Spokanisch Archief
Dit bestand 1. Afvalverwerking 2. Rioolwaterzuivering 3. Milieuverontreiniging 4. Duurzame energie 5. Duurzame landbouw 6. Duurzame industrie |
Zie ook Energie |
Status: Nog verder uitwerken. |
Het inzamelen van huishoudelijk afval is een verantwoordelijkheid voor de gemeenten. Grotere gemeenten hebben hun eigen reinigingsdienst, maar kleinere gemeenten kunnen ook een samenwerkingsverband aangaan, zodat er sprake is van een regionale reinigingsdienst. In Spokanië is deze activiteit nergens geprivatiseerd, hoewel de neoliberale regering ook hier graag de vrijemarktwerking zou willen toelaten (stand 2015).
Het door de gemeentelijke of regionale reinigingsdiensten opgehaalde huisvuil wordt op vier manieren verwerkt:
In onderstaande tabel zijn alle afvalverbrandingsinstallaties (AVI) opgenomen. Stortplaatsen (SP) staan alleen aangegeven voor zover ze in SPARC zijn genoemd.
Gerangschikt op gemeentenaam. Ze staan nog niet op de deelkaarten, wel op de regiokaarten.
Type | Locatie | Gemeente | Aanvoer | Deelkaart | Regiokaart |
AVI | bij Atlânta-centrale | Bôrâ (BF) | spoor/weg | {A02} | Bôrâ |
AVI | aan kust bij Etercôtiy-belt | Etercôtiy-sÿrt (TF) | spoor/weg/zee | {I11} | Ÿrnajecû |
AVI | aan kust | Fraja (LI) | spoor/weg/zee | {H06} | Fonistâ |
AVI | bij buurtschap Prâstÿ-zeces | Hildi (BF) | weg | {C06} | Hildi |
AVI | Liftkar Plychô-weg (bij Lajate-centrale) | Hirdo (BF) | spoor/weg/rivier | {E05} | Hirdo |
AVI | ind.geb. Koesy-areôm | Hoggebim (LI) | spoor/weg/zee | {J08} | Hoggebim |
SP | bij dorp Kulano-zeces | Mozent (LI) | spoor/weg | {I06} | Mozent |
AVI | ind.geb. Ef Liftkar Arâbes | Minde (BF) | spoor/weg | {G09} | Minde |
AVI | aan kust | St. Leraquen (BR) | weg/zee | {L08} | -- |
Spokanië telt ongeveer 210 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI; in het Spokaans bajôk-knurfel-revertâs genoemd, afgekort als BKR) - van hele grote die honderdduizenden huishoudens bedienen tot hele kleine die niet meer dan een paar honderd huishoudens bedienen. Of een gemeente gebruikmaakt van een RWZI, hangt van diverse factoren af, zoals de afstand van een bebouwde kom tot de RWZI, de geografische omstandigheden en het aantal huishoudens dat op de RWZI kan zijn aangesloten. Bij huishoudens die op grote afstand van een RWZI liggen, kan het rioolwater alleen met drukleidingen en pompstations getransporteerd worden. Dit vereist een kostbare en gecomplicerde infrastructuur, die alleen efficiënt is als een groot aantal huishoudens van de infrastructuur gebruik kunnen maken. In bergachtige streken is het transport via drukleidingen meestal niet haalbaar. Bovendien moeten RWZI's aan ruim open water liggen (het liefst aan de kust of grote rivieren) om het gezuiverde water te kunnen afvoeren. In geïsoleerde stadjes of dorpen, en bij eenzame huizen zullen daarom veelal septic tanks worden geïnstalleerd. Op talloze plaatsen lozen de riolen gewoon op het oppervlaktewater. Of dit toegestaan is, hangt van de desbetreffende gemeente af. Alleen in de districten Tjemp en Ziyp (op Berref), Ales en Renô (op Liftka), en Neze (op Lomky) is lozing op het oppervlaktewater door het Districtsbestuur verboden. En ook het Eilandsbestuur van Garos heeft dit verboden.
Ondanks verbodsbepalingen van gemeente- of districtsbesturen zijn er in het hele land talloze boerderijen en eenzame huizen die toch op het oppervlaktewater lozen. Zolang dat geen risico's voor de volksgezondheid of de drinkwatervoorziening met zich meebrengt, wordt dit veelal gedoogd.
Spokanië hanteert met betrekking tot de verontreiniging van lucht, bodem en water in grote mate de richtlijnen van de Europese Unie. Niet omdat Spokanië zich per se wil conformeren aan de wet- en regelgeving van de EU, maar omdat het praktisch is om richtlijnen toe te passen die gebaseerd zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek en algemene concensus.
De huidige neoliberale regering (stand 2014) geeft er de voorkeur aan om de bestaande richtlijnen "soepel" toe te passen - waarbij de (financiële!) belangen van het bedrijfsleven prevaleren boven die van burger en natuur. De isolationistische politiek die al decennialang het beleid in Spokanië bepaalt, leidt er onder meer toe dat het bij bijvoorbeeld energie- en brandstofvoorziening belangrijker is dat die voorziening is gegarandeerd dan dat men zich afvraagt of het allemaal wel zo "milieuvriendelijk" is. Ofwel: liever een kolencentrale met CO2-uitstoot dan helemaal geen centrale zonder uitstoot.
Toepassing van duurzame energie staat in Spokanië nog in de kinderschoenen. Het land heeft al moeite genoeg om überhaupt tegemoet te komen aan de energiebehoefte, aangezien het streven naar self-supporting meer focust op "energiegarantie" dan op "duurzaamheid". Zie ook paragraaf 3 hierboven.
Ondanks deze focus op energiegarantie heeft de overheid talloze initiatieven ontplooid of mogelijk gemaakt om bijvoorbeeld wind- of zonne-energie haalbaar te maken. Het aantal windturbines neemt gestaag toe, burgers kunnen in aanmerking komen voor subsidie om zonnepanelen aan te schaffen, en er zijn diverse fiscale regelingen om al deze initiatieven te belonen.
Daarentegen heeft de overheid weinig geld over voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van duurzame energie - een wetenschapsgebied waar diverse universiteiten, de IES en andere organisaties zich sterk voor maken. Het neoliberale dogma dat het bedrijfsleven en het particuliere initiatief het zelf maar moeten uitzoeken, zal desastreuze gevolgen hebben voor de duurzaamheid die door talloze organisaties en individuen wordt nagestreefd (stand 2014).
Agrarische bedrijven zijn in Spokanië veelal kleinschalig en veel boeren streven vanwege hun Ergynische geloof per definitie duurzaamheid na. Veeteelt is over het algemeen extensief, wat wil zeggen dat het vee in grote bos- en weidegebieden kan grazen. Er is nauwelijks sprake van een "vleesindustrie" met megastallen vol varkens, kippen of rundvee. De duurzaamheid van de landbouw is dus over het algemeen een impliciete factor, als gevolg van een achterblijvende ontwikkeling aangaande schaalvergroting, mechanisering en efficiënte bedrijfsvoering.
Voor Spokanische boeren bestaan er geen Europese landbouwsubsidies en de Spokanische banken zijn karig met het verstrekken van enorme leningen waarmee de boeren zich diep in de schulden zouden kunnen steken. Spokanische boeren hoeven niet op een internationale markt te concurreren en kunnen zich geheel focussen op een voldoende voedselvoorziening het het land zelf. Een duurzame bedrijfsvoering staat dus ook niet onder druk door (noodzakelijke) schaalvergroting, internationale concurrentie of financiële wet- en regelgeving.
..........
De prioriteit die door de politiek gelegd wordt op een zelfvoorzienende maatschappij leidt tot een focus op productiecapaciteit, ten nadele van duurzaamheid. Veel verouderde fabrieken worden gedoogd zolang er geen modernere, milieuvriendelijke alternatieven tegenover staan. Investeringen in duurzaamheid moeten uit het bedrijfsleven zelf komen. De overheid kan dit hoogstens bijsturen met wet- en regelgeving, maar is zeer terughoudend als het om financiële faciliteiten gaat. Evenals bij de landbouw is er ook bij de industrie sprake van een grote mate van kleinschaligheid. Maar terwijl kleinschaligheid bij de landbouw een positieve factor is voor duurzaam ondernemen, werkt dat bij de industriële bedrijvigheid juist belemmerend.
...........
Mogelijke kadertekst |
© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DA 00 • SPARC 29 apr 2017