Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 141 | Hoofdstuk 143 >>
14. Voorzetsels en vergelijkingen

142. Voorzetsel-uitdrukkingen


Opbouw van dit hoofdstuk:

142.1   Introductie

Een voorzetsel-uitdrukking (voorz.uitdr.) bestaat uit een vaste (geïdiomatiseerde) combinatie van enkele woorden, die samen als voorz. fungeren. Een voorz.uitdr. kan beschouwd worden als een soort "perifrastisch voorz.". Vergelijk de echte voorz.s in a. met de voorz.uitdr.n in b.:

a.Ef kleter reglos jufte hurtos 1 arfinn januy.
 De nieuwe regeling geldt vanaf 1 januari aanstaande.
b.Ef kleter reglos jufte finnelira lef 1 arfinn januy.
 De nieuwe regeling geldt met ingang van 1 januari aanstaande.
(lett. "beginnende met")

a.Tu ÿrasecû ef nacry na dena hajimo.
 Je kan de spijker met die hamer inslaan.
b.Tu zléfpainât ef feldariy luft ÿrliriys rifo dena âlbe-vro'egios.
 Je moet de kast aan de hand van die bouwbeschrijving in elkaar zetten.
(lett. "met vingers van")

a.Do wencate ef sért gâšâ ef chentamiy wâst.
 Hij blijft thuis vanwege het te verwachten noodweer.
b.Do wencate ef sért ânkest lelperrelira ef chentamiy wâst.
 Hij blijft thuis uit angst voor het te verwachten noodweer.
(lett. "angst hebbende [voor]")

a.frópjÿ ef rÿlempor ðôpecc
 wegens de toegenomen kosten
b.fes loin helkara ef rÿlempor ðôpecc
 met het oog op de toegenomen kosten  (lett. "in richting naar")

142.2

Merk op dat voorz.uitdr.n zelf óók een voorzetselbepaling kunnen bevatten, die bestaat uit een voorz. (vet) en een fundament (onderstreept), zoals luft ÿrliriys rifo en fes loin helkara. We kunnen dit als volgt grafisch weergeven:

 fes loin helkara ef rÿlempor ðôpecc
voorz. + fundament        
voorz.bep. + voorz.      
voorz.uitdr. + fundament      
voorz.bep. 

142.3

Twee verschillende woordreeksen kunnen een identieke structuur hebben, terwijl slechts één ervan daadwerkelijk een voorz.uitdr. is. Vergelijk de volgende voorbeelden: in a. staat een voorz.uitdr., maar de vetgedrukte reeks in b. is géén voorz.uitdr.:

(1)a.Do melde glado lef ef pamel.Hij is blij met het cadeautje.
 b.Ef liskos melde ÿrg lef ef helt.De fles is vol met melk.

(2)a.fes loin helkara ef rÿlempor ðôpeccmet het oog op de toegenomen kosten
  Do ÿrôme hups fes loin helkara
ef ielba ÿpónzos.1
Hij werkt hard teneinde rijk te worden.
(met het oog op rijk worden)
 b.fes ef loin helkara ef môjôlin de richting van de molen

1Zie ook § 126.78 zin (3) voor de deverb.-constructie ef ielba ÿpónzos.

142.4

Dat in (1) glado lef een voorz.uitdr. is, en ÿrg lef niet, blijkt uit het feit dat (3a) grammaticaal is, en (3b) erg vreemd:

(3)a.Glado lef ef pamel do inue helkara sener sientur.
  Blij met het cadeautje rent hij naar zijn moeder toe.

 b.?* Ÿrg lef ef helt ef liskos tasse kafonn ef pazzosti.
  ? Vol met melk valt de fles op de grond.

Dat (2a) een voorz.uitdr. is, en (2b) niet, blijkt uit het feit dat fes loin helkara een vaste, abstracte, frase is, terwijl de meer concrete frase fes ef loin helkara op allerlei manieren gewijzigd kan worden, zoals:

fes dena loin helkara ef môjôlin deze richting van de molen
fes folarra loin?in welke richting?
fes ef loin rifo ef môjôl = fes ef môjôlecÿr loinin de richting van de molen
fes ef loins helkara ef môjôl én ef kordain de richtingen van de molen en de kerk
enz.

Alle woordreeksen die eruitzien als een voorz.uitdr., maar dat niet zijn, zullen we pseudoreeksen noemen. In de loop van dit hoofdstuk zullen we zien hoe voorz.uitdr.n van pseudoreeksen zijn te onderscheiden.

142.5

De syntactische equivalentie van voorz.s en voorz.uitdr.n betekent onder meer dat een herhaling van een voorz.uitdr. voorkómen kan worden door gebruik te maken van het spoor (dode voorz.) âs (zie ook § 132.144). Vergelijk:

(1)a.Luft ef benc stus fesuberecû smurf wÿrtâlacc eft pâs, tûre âs eft ufire-kornin.
  Bij de bank kun je geld opnemen met een paspoort, maar niet met een rijbewijs.

 b.Luft ef benc stus fesuberecû smurf fes šovos rifo eft pâs, tûre âs eft ufire-kornin.
  Bij de bank kun je geld opnemen op vertoon van een paspoort, maar niet van een rijbewijs. (lett. "in vertoning van")

De uitdrukking fes šovos rifo in (1b) wordt zo sterk als een semantische eenheid begrepen, dat âs zonder problemen aan de gehele uitdrukking kan refereren. Het ligt niet voor de hand om te denken dat âs alleen fes of alleen rifo vervangt.

142.6

Vergelijk ook:

(2)a.Jân inue lef ef pamel helkara sener sientur ur Tek giffare lo cryrtiy âs ef seniy.
  Jân rent met zijn cadeautje naar zijn moeder toe en Tek blijft met het hare stokstijf staan.

 b.Jân inue glado lef ef pamel helkara sener sientur ur Tek giffare lo cryrtiy âs ef seniy.
  Jân rent blij met zijn cadeautje naar zijn moeder toe en Tek blijft blij met het hare stokstijf staan.

De uitdrukking glado lef wordt als voorz.uitdr. opgevat (§ 142.28) en kan in zijn geheel door âs vervangen worden: het ligt niet voor de hand om te denken dat âs alleen lef vervangt: ook Tek is dus blij met haar cadeautje.
In de loop van dit hoofdstuk zal blijken dat de vervanging door âs een goede test is om vast te stellen of een bepaalde uitdrukking een voorz.uitdr., dan wel een pseudoreeks, is.

142.7

Als rifo (van) deel uitmaakt van een voorz.uitdr., kan dit voorz. níét vervangen worden door een gen.-constructie. Als rifo binnen een pseudoreeks zelfstandig optreedt om een bezitsrelatie uit te drukken, kan het wel door een genitief vervangen worden. Ook dit is een geschikte test om een voorz.uitdr. van een pseudoreeks te onderscheiden. Vergelijk a. waarvan de genitief-variant ongrammaticaal is, met b. waarin beide varianten even acceptabel zijn:

(1)a.tsazi blaffos rifo ef generalo ≯ * tsazi ef generaloer blaffos
  op bevel van de generaal
 b.âfry ef arpinzol rifo ef generalo > âfry ef generaloer arpinzol
  volgens het plan van de generaal

(2)a.Ef pâre-fes-chafost melde âfry ef chatiyn rifo "Ploteppa Roša"1. ≯
≯ * Ef pâre-fes-chafost melde âfry "Ploteppa Roša-ex" ef chatiyn.
  Het inhuldigingslied gaat op de wijs van "Losbandige Roša".

 b.Ef chafost melde âfry ef regliše rifo ef spooksoliy chatradišo. >
> Ef chafost melde âfry ef spooksoliy chatradišoecÿr regliše.
  Het lied gaat volgens de regels van de Spokanische zangtraditie.

1Een bekend cabaretliedje uit de jaren vijftig, dat vanwege de frase ... ur fes tof óps hude, tur fes kÿl óps stude (... en overdag staan ze in de houding (nl. soldaten), maar in de nacht neuken ze) jarenlang op de censuurlijst heeft gestaan.

142.8

Voorz.uitdr.n kunnen in 5 groepen worden onderverdeeld, al naar gelang de reeks van elementen die ze bevatten:

  1. op basis van een infinitief
    1. VZ – INFI – VZ
    2. VZ – efINFI – VZ
  2. op basis van een substantief
    1. VZ – SUBST – VZ
    2. VZ – efSUBST – VZ
    3. VZ – efSUBST
    4. VZ – SUBST – TDW
    5. SUBST – TDW
  3. op basis van een additief
    1. ADD – VZ
    2. ADD – TDW
  4. op basis van een teg.dw.
    1. TDW – VZ
  5. op basis van een volt.dw.
    1. VDW – VZ

In de volgende paragrafen zullen de verschillende soorten voorz.uitdr.n nader bekeken worden.

142.9   ad § 142.8   a. Voorz.uitdr.n van het type VZ – INFI – VZ

Er zijn slechts enkele voorz.uitdr.n die een infinitief zonder lidw. bevatten, zoals:

K:blaffeeisen> âfry blaffe tukstnaar gelang van; naar eis van
U:perkemoeten> âfry perke tukstnaar gelang van; overeenkomstig
K:respektererespecteren> lef respektere ónmet respect voor

142.10   ad § 142.8   b. Voorz.uitdr.n van het type VZ – ef – INFI – VZ

Het Spokaans kent enkele voorz.uitdr.n op basis van een infinitief, voorafgegaan door een lidw. Deze voorz.uitdr.n behoren alle tot de categorie BETREKKING. De meest algemene zijn:

K:baniylebang zijn voor> luft ef baniyle kurauit angst/vrees voor
K:cirrede gelegenheid geven> furt ef cirre lefter gelegenheid van
K:lirevertrouwen> fes ef lire ortvertrouwd met
K:mennirrebehoeven> fes ef mennirre rifoten behoeve van
U:perkemoeten> fes ef perke rifoop voorwaarde van
U:probarewillen> ber ef probare rifoter wille van

142.11

De toevoeging van het lidw. ef is weliswaar conform de regel die stelt dat nominaal gebruikte infinitieven van een lidw. moeten worden voorafgegaan (§ 50.35), maar desondanks hebben deze voorz.uitdr.n een sterk idiomatisch karakter vanwege het feit dat deze infinitieven achter een voorz. volgen. Normaliter staat het Spokaans dat niet toe, en moet er een gedeverbaliseerde constructie gebruikt worden, zoals in:

(1)Óps melde ûqu ef ÿterftos enn ef liftkar taris.
 Ze zijn tegen het afbreken van de oude toren.

Een vorm als * ûqu ef terfte is ongrammaticaal (zie § 141.101b). De combinatie van voorz. + infinitief in de vormen van § 142.9–10 is dus een indicatie dat we hier met voorz.uitdr.n te maken hebben, en niet met pseudoreeksen, want in het laatste geval mogen we een deverbalisering als in (1) verwachten.

142.12   ad § 142.8   c. Voorz.uitdr.n van het type VZ – SUBST – VZ

Er zijn ruim 20 voorz.uitdr.n op basis van een subst. zonder lidw. De afwezigheid van dit lidw. is een indicatie dat we met een geïdiomatiseerde constructie te maken hebben. Zij behoren alle tot de categorie BETREKKING, behalve de 4 uitdrukkingen van windrichting (×); deze worden gerekend tot PLAATS EN BEWEGING:

A:blaffoseis> tsazi blaffos rifoop bevel van
C:ðônos-ÿrômsamenwerking> lef ðônos-ÿrôm
     rifo/tukst
in samenwerking met
SC:gôrfjôcopdracht> kaf gôrfjôc rifoin opdracht van
C:kurakettosruil> lo kurakettos armtin ruil voor
C:kvâmposredenering> fes kvâmpos armtop grond van; krachtens
A:lânthet aanwezig-
   zijn∩ontbreken
> lef lânt tukstin het bezit van∩
   verstoken van
C:lôfgenot> lef lôf naonder het genot van
C:loinrichting> fes loin helkaramet het oog op; teneinde
Aef:nutternoorden> × armt nutter fesin het noorden van
C:nÿrmaat> fes nÿr rifoin/op de maat van
Aef:opperoosten> × armt opper fesin het oosten van
C:pallemuxtegenspraak> âfry pallemux lefin tegenspraak met
A:pallesÿrtostegenstelling> lo pallesÿrtos helkarain tegenstelling tot/met
C:presdruk> lef pres pai(fig.) onder druk van
A:somposgevolg> pai sompos rifoals gevolg van
C:šovosvertoning> fes šovos rifoop vertoon van
C:vobervormgeving> zÿtâ vober rifoin de vorm van
Aef:wefotwesten> × armt wefot fesin het westen van
A:ÿrfla'osbegeleiding> lóf ÿrfla'os rifoonder begeleiding van
C:ÿrliriyvinger> luft ÿrliriys (meer-
     voud!)
rifo
(fig.) aan de hand van1
C:ÿrômos-ralmedewerking> lef ÿrômos-ral rifomet medewerking van
Aef:zutterzuiden> × armt zutter fesin het zuiden van

1Vergelijk de letterlijke uitdrukking armt ef hent rifo (aan de hand van), zoals in: Ef efanty farte rala armt ef hent rifo sener sientur helkara ef misan (Het kind loopt aan de hand van zijn moeder mee naar de winkel). Armt ef hent rifo wordt door de meeste Spokaniërs niet als een voorz.uitdr. beschouwd.

142.13

De afwezigheid van een lidw. gaat dikwijls een concrete interpretatie van deze uitdrukkingen tegen. Vergelijk de interpretatie als we een lidw. toevoegen:

a.abstract (voorz.uitdr.):fes loin helkaramet het oog op
b.concreet (pseudoreeks):fes ef loin helkarain de richting van

a.abstract (voorz.uitdr.):lóf ÿrfla'os rifoonder begeleiding van
b.concreet (pseudoreeks):lóf ef ÿrfla'os rifogedurende de begeleiding van

a.abstract (voorz.uitdr.):luft ÿrliriys rifoaan de hand van
b.concreet (pseudoreeks):luft ef ÿrliriys rifobij de vingers van

142.14

In de meeste gevallen levert een concrete interpretatie na toevoeging van het lidw. semantische onzin op, vanwege de keuze van de voorz.s, zoals:

a.abstract (voorz.uitdr.):lef lôf naonder het genot van
b.concreet (pseudoreeks):? lef ef lôf na? met het genot volgens

a.abstract (voorz.uitdr.):armt opper fesin het oosten van
b.concreet (pseudoreeks):? armt ef opper fes? aan het oosten in

142.15   ad § 142.8   d. Voorz.uitdr.n van het type VZ – ef – SUBST – VZ

Er zijn eveneens ruim 20 voorz.uitdr.n op basis van een subst. met een lidw. Verscheidene van deze uitdrukkingen kunnen ook in concrete zin opgevat worden, en dan gedragen zij zich als gewone, productief geconstrueerde, pseudoreeksen. De meeste voorz.uitdr.n vallen onder de categorie BETREKKING, maar de met × gemerkte vormen zijn van de categorie TIJD, en de met ° gemerkte vormen zijn van de categorie PLAATS:

Aef:achômmeigendunk> ort ef achômm rifoin het voordeel van
   > ûqu ef achômm rifoin het nadeel van
C:aderessôsadres> helkara ef aderessôs rifoter attentie van
C:chatiynwijs> âfry ef chatiyn rifoop de wijs van
C:cômbinašocombinatie> fes ef cômbinašo lefin combinatie met
C:cÿrtiyrhulp> lef ef cÿrtiyr paimet [de] hulp van
A:dÿfoseinde> × mintof ef dÿfos kurana afloop van
C:eitoog> na ef eit tuuit het oogpunt van; uit het
   feit dat
C:forttijd> × fes ef fort rifoten tijde van
C:gârpban> fes ef gârp rifoin de ban van
Aef:hûšataanwezigheid> fes ef hûšat rifoin aanwezigheid van; in het
   bijzijn van
C:krabéinvloed> tjâg ef krabé rifoonder invloed van
A:lortkosten (mv.)> miyr ef lort rifoten koste van
Cef:lurgiymidden> fes ef lurgiy rifote midden van; midden in
C:omberschaduw> ° fes ef omber rifoonder de rook van (in de
   nabijheid v. stad)
C:pilopeil> ° luft ef pilo rifoter hoogte van (geografisch)
C:quankanaam> fes ef quanka rifoten name van; op naam van
   > mip ef quanka rifouit naam van
Aef:rûlgemoed, bui,
   geest
> âfry ef rûl rifoin de geest van
C:situašosituatie> fes ef situašo gâšâin verband met; wegens
C:sÿrtplaats> fes ef sÿrt rifoin plaats van
Aef:urâðosvoorspoed> âst ef urâðos frópjÿin weerwil van; niettegen-
   staande dat
(zie ook § 142.54)
SC:vrôkwijze> fes ef vrôk rifoin de trant van
C:yprovoordeel> armt ef ypro furtten bate van
SC:zôrhoede> fes ef zôr rifoonder hoede van
A:zviylfosreuk> ° fes ef zviylfos rifoonder de rook van; in de
   nabijheid van (een stad bijv.)

142.16

De aanwezigheid van het lidw. maakt soms ook een concrete interpretatie mogelijk. Vergelijk de abstracte betekenis van de voorz.uitdr.n in a. met de concrete pseudoreeks (in de functie van voorz.bep.) in b.:

a.Do melde fes ef lurgiy rifo eft sértaros.
 Hij zit te midden van/midden in een verhuizing.
b.Do feldre fes ef lurgiy rifo ef mittus.
 Hij zit in het midden van de kamer.

a.Eup zâre fes ef omber rifo ef hupster fabrosÿr.
 Ze woont onder de rook van de grote industriestad.
b.Eup feldre fes ef omber rifo ef prÿzafillus ðâftyiy.
 Ze zit in de schaduw van de majestueuze kastanjeboom.

142.17

De voorz.uitdr.n in de a-zinnen (§ 142.16) kunnen door âs vervangen worden, maar de concrete pseudoreeksen in de b-varianten kunnen dat niet. Vergelijk:

a.Lerdu melde fes ef lurgiy rifo eft sértaros, ur Elsa melde âs eft
luftkoldrelira âlbos-kest.
 Lerdu zit temidden van een verhuizing, en Elsa zit temidden van een
allesomvattende verbouwing.

b.Lerdu giffe fes ef lurgiy rifo ef sértmit, ur Elsa feldre âs ef kokmit.
 Lerdu staat in het midden van de woonkamer, en Elsa zit in de keuken.

In b. drukt fes ef lurgiy een concreet punt "midden in de kamer" uit. Hier hebben we te maken met een gewone voorz.bep. zodat âs geacht wordt alleen te refereren aan het voorz. fes en niet aan de gehele bepaling fes ef lurgiy rifo.

142.18

Als een voorz.uitdr. niet als zodanig "gevoeld" wordt (en dus een pseudoreeks is), kan rifo door een genitief vervangen worden:

a.Lerdu melde fes ef lurgiy rifo eft sértaros. ≯
≯ * Lerdu melde fes eft sértarosecÿr lurgiy.
 Lerdu zit midden in/temidden van een verhuizing.

b.Lerdu giffe fes ef lurgiy rifo ef sértmit. >
> Lerdu giffe fes ef sértmitecÿr lurgiy.
 Lerdu staat in het midden van de woonkamer.

142.19

Het verschil tussen § 142.17–18 a. en b. blijkt uit de onderliggende structuren:

a.[fes ef lurgiy rifo] ef sértaros
b.fes [ef lurgiy rifo ef sértmit]

In a. vormt sértaros het fundament bij fes ef lurgiy rifo. In b. vormt lurgiy samen met sértmit het fundament bij fes.

142.20

Nog een voorbeeld van een voorz.uitdr. die in een meer concrete context niet meer als zodanig gevoeld wordt:

a.Droja Liocc poiro fes ef fort rifo ef Hupster Famiyn.1
 Droja Liocc leefde ten tijde van de Grote Hongersnood.

b.Petriy stindelira eft mimpit fes ef fort rifo sener was.
 Petriy is een boek aan het schrijven in de tijd van zijn baas.

Het voorz.-karakter van fes ef fort rifo in a. blijkt uit het feit dat we deze bepaling kunnen vervangen door het voorz. lóf (gedurende, tijdens) omdat het onderstreepte deel een tijdsperiode uitdrukt. Het concrete karakter van fes ef fort in b. maakt vervanging door lóf onmogelijk, want hier is het onderstreepte deel géén tijdsperiode. Vergelijk:

a′.Droja Liocc poiro lóf ef Hupster Famiyn.
 Droja Liocc leefde gedurende/tijdens de Grote Hongersnood.

b′.* Petriy stindelira eft mimpit lóf sener was.
 * Petriy is een boek aan het schrijven gedurende/tijdens zijn baas.

In b. is de tijdsperiode fes ef fort rifo sener was, oftewel de tijd dat hij voor zijn baas werkt. Daarom kan het voorz. rifo hier door een gen.-constructie vervangen worden. Dit kan in a. niet omdat rifo hier een vast element van de voorz.uitdr. is. Vergelijk:

a′′.* Droja Liocc poiro fes ef Hupster Famiynex ef fort.2
 Droja Liocc leefde ten tijde van de Grote Hongersnood.

b′′.Petriy stindelira eft mimpit fes sener waser fort.
 Petriy is een boek aan het schrijven in de tijd van zijn baas.

1Gouverneur van Tigof. De hongersnood op Tigof was van 1731 tot 1738.


2Sommige woordenboeken geven aan dat een dergelijke gen.-constructie wel correct is. Het lijkt erop dat er dan geen formeel onderscheid tussen een voorz.uitdr. en een voorz.bep. wordt gemaakt.

142.21

Het verschil tussen a. en b. in de vorige paragraaf blijkt verder uit het gebruik van het dode voorz. âs; dit dode voorz. kan de voorz.uitdr. in a. vervangen, maar in b. kan âs alleen maar zo geïnterpreteerd worden dat het corefereert met het eerder genoemde voorz. fes:

a.Do poiro fes ef fort rifo ef Hupster Famiyn, ur eup âs ef Kelte-Scermvust.
 Hij leefde ten tijde van de Grote Hongersnood, en zij ten tijde van de Boerenopstand.

b.Do stindelira eft mimpit fes ef fort rifo sener gôrfjôcer, ur eup idem âs sener zirrot.
 Hij is een boek aan het schrijven in de tijd van zijn opdrachtgever, en zij in haar vakantie.

142.22

Sommige voorz.uitdr.n kunnen ook concreet geïnterpreteerd worden, en dan kan er ambiguïteit ontstaan. Vergelijk:

Wetja zâlbinase ef letra helkara ef aderessôs rifo merater Plercô.
a.  Wetja stuurt de brief ter attentie van de heer Plercô.
b.  Wetja stuurt de brief naar het adres van de heer Plercô.

Bij betekenis a. is er sprake van een brief die naar een bepaald bedrijf wordt gestuurd, en waarbij aan het adres is toegevoegd: hear mrt Plercô (t.a.v. de heer Plercô); betekenis b. geldt als Wetja de brief naar het huisadres van de heer Plercô stuurt.
Betekenis a. is expliciet te maken door de vette voorz.uitdr. af te korten tot hear (t.a.v.); betekenis b. kan expliciet gemaakt worden door voor een genitief i.p.v. het voorz. rifo te kiezen, of door aderessôs te vervangen door bijvoorbeeld sért-aderessôs (huisadres):

Wetja zâlbinase ef letra helkara merater Plercôex ef aderessôs.
Wetja zâlbinase ef letra helkara ef sért-aderessôs rifo merater Plercô.

142.23   ad § 142.8   e. Voorz.uitdr.n van het type VZ – ef – SUBST

Hiervan zijn twee voorbeelden:

C:datumasdatum> kaf ef datumas Ade dato A
C:aderessôsadres> kaf ef aderessôs Bop [het adres] B

Het gebruik van deze twee voorz.uitdr.n is beperkt: op de plaats van A staat altijd een datum, en op de plaats van B een adres, of in ieder geval een straatnaam. Dat deze twee uitdrukkingen als voorz.uitdr. beschouwd worden, komt doordat zij een echt voorz. vervangen: kaf A (op A) en fes B (in B). Anderzijds wordt een constructie als fes ef sÿrt C (in de stad C) (C = stedennaam) niet als voorz.uitdr. beschouwd, maar als een kwalificerende bepaling bij de stedennaam:

Do zâre fes ef sÿrt Amahagge. = Do zâre ber Amahagge.
Hij woont in de stad Amahagge. = Hij woont in Amahagge.

De sequentie fes ef sÿrt is een pseudoreeks in de vorm van een voorz.bep.; de sequentie kaf ef aderessôs is een voorz.uitdr., optredend als een voorz.

142.24   ad § 142.8   f. Voorz.uitdr.n van het type VZ – SUBST – TDW

Van dit type zijn drie voorbeelden:

C:lentaterm> lef lentas, reppelirain termen van
C:nÿrmaat> fes nÿrs, sompeliraop de maat van; op de wijs van
C:fjybeeld> lo ef fjy, sompeliranaar het voorbeeld van

142.25

Merk op dat het teg.dw. voorafgegaan wordt door een komma; dit duidt erop dat het fundament van de voorz.bep. die met deze voorz.uitdr. wordt gevormd, feitelijk een relatieve bijzin is. Vergelijk:

Aftel tu lénecû mittof lef lentas, reppelira quamps oft perdosz?
Kun je dit in termen van winst en verlies uitdrukken?
(lett. "kun je dit uitdrukken met termen die winst of verlies zeggen?")

Ef pâre-fes-chafost melde fes nÿrs, sompelira "Ploteppa Roša".1
Het inhuldigingslied gaat op de wijs van "Losbandige Roša".
(lett. "... gaat op de maten die "Losbandige Roša" volgen")

In het hedendaags Spokaans worden de vetgedrukte delen echter als eenheden beschouwd, syntactisch analoog aan een voorz.2


1Zie ook § 142.7 zin (2a), en de voetnoot daarbij.


2Deze teg.dw.n kennen dus geen andere tijden. Ook kan er geen ander element aan de vetgedrukte delen worden toegevoegd. Bijvoorbeeld:

* ... lef lentas, reppalira quamps oft perdosz
(lett. "... met termen die winst of verlies zeiden")

* ... fes nÿrs, sompelira kvópus "Ploteppa Roša"
(lett. "... op de maten die exact "Losbandige Roša" volgen")

* ... fes nÿrs, perkelira beri sompe "Ploteppa Roša"
(lett. "... op de maten die "Losbandige Roša" moeten volgen")

142.26   ad § 142.8   g. Voorz.uitdr.n van het type SUBST – TDW

Van dit type zijn er twee voorbeelden:

A:tâgosherinnering> tâgos cÿrtirelirater herinnering aan
C:ânkestangst> ânkest lelperrelira1uit angst voor

1Een alternatieve vorm is met het voorz. luft: ânkest lelperrelira luft. Deze vorm verdringt steeds meer de als archaïsch gevoelde vorm zónder voorz.

142.27

Oorspronkelijk gaat het bij deze constructies om een voegwoordelijke bijzin, waarbij in het Nederlands – bij een letterlijke vertaling – het voegw. terwijl gebruikt zou moeten worden. Vergelijk:

Do plâge dena nûgtor roza tâgos cÿrtirelira sener poirdÿf liftientur.
Hij bewaart die verdroogde roos ter herinnering aan zijn overleden grootmoeder.
(lett. "... terwijl hij de herinnering helpt [aan] zijn overleden grootmoeder")

Do wencate ef sért lef cradef rajas lo ilba ânkest lelperrelira ef chentamiy wâst.
Hij blijft thuis met alle luiken dicht, uit angst voor het te verwachten noodweer.
(lett. "... terwijl hij angst heeft [voor] het te verwachten noodweer"
1)

Deze twee constructies zijn dermate gelexicaliseerd dat (i) een voorz. na het teg.dw. kan ontbreken, en (ii) het object dat bij dit teg.dw. hoort, ervóór kan staan. Voor een nadere analyse van zulke constructies wordt verwezen naar Frischert (1959).


1Merk op dat 'angst hebben voor; bang zijn voor' in het moderne Spokaans uitgedrukt wordt met het trans.werkw. baniyle, en niet met de perifrastische constructie * ef lelperre ânkest [luft].

142.28   ad § 142.8   h. Voorz.uitdr.n van het type ADD – VZ

Het Spokaans kent ruim 25 combinaties van add.n met een voorz. die als voorz.uitdr. kunnen fungeren. Enkele ervan zijn gemarkeerd met × omdat zijn niet door iedereen als voorz.uitdr. worden geaccepteerd:

I:carip paibedekt met1
I:caripiy paioverdekt met
III:chep tjâgvervuld van
I:×érpainiy ónsolidair met
I:fÿkriyf fesafkerig van
I:gazeût ónafgestemd op
I:glado lefblij met
III:ideleltiy mipontdaan van2
I:jocc rifobeladen met
I:leltiy paibegroeid met
I:linnatt ónte bevragen bij (in advertenties)
III:luet ónovereenkomstig aan; analoog aan
I:montaiy kafgelijkwaardig aan/met
I:montiy kafidentiek aan
I:natumt ónafhankelijk van; aangewezen op
I:×nenatumt ónonafhankelijk van
I:×nenn yargelohschadelijk voor
I:ôrgec luftbedreven in; ervaren in
I:×paralell langoevenwijdig aan (meetkunde)
III:peran pairijk aan; vol van; rijkelijk voorzien van
I:×populerr furtpopulair bij
I:rikbi armtrechts van
I:rilko armtlinks van
I:ÿrlikzerfesiy lóf  gelijktijdig met
I:ÿrraiy ónverwant met
I:zloffiy armtbeperkt tot

Merk op dat in al deze constructies ón een echt voorz. is, en nooit een determinant.


