 nooit zijn waargenomen, rijst de vraag waarom ze er tegenwoordig wél zijn. Sommige geleerden menen een verband te zien tussen de watervervuiling door landbouwgif en de bastaarden: de vogels zouden door de vervuiling minder "kieskeurig" zijn geworden en dus ook met de andere variant paren. (UIS 80, 102)
© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DA 00 • SPARC 03 feb 1999
namen van vogels - DICTIO {C}