Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 43 | Hoofdstuk 50 >>
4. Additieven

44. Verbalisering van additieven


Opbouw van dit hoofdstuk:
  1. Additieven op -lira
  2. Additieven op -or
  3. Additieven op -att, -amiy en -n
  4. Additieven met nert ... -'kurre
  5. Taalnamen op -iy en leenwoorden op -ise
  6. Additieven met te--e of ta--e
  7. Additieven met -iy of -[t]er van een voorzetsel
  8. Samengestelde additieven
  9. Additieven met een lexicaal suffix
  10. Additieven met vocaalwisseling

44.1   Algemeen

De combinaties van een koppelwerkwoord met een subj.add. kunnen dikwijls vervangen worden door een geverbaliseerd additief, wat wil zeggen dat de enkelvoudige vorm van het additief een van de volgende suffixen krijgt:

1.  melde (zijn) + add. wordt   add. + -e
2.  pónze (worden; gaan) + add.    wordt   add. + -are
3.  tinde (blijven) + add. wordt   add. + -ÿne

Voorbeelden:

Ef sért melde mindefit. = Ef sért mindefite.Het huis is rood.
Ef blof pónze kinur. = Ef blof kinurare.Het paard wordt ziek.
Ef moter pónze tirdus. = Ef moter tirdusare.De motor gaat kapot.
Ef gekker tinde rofonos. = Ef gekker rofonosÿne.De leraar blijft boos.
Ef dravôsta melde kariyn. = Ef dravôsta kariye.De tekeningen zijn lelijk.
Ef pleko tinde méltriyn. = Ef pleko méltriyÿne.Het zand blijft klam.
Glo ur Tek melde kariys. = Glo ur Tek kariye.Glo en Tek zijn lelijk.

44.1a

De verbalisering van additieven die op een h eindigen, wordt door velen afgekeurd, of op zijn minst als twijfelachtig bestempeld. Dit heeft te maken met de uitspraak en – tot op zekere hoogte – met het feit dat de vorming van de grammaticale stam niet duidelijk is.
Zo klinken de a, i, o en u onmiddellijk vóór de eind-h als [â], [iy], [ô] en [û] (zie § 11.4 bij de letter h), maar bij verbalisering is deze h niet meer de laatste letter. De vraag is hoe de vocaal vóór de h dan uitgesproken moet worden. Vergelijk:

lekkoh [le:kôH] ~ lekkohe [le:kôhe] OF [le:kohe]lekker zijn
spûgah [spûgâH] ~ spûgahÿne [spûgâhÿne] OF [spûgahÿne]ongerept blijven
pjoh [pjôH] ~ pjohare [pjôhare] OF [pjohare]bot worden

Ook ontstaan er problemen bij de vorming van de grammaticale stam, die volgens Regel B in § 82.14 op een -t zou moeten eindigen. Zie hiervoor de discussie in § 82.16a.
Bij additieven op ch ontstaat het probleem dat ch op het woordeinde klinkt als [kH], maar als [ç] indien gevolgd door een vocaal. Bijvoorbeeld: râdech [râdekH] ~ râdeche [râdeçe] (erbarmelijk zijn), of: tûnch [tûn°kH] ~ tûnche [tûnçe] (onvermurwbaar zijn). Zulke uitspraakverschillen zijn een reden dat velen ook de verbalisering van additieven op ch afkeuren.

44.2

De combinatie van melde met een additief dat gevormd is met pû--iy (§ 41.8) kan vervangen worden door een geverbaliseerd additief op het suffix -te. Vergelijk:

Do melde pûnutiy. = Do pûnutiyte.
Hij is doof; hij kan niet horen.

Ef meves, flyrrâx tjâg ool, melde pûzôliyn. = Ef meves, ..., pûzôliyte.
De met olie besmeurde meeuwen kunnen niet vliegen.

Ef oto melde prôât pûufiriy. = Ef oto pûufiriyte prôât.
De auto kan niet achteruitrijden.

44.2a

Het suffix -e en de laatste e van de suffixen -are, -ÿne en -te zijn een "gewone" infinitiefmarkeerder oftewel infinitief-e (zie § 81.1). Deze kan dus vervangen worden door een tijdssuffix (Blok 111.21) of een modaal suffix (Blok 110.17). Bijvoorbeeld:

Ef sért melda mindefit. = Ef sért mindefita.Het huis was rood.
Ef gekker di tindu rofonos. = Ef gekker di rofonosÿnu.De leraar zal boos blijven.
Ef moter pónsecû tirdus. = Ef moter tirdusarecû.De motor kan kapotgaan.

44.3

Verbalisering van additieven is niet mogelijk bij:

  1. Teg.dw.n die door lexicalisatie de functie van additief CAT. I gekregen hebben (dus de additieven op -lira); zie § 44.4.
  2. Volt.dw.n op -or die door lexicalisatie de functie van additief CAT. I gekregen hebben en additieven die met lâ--or van een substantief zijn afgeleid (kortom: alle additieven op het suffix -or; zie § 44.5.
  3. Additieven die met de suffixen -att, -amiy en -n van een werkwoord zijn afgeleid; zie § 44.6.
  4. Additieven die gevormd zijn met nert ... -'kurre; zie § 44.7.
  5. Taalnamen op -iy en leenwoorden op -ise; zie § 44.8.
  6. Additieven die met te--e of ta--e van een substantief zijn afgeleid; zie § 44.9.
  7. Additieven die met -iy of -[t]er van een voorzetsel zijn afgeleid; zie § 44.10.
  8. Bijna alle samengestelde additieven; zie § 44.11.
  9. Additieven die verlengd zijn met een lexicaal suffix; zie § 44.12.
  10. Additieven die gevormd zijn door vocaalwisseling + -e; zie § 44.13.

44.4   ad § 44.3   A. Additieven op -lira

Additieven op -lira zijn besproken in § 40.59. Voorbeelden:

Ef mosjeus melde ÿtinelira.De vrouw is zwanger.
Lerdu pónze pjohellelira.Lerdu wordt onbeschoft.
Groft jikatâs tinde aeruneliran.Zijn prestaties blijven indrukwekkend.

Uitzondering:

Ef kôtagjes melde zvalira. = Ef kôtagjes zvalirae.Het landhuis is idyllisch.

In § 42.9 is verteld dat zvalira geen oorspronkelijk teg.dw. is, maar "toevallig" op lira eindigt.

44.5   ad § 44.3   B. Additieven op -or

Additieven op -or zijn besproken in § 40.69 en die op lâ--or zijn besproken in § 41.18. Voorbeelden:

Ef muslés melde ufror.De mosselen zijn bedorven.
Belt ÿzjalos melde vobaror.Haar optreden is beschaafd.
Óps pónze blôfor.Ze worden asociaal.
Ef menester tinde lâkrabéor.De minister blijft invloedrijk.
Ef vasa melde lâjôlor.De vaas is verguld.

Uitzondering: het additief kimor (dat "toevallig" op or eindigt, zie § 83.13) en onregelmatige volt.dw.n (anders dan op -or) die door lexicalisatie de functie van additief CAT. I gekregen hebben, kunnen meestal wél geverbaliseerd worden.1 Vergelijk:

Óps pónze cÿrzrâg. = Óps cÿrzrâgare.Ze raken opgewonden.

Zie ook § 40.69.


1In de volgende voorbeelden is geen sprake van "volt.dw.n", omdat zij niet aan definitie a. uit § 40.67 voldoen. We hebben hier met "echte" additieven te maken (hoewel de Nederlandse equivalenten de indruk van volt.dw.n geven):

Ef terÿnns melde aâlp. = Ef terÿnns aâlpe.
De terreinen zijn bebouwd.
("bebouwd" als toestand, niet als resultaat van de handeling "bebouwen")

Do tinde bimiy. = Do bimiyÿne.
Hij blijft vergenoegd.
("vergenoegd" als toestand, niet als resultaat van het proces "vergenoegd raken")

44.6   ad § 44.3   C. Additieven op -att, -amiy en -n

Additieven op -att, -amiy en -n zijn besproken in § 41.2. Voorbeelden:

Ef mirra melde ufiratt.De weg is berijdbaar.
Ef muslés nert melde lardamiyn.De mosselen zijn niet eetbaar.
Groft teoriy nert pónze xâratt.Zijn theorie wordt niet begrijpelijk.
Ef huflif tinde entren.Het gebouw blijft toegankelijk.

Naast de combinatie van het koppelwerkwoord melde met een additief op -att, -amiy of -n kent het Spokaans een min of meer synonieme teg.dw.-constructie met kettelira (zie § 100.85 en § 160.43). Vergelijk beide constructies:

a.Ef mirra nert melde ufiratt.    De weg is niet berijdbaar.
 (toestand van de weg: slecht wegdek, overstroming ed.)
b.Ef mirra nert kettelira ufire.    De weg is niet te berijden.
 (situatie: de weg is bijvoorbeeld afgesloten omdat er een processie moet passeren; de toestand van de weg kan geheel in orde zijn)

a.Ef muslés nert melde lardamiyn.    De mosselen zijn niet eetbaar.
 (kwalificatie die aan de mosselen gegeven wordt, nog voordat ze geproefd zijn)
b.Ef muslés nert kettelira larde.    De mosselen zijn niet te eten.
 (conclusie die iemand trekt nadat hij een mossel geproefd heeft en vol walging weer uitgespuugd heeft)

a.Ef kul melde verfutatt.    De schuur is verfbaar.
 (het hout- of pleisterwerk van de schuur is zodanig dat dit geschilderd kan worden)
b.Ef kul kettelira verfute.    De schuur is te verven.
 (algemene situatie die het verven mogelijk maakt: het weer is mooi en degene die van plan is om te verven heeft er nu de tijd voor)

a.Ef distânt melde fartamiy.    De afstand is beloopbaar.
 (fysieke toestand van het traject waaraan met "afstand" gerefereerd wordt; vergelijk de eigenschap "berijdbaar" in het eerste voorbeeld)
b.Ef distânt kettelira farte.    De afstand is te lopen.
 (de grootte van de afstand is zodanig dat men deze lopend kan afleggen zonder van uitputting om te komen)

In de a-zinnen wordt telkens gerefereerd aan een eigenschap die het fundament (§ 40.4) bezit; in de b-zinnen ligt het accent op de mogelijkheid om de handeling al dan niet te kunnen uitvoeren.

44.7   ad § 44.3   D. Additieven met nert ... -'kurre

Additieven op nert ... -'kurre zijn besproken in § 41.11. Voorbeelden:

Ef sért melde nert zâr'kurre.Het huis is onbewoonbaar.
Ef qu'âxÿ melde nert vro'eg'kurre.De rotzooi is onbeschrijfelijk.
Ef moplariy tinde nert rep'kurre.Het ongeluk blijft onverklaarbaar.

Ook nu weer drukt het additief een eigenschap van het fundament uit, terwijl de overeenkomende kettelira-constructie het accent op de uitvoerbaarheid van de handeling legt, het een en ander geheel analoog aan de vorige paragraaf. Vergelijk:

a.Ef sért melde nert zâr'kurre.    Het huis is onbewoonbaar.
 (de kwaliteit van het huis is zodanig dat er niet in gewoond kan worden)
b.Ef sért nert kettelira lâzâre.    Het huis is niet te bewonen.
 (de omstandigheden zijn zodanig dat er niet in het huis gewoond kan worden,
bijvoorbeeld omdat er geen woonvergunning is afgegeven, of omdat het veel
te duur is om aan te schaffen)

44.8   ad § 44.3   E. Taalnamen op -iy en leenwoorden op -ise

Additivisch gebruikte taalnamen op -iy zijn besproken in § 41.22. Voorbeelden:

Ef ârtycla melde spokândaiy.Het artikel is Spokaans; Het artikel handelt
over de Spokaanse taal.
Do pónze cômunistise.Hij wordt communistisch.
Ef šark tinde demokratise.Het land blijft democratisch.

Leenwoorden op -teff, -šonela, -abliy en dergelijke kunnen wél geverbaliseerd worden (zie ook § 41.13):

Ef šÿrtyc melde cônstrukteff. = Ef šÿrtyc cônstrukteffe.Het voorstel is constructief.
Ef tinde riskabliy. = Ef riskabliyÿne.Het blijft riskant.
Groft helbi pónze cônvenšonela. =
= Groft helbi cônvenšonelaare.
Zijn kleding wordt conventioneel.

44.9   ad § 44.3   F. Additieven met te--e of ta--e

Additieven met te--e en ta--e zijn besproken in § 41.25. Voorbeelden:

Óps melde tejakâma.Ze zijn op het veld.
Gress tinde tekaréa.Ik blijf aan boord.
Do pónze tetiffuge.Hij komt overeind. (lett. "hij raakt op de been")

Uitzondering: naast teslapelsata (in bed; te bed) bestaat de geverbaliseerde vorm teslapelsate (bedlegerig zijn). De betekenis is gelexicaliseerd, en bovendien vindt de verbalisering niet plaats door toevoeging van het suffix -e, maar door het suffix -a in -e te veranderen.

44.10   ad § 44.3   G. Additieven met -iy of -[t]er van een voorzetsel

Additieven met -iy of -[t]er zijn besproken in § 41.28–29. Voorbeelden:

Fes ef zyle-tojesfsâ do tinde furtiy.
In de hardloopwedstrijd blijft hij de voorste.

Ef mimpit, tu gvârcelira, melde mipter (lÿ ef mimpitpit).
Het boek dat je zoekt is het buitenste (van de rij boeken).

Additieven die dezelfde vorm hebben als een voorzetsel, kunnen wél geverbaliseerd worden (§ 41.41):

Do melde hogorit. = Do hogorite.1Hij is boven.
Do pónze hogorit. = Do hogoritare.Hij komt boven; hij gaat naar boven.
(lett. "hij raakt boven")
Gress tinde zjoba. = Gress zjobaÿne.Ik blijf beneden.

1Omdat het werkwoord hogorite ook de gelexicaliseerde betekenis 'verhogen; hoger maken' kent, voorspelt de verdringingsregel zoals uiteengezet in § 44.18, dat dit werkwoord niet meer de productieve betekenis 'boven zijn' kan hebben. Dat hogorite ondanks zijn gelexicaliseerde karakter tevens zijn oorspronkelijke betekenis heeft behouden, is te danken aan de analoge vorm zjobae (beneden zijn).

44.11   ad § 44.3   H. Samengestelde additieven

Samengestelde additieven zijn besproken in § 41.11 en § 41.46. Voorbeelden:

Elsaex ef ûsto melde dorémy.Elsa's dochter is muzikaal.
Do melde tan-deff.Hij is stokdoof.
Petriy tinde vlazze-pôr.Petriy blijft onpraktisch.
Moffain nert melde stâge-baniyl.Moffain is niet bang om op te treden; heeft geen
plankenkoorts.

Uitzondering: de volgende samengestelde additieven worden als niet-samengesteld beschouwd en kunnen dus geverbaliseerd worden (§ 41.47):

Do pónze kéntupén. = Do kéntupénare.    Hij wordt jaloers.

Ef lacs-manta nert melde vitaxâriy. = Ef lacs-manta nert vitaxâriye.
Het wetsartikel is niet bevattelijk.

Do tinde fotelbaniyl. = Do fotelbaniylÿne.
Hij blijft bang om fouten te maken; blijft faalangst houden.

Merk op dat samengestelde additieven die als niet-samengesteld beschouwd worden, altijd zonder filâsto gevormd zijn. Vergelijk bijvoorbeeld stâge-baniyl (niet verbaliseerbaar) met fotelbaniyl (wel verbaliseerbaar).

44.12   ad § 44.3   I. Additieven met een lexicaal suffix

Additieven met een lexicaal suffix zijn besproken in § 41.44. Voorbeelden:

Ef menester melde cômunistiseine.Men zegt dat de minister communistisch is.
Groft quxos melde ollaûte.Zijn optreden is steeds minder plezierig.
Ef wónzol tinde hordâott.Het weer blijft steeds mooier worden;
Het weer houdt niet op te verbeteren.

Additieven die verlengd zijn met een lexicaal prefix (§ 41.43) kunnen wél geverbaliseerd worden:

Ef menester melde ânt-militerr. =
= Ef menester ânt-militerre.
De minister is anti-militair.
Ef flipflor melde pâltÿrg. = Ef flipflor pâltÿrge.De schouwburg is overvol.
Lerduex ef quxos tinde tokûrata. =
= Lerduex ef quxos tokûrataÿne.
Lerdu's optreden blijft gekunsteld.

44.13   ad § 44.3   J. Additieven met vocaalwisseling

Additieven met vocaalwisseling zijn besproken in § 41.49–53. Voorbeelden:

Ef lardos melde sojele.Het eten is zoutloos.
Kost milâ tinde etóte.Mijn arm blijft gevoelloos.
Ef pónze ópðae.Het raakt onbewolkt.

Let op het verschil tussen de verbaliseringen in a. en de negatieve additieven in b.: beide eindigen op -e, maar in b. is er bovendien sprake van vocaalwisseling:

a.Ef xatjesmé galse (= melde gals).De maatregel is zinnig/zinvol.
b.Ef xatjesmé melde gâlse.De maatregel is zinloos.

a.Sest ÿrgyrosz nert lypônke (= nert melde lypônk).
 Zulke beschuldigingen zijn niet gepast.
b.Sest ÿrgyrosz melde lypónke.
 Zulke beschuldigingen zijn ongepast.

Zoiets nietigs als een diakritisch teken is in het Spokaans in staat om een compleet tegengestelde betekenis aan een woord of zin te geven. Personen die niet bekend zijn met de Spokaanse taal, en de neiging hebben om niet al te zorgvuldig met diakritische tekens om te gaan (omdat ze niet op het toetsenbord staan of niet (af)gedrukt kunnen worden) dienen zich te realiseren wat dit voor de betekenis van een Spokaanse taaluiting voor gevolgen kan hebben!

44.14   Wel of geen verbalisering

Verbalisering van welk additief dan ook is in een aantal gevallen onmogelijk. In deze paragraaf wordt met "additief" ook bedoeld: een onregelmatig volt.dw. dat door lexicalisatie de functie van additief CAT. I heeft aangenomen.

Stel dat een additief op wat voor wijze dan ook afgeleid is van het werkwoord W. Dit additief kan dan niet geverbaliseerd worden als of aan voorwaarde a., of aan voorwaarde b. wordt voldaan:

  1. Het geverbaliseerde additief is in vorm identiek (homoniem) aan W.
  2. Het geverbaliseerde additief is in betekenis identiek (synoniem) aan W.

Let wel: als aan de beide voorwaarden voldaan wordt, is er geen onderscheid meer te maken tussen het geverbaliseerde additief en W. We hebben dan met een cirkelredenatie te doen, bijvoorbeeld:

W = kinure (ziek zijn); hiervan is afgeleid het additief kinur (ziek).
Verbalisering van kinur geeft: kinure (ziek zijn).1


1We wagen ons hier niet aan de discussie of kinur nu afgeleid is van het oorspronkelijke werkwoord kinure, of dat kinure afgeleid is van het oorspronkelijke additief kinur. Deze kwestie is slechts interessant voor taalhistorici, maar is irrelevant voor de beschrijving van de grammatica van het hedendaags Spokaans. Zie ook White (1973).

44.15

Vergelijk nu:

W = hâbâre (verwilderen); hiervan is afgeleid het additief hâbâr (wild; verwilderd). Totale verbalisering geeft de volgende drie vormen:

1.  hâbâre verwilderd zijn
2.  hâbârareverwilderd worden = verwilderen
3.  hâbârÿne    verwilderd blijven; wild blijven

Omdat er wel voldaan wordt aan voorwaarde a. (W en verbalisering 1. zijn beide hâbâre, dus homoniemen), maar niet aan voorwaarde b. (de betekenis van W is anders dan die van verbalisering 1.), is de geverbaliseerde vorm 1. verboden, of met andere woorden: de betekenis 'verwilderd zijn' kan alleen uitgedrukt worden met ef melde hâbâr.

Verder blijkt dat W en verbalisering 2. synoniemen zijn. Zij zijn in betekenis identiek en in vorm verschillend. Er wordt dus wel aan voorwaarde b. voldaan, maar niet aan a., dus de geverbaliseerde vorm 2. is verboden.

Verbalisering 3. is noch in vorm noch in betekenis identiek aan W. Er wordt noch aan voorwaarde a., noch aan voorwaarde b., voldaan, dus hâbârÿne is toegestaan.

44.16

W = blôfe (zakken); hiervan is afgeleid het additief blôf (scheefgezakt; verzakt). Totale verbalisering geeft:

1.  blôfe scheefgezakt zijn; verzakt zijn
2.  blôfarescheefgezakt raken; verzakt raken = verzakken
3.  blôfÿne    scheefgezakt blijven; verzakt blijven

W en verbalisering 1. zijn homoniemen. Er wordt wel aan voorwaarde a., maar niet aan voorwaarde b., voldaan, dus de geverbaliseerde vorm 1. is verboden.

De verbaliseringen 2. en 3. zijn noch in vorm noch in betekenis identiek aan W. De voorwaarden a. en b. zijn dus niet van toepassing, ofwel de geverbaliseerde vormen blôfare en blôfÿne zijn toegestaan.

We hebben in deze en de vorige paragraaf te maken met het verschijnsel van verdringing: (i) als een woord dat met productieve morfosyntactische regels afgeleid kan worden reeds een gelexicaliseerde betekenis heeft, kan deze vorm niet meer de betekenis aannemen die bij de productieve afleiding voorspelbaar is, en (ii) de mogelijkheid van een productieve morfosyntactische afleiding vervalt zodra een onregelmatige afleiding tot hetzelfde semantische resultaat is gekomen.

44.17

Bij een aantal – veelgebruikte – geverbaliseerde additieven is er een onregelmatigheid ontstaan. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen een onregelmatige vorm en een onregelmatige betekenis. Een verbalisering met een onregelmatige vorm verdringt altijd de regelmatige (productieve) verbalisering. Dit blijkt uit de volgende voorbeelden:

ef melde quista = ef quiste (niet: *quistae)goed zijn
ef pónze tildâ = ef tildare (niet: *tildâare)slecht worden; verslechteren
ef pónze zutter = ef zutte (niet: zutterare1)donker/avond worden

De regelmatige vormen *quistae en *tildâare zijn door de onregelmatige verdrongen. De overige verbaliseringen van quista en tildâ zijn regelmatig:

quistaare (goed worden); quistaÿne (goed blijven); tildâe (slecht zijn);
tildâÿne (slecht blijven).

Van zutter (donker) is regelmatig afgeleid: zutterÿne (donker blijven).

De verbalisering zuttere is weliswaar een regelmatige vorm, maar heeft een onregelmatige betekenis; zie § 44.18.


1Zutterare bestaat wel in de betekenis van 'donker worden van kleur; zodanig verschieten dat de kleur donkerder wordt'.

44.18

Voorbeelden van verbaliseringen met een onregelmatige betekenis:

zutter ~ zutteredonker ~ bruin worden (van in de zon liggen)
(niet: 'donker zijn')
(zie § 44.17)
hupster ~ hupsteregroot ~ groot/groter worden; zich vergroten
(niet: 'groot zijn')
liftkar ~ liftkareoud ~ oud[er] worden; verouderen
(niet: 'oud zijn')
belt ~ belteklein ~ klein[er] maken; verkleinen
(niet: 'klein zijn')
tmopplim ~ tmopplimareopgeruimd ~ opruimen
(niet: 'opgeruimd worden')
hogorit ~ hogoriteboven ~ verhogen (ook: 'boven zijn' 1)

De lexicalisatie van de geverbaliseerde vormen zuttere, hupstere, liftkare, belte en tmopplimare betekent dat er voor de volgende koppelwerkwoord-constructies geen mogelijkheden voor verbalisering meer zijn (verdringingsregel!):

ef melde zutterdonker zijn
ef melde hupstergroot zijn
ef melde liftkaroud zijn
ef melde beltklein zijn
ef pónze tmopplimopgeruimd worden2

Bovendien hebben de gelexicaliseerde vormen hupstere en liftkare de regelmatige vormen *hupsterare (groot worden) en *liftkarare (oud worden) verdrongen.

Wel bestaan:

hupsterÿne (groot blijven); liftkarÿne (oud blijven); beltare (klein worden; zich verkleinen);
beltÿne (klein blijven); tmopplime3 (opgeruimd zijn); tmopplimÿne (opgeruimd blijven).

1Deze regelmatige betekenis is gebaseerd op analogie met zjobae (beneden zijn); zie § 44.10.


2Vergelijk deze pónze-constructie met een passiefconstructie:

a.Ef mittus pónze tmopplim.De kamer wordt/raakt opgeruimd.
b.Blul tmopplimarelije ef mittus.De kamer wordt opgeruimd.

Zin a. beschrijft een situatie waarin de kamer komt te verkeren. We kunnen ons een situatie voorstellen waarbij Klaas op maandag ziet dat het een grote rommel in de kamer is, en op dinsdag dat er minder rommel is. Ervan uitgaande dat de kamer er op woensdag weer netjes uitziet, kan hij constateren "de kamer wordt/raakt opgeruimd". Zin b. beschrijft een actie die er met betrekking tot de kamer wordt ondernomen. Hier geldt de situatie dat Ria de kamer aan het opruimen is en Klaas constateert: "de kamer wordt op dit moment door Ria opgeruimd".


3Het hier behandelde regelsysteem is helaas niet gevrijwaard van uitzonderingen. Zo kan tmopplime ook betekenen 'stallen van dieren'. Deze transitieve betekenis valt waarschijnlijk zo ver buiten het semantische veld van "opgeruimd", dat de regelmatige betekenis 'opgeruimd zijn' niet verdrongen is door de onregelmatige betekenis 'stallen van dieren': beide betekenissen bestaan naast elkaar.

44.19

In § 44.15 is gesteld:

  1. W = hâbâre (verwilderen); hiervan is afgeleid het additief hâbâr (wild; verwilderd).

In § 44.18 is (onder meer) beweerd:

  1. Add. hupster (groot); hiervan bestaat een verbalisering met onregelmatige betekenis hupstere (zich vergroten).

Zowel bij 1. als bij 2. is het werkwoord met het suffix -e uit het additief gevormd, en als de betekenis van het additief voorgesteld wordt door "X", dan kan de betekenis van het werkwoord voorgesteld worden door "X worden".
De relatie tussen hâbâr en hâbâre verschilt dus in morfologisch en semantisch opzicht niet van de relatie tussen hupster en hupstere. Dat we bij hâbâr ~ hâbâre uitgaan van een werkwoord met een afgeleid additief, terwijl we bij hupster ~ hupstere uitgaan van een additief met een afgeleid werkwoord is dan ook slechts vanuit een historisch perspectief te verklaren. We kunnen aantonen dat het werkwoord hâbâre eerder in het Oerspokanisch optreedt dan het additief hâbâr. Eveneens is aantoonbaar dat het additief hupster eerder in het Oerspokanisch optreedt dan het werkwoord hupstere. Ook vergelijkingen met de equivalente vormen in het Pegrevisch kunnen ons overtuigen van de juistheid van de afleidingsregels 1. en 2. hierboven; zo eindigt het Pegrevische equivalent van hupstere op het typische afleidingssuffix {-vj}1 terwijl het Pegrevische equivalent van hâbâre op het oorspronkelijke infinitief-suffix {-} eindigt.


1Transcripties van Pegrevische woorden worden gewoonlijk tussen {...} weergegeven.
Voor de "lange e" (), zie § 81.3.

44.20

Verbalisering van geredupliceerde additieven (§ 64.55–61) en van de resultatief (om de trap.ovmt. uit te drukken; zie § 43.22–23c) houdt in feite reduplicatie respectievelijk resultatiefvorming van een werkwoord in. Reduplicatie wordt behandeld in Hoofdstuk 64, en de verbalisering van additivische resultatieven in § 63.40–51.

De verbalisering van stoff.add.n (§ 41.24) wordt door verscheidene grammatici afgekeurd. Onder meer in Kapiy (1976) wordt opgemerkt dat verbalisering van stoff.add.n een typisch dialectisch verschijnsel op Centraal-Berref is. Voor het Standaardspokaans wijst Kapiy bijvoorbeeld de volgende zinnen af:

? Ef musts ðérae. (i.p.v. Ef musts melde ðéra.)De schoenen zijn van leer.
? Ef slape-tiyn bromae. (i.p.v. Ef slape-tiyn melde broma.)Het slaapmiddel bevat broom.

44.21   Trappen van vergelijking

Geverbaliseerde additieven kennen ook de trappen van vergelijking die gevormd worden door de determinanten terat, oras, oiba en tom. Het een en ander is identiek aan de trappen van vergelijking bij niet-geverbaliseerde additieven (§ 43.1–7):

Kost sért hordâe, groft sért hordâe terat.
Mijn huis is mooi, zijn huis is mooier.

Jânex ef pitter grampae, kost pitter grampae tom.
Jâns fiets is geroest (roestig), mijn fiets is het minst geroest.

Petriy mindefitare oiba fes ef kôbo dus gress paine.
Petriy wordt minder rood in de zon dan ik (doe).

Ef blof kinurare terat.1    Het paard wordt zieker.

1Deze zin betekent dat het paard reeds ziek was maar dat de ziekte ernstiger wordt. Vergelijk dit met:

Ef blof kinurare.Het paard wordt ziek.  (zie § 44.1)

Dit betekent dat het paard eerst nog niet ziek was.


44.22

Trappen van vergelijking zijn soms ook mogelijk bij onregelmatige verbaliseringen van additieven of bij gelexicaliseerde verbaliseringen. Bijvoorbeeld:

(1)Lerduex ef helten tildare oiba dus Elsaex ef tiyn.
 Lerdu's gezondheid verslechtert minder dan die van Elsa.
(zowel Lerdu als Elsa had eerst een goede gezondheid, maar deze wordt nu slecht,
zodanig dat het verslechteringsproces bij Lerdu langzamer verloopt dan bij Elsa)

(2)Tem geffys-vilduls hupstere terat dus tem leffys-vilduls.
 Deze appelbomen worden groter dan deze perenbomen.

In (1) is tildare een onregelmatige verbalisering van tildâ met de betekenis 'verslechteren; slecht[er] worden'. In (2) is hupstere weliswaar de regelmatige verbalisering van hupster, maar de betekenis is gelexicaliseerd: het betekent niet 'groot zijn' maar 'groot/groter worden'. Toch zijn een verkl.trap met oiba en een vergr.trap met terat mogelijk.

44.23

Ook bij onregelmatige trappen van vergelijking (Blok 43.25) is verbalisering soms mogelijk, hoewel niet iedereen dit correct vindt. Vooral bij de vergr.trap of verkl.trap is de grammaticaliteit zeer twijfelachtig indien in de zin een vergelijking (met dus) wordt uitgedrukt. Vergelijk:

(1)a.Ef fentas hôs Tek ur Ôrs tinde riyfain trotiy, fara Lerdu nert k'mamelde.
 b.Ef fentas hôs Tek ur Ôrs trotiyÿne riyfain, fara Lerdu nert k'mamelde.
 De feesten bij Tek en Ôrs blijven altijd het gezelligst als Lerdu er niet bij is.

(2)a.Lerduex ef helten pónze ðormt dus Elsaex ef tiyn.
 b.? Lerduex ef helten ðormtare dus Elsaex ef tiyn.
 Lerdu's gezondheid wordt minder slecht dan die van Elsa.
(zowel Lerdu als Elsa had een slechte gezondheid, maar bij Lerdu is er een
verbeteringsproces aan de gang, zodanig dat de gezondheidstoestand van
Elsa nu achterblijft bij die van Lerdu)

(3)a.Ef lurfel melde danen dus tu miype.
 b.?* Ef lurfel danene dus tu miype.
 Het restaurant is dichterbij dan je denkt.

De vergelijkende constructie met dus wordt in (2b) door velen afgekeurd. Zin (3b) is zo goed als ongrammaticaal. Het verschil in grammaticaliteit tussen (2b) en (3b) is lastig te verklaren maar waarschijnlijk spelen ook semantische factoren een rol. In (3a) is melde niet zozeer een "zuiver" koppelwerkwoord als wel een plaatsbepalende uitdrukking, want we kunnen ook zeggen: "het restaurant bevindt zich dichterbij dan je denkt". Deze eigenschap van melde maakt de verbalisering in (3b) weinig acceptabel.

44.24

De versterkende bepalingen terat ... ki en oras ... ki (§ 43.12) kunnen, in tegenstelling tot de determinanten uit § 44.21, niet met een geverbaliseerd additief gecombineerd worden. Wel kan er gekozen worden voor een versterkend pred.add., bijvoorbeeld:

Kost sért hordâe graviy.
(niet: * Kost sért terat hordâe ki.1)

Mijn huis is heel mooi.
Petriy yspare purfillus fes pramts.
(niet: * Petriy oras yspare ki fes pramts.1)
Petriy wordt verschrikkelijk dronken
op feestjes.

1Vergelijk de niet-geverbaliseerde varianten:

Kost sért melde terat hordâ ki.Mijn huis is heel mooi.
Petriy pónze terat ysp ki fes pramts.Petriy wordt ontzettend dronken op feestjes.

44.25   Tegenwoordige en voltooide deelwoorden

Van een geverbaliseerd additief kan slechts marginaal een teg.dw. op -lira worden afgeleid. Dit is feitelijk alleen grammaticaal als het teg.dw. een betr.vnw. vervangt, zoals besproken in § 100.50, of het voegw. den (zie § 100.68). Ook bij een exclamatief (een spontane uitroep, zie § 100.8) is een teg.dw. mogelijk. Bijvoorbeeld:

Nie gress ef moter, pónzalira tirdus hols. =
= Nie gress ef moter, tirdusaralira hols.
Ik zal de motor repareren, die gisteren kapotgegaan is.

Lerdu rafane, sener walo tindalira ôntjiyc lóf ef pijâ tof. =
= Lerdu rafane, sener walo ôntjiycÿnalira lóf ef pijâ tof.
Lerdu vertelt dat zijn zoontje de hele dag lastig gebleven is.

Dena efanty meldelira ôntjiyc! = Dena efanty ôntjiycelira!
Wat is dat kind lastig!

In andere gevallen is een teg.dw. onmogelijk, of marginaal mogelijk, zoals:

(1)* ef tirduselira moter"de kapot-zijnde motor"
(2)* ef ôntjiycÿnalira efanty"het lastig gebleven-zijnde kind"
(3)? ef ÿrbÿrelira meraterde strenge man (op dit moment streng;
lett. "de streng-zijnde man")

Constructie (1) kan eenvoudig vervangen worden door het oorspronkelijke additief: ef tirdus moter (de kapotte motor), en in plaats van (2) is een bijstelling mogelijk, bijvoorbeeld: ef efanty, tindalira ôntjiyc (het kind dat lastig gebleven is). Zin (3) is eventueel mogelijk om te contrasteren met ef ÿrbÿr merater (de strenge man = streng van aard), zie ook § 100.19.

44.26

Geverbaliseerde additieven hebben geen volt.dw.-afleiding (zie ook Blok 101.3). Bijvoorbeeld:

(1)* ef tirdusor moter"de kapot-geweeste motor"
(2)* ef ôntjiycÿnor efanty"het lastig-gebleven kind"
(3)* ef efantys, ôntjiycâx lóf ef pijâ tof"de kinderen, lastig-geweest de hele dag"
(4)* ef efanty, ôntjiyc lóf ef pijâ tof"het kind, lastig-geweest de hele dag"

Merk op dat er in (4) sprake is van een bijgesteld volt.dw. waarbij een suffix ontbreekt. De vorm ôntjiyc is dus niet alleen de gramst. van de verbalisering ôntjiyce (lastig zijn) (zie ook de voorbeelden in § 101.8), maar tegelijkertijd ook het additief waarvan ôntjiyce is afgeleid.


TOP
<< Hoofdstuk 43 | Hoofdstuk 50 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands