Grammatica van het Spokaans

<< Voorwoord | Hoofdstuk 11 >>
1. Introductie

10. Talen, dialecten en alfabet


Opbouw van dit hoofdstuk:

Blokken:


10.1   Overzicht van talen en dialecten

Het Koninkrijk Spokanië bestaat uit 7 hoofdeilanden, elk met een eigen bestuur, en een stuk of 25 kleinere bij-eilanden die bestuurlijk elk onder een hoofdeiland ressorteren. Alle hoofdeilanden, behalve de twee kleinste, zijn administratief onderverdeeld in 2 of meer districten.

10.2

Overzicht van de hoofdeilanden met hun districten:1

Berref Ziyp, Munt, Bloi, Plefô, Tjemp
Liftka Ales, Ben, Jelafo, Renô
Brÿr Litii, Flenazjekk
Tigof Neno, Flâp
Lomky       Neze, Kina
Teujan
Garos

1De hoofdeilanden zijn qua oppervlakte van groot naar klein gerangschikt. Per hoofdeiland zijn ook de districten van groot naar klein gerangschikt.

10.3

De talen en dialecten die in Spokanië gesproken worden, behoren alle tot de Atlantische taalgroep. Er bestaat onenigheid over de vraag of deze taalgroep beschouwd moet worden als een aparte tak van de Indo-Europese taalfamilie, of dat de Atlantische talen als een eigen taalfamilie geclassificeerd moeten worden.
Algemeen geaccepteerd is tegenwoordig dat de Atlantische taalgroep onderverdeeld moet worden in 3 verschillende talen: het Spokanisch, het Pegrevisch en het Garosisch.

10.4

In het volgende Blok (§ 10.5) staan per kolom:

  1. de officiële Spokaanse naam van de taal of het dialect;
  2. de officiële Nederlandse naam zoals in Gevers (1960) is voorgesteld;
  3. het totale aantal sprekers van de taal of het dialect;
  4. het percentage van dit aantal dat er nog een tweede taal1 bij spreekt.

Let op het verschil tussen de termen Spokanisch en Spokaans. "Spokanisch" is het adjectief bij "Spokanië", en hiermee wordt ook een van de drie Atlantische talen aangeduid, die in de taal zelf spokânda heet. Deze taal wordt onderverdeeld in vier hoofddialecten, en een van deze hoofddialecten geldt als de standaardtaal voor het gehele koninkrijk. Dit hoofddialect heet wefot-spokânda, vroeger letterlijk in het Nederlands vertaald met "West-Spokanisch", maar tegenwoordig in navolging van Gevers Spokaans genoemd.


1Zijn sprekers ééntalig opgevoed, en hebben ze er op school (of later) een tweede taal bij geleerd, dan zal dat meestal de standaardtaal (Midden-Spokaans) zijn. Vooral in het Pegrevische deel van het land zijn veel mensen tweetalig opgevoed; zij spreken naast het Pegrevisch ook een variant van het Spokaans als moedertaal. Op Teujan en Noordoost-Liftka gaat het dan om het Ÿrofly-Spokaans en op Oost-Liftka en Brÿr om het Hazâcki-Spokaans. In tegenstelling tot de Spokanisch-talige gebieden, waar het Ÿrofly-Spokaans en Hazâcki-Spokaans redelijk gestandaardiseerd zijn, kennen deze dialecten in de Pegrevische gebieden tal van varianten, veelal met Pegrevische invloeden.

10.5
Onderverdeling van de Atlantische talen
 Spokaanse naamNederlandse naamSprekers%
A.SPOKÂNDA-MUXSpokanisch 6.032.000 
1.
2.
 
 
 
 
 
 
3.
4.
 
 
 
 
TJEMPÔR
WEFOT-SPOKÂNDA
a. Plefô-wefot-spokânda
b. Krappa-wefot-spokânda
c. Lurgiy-wefot-spokânda
d. Ÿrofly-wefot-spokânda
e. Môliy-wefot-spokânda
f. Hazâcki-wefot-spokânda  
ZVEROSTAIY
CHEETUC
a. Clamiða-cheetuc
b. Lurgiy-cheetuc
c. Wefot-cheetuc
d. Zutter-cheetuc
Tjemps
Spokaans
Plefô-Spokaans
Krappa-Spokaans
Midden-Spokaans
Ÿrofly-Spokaans
Môliy- of Veld-Spokaans
Hazâcki-Spokaans
Zverostaïsch
Cheetuc of Zuid-Spokanisch  
Moeras-Cheetuc
Midden-Cheetuc
West-Cheetuc
Zuid-Cheetuc
775.000
4.519.000
888.000
195.000
1.689.000
150.000
1.220.000
377.000
303.000
435.000
29.000
124.000
15.000
266.000
33%
 
42%
36%
85%
23%
63%
19%
67%
 
25%
74%
2%
22%
B.PEGREVIY-MUXPegrevisch 1.187.000 
1.
2.
 
 
3.
KABI-PEGREVIY
NUTTER-SPOKÂNDA
a. Lurgiy-pegreviy
b. Nes-pegreviy
NUTTER-PEGREVIY
Druk-Pegrevisch
Noord-Spokanisch
Midden-Pegrevisch
Nes-Pegrevisch
Noord-Pegrevisch
372.000
732.000
548.000
184.000
83.000
9%
 
45%
62%
67%
C.GAROSSÂ-MUXGarosisch 32.00078%

10.6   Noten bij de tabel

ad A.2.
Het Spokaans heeft de status van officiële landstaal. De onderverdeling in a t/m g geldt vooral voor de gesproken vorm van het Spokaans; de officiële Spokaanse schrijftaal (zoals in dit boek behandeld wordt) is gebaseerd op het Midden-Spokaans zoals dat in de hoofdstad Hirdo (district Ziyp) gesproken wordt.

ad B.1.
Het Druk-Pegrevisch heeft een belangrijke functie als schrijf- en literaire taal. De overige Pegrevische dialecten missen een genormaliseerde spelling en dienen voornamelijk als spreektaal onder de boerenbevolking.

ad B.2.b.
Het Nes-Pegrevisch onderscheidt zich van de overige Pegrevische dialecten door de grote hoeveelheid niet-Atlantische leenwoorden. Het wordt dan ook gesproken in een gebied met Europees georiënteerde havensteden.

ad C.
Sommige linguïsten (o.a. Kerido-Ploema, 1977) geven er de voorkeur aan om het Garosisch tot de Pegrevische dialecten te rekenen. Garosisch zou dan groep B.4. worden. Het Garosisch kent veel Spaanse en Portugese leenwoorden.

10.6a   Historisch perspectief

De huidige dialecten (Spokaans, Cheetuc, Zverostaïsch en Tjemps) stammen af van het Oerspokanisch. Dat is de naam voor de niet nader te bepalen verzameling talen, taalvarianten en dialecten zoals die tot omstreeks 1200 op Berref, West-Liftka, Lomky en Tigof werden gesproken. Van het Spokanisch uit de 13e eeuw (1200–1300) krijgen we een indruk via de handschriften (of fragmenten daarvan) en inscripties uit die tijd. Daarom wordt de taal uit deze periode het Laatspokanisch genoemd. In de 14e eeuw zien we een duidelijke tweedeling ontstaan tussen de dialecten op Berref en West-Liftka enerzijds, en Lomky en Tigof anderzijds. Het Laatspokanisch is dan te splitsen in het Oudspokaans (oftewel Oud-West-Spokanisch) en het Oudcheetuc.
Vanaf ca. 1400 kunnen we het Oudzverostaïsch onderscheiden van het Oudspokaans, onder andere omdat diverse grammaticale verschijnselen die in het Oudspokaans aan het verdwijnen zijn (zoals reduplicatie en de dualis) in het Oudzverostaïsch bewaard blijven. Weer een eeuw later (ca. 1500) ontwikkelt het dialect in het district Tjemp zich in fonetisch opzicht anders dan de dialecten op de rest van het eiland, want in Tjemp is een verregaande diftongering waar te nemen. Dit is onder meer de reden dat nu het Oudtjemps van het Oudspokaans onderscheiden kan worden, waarbij inmiddels ook een nieuwe fase voor het Spokaans is ingegaan, aangeduid als Middelspokaans. Deze fase kenmerkt zich door een wetenschappelijke belangstelling voor de taal waarbij pogingen worden gedaan om spelling en grammatica te standaardiseren. De opkomst van de boekdrukkunst en een sterk gecentraliseerd bestuur zorgen voor een grote productie van teksten op velerlei gebied. Uit de 16e en 17e eeuw is veel tekstmateriaal bewaard gebleven: kronieken, religieuze geschriften, wetten en literatuur. Het meeste materiaal is weliswaar in het Middelspokaans geschreven, maar ook uit de andere dialecten (vooral Oudtjemps en Oud- en Middelcheetuc) is veel bekend.
Tussen 1720–1850 geldt het Nieuwspokaans, een fase waarbij het Spokaans als de standaardtaal voor het hele koninkrijk gaat gelden en alle overige dialecten als "secundair" worden bestempeld. Na 1850 gaat de periode van het Moderne Spokaans in. De introductie van talloze leenwoorden, het moderne taalonderwijs op de scholen, de opkomst van de moderne media, literaire ontwikkelingen en de afschaffing van diverse archaïsche grammaticaregels (die in de spreektaal al lang niet meer werden toegepast) zijn redenen om een grens tussen het Nieuwspokaans en het Moderne Spokaans te definiëren.
In 1948 is er een wet aangenomen die het Midden-Spokaans als enige officiële taal voor de overheid erkent (een erkenning die in de praktijk al veel langer gold).
Voor een meer gedetailleerd historisch overzicht wordt verwezen naar Hoofdstuk 174.

10.7   Pegrevische alfabet

Tot omstreeks 1910 werd er in heel Spokanië voornamelijk gebruikgemaakt van het Pegrevische alfabet, dat ondanks de naam niet alleen bestemd was om de Pegrevische taal mee te schrijven, maar dat ook voor het Spokanisch gebruikt werd. Dit alfabet wordt besproken in de Hoofdstukken 180 en 181. Alleen het Garosisch werd al eeuwen met Latijnse letters geschreven (maar Garos behoorde dan ook niet tot het Spokanische koninkrijk; het was tot 1958 een onafhankelijk prinsdom). Na 1910 verschenen vooral in het Spokaanse (Westspokanische) taalgebied meer en meer boeken en periodieken in het Latijnse alfabet, en op 12 april 1922 maakte de Wet op de Alfabethervorming (Abeke-nâs-vobare-lacs, afgekort ANVOL) een einde aan het gebruik van het Pegrevische alfabet, althans voor de Spokaanse standaardtaal. Ook de andere Spokanische dialecten (Tjemps, Zverostaïsch en Cheetuc) gingen over op het Latijnse schrift. Alleen de Pegrevische dialecten hebben hun oorspronkelijke alfabet nooit vaarwel gezegd: tot op de dag van vandaag is het in gebruik.

10.8

De wet van 1922 voorzag in een "voorlopige" Latijnse spelling, die een grote mate van vrijheid in de schrijfwijze toeliet. Vele taalgeleerden en geïnteresseerden hebben zich dan ook intensief met de spellingskwestie beziggehouden en pas in 1931 verscheen er een rapport van de Eerste Spellingscommissie met gemotiveerde voorstellen voor vaste spellingsregels. Vanaf dat jaar zijn er diverse spellingswijzigingen doorgevoerd, de laatste op 11 maart 1966, die Kleter Stabôos ("Nieuwe Spelling", meestal afgekort tot KS) genoemd wordt. Op 23 mei 1977 is er een aanvulling op deze KS gekomen, dit naar aanleiding van de vele protesten en bezwaren die er op het voorstel van 1966 volgden. In de uiteindelijke KS van 1977 (die wij ook in dit boek gebruiken) zijn de ee en oe veranderd in respectievelijk é en ó (behalve in eigennamen, en met hoofdletters geschreven opschriften). Achter de plaatsnaam of het publicatienummer (PH) op de titelpagina van boeken ná 23 mei 1977 werd aanvankelijk een omcirkelde KS geplaatst om aan te geven dat de officiële spelling werd gebruikt en de lezer dus niet allerlei spellingsvariaties hoefde te verwachten, zoals ee voor é, oe voor ó, sh voor š, dh voor ð, yj voor ÿ, voor ÿr, enzovoort.1 Vanaf circa 1990 blijft de aanduiding achterwege omdat de standaardspelling een vanzelfsprekendheid is geworden.


1Tegenstanders van de laatste spellingshervorming, waarbij vele lettercombinaties door diakritische tekens vervangen zijn (zoals ee > é of dh > ð), wezen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw triomfantelijk op hun gelijk, toen er alom problemen rezen om zulke diakritische tekens zichtbaar te maken op computerschermen en printerpapier. Dit probleem bestaat tegenwoordig nauwelijks nog.

10.9

Heden ten dage komen we het Pegrevische schrift in het Spokaanse taalgebied nog tegen in historisch georiënteerd drukwerk (bijbels, sagen, Ergemip, wetten, literatuurhistorische uitgaven) en verder in opschriften, reclameleuzen en dergelijke. Afzonderlijke Pegrevische letters worden nog gebezigd als afkortingen voor munteenheden en maten, zoals (= t) voor tóftos, (= h) voor herco, (= m) voor myle (= 925,5 meter).

10.10   Diakritische tekens

In de huidige Spokaanse spelling worden de volgende diakritische tekens gebruikt (tussen haakjes de in Nederland gebruikelijke namen voor deze tekens, hoewel zij een andere functie hebben):

10.11

De pira komt voor op de a, o en u (zie § 10.14 en § 10.17). De jet komt voor op de d en s (zie § 10.15 en § 10.17), maar wordt ook wel gebruikt op de c om een Oudspokaanse klank weer te geven, die varieert tussen [ts] en [tsj] (zie § 10.15, en ook Blok 70.3 en § 70.4 punt 4.). In deze digitale versie van GRASP wordt de d-jet aangegeven met ð.
De lyk is feitelijk een kommaatje, en moet niet verward worden met het accent aigu, dat een schuin streepje is. De lyk komt voor op de e en de o. In deze digitale versie van GRASP worden e-lyk en o-lyk aangegeven met resp. é en ó.
De ÿt komt voornamelijk voor op de y (zie § 10.14 en § 10.17), maar wordt ook in de functie van trema gebruikt om aan te geven dat de e in de combinaties ee en oe apart uitgesproken moet worden (zie § 11.36).
De akutt ten slotte komt in de normale Spokaanse spelling niet voor, maar wordt in leerboeken ed. wel gebruikt om een afwijkend accent te markeren, bijvoorbeeld in de definitieve tijd meldá, waar het accent niet op de e ligt, maar op de a.
In Garosische namen komt de akutt voor op de n in de combinatie ng. In deze digitale versie van GRASP wordt deze Garosische klank weergegeven met ñg (zie § 64.20).

10.12

De Spokaanse spelling is zo goed als fonetisch: de meeste letters zijn het symbool voor slechts één klank (uitgezonderd x) en de meeste klanken worden door niet meer dan één letter weergegeven (uitgezonderd [k]). Van een aantal letters wordt de uitspraak echter beïnvloed door hun positie in het woord (aan het begin, einde of middenin) of door de fonologische omgeving. Zo klinken l en r anders voor een vocaal dan voor een consonant. Een beperkte groep woorden heeft in het Spokaans een andere uitspraak dan op grond van de hierna te behandelen regels verwacht zou worden, en er is daarom sprake van een onregelmatige uitspraak. Dit is voornamelijk het geval bij frequent voorkomende woorden, bij lastige consonantclusters waarbij de uitspraak versimpeld is, en bij geografische namen.

10.13

Het fonetische karakter van de Spokaanse spelling maakt het grotendeels onnodig om een speciaal fonetisch alfabet (met afwijkende symbolen) te scheppen: de bestaande letters, al dan niet met hun diakritische tekens, zijn op enkele uitzonderingen na geschikt voor het aangeven van de juiste uitspraak. Hieronder zullen wij de Spokaanse klanken gemakshalve zo veel mogelijk vergelijken met klanken uit andere talen, waarbij N. = Nederlands; E. = Engels; D. = Duits.
De klanken die in het Spokanische fonetische alfabet anders geschreven worden dan in de "gewone" spelling, zijn met * gemarkeerd.

10.14   Vocalen

[a] als aa in N. "maan".
[â] als a in N. "man".
[ä] als auw in N. "lauw" (alleen dialectisch).
[æ]* tussen [a] en [e] in. Als E. "bad" (alleen dialectisch).
[é] als ee in N. "heen".
[e] als e in N. "hen".
[ë]* tussen [é] en [ÿ]. In feite een [é] die enigszins gediftongeerd wordt onder invloed van de eropvolgende [r].
[ê]* sjwa, als e in N. "gegaan".
[°]* zeer korte variant van [ê], ongeveer als de korte sjwa die tussen de l en k van N. "melk" uitgesproken wordt.
[i] als ie in N. "riet", maar iets korter. Bij sommige Spokaniërs is de [i] nauwelijks hoorbaar; N. "riet" klinkt dat als "rrt".
[y] tussen [i] en [ú]. In feite een naar achter uitgesproken [i].
[î]* ongeveer als i in N. "rit".
[ï]* als ieuw in N. "nieuw" (alleen dialectisch).
[o] als oo in N. "boot" (absoluut zonder diftongering).
[ô] als o in N. "bot".
[ó] als oy in E. "boy".
[ö]* tussen [o] en [ú]. Als in E. "row". In feite een [o] die enigszins gediftongeerd wordt onder invloed van de eropvolgende [r].
[u] als uu in N. "fuut".
[û] als u in N. "fut", maar iets meer gerond.
[ú]* als oe in N. "koek".
[ü]* als uw in N. "ruw" (alleen dialectisch).
[ů]* als ui in N. "ruit" (alleen dialectisch).
[ÿ] als ei in N. "eis", eventueel iets in de richting van ei in D. "Eis".
[ý]* als aai in N. "raai" (alleen dialectisch).

10.15   Consonanten

[b] als b in N. "bed".
[ç]* als alveolo-palatale [g] (ich-laut met de tongrug omhoog; globaal tussen ch van D. "ich" en sh van E. "ship" in).
[č]*tussen [ts] en [T] in (gereconstrueerd Oerspokanisch).
[d] als d in N. "dek".
[ð] als hechte verbinding van stemhebbende th in E. "the" en [j].
[dł]* als hechte verbinding van [d] en [l] (één klank).
[þ]* als stemloze th in E. "three".
[f] als f in N. "fel".
[ƒ]* als bilabiale ("aangeblazen") [f] (IPA [ɸ])
[g] als ch in D. "ich" (ich-laut).
[G]* als g in E. "good", of D. "gut".
[h] als h in N. "heb".
[H]* als extra geaspireerde [h] (klinkt als een zucht).
[j] als j in N. "jas", maar iets geprononceerder zodat de [g] benaderd wordt.
[k] als niet-geaspireerde k in N. "kap".
[l] als dunne l in D. "viel".
[L]* als dikke l in E. "well", of in Portugees.
[m] als m in N. "mep".
[n] als n in N. "nep".
[ñ]* als ng in N. "eng" (alleen dialectisch).
[p] als niet-geaspireerde p in N. "pet".
[ph]* geaspireerde p (alleen dialectisch).
[r] als een rollende r.
[R]* als r in E. "more" (nadert de sjwa: [ê]).
[s] als s in N. "sik", maar scherp sissend, of als enigszins gelispelde s (lijkt op [þ].
[š] als hechte verbinding van [þ] en [j].
[sh]* geaspireerde s (alleen dialectisch).
[ʃ]*als sh in E. "ship" (alleen dialectisch).
[t] als niet-geaspireerde t in N. "tik", of als dentale t waarbij de tong ver voorbij de voortanden steekt (ongeveer als in het Spaans).
[tł]* als hechte verbinding van [t] en [l] (één klank).
[th]* geaspireerde t (alleen dialectisch).
[T]* als een sterk geaspireerde [t] met een syllabisch karakter.
[v] tussen v in N. "vat" en w in N. "wat" in (labiodentaal en fricatief tegelijk).
[w] bilabiaal, als w in E. "what", of als "Surinaamse w".
[z] als z in N. "zee", maar duidelijk zoemend en stemhebbend.
['] glottisslag, de klank die te horen is tussen de beide e's van N. "geënt".

10.16   Overige fonetische symbolen

:* (dubbele punt achter vocaalteken) vocaalverlenging; een verlengde vocaal klinkt in het Spokaans twee à drie keer langer dan een niet-verlengde vocaal.
a* (vet gedrukt vocaalteken) vocaal (syllabe) met het hoofdaccent.
n* (onderstreepte consonant) syllabische consonant.

Zie verder Hoofdstuk 11 voor deze fonetische symbolen.

10.17   Spokaanse alfabet

Het alfabet zoals opgenomen in het hier volgende Blok wordt vanaf 23 mei 1977 gebruikt (zie § 10.8).
Achter elke letter staan achtereenvolgens de naam van de letter en de wijze(n) waarop, volgens de regels, deze letter in een woord uitgesproken wordt.

Spokaanse alfabet
a a [a]   i i [i]   s és [s]
â a-pira1 [â]   j je [j]   š×šet/és-jet [š]
be [b]   k kaji2 [k]   t te [t]
c ce [k]   l él [l]/[L]   u u [u]/[ú]
de [d]   m ém [m]   û u-pira1 [û]
ð×ðet/de-jet [ð]   n én [n]   ive2 [v]
e e [e]   o o [o]   we [w]
é e-lyk1 [é]   ô o-pira1 [ô]   x éx3 [ks]/[þ]/[kþ]
f éf [f]   ó×o-lyk1 [ó]   y yflo2 [y]
g ge [g]   p pe [p]   ÿ yflo-ÿt1 [ÿ]
h haji2 [h]/[H]   qu [k]   ze [z]
       r ér [r]/[R]       

×Deze letters komen nooit aan het eind van een woord voor (uitgezonderd bij sommige eigennamen waarvan de spelling niet aan de officiële regels voldoet).
°De z komt alleen aan het eind van een woord voor in de functie van meervoudssuffix; zie § 11.2 bij sz.

1In veelvoorkomende afkortingen worden de letters met een diakritisch teken vaak uitgesproken zoals dat ook in "gewone" woorden gebeurt; zo klinkt AŸP niet als *[a-yflo-ÿt-pe], maar als [a'ÿpe] ("Aquonda Ÿrômer-Party" (Nationale Arbeiderspartij)).


2In veelvoorkomende afkortingen worden de letters waarvan de naam uit twee lettergrepen bestaat, vaak met één lettergreep uitgesproken: de h klinkt dan als ha, de k als ka, de v als ve en de y als yf. Zo klinkt KKB als [kakabe] (Kindisiy Kûfôs-buro, vgl. Rijksdienst voor het Wegverkeer), en TV klinkt als [teve], en niet als *[te'ive]. Zie ook § 11.29.


3In de naam van de letter x (éx) wordt de x als [kþ] uitgesproken.

10.18

In alfabetische systemen spelen de diakritische tekens geen rol, tenzij dit teken het enige onderscheid is tussen overigens gelijkvormige woorden (zo komt fal vóór fâl). Indien het gebruik van diakritische tekens onmogelijk is (zoals vroeger op telex-apparaten en bij primitieve tekstverwerkers of printsystemen) kunnen deze tekens vervangen worden door een lettercombinatie, maar bedenk wel dat dit een noodoplossing is, en geen algemeen geaccepteerde alternatieve spelling. De conversie gaat als volgt:

â = aw     û = uw     é = ee     ÿ = yw     ð = dh
ô = ow         ó = oe         š = sh

Het woord šaðôr (natuur) wordt dan shadhowr.1


1Deze verouderde conversie komen we soms wel tegen in internetadressen waarin diakritische tekens (nog steeds) niet zijn toegestaan. Zo heeft de textielfabriek Fratâp als internetadres www.fratawp.sp, waarin de â dus door aw is vervangen.

In de computerwereld is een nieuwe conventie voor de vervanging van diakritische tekens ontstaan, als ASCII-codes boven de 126 niet gebruikt mogen worden. De letters worden dan gevolgd door een symbool, en wel als volgt:

â = a^     û = u^     é = e~     ÿ = y"     ð = d^
ô = o^         ó = o~         š = s^

Het woord šaðôr verschijnt nu als s^ad^o^r.


10.19

Namen van letters kunnen in het Spokaans voluit als naam, of als teken geschreven worden. In literaire teksten wordt de voorkeur aan het voluit schrijven gegeven:

Blul stindelije ef quanka "Lepberiy" tjâg pe-be.
De naam "Lepberiy" wordt met pb geschreven.

Ef wufta "fÿpÿjÿf" ÿrgefûðe perdÿr éfs ur dur yflo-ÿts.
Het woord "fÿpÿjÿf" bevat twee f's en drie ÿ's.

10.20

In wetenschappelijke teksten, beschrijvingen van formules, gebruiksaanwijzingen en dergelijke wordt de voorkeur aan het schrijven van een teken gegeven, bijvoorbeeld:

Blul stindelije ef wufta "exâm" kerru tjâg ks.
Het woord "exâm" wordt ook met ks geschreven.

Zerfe-gôrse fjy A, varierer d.
Zie figuur A, variant d.

Vergelijk ook § 180.25–29.


TOP
<< Voorwoord | Hoofdstuk 11 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands