Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 193 | Hoofdstuk 195 >>
19. Appendices

194. Tegenwoordige deelwoorden als Additief


Teg.deelw.n die als additief optreden, hebben vrijwel altijd een gelexicaliseerde betekenis. De lijst hieronder is op werkwoord gealfabetiseerd.

2alleen categorie II
3alleen categorie III

Additieven van categorie I zijn niet als zodanig gemarkeerd.


Tegenwoordige deelwoorden als Additief
Werkw. Teg.deelw. 
aeruneindruk maken,
   imponeren
aeruneliraindrukwekkend
arfinekomenarfinelira2respectievelijk
  bentarfinelira2eerstvolgende
armtganevergoeden; tegemoet
   komen aan
armtganelira2tegemoetkomend, coulant
arvendevoorbijgaan, passerenarvendeliratussen haakjes, à propos
blaffe[op]eisenblaffeliraonmisbaar
byteslaanbytelirafrappant
châfegeselenchâfelira(gebrek) nijpend;
   (koude) snerpend
declareverklarendeclarelirain ieder geval; in alle
   gevallen
doétestervendoételiraschurftig, goor, smerig
fameomvatten, omsluitenfameliravolslagen, volledig; alom,
   overal, rondom
fartelopenfartelirageliefd, veelgevraagd
feskvâlekwellen, pijn doenidefeskvâlelirapijnstillend
festubere*vastgrijpenfestubereliraonweerstaanbaar
*  Festubere is alleen figuurlijk. In concrete zin wordt ubere-fest gebruikt.
fôlgevolgen uit; opvolgenfôlgeliraachterelkaar; opeenvolgend
gayšesteken, prikkengayšeliraopwékkend
gladoeblij zijngladoeliraverheugend; heuglijk
hendreaangrijpen, te baat
   nemen
hendreliradoortastend
hudein de houding staanhudeliracorrect, onberispelijk
  pâlthudelirahypercorrect
hueaan banden leggen;
   (geluid) dempen
huelirageluiddempend
ialefeoogstenialefelira(fig.) bloeiend (handel)
jalo'ifevoorwaarden stellenjalo'ifeliraonder bepaalde
   voorwaarden
jelpjevelosmakennejelpjeveliraonlosmakelijk
jiyxestrooienjiyxelirakwistig, royaal
juftegelden voor/alsjuftelirageldig
  nejufteliraongeldig
kafðéezich afzetten (tegen)kafðéeliraweerzinwekkend
kafmonslenperechtvaardigen,
   verantwoorden
quandro-
   kafmonslenpelira
zichzelf rechtvaardigend
kafsompe[achter]nagaan, volgenkafsompelirarealistisch
kainewekkenkainelira(zaak) ongehoord,
   buitensporig; (persoon)
   hondsbrutaal
kifrefonkelen, glanzenkifrelira (fig.) verguld; in zijn nopjes
kôleramen, schattenkôleliraomstreeks, omtrent
kolestÿneop school zitten; school
   gaan
kolestÿneliraschools, slaafs
krusveverbrijzelenkrusvelira(fig.) vernietigend
lardeetenÿry-lardeliraburgerlijk, bekrompen
laterewapperenlaterelira(fig.) opgewonden
lennekloppen; in orde zijnlenneliragangbaar, courant
lirevertrouwenlireliravertrouwd
mefrebetekenen, beduiden,
   inhouden
mefreliradat wil zeggen; of te wel
mešane[aan]komenmešaneliranader
mipvende*gaan uit, uitgaanmipvendelirasmakeloos; tactloos
*  Mipvende is archaïsch; tegenwoordig is mipende gebruikelijker. Zie ook § $$.
mipÿrômeuitwerkenmipÿrômelirauitvoerig
miypedenkennert-miypelirabespottelijk;
   krankzinnig (versterking)
môntyeeen probleem zijnmôntyeliraoneindig, onnoemelijk
nâlmece[uit]puilennâlmecelira3*krankzinnig
*  Nâlmecelira dient als versterking van een additief.
nâzjaekenmerkennâzjaelirakenmerkend, typisch
nestiyenodig zijnnestiyelira3desnoods, zo nodig
nramyte(lett.) opjagennramytelira(fig.) stormachtig
ortebijtenortelira3*belust
*  Ortelira alleen in combinatie met fes: ortelira fes (belust op). Dit geldt als
     voorz.uitdrukking, zie § $$.
painedoenpainelirabezig, doende
  nepainelira3ongedaan
  pâltpaineliraoverdadig
pjohellebeschimpenpjohelleliraonbeschoft
probarewillenprobarelirabereid[willig]; welwillend
  isyiy-probareliragemakshalve
quâme(alg.) uitlokkenquâmeliravoorbeeldig
quazjoðe(fig.) ontwrichtenquazjoðelira[zeer] ongelegen komend;
   slecht uitkomend
manneuitrichten, uitvoerenqudex-mannelira2wetgevend
querdoeverschillen, verschil-
   lend zijn
querdoeliraverschillende, anders,
   ongelijk
quimetseevenaren met; op-
   wegen tegen
nert quimetseliraonmeetbaar, reus-
   achtig groot
qurstoxetreffen, rakenqurstoxelirasterk (verhaal)
quxeoptreden (handelen)quxeliravoorspoedig
reppespreken, zeggensen-reppelira3uiteraard
reproduserereproducerenquandro-
   reproduserelira
zelfreproducerend
rueeen boer laten; oprispenruelirabijkomend (extra)
rÿlempeaangroeien, toenemenrÿlempelirain toenemende mate
simajeopbergen, opruimensimajeliraachterbaks
slapelsatenaar bed gaanslapelsatelirabedlegerig
sompevolgen, bijhoudensompeliragetrouw
šove[ver]tonenâp-šoveliracapabel
  kafšoveliraarrogant
splônjebedoelen, menensplônjelirawelmenend
tiffeweten, kennentiffelira3te weten, namelijk
  idetiffeliravergeetachtig
tijâsliyseuitglijdentijâsliyselirabuitensporig, overmatig,
   onredelijk
tindeblijvenlakâ-tindeliraoverigens (voor de rest
   geldend); afgezien van
tinkerewordentinkerelirain wording
tizjyre(iets) gemeenschappelijk
   doen
tizjyrelirawelwillend, inschikkelijk;
   minzaam
tradamfartevooruitlopen, -gaantradamfartelira(fig.) vooruitstrevend
tygtjaflectredoorkruisen, dwarsbomentygtjaflectrelirauitmuntend
ularâfevasthoudenularâfelira*intransitief (werkwoord)
*  Zie § 80.11 voor de uitleg van het begrip ularâfelira.
ulljeveindringen, binnendringenulljeveliraingrijpend (verandering)
unkettezich overgeven [aan]unkettelira(fig.) ontwapenend
ustjâgeoplichten, bedriegenustjâgelirabedrieglijk
votestemmenvotelira3uiteraard, vanzelf-
   sprekend
wuxeuiten (taal, mening);
   luchten (gemoed)
wuxelira*aanzienlijk, belangrijk,
   groot
*  Vergelijk wuxelira met: armtzerfelira (tamelijk, vrij, nogal).
wygceuitwijken, opzijgaanwygceliravérstrekkend (gevolgen)
ÿrftezich aanpassen (aan)ÿrftelirabelangwekkend, interessant
ÿrmlesendeafstoten; afkeer
   inboezemen
ÿrmlesendeliraafstotelijk
ÿrzoze(fig.) aanstekenÿrzozeliraaanstekelijk
ÿtinedragenÿtinelirazwanger
ÿzjale(alg.) optredenÿzjalelirabijkomstig, erbijkomend
zârewonensurront-zâreliraomwonend
  zârelira2woonachtig, wonend
zerfekijken, zienarmtzerfelira*tamelijk, vrij, nogal
  kleter-zerfeliraherboren
*  Vergelijk armtzerfelira met: wuxelira (aanzienlijk).
zutewinnen, verwervenzutelirarendabel


TOP
<< Hoofdstuk 193 | Hoofdstuk 195 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands