Spokanisch Archief |
Qurt Heemân (1951– )
een artikel uit het culturele maandblad Cûltura (november 1998)
De eerste maanbrillen werden omstreeks 1919 vervaardigd in de werkplaats van de firma Fermylen te Tanbÿr. Ze werden in kleine kring uitgevent, oorspronkelijk alleen onder belijders van de ergynne, maar vonden al in de jaren 50 ook ruimere aftrek bij zieken en hypochonders, en later ook - toen dit een vrij algemene gedachtengang werd - bij hen die het relatieve succes van de allopathie wantrouwden en het voorwerp bombardeerden tot een alternatief geneesmiddel in brilvorm. Het patent op de slijpwijze van de lenzen berust nog steeds bij voornoemde firma.
Het concept van de maanbril werd oorspronkelijk aangedragen door een aandeelhouder van Fermylen, een opticien en orthodox ergynist, die op zijn beurt weer uitging van de gezondheidsdeskundige dr. Ignatz Bleinlein (1876-1948), een uit Duitsland geëmigreerde "Heilpraktiker" en iriscopist met belangstelling voor de invloed van de maan. Volgens Bleinlein was er een heilzaam effect te bereiken wanneer maanstralen, in een zekere geconcentreerde vorm, de iris raakten, waar naar zijn mening zoveel ziektesymptomen afleesbaar waren. Via de iris zouden de stralen direct hun genezende werking uitoefenen op de aangetaste delen van het lichaam.
De allereerste maanbril (ook wel gezondheidsbril genoemd) was nou niet direct een elegant voorwerp. Het brilmontuur bestond simpelweg uit twee houten doosjes met een bodem van geslepen glas, die met elastiek of zelfs nog met leren riempjes voor de ogen werden bevestigd.
Maar al vrij snel werden maanbrillen versierd met pendanten, bestaande uit ergynne-symbolen, een gebruik dat later bizarre vormen zou aannemen. Er zijn maanbrillen die zo volgehangen zijn met trossen ergynne-pendanten dat ze het ondergedeelte van het gelaat, inclusief mond, volkomen bedekken door een maliënkolder van hangertjes. Maar de meeste maanbrillen zijn versierd met slechts 2 of 4 pendanten (een even aantal voor het evenwicht), vaak in zilver uitgevoerd.
Tegenwoordig brengen de oudste maanbrillen op veilingen kapitalen op. Dat komt omdat, vanaf begin jaren 80 toen de eerste Spokanische discotheken hun deuren openden, de maanbril door het danslustige publiek gebruikt begon te worden om het uiterlijk mee op te luisteren. En stroboscopen schijnen, via deze lenzen, nog eens een extra bijzonder effect teweeg te brengen.
De laatste jaren zijn er diverse ontwerpers van maanbrillen opgestaan die de grenzen van het concept hebben verlegd. Heel trendy zijn de brillen die geen pendanten meer hebben, maar symbooltjes die op fiberglas steeltjes (kattensnorharen) uit het montuur priemen, bijvoorbeeld met op elke vezeltip een maantje. Maar - en dit kenmerkt de verwijdering van het concept van een ergynische context - er is van alles mogelijk, en vaak vertonen ze ook een mengeling van christelijke en andere symbolen, of zijn ze uitgerust met kleine, uit munten gezaagde profieltjes van de koning.
Rolandt Tweehuysen demonstreert hier een trendy maanbril: de beide brillenglazen zijn elk voorzien van twee witte kunststof lenskastjes, en aan het montuur hangen slakkenhuisjes aan zilveren kettinkjes. |
Zo blijft het vooralsnog vaak een typisch Spokanische aangelegenheid, typisch ook een "serieuze" zaak (ondanks het feit dat het door de frivole discocultuur is geadopteerd), en verwijst het nog steeds naar zijn oorsprong. Binnen de trendsettende gemeenschap van de hoofdstad lijken echter alle mogelijkheden open. Dergelijke brillen zijn ook al met doorzichtige goudvisjes gesignaleerd, en onlangs verscheen de fameuze diva Hilda Lôtriymme-Slenk na de première van de Spokanische Wozzeck met een maanbril die uitgerust was met - aan alle kanten van haar gezicht op en neer deinende - portretjes van componist Alban Berg.
© vertaling: Joost den Haan