1Zie ook caribor lef in § 142.49.


2Zie ook ideleldor mip in § 142.49. Volgens Kojen-Pôt (1980) moet ideleltiy beschouwd worden als een onregelmatig volt.dw., dat in alle opzichten equivalent is aan de regelmatige tegenhanger ideleldor.

142.29

Het karakter van voorz.uitdr. komt duidelijk naar voren in de a-zinnen die geheel analoog aan de b-zinnen zijn geconstrueerd:

a.Ef pât leltiy pai cÿralo melde terat hârg ki.
 Het met mos begroeide pad is erg glibberig.
b.Ef pât lef cÿralo melde terat hârg ki.
 Het pad met mos is erg glibberig.

a.Kirro feldre fes ef mittus peran pai exotise ardekirs.
 We zitten in de kamer die vol staat met exotische planten.
b.Kirro feldre fes ef mittus lef exotise ardekirs.
 We zitten in de kamer met exotische planten.

a.Ef merater rikbi armt ef monercô melde kost follus.
 De man rechts van de burgemeester is mijn vader.
b.Ef merater kusamat ef monercô melde kost follus.
 De man naast de burgemeester is mijn vader.

142.30

De leden van de groep in § 142.28 zijn moeilijk te determineren, omdat veel additieven gecombineerd worden met een bepaald voorz., zonder dat er sprake is van een voorz.uitdr., ofwel, zonder dat de combinatie add. + voorz. in zijn geheel het karakter van voorz. heeft. Vergelijk:

a.Do melde bârÿr furt ef korsta.Hij is paars van woede.
b.Do melde glado lef ef pamel.Hij is blij met het pakje.

In a. is sprake van een combinatie van het add. bârÿr (paars), gevolgd door het voorz. furt (van) (samen een pseudoreeks); maar in b. wordt de combinatie glado lef (blij met) als één frase gevoeld (zie ook § 142.4).

142.31

Dat glado lef als één frase, dus als een voorz.uitdr., gevoeld wordt, blijkt uit het feit dat het geheel door âs vervangen kan worden. Vergelijk:

a.Do melde iftam glado lef ef mimpit, tûre âs ef CD.
 Hij is wel blij met het boek, maar niet [blij met] de cd.
b.* Do melde iftam aingry furt Hânes, tûre âs Mârje.
 Hij is wel kwaad op Hânes, maar niet [kwaad op] Mârje.

In b. kan âs alleen refereren aan furt, maar niet aan aingry furt. Daarom betekent deze zin: "hij is wel kwaad op Hânes, maar hij is niet op Mârje", wat semantische onzin is.1


1Een correct alternatief voor zin b. is bijvoorbeeld:

c. Do melde iftam aingry furt Hânes, tûre idem/ôc âs Mârje.

In c. wordt het add. aingry herhaald middels het spoor idem of het spoor ôc. Het gebruik van idem en ôc als vervangers van een add. is uitgelegd in § 132.45 en § 132.61.


142.32

Het twijfelachtige karakter van bijvoorbeeld populerr furt blijkt uit een zin als:

a.? Ef pôp-artiys melde messe populerr furt ef jo ber Amahagge, tûre âs ef jo ber Hirdo.
b.Ef pôp-artiys melde messe populerr furt ef jo ber Amahagge, tûre idem âs ef jo ber Hirdo.
De popartiest is vooral populair bij de jongeren in Amahagge, maar niet bij de jongeren in Hirdo.

In a. refereert het dode voorz. âs aan de gehele constructie populerr furt. Voor velen is dit niet acceptabel, omdat ze deze constructie niet als voorz.uitdr. beschouwen.1 Het goede alternatief staat in b.: hier wordt furt door âs vervangen, terwijl het spoor idem het add. populerr vervangt.


1Sprekers die vinden dat populerr furt geen voorz.uitdr. is, kunnen zin a. ook zo interpreteren dat âs alleen het voorz. furt vervangt, zodanig dat populerr geen element in het tweede deel na de komma is. Zin a. heeft dan als onderliggende structuur:

Ef pôp-artiys melde messe populerr furt ef jo ber Amahagge, tûre melde furt
ef jo ber Hirdo.
De popartiest is vooral populair bij de jongeren in Amahagge, maar is er niet
voor de jongeren in Hirdo.   (= is niet bedoeld voor ...; wil niet optreden voor ...)

142.33

Een voorz.uitdr. als glado lef (blij met) kan met vele werkwoorden gecombineerd worden, een pseudoreeks als ÿrg lef (vol met) niet:

(1)a.Do inue glado lef ef pamel helkara sener sientur.
 b.?? Do inue, meldelira glado lef ef pamel, helkara sener sientur.
 Hij rent blij met het pakje naar zijn moeder.

(2)a.?* Ef liskos tasse ÿrg lef helt rifonn ef kelbra.
 b.Ef liskos tasse, [meldelira] ÿrg lef helt, rifonn ef kelbra.
 De fles valt, vol met melk, van de tafel.

In (1a) wordt glado lef het liefst zo behandeld als het voorz. ðÿm in:

Do inue ðÿm ef pamel helkara sener sientur.
Hij rent zonder het pakje naar zijn moeder.

Een ondergeschikte bijzin als in (1b) (onderstreept), lijkt hier minder op zijn plaats. Daarentegen verdient zo'n bijzin bij de pseudoreeks ÿrg lef (vol met) juist de voorkeur, waarbij (2a), analoog aan (1a), zo goed als ongrammaticaal is. Merk op dat het koppelwerkw. meldelira in (2b) weg mag blijven, maar dat er dan nog steeds sprake is van een bijzin, zij het een elliptische. Vergelijk ook § 142.3–4.

142.34

In § 150.76–81 wordt het gebruik van het vrag.vnw. ÿriy? uitgelegd. Dit vrag.vnw. bevraagt een voorz., en is onvertaalbaar in het Nederlands. Bijvoorbeeld:

Ef mimpit melde ÿriy ef kelbra?
het boek ligt VZ? de tafel
Het boek ligt waar met betrekking tot de tafel?

Het antwoord kan zijn: "erop", "eronder", "ernaast", enz.

142.35

Ook voorz.uitdr.n kunnen in principe met ÿriy? bevraagd worden, of liever gezegd, het antwoord op ÿriy? kan eventueel een voorz.uitdr. in plaats van een voorz. zijn. In (1a) geldt glado lef (blij met) als voorz.uitdr. (§ 142.28; zie ook § 142.33), maar ÿrg lef (vol met) in (1b) geldt níét als voorz.uitdr. In (1) staan normale bevestigende zinnen; in (2) staan de vragende varianten waarin de elementen glado lef en ÿrg lef door het vrag.vnw. ÿriy zijn vervangen:

(1)a.Do inuo glado lef ef pamel helkara sener sientur.
  Hij rende blij met het pakje naar zijn moeder.
 b.Ef liskos tasso ÿrg lef helt rifonn ef kelbra.
  De fles viel vol met melk van de tafel.

(2)a.Do inuo ÿriy ef pamel helkara sener sientur? – Glado lef ef.1
  "VZ? het pakje rende hij naar zijn moeder?" – "Er blij mee."
 b.Ef liskos tasso ÿriy ef helt rifonn ef kelbra? – * Ÿrg lef ef.
  "VZ? de melk viel de fles van de tafel?" – * "Er vol mee."

Een correct antwoord bij (2b) zou zijn: lef ef (met) of ðÿm ef (zonder). De vraag kan dan vertaald worden als 'Viel de fles met of zonder de melk van tafel?' (ofwel: 'Zat er wel of geen melk in de fles toen deze van tafel viel?')


1Over het algemeen lokt het gebruik van ÿriy? een voor de hand liggend (prototypisch) voorz. uit, vaak met een contrasterende waarde. De vraag in (2a) zal primair bedoeld zijn met de betekenis "rende hij met of zonder het pakje naar zijn moeder?", waarbij antwoorden als "met" of "zonder" meer voor de hand liggen dan "blij met".

142.36

Add.n op -iy krijgen het mv.suffix -m indien zij een bepaling vormen bij een meervoudig predicaat. Dit is uitgelegd in § 42.4, bijvoorbeeld:

(1)Óps sena ocÿrme choffiym.Ze gedragen zich rumoerig.
(2)Ef tupplipers mešane ÿrlikzerfesiym.De reizigers komen gelijktijdig aan.

Echter, als dergelijke add.n deel uitmaken van een voorz.uitdr. blijven zij onverbogen, want zij worden niet meer als "echte" add.n beschouwd; vergelijk (2) met:

(3)Ef tupplipers mešane ÿrlikzerfesiy lóf ef lorerdaters.
 De reizigers komen gelijktijdig met de kooplui aan.

142.37

De vormen die in § 142.28 met × zijn gemarkeerd, worden niet door iedereen als voorz.uitdr. geaccepteerd. Zij die zulke vormen als voorz.uitdr. gebruiken, zullen het add. onverbogen laten, maar zij die de voorkeur aan een pseudoreeks geven, zullen het add. (indien op -iy) een mv.suffix geven. Vergelijk (1) uit de vorige paragraaf met:

(4)Óps sena ocÿrme érpainiy[m] ón ef mašeccs.
 Ze gedragen zich solidair met de slachtoffers.

Kiezen we voor érpainiym, dan wordt (4) behandeld als een variant van Óps sena ocÿrme érpainiym (Ze gedragen zich solidair), waaraan ón ef mašeccs als extra bepaling is toegevoegd.
Kiezen we voor érpainiy, dan wordt (4) behandeld als analoog aan Óps sena ocÿrme ûqu ef regliše (Ze gedragen zich tegen de regels), dus als een constructie met een gewone voorz.bep. achter "gedragen".

142.38   ad § 142.8   i. Voorz.uitdr.n van het type ADD – TDW

Dit type komt zelden voor; we noemen twee voorbeelden:

I:âšÿroprecht> âšÿr meldeliraten gunste van
I:leniyafgesproken> leniy qurtelirain overleg met

Bijvoorbeeld:

Do mipxolija ef erfos âšÿr meldelira sener frera.
Hij deed afstand van de erfenis ten gunste van zijn broer.

Leniy qurtelira cradef cijaziyn partys kirro cÿrala beri miptrekke ef ziytos.
In overleg met alle betrokken partijen hebben we besloten de vergadering te verdagen.

Zulke voorz.uitdr.n zijn in alle opzichten een idiomatisch geval: de oorspronkelijke betekenis van âšÿr (oprecht) resp. leniy (afgesproken) is niet meer terug te vinden in de voorz.uitdr., en ook in syntactisch opzicht passen de voorz.uitdr.n niet in een productieve constructie.

142.39   ad § 142.8   j. Voorz.uitdr.n van het type TDW – VZ

Een stuk of 10 voorz.uitdr.n zijn opgebouwd rond een teg.dw. Het gaat hier feitelijk om de morfologie van zulke deelwoorden (eindigend op -lira). In semantisch en syntactisch opzicht zijn zulke -lira-vormen gewone additieven, en zodoende verschillen de volgende constructies niet van de constructies die besproken zijn in § 142.28. De met × gemerkte vormen worden niet door iedereen als voorz.uitdr. geaccepteerd (hier geldt dus hetzelfde probleem als besproken in § 142.28):

U:azje ónde knecht zijn van> ×azjelira ónde knecht van; in dienst van
   (huishoudelijk personeel)
U:cijaze óngerelateerd zijn aan> cijazelira óngerelateerd aan1
U:finne lefbeginnen met> finnelira lefmet ingang van
U:mikkelele luftin het belang zijn
   van
> ×mikkelelelira
      luft
in het belang van
U:mizzaðe paikrioelen/wemelen
   van
> ×mizzaðelira
      pai
krioelend/wemelend van
K:ortebijten> ortelira fesbelust op
U:ÿrlikke óngelijk zijn aan> ÿrlikkelira óngelijk aan; identiek aan
K:zerfekijken; zien> zerfelira tygtjaten aanzien van; ten
   opzichte van

1Zie ook cijazaror ón in § 142.49.

142.40

De met × gemerkte constructies zijn alle verwant aan een werkw. dat samengaat met hetzelfde voorz. Daarom worden de -lira-vormen sterk gevoeld als productieve teg.dw.-afleidingen van deze werkwoorden. Bijvoorbeeld:

a.Ef kokmit mizzaðe pai ef zôlers.   De keuken wemelt van de vliegen.
b.? Tu cjolât ef miflifs rifo ef kokmit mizzaðelira pai ef zôlers.
 Je moet de ramen van de keuken die wemelt van de vliegen dichtdoen.

In b. wordt mizzaðelira pai door velen als een relatieve -lira-constructie opgevat, zodat die door een komma van de hoofdzin gescheiden moet worden:

b′.Tu cjolât ef miflifs rifo ef kokmit, mizzaðelira pai ef zôlers.

142.41

Vergelijk b. in de vorige paragraaf met:

c.Tu kaftât ef âbonementa finnelira lef 1 ogust.
 Je moet het abonnement met ingang van 1 augustus betalen.

In c. kan finnelira lef syntactisch gelijkgesteld worden aan een voorz. als hurtos (vanaf). Zouden we finnelira lef opvatten als een relatieve teg.dw.-constructie (analoog aan b.) dan zouden we krijgen:

c′.® Tu kaftât ef âbonementa, finnelira lef 1 ogust.
 ® Je moet het abonnement betalen, dat begint met 1 augustus.

Zin c′. is semantisch vreemd, omdat een abonnement bezwaarlijk "met 1 augustus" kan beginnen. Hier moeten we voor het voorz. hurtos (vanaf) of kaf (op) kiezen.

142.42

De teg.dw.-constructies in § 142.39 die dermate gelexicaliseerd zijn dat ze zeer sterk als voorz.uitdr.n gevoeld worden, kunnen door âs vervangen worden, zoals in:

(1)Tek melde ortelira fes âtventuriy, tur Ôrs melde âs nocmesz.
 Tek is belust op avontuur, maar Ôrs is belust op rampen.

Vergelijk (1) met (2) waarin ortelira zijn letterlijke betekenis heeft behouden:

(2)Ef uasz ortelira fes ef torozaÿs, ur ef ÿndres idem âs ef ritt.
 De ganzen staan in de rozenstruiken te bijten, en de eenden in het riet.

In (2) vervangt âs alleen het voorz. fes, terwijl het predicaat ortelira door het spoor idem is vervangen.

142.43

Teg.dw.n die het karakter van een add. hebben, worden voor het mv. gemarkeerd met -n of -m (Hoofdstuk 42), zoals:

Ef tubôsz melde ÿtineliran.De vrouwen zijn zwanger.
Óps sena ocÿrme simajeliram.Ze gedragen zich achterbaks.  (zie § 42.4)

Dergelijke meervoudsmarkeringen blijven achterwege als een teg.dw. deel uitmaakt van een voorz.uitdr., zoals:

Óps melde ortelira fes âtventuriy.Ze zijn belust op avontuur.

142.44

Veel voorz.uitdr.n uit § 142.39 kunnen niet gecombineerd worden met het koppelwerkw. melde, omdat zij afgeleid zijn van een werkw. met verwante betekenis, bijvoorbeeld:

a.Ef marâs rifo lelmo rélâft ÿrlikke ón ef tiyn rifo bô sgûla.
b.* Ef marâs rifo lelmo rélâft melde ÿrlikkelira ón ef tiyn rifo bô sgûla.1
De kleur van deze vaas is gelijk aan de kleur van die schaal.

Omdat ÿrlikke ón 'gelijk zijn aan' betekent, wordt de koppelwerkw.-constructie * ef melde ÿrlikkelira ón verdrongen. Vergelijk dit met de constructie ef melde ortelira fes (belust zijn op), die níét verdrongen wordt door orte fes, omdat dit 'bijten in' betekent; ortelira is gelexicaliseerd en daarom blijft verdringing achterwege.


1Andere koppelwerkw.n zijn wel correct, evenals niet-koppelwerkw.n, zoals:

Ef marâs rifo lelmo rélâft loke ÿrlikkelira ón ef tiyn rifo bô sgûla.
De kleur van deze vaas lijkt gelijk aan de kleur van die schaal [te zijn].

Ef axaratjen riffe ef klôp ÿrlikkelira ón sener bentvendiy tiyn.
De beeldhouwer maakt het beeld identiek aan zijn vorige beeld.

142.45

Bij de werkwoorden azje ón (de knecht zijn van), cijaze ón (gerelateerd zijn aan) en ÿrlikke ón (gelijk zijn aan) is ón een determinant (die een echo markeert). Algemeen wordt aangenomen dat daarentegen de voorz.uitdr.n azjelira ón, cijazelira ón en ÿrlikkelira ón géén determinant maar een gewoon voorz. ón bevatten. Of ón een voorz. dan wel een determinant is, kan meestal getest worden met het dode voorz. âs: kan ón door âs vervangen worden, dan is er sprake van een voorz., zoals bij:

Eup idemariana ón Lerdu ur mariane ral âs Petriy.
Ze is gescheiden van Lerdu en nu getrouwd met Petriy.

Zo'n test is niet mogelijk bij voorz.uitdr.n omdat alleen de gehele voorz.uitdr. door âs vervangen kan worden, en niet slechts een voorz. dat zich binnen de voorz.uitdr. bevindt (zie ook § 142.5, § 142.17, § 142.21, § 142.31 en § 142.42). Maar omdat ón alleen een determinant kan zijn in combinatie met een werkw., mogen we aannemen dat ón géén determinant is in combinatie met een voorz.uitdr.

142.46   ad § 142.8   k. Voorz.uitdr.n van het type VDW – VZ

Een stuk of 20 voorz.uitdr.n hebben als basis een volt.dw. Het idiomatische karakter komt hier goed tot uitdrukking omdat het volt.dw. altijd gevormd is met het suffix -or, terwijl er géén sprake is van een attributieve bepaling maar van een bijstelling; zie ook Blok 101.3. In § 101.7–8 zijn de volgende constructies uitgelegd:

(1)a.attributiefeft lâverfutor krur
   een beschilderde muur
 b.bijstelling concr.enk.eft krur, lâverfutØ tjâg mindefit kôbos
   een muur, beschilderd met rode zonnen
 c.bijstelling concr.mv.ef krurs, lâverfutâx tjâg mindefit kôbos
   de muren, beschilderd met rode zonnen

142.47

Vergelijk nu:

(2)a.* eft krur[,] lâverfutor tjâg mindefit kôbos
  een muur, beschilderd met rode zonnen
 b.eft krur flyrror tjâg mindefit verfu
  een muur besmeurd met rode verf

Constructie (2a) is ongrammaticaal, omdat hier een bijgesteld volt.dw. (zonder suffix) vereist is (vgl. (1b)). Zin (2b) is echter correct omdat het onderstreepte deel als voorz.uitdr. beschouwd wordt, en daarom analoog is aan:

(3)eft krur lef mindefit verfu [kaf ef]
 een muur met rode verf [erop]

142.48

Waarom (2a) niet acceptabel is en (2b) wel, is moeilijk te verklaren. Wel is er een tendens merkbaar om steeds meer volt.dw.n op -or samen met een voorz. als voorz.uitdr. analoog aan flyrror tjâg te gebruiken. Wellicht is in de toekomst een constructie als (2a) wel acceptabel geworden. Deze tendens kan verklaard worden door het feit dat volt.dw.n op -or normaliter nooit op een dergelijke positie voor kunnen komen, zodat zulke constructies gemarkeerd zijn, en dan gemakkelijk als idioom opgevat kunnen worden.
Merk op dat het bestaan van voorz.uitdr.n met een volt.dw. op -or niet verhindert dat ook een bijgesteld volt.dw. gebruikt kan worden. Naast (2b) kunnen we dus ook zeggen (analoog aan (1b) en (1c)):

eft krur, flyrr tjâg mindefit verfueen muur, besmeurd met rode verf
ef krurs, flyrrâx tjâg mindefit verfude muren, besmeurd met rode verf

142.49

De volgende voorz.uitdr.n met een volt.dw. op -or zijn acceptabel:

K:caribe lefbedekken met> caribor lef/tjâgbedekt met1
K:cijazare ónrelateren aan> cijazaror óngerelateerd aan2
K:cijazéte ónbetrekken bij> cijazétor ónbetrokken bij
K:cÿrbare rifovoorzien van> cÿrbaror rifovoorzien van
K:destinere furtbestemmen voor> destineror furtbestemd voor
K:fesveve tjâgdoorspekken/
   larderen met
> fesvevor tjâg(fig.) doorspekt/
   gelardeerd met
K:flyrre tjâgbesmeuren met> flyrror tjâgbesmeurd met
K:idelelde mipontdoen van> ideleldor mipontdaan van3
K:idezillare ónblootstellen aan> idezillaror ónblootgesteld aan
U:kasole rifobezeten zijn door> kasolor rifobezeten door/van
K:kette-mip furtopdragen aan> kettor-mip furtopgedragen aan
K:lâcÿrbare rifouitrusten met;
   voorzien van
> lâcÿrbaror rifouitgerust met; voorzien
   van
K:lâmunke tjâgbehangen met> lâmunkor tjâg(lett.) behangen met
K:mipfrenvue
   helkara
verbasteren tot> mipfrenvuor
      helkara
verbasterd tot
E:monentare loontaarden in;
   verworden tot
> monentaror loontaard in; verworden
   tot
K:myzâlare mipverlossen van
   (baby; ook fig.)
> myzâlaror mipverlost van (alleen fig.)
K:traplole furtveroordelen tot> traplolor furtveroordeeld tot
K:tume-mipontlenen aan> tumor-mip ónontleend aan
K:uše furtgebruiken voor;
   besteden aan
> ušor furtgebruikt voor; besteed
   aan
K:ÿchisre tjâgversieren/decoreren
   met
> ÿchisror tjâgversierd/gedecoreerd
   met
K:ÿrfótare ónaanpassen aan> ÿrfótaror ónaangepast aan

1Zie ook carip pai in § 142.28.


2Zie ook cijazelira ón in § 142.39.


3Zie ook ideleltiy mip in § 142.28.

Bij de werkwoorden cijazare ón, cijazéte ón, idezillare en ÿrfótare ón is ón een determinant (die een echo markeert). Bij de overeenkomende voorz.uitdr.n is ón een voorz. Zie ook § 142.45.

142.50

Als een volt.dw. op -or deel uitmaakt van een voorz.uitdr., kan dit volt.dw. voorafgegaan worden door het werkw. melde:

(1)Melkari kirro melde myzâlaror mip dena iftšormt hânc.
 Eindelijk zijn we verlost van deze vervelende vent.

Hier is melde een zelfst.werkw., analoog aan:

Melkari kirro melde ðônosef sener frints.
Eindelijk zijn we samen met onze vrienden.

142.51

Vergelijk (1) hierboven met een ongrammaticale constructie als:

(2)* Melkari kirro melde zrâg1/zramor/zramâx mip ef kenk uchafmrâ.
 Eindelijk zijn we bevrijd uit de benarde situatie.

Als met (2) een passief in de def.tijd bedoeld wordt, dan is de enige juiste oplossing het gebruik van het suffix -a, gevolgd door -lije:

(2′)Melkari blul zramalije kiyrôe mip ef kenk uchafmrâ.
 eindelijk SPOOR werden.bevrijd wijPASS uit de benarde positie

1Zrâg is het onregelmatige volt.dw. van zrame (bevrijden); dit mag als alternatief van de regelmatige vormen gebruikt worden (§ 101.45).

142.52   Overige voorz.-vervangende uitdrukkingen

Een aantal constructies die in het Nederlands als voorz.uitdr.n zouden kunnen gelden, worden in het Spokaans vertaald met een voorz.bep. achter het variabele deel. Soms is het variabele deel zelf ook een voorz.bep. Enkele voorbeelden:

I. Twee voorzetselbepalingen

lef ... fes ef pallezerfivergeleken bij ...
tukst ... luft efmet inbegrip van ...
rifo ... fes wónaten noorden van ...
rifo ... fes ideónaten zuiden van ...
rifo ... fes jag-wónaten noordoosten van ...
rifo ... helkara rikbi-kôbotass   ten noordwesten van ...
rifo ... helkara šark-colten zuidoosten van ...
rifo ... helkara rilko-kôbotassten zuidwesten van ...

142.53

Daar rifo deel uitmaakt van een geïdiomatiseerde constructie, kan het niet door een gen.-bepaling vervangen worden. Vergelijk enerzijds a. met de correcte variant b., en anderzijds c. met de ongrammaticale variant d.:

a.Ef pétempos rifo ef arâbe-ferdu fes ef kul melde luktiy. =
b.= Ef arâbe-ferduecÿr pétempos fes ef kul melde luktiy.
 De overtrek van de tuinstoel in de schuur is doorweekt.

c.Ef hordâ kôtagjes rifo ef zeces fes jag-wóna melde fara póbaros.
 Het mooie landhuis ten noordoosten van het dorp staat te koop.
d.* Ef zecesecÿr hordâ kôtagjes fes jag-wóna melde fara póbaros.

142.54

II. Subst. + voorzetselbepaling

... âst ef urâðos1in weerwil van ...; niettegenstaande ...
... dotoje efafgezien van ...
... armt gurt-gÿp   ten oosten van ...
... armt kÿl-gÿpten westen van ...

III. Bijzonder geval

... ÿréstelira   uit medelijden met ...

In het laatste voorbeeld wordt het variabele deel gevolgd door een teg.dw.


1Zie ook âst ef urâðos frópjÿ in § 142.15.

142.55

Als het Spokaans ook achterzetsels (postposities) zou kennen, zouden de vormen in § 142.52 alle gerekend kunnen worden tot de groep van "achterzetsel-uitdrukkingen". Er is dan een analogie in de trant van:

âfry ef kelde-vro'egiosvolgens de gebruiksaanwijzing
luft ÿrliriys rifo ef kelde-vro'egiosaan de hand van de gebruiksaanwijzing
vs.
¢ ef bidalos lef1met de regen
ef bidalos dotoje efafgezien van de regen

Omdat achterzetsels niet bestaan, worden achterzetsel-uitdr.n evenmin als zodanig erkend. De vormen in § 142.52 worden daarom beschouwd als idiomatische uitdrukkingen.


1Dit is een geconstrueerde, hypothetische, vorm ter vervanging van het correcte lef ef bidalos, teneinde een – niet bestaand – achterzetsel te illustreren.

142.56   Uitbreking

Uitbreking, zoals besproken in § 141.145–148, is ook mogelijk bij voorz.uitdr.n. Vergelijk:

(1)a.Dena zeces, gress nert zâravy fes ef.
  Dit dorp, daarin wil ik niet wonen.
 b.Dena zeces, gress nert zâravy armt nutter fes ef.
  Dit dorp, in het noorden daarvan wil ik niet wonen.

142.57

De grammaticaliteit van (1b) uit de vorige paragraaf is echter geen bewijs dat het vetgedrukte deel daadwerkelijk een voorz.uitdr. is. Vergelijk (1b) met:

(1)c.Dena zeces, gress nert zâravy fes ef clobjiyt rifo ef.
  Dit dorp, in de nieuwbouw daarvan wil ik niet wonen.

In (1c) is het vetgedrukte deel géén voorz.uitdr. We hebben hier dan ook niet te maken met een uitbreking van het fundament dena zeces uit de voorz.bep. fes ef clobjiyt rifo dena zeces, maar met een uitbreking uit de voorz.bep. rifo dena zeces.

142.58

In § 141.149 is besproken hoe in meer formele schrijftaal een gehele voorz.bep. vooraan de zin geplaatst kan worden, waarbij deze in gepronominaliseerde vorm verderop in de zin herhaald wordt. Dergelijke constructies zijn echter nauwelijks mogelijk bij voorz.uitdr.n. (zoals in (2b)), en al helemaal niet als het herhaalde gedeelte geen voorz.uitdr. is (in (2c)). Vergelijk (1) in § 142.56–57 met:

(2)a.Fes dena zeces, gress nert zâravy fes ef.
  In dit dorp, daarin wil ik niet wonen.
 b.?? Armt nutter fes dena zeces, gress nert zâravy armt nutter fes ef.
  In het noorden van dit dorp, in het noorden daarvan wil ik niet wonen.
 c.?* Fes ef clobjiyt rifo dena zeces, gress nert zâravy fes ef clobjiyt rifo ef.
  In de nieuwbouw van dit dorp, in de nieuwbouw daarvan wil ik niet wonen.

De complexiteit van de vette zinsdelen in (2b) en (2c) verhindert de herhaling ervan, omdat de gehele zin er traag en onnatuurlijk door wordt. Daarentegen leent een kort woordje als fes in (2a) zich wel goed voor een herhaling.


TOP
<< Hoofdstuk 141 | Hoofdstuk 143 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands