Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 152 | Hoofdstuk 161 >>
16. Idioom

160. Idiomatische uitdrukkingen


Opbouw van dit hoofdstuk:
  1. Grammaticaal correcte constructies
  2. Constructies die niet volgens de gangbare grammaticaregels zijn gevormd
  3. Bijzonder voorzetselgebruik
  4. Prepositionele werkwoorden
  5. Voorzetsel-uitdrukkingen
  6. "Light verbs"
  7. Eufemismen
  8. Beleefdheidsfrases en andere vaste frases
  9. Krachttermen, scheldwoorden, vloeken
  10. Bijzondere constructies met een teg.dw.
    1. Idiomatische -lira-suffigering bij willekeurig werkwoord
    2. Idiomatische werkwoorden met -lira

160.1   Algemeen

We spreken van een idiomatische uitdrukking als een constructie aan één van de volgende omschrijvingen (of aan beide) voldoet:

  1. Een constructie bevat een grammaticale bijzonderheid die niet verklaard kan worden middels de grammaticaregels die in alle voorgaande hoofdstukken zijn beschreven.
  2. Een constructie heeft een andere betekenis dan men op grond van de reguliere betekenissen van de elementen binnen die constructie zou vermoeden.

Veel vakjargon kan ook tot het idioom gerekend worden. Het gaat dan om uitdrukkingen met een zeer specifieke betekenis die alleen bekend zijn binnen een bepaalde beroepsgroep, en vaak ook nodig zijn om nuances uit te drukken die buiten het specialisme niet relevant zijn. Zo is frojâsper het gangbare woord voor 'injectiespuit', maar artsen hebben het onderling over een stiyk, dat letterlijk 'scherpe punt' of 'stekel' betekent.

Een bijzonder soort idiomatische uitdrukkingen zijn de ideoantoniemen; dat zijn woorden die twee tegengestelde betekenissen in zich verenigen, zoals bôlf dat zowel 'groot' als 'klein' kan betekenen. Welke van de twee polen wordt bedoeld, wordt op idiomatische wijze tot uitdrukking gebracht. Ideoantoniemen worden behandeld in Hoofdstuk 161.

Ook spreekwoorden en gezegdes kunnen tot de idiomatische uitdrukkingen gerekend worden: zij betekenen immers iets anders dan op grond van de betekenis van de afzonderlijke elementen voorspeld kan worden, en voldoen daarmee aan type 2. Een overzicht van spreekwoorden en gezegdes is opgenomen in Hoofdstuk 162.

Voor zover het de semantische kant (betekenis) van idioom betreft, is een woordenboek de aangewezen bron. De analyse van de syntactische eigenschappen van een idiomatische uitdrukking hoort echter in dit grammaticaboek thuis. Dat is dan ook de focus in dit hoofdstuk.

De letterlijke vertalingen staan overal tussen "  ". Dit hoeft niet altijd correct Nederlands te zijn.

160.2

Een voorbeeld van een idiomatische constructie die aan beide omschrijvingen voldoet is:

(1)Gress perke lardelira.Ik heb honger.

Want:

  1. Normaliter wordt het hulpwerkw. perke gevolgd door de infinitiefmarkeerder beri, zoals in: Gress perke beri larde (Ik moet eten). In (1) ontbreekt beri.
  2. De elementaire betekenis van perke is 'moeten', en van lardelira is dat 'etende [zijn]'. We zouden dus verwachten dat zin (1) als "ik moet etende zijn" begrepen zou moeten worden. De werkelijke betekenis (ik heb honger) is niet te voorspellen, en daarom idiomatisch.

160.3

In dit hoofdstuk worden de idiomatische constructies als volgt ingedeeld:

  1. Grammaticaal correcte constructies (vanaf § 160.4)
  2. Constructies die niet volgens de gangbare grammaticaregels zijn gevormd (vanaf § 160.8)
  3. Bijzonder voorzetselgebruik (vanaf § 160.10)
  4. Prepositionele werkwoorden (§ 160.14)
  5. Voorzetsel-uitdrukkingen (vanaf § 160.15)
  6. "Light verbs" (vanaf § 160.17)
  7. Eufemismen (vanaf § 160.23)
  8. Beleefdheidsfrases en andere vaste frases (vanaf § 160.25)
  9. Krachttermen, scheldwoorden, vloeken (vanaf § 160.27)
  10. Bijzondere constructies met een teg.dw. (vanaf § 160.32)

Merk op dat categorieën elkaar kunnen overlappen.

160.4   ad § 160.3   A. Grammaticaal correcte constructies

Veel idiomatische uitdrukkingen zijn feitelijk gewone woorden of (delen van) zinnen, maar ze moeten niet letterlijk opgevat worden (en dat kan soms ook niet). Ook uitdrukkingen en gezegdes kunnen tot deze groep gerekend worden, maar die drukken meestal een speciale "levenswijsheid" uit, en worden geïsoleerd gebruikt. Bijvoorbeeld:

(1)Ef menester riffa pip vÿr uas-tegts
lóf ef furtmink.
De minister heeft de afgelopen week al vijf
blunders begaan. ("... heeft al vijf ganzen-
knikken gemaakt")
(2)Eup paine riyfain kruttsoza fes
ef môjôla-šupa.
Ze doet altijd gekruide worst in de erwtensoep.
("molenaarssoep")
(3)Ef menesterer ulotos râdlare ef
nes-jûky
.
De aantijging van de minister doet de wenk-
brauwen fronsen. ("... tilt de neus-jukken op")
(4)Lerdu njebope blef ef gÿp.Lerdu is de pijp uit. ("Lerdu vaart achter de
horizon")
(5)Kirro tasse fes ef reltakô.We treffen het niet; het zit ons tegen. ("we
vallen in de fuik")
(6)Hols ef bidala lo eft gmoliy néfâc.Gisteren regende het pijpenstelen. ("gisteren
regende het als een lekke zeef")
(7)Óps melde pôr lo eft fors kaf ef
clamiða
.
Ze zijn zo arm als Job. ("... arm als een kikker
in het moeras")
(8)Stus mâdriye ef pât mintof ef
ÿtassos
.
Als het kalf verdronken is, dempt men de
put. ("men effent het pad na de valpartij")

In (1) en (2) zijn de onderstreepte woorden idioom: wat een "ganzenknik" is, is niet duidelijk, maar de idiomatische betekenis "blunder" is dat wel. Elke soep die door een molenaar gemaakt of gegeten wordt, kan weliswaar "molenaarssoep" heten, maar in de Spokanische cultuur is het duidelijk dat hier primair "erwtensoep" bedoeld wordt. Dergelijk subst.n kunnen in elke reguliere grammaticale constructie gebruikt worden: als subject, als object, in een voorz.bep., enzovoort.
In (3) zijn feitelijk twee idiomatische constructies gecombineerd: nes-jûk (wenkbrauw) is idiomatisch (lett. "neus-juk"), en râdlare ('optillen, oplichten') krijgt samen met nes-jûky de idiomatische betekenis 'fronsen'.
In (4), (5) en (6) zijn de onderstreepte delen idioom: ze kunnen op allerlei wijzen gebruikt worden: in de def.tijd, in de toek.tijd, in een vragende zin, in een ontkenning ed. Alleen gaat het nooit om de letterlijke betekenis "achter de horizon varen", "in de fuik vallen" of "regenen als een lekke zeef".
In (7) is alleen de vergelijkende constructie idiomatisch ("arm als ..."); het werkwoord valt er dus buiten. Veel van dergelijke vergelijkingen (met lo (als)) zijn idiomatisch. Zie ook § 143.55.
Daarentegen is (8) een vaste constructie die niet ingepast kan worden in een grotere zin. Het is al een zin op zichzelf en drukt niet zozeer een bepaalde SvZ met betrekking tot andere elementen uit, als wel een bepaalde wijsheid die refereert aan een bepaalde context. Een selectie van spreekwoorden en gezegdes staat in Hoofdstuk 162.

160.5

Veel uitdrukkingen met een idiomatische lezing kunnen ook gangbaar zijn in een letterlijke context. Vergelijk:

krosevan de hak op de tak springen ("oversteken (v.
straat); van het ene punt naar het andere gaan")
epðaongenietbaar, humeurig ("bewolkt")
mûle-eitwrat ("mollenoog")
kval-knociybalein ("walvisbot")
ef tôrte tygtja ef frumas rifo rastiemand tegen de schenen schoppen (lett. en fig.)
ef pilde fes ef ubaralotaan de dag leggen (tonen) ("het in de voederbak
leggen")
ef vlemóte eft cômatiy lâmbede handen ineen slaan (iets gezamenlijk onder-
nemen) ("een gemeenschappelijk lam slachten")
ef paine fes ef ékupiyop slot zetten (blokkeren) ("in de vossenklem
zetten")
Eft léeja menkerate furt groft lomkâ.Hij heeft een bord voor zijn kop. ("Er hangt een
gordijn voor zijn gezicht")
ef zâre fes eft smylzeer afgelegen wonen ("in een hutje wonen")
ef feldre kaf ef tildâ ferduhet slecht hebben ("op een slechte stoel zitten")
Ef sen wencate kusamat ef qurs.Het loopt anders dan we gedacht hadden/dan
het plan was. ("het [schip] ligt uit de koers")
ef lelperre pert pôrtjôsta fes sener
crót1
veel op zijn kerfstok hebben ("veel gestroopte
dieren in zijn weitas hebben")
Eup lelperre eft tustu fes ef horp.2Ze is zwanger. ("ze heeft een ei in het nest-
kastje") (vgl. Eng. a bun in the oven) (positief
bedoeld)

1Ook variaties zijn mogelijk, zoals Do lelperre nÿf pôrtjôsta fes sener crót (Hij heeft niets op zijn kerfstok).


2In het kinderboek Jenvaex ef âtventuriys (Jenva's avonturen) van Basyll Irjen (1962) staat een passage hoe een meisje een nestkastje ophangt en vervolgens geregeld gaat kijken of er een ei in ligt. Als dat zo is, is ze teleurgesteld dat het niet uitgebroed wordt, omdat de vogel telkens gestoord werd als zij ging kijken. In het boek staat: Mintof ten hertels eup lelperre melkari eft tustu fes ef horp (Na twee maanden had ze eindelijk een ei in het nestkastje). Deze zin werd door sommige volwassenen in een kinderboek als onbetamelijk beschouwd, omdat ze in eerste instantie aan het idiomatische "zwanger zijn" dachten.

160.6

Veel uitdrukkingen met een idiomatische lezing kunnen niet of moeilijk letterlijk geïnterpreteerd worden. Vergelijk:

ef zirde lef pjéns ur bjôlnsop water en brood zitten ("met wortelen en
bonen liggen")
Do poire fes eft ielba siyclo.Hij leeft op grote voet. ("hij leeft in een rijke
cirkel")
luft slapelira armâtatvoor dag en dauw ("bij slapend licht")
ef utfin loinde globale richting ("de brede richting")
ef rafane na ef kôbo égdeiets vertellen dat iedereen al weet; oude koeien
uit de sloot halen ("vertellen hoe de zon
opkomt")
ef quÿare lef koffon hentsmet lede ogen toezien ("met dode handen
afwachten")
Ef nâs-ûemos pânte ânt gress.Het is een pak van mijn hart. ("het herademen
tocht binnen mij")
ef azerše flaju fes ef éleppiets in het oor knopen ("iets in de navel
planten")
ef monchare ef huch kaf ef krurin een zeer oud [verwaarloosd] huis wonen
("de overwinning op de muur vieren")
ef chiype armt raster snulsiemand een steek onder water geven ("in
iemands nieren knijpen")
ef prap fesoume luft Brefcôch1bij de pakken neer gaan zitten ("zich overgeven
aan Brefcôch")
Kost miyparos nert kaine, den ...Het komt niet in me op om ... ("mijn gedachte
wordt niet wakker, dat ...")
Ef kleter vâkumm revuse beri ÿazje
pip mintof ér tof.
De nieuwe stofzuiger verdomt het al na één dag.
("de nieuwe stofzuiger weigert al na één dag
onderdanig te zijn")

Het zal duidelijk zijn dat er een grijs gebied bestaat tussen enerzijds constructies die uitsluitend als idioom geïnterpreteerd kunnen worden, en anderzijds constructies die ook letterlijk op te vatten zijn. Er zijn vaak contexten denkbaar waarin een niet voor de hand liggende letterlijke interpretatie toch mogelijk is, zoals in het voorbeeld Eup lelperre eft tustu fes ef horp (Ze heeft een ei in het nestkastje ~ Ze is zwanger) in de vorige paragraaf.


1Brefcôch is de personificatie van de Slechte Dingen.

160.7

Ook al voldoen idiomatische uitdrukkingen aan de grammaticaregels, dat betekent nog niet dat zulke uitdrukkingen onbeperkt gemodificeerd kunnen worden. Zo kan de uitdrukking ef trekke kûltâs (in het oog lopen = opvallen; lett. "blikken trekken") wel nader gespecificeerd worden voor tijd of modaliteit, of een negatie krijgen, maar niet gepassiviseerd worden. Ook kan het meervoudige kûltâs niet in het enkelvoud gezet worden of nader bepaald worden door een additief. Vergelijk:

(1)Groft agreseff ocÿrma trekke kûltâs
vufâfâ.
Zijn agressieve gedrag loopt steeds meer in
het oog; ... begint steeds meer op te vallen.
(2)* Kûltâs trekkelije vufâfâ pai groft
agreseff ocÿrma.
("zijn agressieve gedrag wordt steeds
meer door blikken getrokken")
(3)Belt brechtiyn nert tóte beri trekke
kûltâs.
Haar litteken schijnt niet op te vallen.
(4)Groft ustjâger-ðâklens di trekku
kûltâs kva.
Zijn oplichterspraktijken zullen ooit in
het oog lopen.
(5)? Trekke groft ustjâger-ðâklens
kûltâs kva.
(idem)
(6)Ef pârc trekke oras kûltâs yargeloh
ef lutt én bârÿr mirrâtats.
Het park trekt erg de aandacht vanwege
de kromme, paarse lantaarnpalen.
(7)* Ef pârc trekke hupster kûltâs
yargeloh ef lutt én bârÿr mirrâtats.
(idem)

Zin (2) is ongrammaticaal omdat de idiomatische uitdrukking hier als passief is weergegeven.
Zin (4) is correct, maar (5) is twijfelachtig omdat hier de constructie ef trekke kûltâs als het ware "uit elkaar getrokken" is door de inversie. Dit is bij vaste frases niet aan te bevelen.
In (6) wordt trekke versterkt met oras, wat acceptabel is. In (7) echter wordt kûltâs nader gespecificeerd met het add. hupster, wat ongrammaticaal is (evenals elk ander additief).
In het algemeen kan gesteld worden dat in zulke vaste uitdrukkingen het werkwoord op allerlei wijzen nader gespecificeerd kan worden, maar de bijbehorende elementen niet.

160.8   ad § 160.3   B. Constructies die niet volgens de gangbare grammaticaregels

zijn gevormd

Veel idiomatische uitdrukkingen verraden zich als zodanig doordat ze niet aan grammaticale conventies voldoen. Enkele voorbeelden:

(1)Ef senjos qugle eft côšos ón gress.Het gezeur hangt me de keel uit.
("het gezeur veroorzaakt kotsen
bij mij" = "doet mij kotsen")
(2)Zirde gress fes helle.Ik ga een dutje doen. ("ik zal in dutje
liggen")
(3)Eup nuta lef kalómba.Ze luisterde met aandacht.
(4)Ef prusot vende kaf klarbÿr.De rivier treedt buiten haar oevers.
("... stroomt op oever")
(5)Fitpert tiyns fitpert miyparosz.Zoveel hoofden zoveel zinnen.
("zoveel wezens zoveel gedachten")

In (1) is côšos een stoff.subst., maar toch krijgt het hier het onb.lidw. eft. In (2) zou je het lidwoord eft bij helle verwachten. Verder is het gebruik van zirde (liggen) hier opvallend. Ook als iemand zittend een dutje doet, wordt zirde gebruikt; een uitdrukking als *ef feldre fes helle ("in dutje zitten") bestaat niet.
In (3) ontbreekt het lidwoord ef; hier is ef nute lef kalómba (met aandacht luisteren) een vaste frase. Vergelijk dit met Eup nuta lef ef kalómba rifo eft strônc (Ze luisterde met de aandacht van een boomstronk), waarmee bedoeld wordt dat ze in het geheel niet luisterde. Kalómba is een abstr.subst. dat normaliter altijd een lidwoord vereist (zie ook § 50.5).
In (4) ontbreekt het lidwoord ef en wordt het voorz. kaf gebruikt; vergelijk de letterlijke betekenis van armt ef klarbÿr (aan/op de oever).
In (5) zien we het add. fitpert (zoveel) dat uitsluitend in deze uitdrukking wordt gebruikt, en nooit in een grammaticaal regelmatige constructie. Ook is de betekenis van tiyn hier opvallend: 'wezen, mens'. Verder gaat het om een elliptische constructie zonder predicaat.

160.9

De afwezigheid van een lidwoord waarmee het idiomatische karakter tot uitdrukking komt, vinden we bijvoorbeeld ook bij:

armt plâksiyin de verte ("aan verte")
fes loin helkaramet het oog op ("in richting naar")
opast rifo jaðozenuwstelsel ("vertakking van zenuw")

Voor meer voorbeelden, zie ook § 50.5. Zie ook § 160.15 voor voorzetsel-uitdrukkingen.

160.10   ad § 160.3   C. Bijzonder voorzetselgebruik

De keuze voor een voorzetsel is zo vaak arbitrair dat we nauwelijks van "idiomatische uitdrukkingen" kunnen spreken. Het gaat er eerder om dat voorzetsels per definitie idiomatisch zijn indien er geen letterlijke betekenis aan toe te kennen is. Dikwijls vereist een bepaald werkwoord een specifiek voorzetsel, terwijl andere werkwoorden een "regelmatig" voorz. kennen. Vergelijk:

a.Pilten ef fijânta fes eft vloja oljyvojel.Leg het vlees in wat olijfolie.
b.Lâgynen ef fijânta kaf eft vloja oljyvojel.Braad het vlees in wat olijfolie.

In a. staat het regelmatige voorz. fes met de primaire betekenis 'in'. In b. wordt, in combinatie met "braden" het voorz. kaf (op) gebruikt.
We kunnen ons afvragen in hoeverre lâgyne kaf beschouwd moet worden als een prepositioneel werkwoord. Het feit dat kaf alleen gebruikt wordt in combinatie met olie of boter waarin het vlees gebraden wordt, terwijl lâgyne wel met andere voorzetsels samen kan gaan (zoals in Lâgynen ef fijânta fes ef furnako/eft rucc (Braad het vlees in de oven/een braadpan)), is een indicatie dat we niet met een prepositioneel werkwoord te maken hebben, maar dat de keuze voor kaf veeleer bepaald wordt door de olie of de boter, en niet door de handeling van het "braden".

160.11

Vergelijk ook:

a.Dur polišo-otos melde kaf ef mirra.Er staan drie politieauto's op straat/in de straat.
b.Dur polišo-otos melde fes ef lirrotiy.Er staan drie politieauto's op het plein.

De keuze tussen kaf en fes is ook hier arbitrair en afhankelijk van "straat" of "plein'. Evenals trouwens de keuze tussen op en in in het Nederlands, waarbij ook het lidwoordgebruik (op straat ~ in de straat) een idiomatisch gegeven is.

160.12

Dat constructies met voorzetsels dikwijls een idiomatische aangelegenheid zijn, blijkt wel uit de vaak arbitraire keuze voor een voorzetsel. Zo spreken we van een gat in een emmer en de sterren aan de hemel, terwijl het Spokaans kiest voor eft klafas mip ef amâr ("een gat uit de emmer") en ef plinkers kaf ef avyro ("de sterren op de hemel"). Zie ook de volgende voorbeelden:

(1)ef klafas mip ef amâr/busiy/zillepiphet gat in de emmer/mouw/het dak
(2)eft utfin milt armt ef brÿdâ/
kÿponfâsto/bof-jénsz
een brede zoom in het laken/de handdoek/
de broekspijpen
(3)ef finlandes ambâšederr furt Belgano1de Finse ambassadeur in België
(4)ef plinkers/epes/avyro-ârc kaf ef
avyro
de sterren/wolken/regenboog aan de hemel
(5)ef huron-iystenôsta/ðâftyiys/
bankresz fes ef lirrotiy
de bloembakken/kastanjebomen/bankjes
op het plein

In de onderstreepte delen wordt het voorz. bepaald door de bijbehorende entiteit.
In (1) en (2) kunnen we de entiteiten variëren waarin het gat resp. de zoom zit. In (3) kunnen we de landen variëren waar een ambassadeur benoemd is. In (4) en (5) gaat het om een vaste voorz.bep. en kunnen we de entiteiten variëren die daaraan gerelateerd zijn. Merk op dat 'op het plein' vertaald wordt met fes ef lirrotiy, terwijl 'op de straat' het "regelmatige" voorzetsel kaf krijgt: kaf ef mirra.


1Vergelijk ook het Engels: the ambassador of Finland to Belgium. Het Nederlands drukt met 'in' uit in welk land de ambassadeur zich bevindt; het Spokaans drukt met furt (voor) uit voor welk land de ambassadeur benoemd is; het Engels drukt met 'to' uit naar welk land de ambassadeur is gezonden.

160.13

Een bijzonder geval is:

(1)Kaf ef sÿrt, kaf té ef pasâla melde ral,
eft hupster ðâftyiy meldo kva.
[Daar] waar nu de moestuin is, stond
ooit een grote kastanje.

In (1) wordt kaf ef sÿrt als een idiomatische constructie opgevat (eigenlijk alleen betekenend: "aldaar"), waarbij sÿrt níét gemarkeerd wordt met ki, ondanks het feit dat sÿrt het antecedent is van het betr.vnw. . Als letterlijk bedoeld wordt "[op] de plaats/plek, waar ...", dan wordt sÿrt wel als zodanig gemarkeerd:

Kaf ki ef sÿrt ef lekk meldo, ef zeffstâ
prabara té.
Op de plek, die de getuige heeft aangewezen,
lag het lijk.
Do nert nucersÿrtavy ki ef sÿrt, kaf té
do enn ef lekk delpe.1
Hij wil niet de plek verklappen waar (lett.
"waarop") hij het lijk heeft begraven.

Ook kusama, kaf té (daar waar ...) is niet volgens de reguliere grammaticaregels, omdat refereert aan het add. kusamass (dus niet aan een subst.).


1In de spreektaal kan kaf té ook door ÿr (waar) vervangen worden: Do nert nucersÿrtavy ki ef sÿrt, ÿr do enn ef lekk delpe. Zie ook § 124.37–38a.

160.14   ad § 160.3   D. Prepositionele werkwoorden

Bij veel werkw.n hoort een vast voorz. waarvan de letterlijke betekenis niet altijd aan de orde is. Soms krijgt een werkw. een specifieke betekenis als het met een vast voorz. wordt gecombineerd. In § 80.25–29 en § 141.115–121 zijn de prep.werkw.n uitgebreid besproken. Nu focussen we op de gevallen waarin het werkw. zónder voorz. een andere betekenis heeft dan de prepositionele tegenhanger, want in dat geval is de betekenis van het werkw. dankzij het vaste voorz. geïdiomatiseerd. Bijvoorbeeld:

(1)lâvetsée ~ prap lâvetsée luftinschepen ~ inspelen op ("zich inschepen bij")
(2)rovrete ~ rovrete armtlief zijn ~ (fig.) delen in (de vreugde ed.)
(3)zerfe ~ zerfe kura flaju1zien/kijken ~ kijken naar iets (= onderzoeken)
("kijken over")
(4)arvende ~ arvende mitai2voorbijgaan, passeren ~ trekken door (een streek)
(5)ðobiyre ~ ðobiyre A lo Bplaatsen, [neer]zetten ~ A voorstellen als B
("A plaatsen als B")
(6)farte ~ farte âst3lopen ~ ingaan tegen ("lopen tegen(over)")
(7)farte ~ farte furt flaju4lopen ~ iets gaan halen ("lopen voor")
(8)kafpaine ~ kafpaine helkara rastin actie komen, handelend optreden ~ iemand
bedreigen

1Vergelijk (3) met zerfe helkara flaju, met de letterlijke betekenis 'kijken naar iets'.


2Vergelijk:

a.Ef tupplip-chebos arvende ef hordaos
towâltaÿ.
Het reisgezelschap passeert het
prachtige bosgebied.
b.Ef tupplip-chebos arvende mitai ef
hordaos towâltaÿ.
Het reisgezelschap trekt door het
prachtige bosgebied.

Bij a. laat het gezelschap het bosgebied links (of rechts) liggen; bij b. trekken ze er dwars doorheen.


3Figuurlijk, zoals in: Do farte âst kost šÿrtyc (Hij gaat tegen mijn voorstel in).


4Voornamelijk op het platteland, met betrekking tot primaire levensbehoeften, zoals Ef ûstoukér farte furt knurfel (De boerenmeid is water gaan halen; De boerenmeid gaat om water), of Do farta furt kôre (Hij heeft brandhout gehaald).
Een zin als Farte gress furt bjerr (Ik zal bier gaan halen) moet beschouwd worden als populair taalgebruik ("studententaal") met de suggestie dat bier een primaire levensbehoefte is.

160.15   ad § 160.3   E. Voorzetsel-uitdrukkingen

Voorzetsel-uitdrukkingen zijn uitgebreid besproken in Hoofdstuk 142.
Een voorz.uitdr. bestaat uit een vaste (geïdiomatiseerde) combinatie van enkele woorden, die samen als voorz. fungeren. Vaak gaat het om een voorz.bep. die tezamen met een ander voorz. in zijn geheel het karakter van een voorz. heeft. Voorz.uitdr.n voldoen vaak niet aan de algemene grammaticaregels. Bijvoorbeeld:

(1)armt nutter fes ...in het noorden van ...
(2)lef respektere ón ...met respect voor ... ("met respecteren aan")
(3)luft ef baniyle kura ... uit angst/vrees voor ... ("bij het bang-zijn over")
(4)ef melde fes ef lire ort ...vertrouwd zijn met ... ("in het vertrouwen voor")

Het abstracte subst. nutter (noorden) vereist een lidw., maar in de voorz.uitdr. in (1) ontbreekt een lidw. In (2)–(4) zijn de onderstreepte woorden een infinitief. Volgens de grammaticaregels kan een infinitief niet zonder meer met een voorzetsel gecombineerd worden, maar is deverbalisering nodig (Hoofdstuk 126). We zouden dus vormen verwachten als: lef ef ÿrrespekteros ón, luft ef ÿbaniylos kura en fes ef ÿliros ort. Vanwege het geïdiomatiseerde karakter wordt van een grammaticaal correcte vorm afgeweken.

160.16

Dat een voorz.uitdr. zich als een voorz. gedraagt, blijkt ook uit de mogelijkheid om de gehele uitdrukking door het dode voorz. âs te vervangen:

Ef bjeltafiy sen feste fes ef quanka rifo
kost tubôs, tûre âs gress quandro.
Het contract is opgesteld op naam van
mijn vrouw, maar niet van mijzelf.

Hier vervangt âs het hele onderstreepte deel, en niet alleen fes of rifo. Merk op dat het vette van in de Nederlandse vertaling níét het hele onderstreepte deel vervangt, maar alleen een herhaling is van "van".

Het is evenmin mogelijk om het voorz. binnenin een voorz.uitdr. door âs te vervangen:

Tu zâlbinasât ef letra helkara ef mennofiss,
ur dus helkara/*âs ef aderessôs rifo ef prest.
Je moet de brief naar het hoofdkantoor
sturen, en dan ter attentie van de directeur.

Omdat het onderstreepte deel een voorz.uitdr. is, kan hier helkara niet vervangen worden door âs, ook al is het een herhaling van het vette helkara.
Zie ook § 142.5–6 voor deze materie.

160.17   ad § 160.3   F. "Light verbs"

Veel idiomatische uitdrukkingen bevatten een "light verb", oftewel een werkw. met een zwakke of afwezige semantische inhoud. Hoe het werkw. geïnterpreteerd moet worden, is alleen afhankelijk van de combinatie met de overige elementen van de constructie. Een bekend voorbeeld is qugle, waarvan de basisbetekenis 'veroorzaken' is, maar op talloze manieren vertaald kan worden, bijvoorbeeld:

ef qugle eft feninner1een feestmaal aanrichten
ef qugle sgâtos ón rastiemand schade berokkenen
ef qugle ânkest ón rastiemand angst inboezemen
ef qugle eft šark fes kuraroitoseen land inlijven
ef qugle kviksiâ/riskašogevaar/risico lopen
ef qugle flaju lo tijâiets opmaken, opgebruiken
Mittof qugle stôt.2Dat is des te erger.
Tu krosât, quglelira noi pónze eft
moplariy.
Je moet oversteken zonder een ongeluk
te krijgen.

In het laatste voorbeeld geldt quglelira noi als typische -lira-constructie; zie hiervoor § 160.50.


1En niet: ef ciyfe eft feninner, vergelijk: ef ciyfe/qugle sgâtos (schade aanrichten).


2Stôt is de vergr.trap van ubâfta (echt, erg) en treedt ook op in constructies als stôt hupster (veel groter), Ef mimpit melde stôt mikar dus gress miypo (Het boek is [nog] veel duurder dan ik gedacht had), en dergelijke. Terwijl in het Nederlands het primaire additief een vergrotende trap krijgt, wordt in het Spokaans de (onregelmatige) vergr.trap van het versterkende element ubâfta gebruikt.

160.18

Ook paine (doen) is typisch een light verb, vaak voorkomend in een -lira-constructie:

(1)Do paina leldelira ef habilem.Hij heeft het handig aangepakt.  (zie
§ 160.45)
(2)Eup paina nutelira lef kalómba.Ze deed net of ze met aandacht luisterde.
(zie § 160.35)
 Gress paine ef ur gritse sener frera.Ik ga mijn broer vermoorden. (dreigement)
 Tu sen nert painât lef dena mûle-eit.Je moet niet aan die wrat zitten.
 Aftel tu di painu eft spéše?Ga je een toespraak houden?
 Aftel tu painavy eft xedira furt gress?Wil je me een kus geven?

In (1) is het gehele onderstreepte deel een vaste idiomatische constructie. In (2) valt nute buiten de constructie, want hier kan elk werkw. toegevoegd worden, bijvoorbeeld Do paine tiffelira eup (Hij doet net alsof hij haar kent).1


1Zin (1) kan ook opgevat worden als zijnde een constructie analoog aan (2), met andere woorden, er wordt bedoeld: "Hij deed net of hij het handig pakte/greep", waarbij leldelira dus de letterlijke betekenis "pakken, grijpen" behoudt. Uit de context valt meestal wel op te maken welke van de twee betekenissen bedoeld wordt.

160.19

Verscheidene idiomatische uitdrukkingen zijn gevormd met het werkw. vende waarvan de basisbetekenis 'gaan' is. Ook dit kan in veel opzichten als een light verb beschouwd worden, zoals in:

Ef karé vende njebope.Het schip loopt van stapel. ("gaat varen")
Óps vende lelperre furt eft sailka.Ze sparen voor een zeilboot. ("gaan bezitten")
Ef clumâ vende vereste.De menigte barst in gejuich los. ("gaat juichen")
Ef ollstovy vende kaf ef dufja.De kermis loopt storm. (wordt druk bezocht;
"gaat op de duivel")
Vende gress hennâ, den pónze ef.Ik zal het zien te krijgen. (moeite doen; "ik zal
erheen gaan dat ik het krijg")
Do vende fes ef kleter musts.Hij heeft zijn nieuwe schoenen aan. ("hij
gaat/loopt in de nieuwe schoenen")

In de eerste drie voorbeelden is sprake van het beginnen van een handeling, maar de precieze betekenis is gelexicaliseerd. Merk op dat "beginnen te" of "gaan te" normaliter niet met vende wordt uitgedrukt maar met bijvoorbeeld finne, gevolgd door een met beri gemarkeerde infinitief. Een zin als Ef karé finne beri njebope betekent dus 'Het schip begint te varen; het schip gaat varen'. Een zin als Ef clumâ finne beri vereste betekent dus 'De menigte begint te juichen', wat een minder sterke reactie is dan "in gejuich losbarsten".

160.20

Melde (zijn; zich bevinden) wordt als existentieel hoofdwerkw. gebruikt, en is een light verb want het heeft geen semantische inhoud, anders dan dat het aangeeft dat "iets ergens aanwezig is":

Ef merater melde fes ef arâbe.De man is in de tuin. (hij kan er lopen,
zitten, liggen etc.)
Ef mimpit melde kaf ef kelbra.Het boek ligt op tafel.
Ef vasa melde fes ef feldariy.De vaas is/staat in de kast.
Ef la'ymôr platiranu melde fes ef
lardanomit.
Het kostbare schilderij hangt in de
eetkamer.

Bij zaken (voorwerpen) kan het neutrale melde vervangen worden door een meer specifieke plaatsaanduiding als zirde (liggen), giffe (staan), menkerate (hangen) ed., indien er sprake is van een uitzonderlijke positie:

Ef mimpit giffe kaf ef kelbra.Het boek staat op tafel.
Ef vasa zirde fes ef feldariy.De vaas ligt in de kast.
Ef la'ymôr platiranu giffe fes ef
lardanomit.
Het kostbare schilderij staat in de
eetkamer.

160.21

Merk op dat zinnen als

? Ef mimpit zirde kaf ef kelbra.Het boek ligt op tafel.
? Ef vasa giffe fes ef feldariy.De vaas staat in de kast.

in het Spokaans vreemd aandoen, omdat het "liggen" van een boek en het "staan" van een vaas niet als uitzonderlijke posities beschouwd worden. Daarentegen lijkt

Ef mimpit zirde kaf ef mimpit-nregtâ.Het boek ligt op de boekenplank.

wel acceptabel, omdat boeken op een boekenplank gewoonlijk staan.

Bij personen en dieren lijkt het gebruik van een meer specifieke plaatsaanduiding niet afhankelijk te zijn van de vraag in hoeverre een positie "uitzonderlijk" is. De volgende constructies zijn dus beide even acceptabel:

Ef merater giffe fes ef arâbe.De man staat in de tuin.
Ef merater zirde fes ef arâbe.De man ligt in de tuin.

160.22

Soms wordt expliciet zirde gebruikt als er van "staan" sprake is, of giffe als er van "liggen" sprake is. Dit bewust verkeerde (idiomatische!) gebruik drukt geïrriteerdheid uit, bijvoorbeeld:

Nert wempe-tûe ur zirde jazy!1
Sta/zit niet zo te zeuren! ("lig niet zo te zeuren")

Ef mimpit giffe kaf ef kelbra ón tu.2
Het boek ligt voor je neus op tafel. ("het boek staat op de tafel voor jou")

Stel de situatie dat Petriy samen met zijn vriendin Elsa op een receptie is en dat hij daar Lerdu ontmoet. Petriy neemt het Lerdu kwalijk dat deze Elsa niet opgemerkt heeft. Nu is het volgende gesprekje mogelijk:

Lerdu:Aftel tu melde mainkelot?Ben je alleen?
Petriy:Noft, Elsa zirde kusama.Nee, Elsa staat daar.

Met het verkeerde zirde (lett. "liggen") heeft Petriy aan Lerdu duidelijk gemaakt dat hij zich ergerde aan het feit dat Lerdu Elsa niet had opgemerkt.


1... ur zirde drukt hier een positie uit. Voor positionele werkw.n, zie § 81.58.


2Deze idiomatische uitdrukking wordt gebruikt om met (enige) irritatie aan te geven dat iets of iemand zich vlak voor iemands ogen bevindt. Het betreft hier de uitdrukking van een locatie, gevolgd door ón tu (aan/voor jou). In het Spokaans is het noemen van de locatie verplicht, maar in het Nederlands kan worden volstaan met "voor je neus". Vergelijk ook:

Lerdu:Kost weinoh-kliqu melde ÿr?Waar staat mijn glas wijn?
Petriy:Kusamat ef éttel ón tu![Naast het bord,] vlak voor je neus!

160.23   ad § 160.3   G. Eufemismen

Een eufemisme is een verzachtende, verbloemende of verhullende uitdrukking die gebruikt wordt in de plaats van iets wat als ruw of kwetsend gevoeld wordt, voor iets wat als een taboe gezien wordt of voor iets wat met een negatieve gevoelswaarde verbonden is. Eufemismen zijn per definitie idiomatische uitdrukkingen want de letterlijke betekenis van de constructie wordt nooit bedoeld. Enkele voorbeelden:

nâs-ôrganisašoreorganisatie; opheffing (= ingrijpende "sanering"
waarbij vele ontslagen vallen)
eft glitare diskušoeen openhartige discussie (= een flinke ruzie;
diplomatentaal)
ef Raterde Heer (= God)
Jess!; Jessa!Goh!; Jeetje! (uitroep v. enthousiasme, verbazing,
schrik ed.; eufemistisch voor "Jezus").
Ef tiffugbâl-korifers ef witt
âlbe-kest.
De voetbalvandalen hebben de kroeg verbouwd.
(sarcastisch: = geheel vernield)
Ef belt mittus melde ÿr?lett. "Waar is het kleine kamertje?" (= waar is het toilet?)
Do baniyle, do lelperrelira
ef kinâ rifo Neeftôs.1
lett. "Hij is bang dat hij de ziekte van Neeftôs heeft."
(= dat hij kanker heeft)
nesclénelett. "de neus snuiten" (= [liggen te] neuken)

Soms wordt een eufemistisch gebruikte uitdrukking tussen aanhalingstekens geschreven, om te benadrukken dat het niet letterlijk wordt bedoeld (bijvoorbeeld omdat het een "gelegenheidseufemisme" is, dus niet algemeen gangbaar), zoals in:

Ef menester tóto beri "erre".De minister schijnt zich "vergist" te hebben.
(= hij heeft een stomme beslissing genomen)
Mârje ef exâm pilde "noi terat
quista ki".
Mârje heeft het examen "niet geheel goed"
gemaakt. (= ze is gezakt)

Ook in de afdeling met krachttermen, scheldwoorden en vloeken (§ 160.27–31) zijn talloze voorbeelden van eufemismen te vinden.


1Neeftôs is de personificatie van de Dood en Ziekte.

160.24

Als een eufemisme te vaak gebruikt wordt, kan het zelf weer een taboewoord worden. Dan wordt er een nieuw eufemisme bedacht. Enzovoort. Dit verschijnsel staat bekend als een eufemistische tredmolen. Enkele voorbeelden van deze ontwikkeling:

blâcser > tôgéror > frofâler > eft netÿtyniy veldur > eft veldur lef eft mippâros
kreupele > invalide > gehandicapte > een beperkte persoon > een persoon met
   een uitdaging

mingatra > clenatjen > sért-yrgtina
werkster > schoonmaakster > huishoudelijke hulp

nyker > doffer > zutterer > zutter veldur
neger > zwarte > donkere > donker persoon

Merk op dat zutter veldur ook 'zuidelijk persoon' kan betekenen, zodat de associatie met de huidskleur geheel vermeden kan worden.

160.25   ad § 160.3   H. Beleefdheidsfrases en andere vaste frases

Het Spokaans kent talloze vaste frases om beleefdheid of andere vormen van sociale interactie uit te drukken. Het gaat hier vrijwel altijd om geïsoleerde constructies die niet op een grammaticale wijze in een groter verband zijn opgenomen – en soms zelf evenmin aan grammaticale regels voldoen (zoals fara quiste (alstublieft) dat letterlijk "als [het] goed is" betekent, waarbij het subject ef achterwege is gelaten).
We geven hier een selectie van veelvoorkomende frases (de vertalingen en gebruiksmogelijkheden zijn globaal aangegeven):1

K'mije!2Alsjeblieft!; Kijk eens! (bij geven: spreektaal)
K'mije [gert cafer]!2Alstublieft[, uw koffie]!; Kijkt u eens! (bij geven: beleefd)
Merdom!Alsjeblieft!; Ja graag! (bij accepteren: populair)
Merdišof indsom!Alstublieft!; Ja graag! (bij accepteren: zeer beleefd)
fara quiste (F.Q.)alstublieft; alsjeblieft (bij vragen, verzoeken: beleefd)
tevialsjeblieft (bij vragen: zeer informeel)

Missjeffô! (miss.)Dank u wel! (als je iets krijgt: beleefd)
Miss!Dank je wel!; Bedankt! (als je iets krijgt: informeel)
[Mittof] morde nert!Niets te danken! (als iemand "missjeffô" zegt)

Hajoice gÿrs?Hoe maakt u het?; Aangenaam kennis met u te
maken. (zeer formeel)
Gÿrs farte kol?Hoe maakt u het?; Hoe gaat het met u? (beleefd)
Tu farte kol?Hoe maak je het?; Hoe gaat het met je? (informeel)
Quista métos!Leuk je te zien! (informele begroeting)
Eft trojo ÿmateros.Aangenaam kennis [met u] te maken. (zeer formeel)

Fit elleria?Wat zegt u? (als je iemand niet verstaan hebt: formeel)
Hâje?Wat zegt u? (beleefd)
Fittel?Wat zeg je? (informeel)

Gÿrs ošume jazy?3Wat vindt u ervan?

Elleria!Neemt u me niet kwalijk! (verontschuldiging: beleefd)
SorrySorry!; Pardon! (verontschuldiging: informeel)
Âke siy!Sorry hoor! (onbeleefde manier van verontschuldigen;
alsof men het niet meent)

Lef jurestiyos! (l.ju.)Gefeliciteerd!; Gelukgewenst! (verjaardag, bijzondere
gelegenheid etc.)
Lef armtroos! (l.ar.)Gecondoleerd! (overlijden)
Quistarfinniy [fes
Spooksoliy]!
Welkom [in Spokanië]!
Ÿrðeff!Proost!; Op je gezondheid!
Helten!; Sigen!4Gezondheid! (o.a. bij niesen)
Bonarô bône!5Toi-toi-toi! (succes/sterkte wensen bij theater-
optreden)

Ef rât bzaéjer!Klaar is kees!; Dat is dat!; Die zit!; Ziezo! (uitroep
van voltooiing van iets; "de muis [is] gevangen")

Fes tof!Goedendag! (algemeen bij komen: officieel 4–22 uur)
Hato!Goedendag!; Tot ziens! (algemeen informeel bij
komen of weggaan)
Fes gurt!Goedemorgen! (bij komen: officieel 4–11 uur)
Fes fittas!Goedemiddag! (bij komen: officieel 11–17 uur)
Fes luppor!Goedenavond! (bij komen: officieel 17–22 uur)
Fes miskof!Goedenacht! (bij komen: officieel 22–1 uur)
Fes kÿl!Goedenacht! (bij komen: officieel 1–4 uur)
Carynn!Tot ziens! (informeel)
Tukst zerfelira!Tot ziens! (formeel, ouderwets)
Mip ef canazâ!6Tot ziens! (formeel; populair, zogenaamd formeel)

Kaftaren!Pas op!; Let op! (waarschuwing)
Zerfe ef tiyns!Kijk uit! (met de nadruk op kijken)
Cÿrtiy!Help!
Fes ef pjôl!Vertel op!; Kom op met je verhaal! (aansporing)

Folarra zurt melde?Hoe laat is het? ("welk uur is het?")
Tu pe kluft?Hoe heet je? ("wat heet je?")
Ef pât melde jola.Gaat uw gang. (iemand voor laten gaan, bijv. door
een deur; "het pad is vrij")

1In deze voorbeelden – en ook die in de volgende paragrafen – worden de constructies weergegeven met een hoofdletter als ze (meestal) als geïsoleerde uiting worden gebruikt (zoals in a.). Constructies met een kleine letter maken over het algemeen deel uit van een grotere zin (zoals in b.):

a.– Aftel gÿrs zecofe eft cafer-tašâ?
– Merdišof indsom.
– Wilt u een kopje koffie?
– Alstublieft.
b.Cjole-tûe ef argerat, tevi.Doe alsjeblieft de deur dicht.


2K'mije zonder nadere specificatie wordt als familiaire spreektaal beschouwd. In een meer beleefde context wordt altijd een uitbreiding toegevoegd, meestal in de vorm van wat er gegeven wordt.


3Dus niet: Gÿrs ošume kluft?, want dat wordt als onbeleefd beschouwd omdat de aangesprokene min of meer gedwongen wordt om een mening te geven.


4Helten ("gezondheid") wordt algemeen gebruikt, maar sigen ("gezegend") is specifiek voor rooms-katholieken.


5Letterlijk: "been breekt". Dit wordt achter het toneel gezegd tegen degenen die op het punt staan om op te treden. De Spokaanse uitdrukking is een leenvertaling van het Engelse break a leg. In het Duits zegt met Hals- und Beinbruch.


6Letterlijk: "uit het marmer", oftewel "ik wens je terug uit de marmergroeve". Een wens die vroeger aan arbeiders in steengroeven en aan mijnwerkers werd gedaan, maar vanaf halverwege de 19e eeuw ook in meer algemene zin wordt gebruikt.

160.26

Een bijzonder geval van vaste frases vinden we bij zogenoemde "opinie-sequenties" (zie § 150.102–104). Spokaniërs zijn zeer terughoudend met het geven van een mening, omdat de gesprekspartner in verlegenheid zou kunnen worden gebracht omdat deze niet om je mening heeft gevraagd.1 Door eerst te vragen of je je mening mag geven, kun je de gesprekspartner er als het ware alvast op voorbereiden. Dit vraag-en-antwoordspel kan op elliptische wijze worden gevoerd, waarbij de te gebruiken frases zeer idiomatisch zijn. Bijvoorbeeld: Rina gaat bij Kârle op bezoek en ziet dat hij een nieuwe bank heeft aangeschaft. Rina vindt dat een hele chique bank en wil dat graag tegen Kârle zeggen. Rina kiest nu voor een opinie-sequentie, bijvoorbeeld:

Rina:Eft kleter bankres! Kost mefrâ?Een nieuwe bank! Mijn mening?
Kârle:Kluft?Wat?
Rina:Graviy pirg!Ontzettend chic!

Zo'n sequentie van snelle, elliptische frases komt in Spokanische communicatie zo frequent voor, dat mening-gevers in een informele situatie vaak niet eens de uitgelokte vraag van de tegenpartij afwachten. Bovenstaande elliptische sequentie kan dan nog verder gereduceerd worden tot:

Rina:Eft kleter bankres! Kost mefrâ? – Graviy pirg!
 Een nieuwe bank! Mijn mening? – Ontzettend chic!

Andere varianten zijn, afhankelijk van de context en de relatie tussen meninggever en de tegenpartij, ook mogelijk, zoals:

Rina:Aftel tu tiffavy kost bax frópjÿ Petriy, jazy eft fit iftšormt hânc.2
 Wil je mijn oordeel weten over Petriy, toch zo'n vervelende vent.

Rina bedoelt hier te zeggen: "wat is die Petriy een vervelende vent", maar ze stelt feitelijk de vraag of ze een oordeel over Petriy mag vellen, waarbij ze niet afwacht wat de tegenpartij antwoordt, maar direct haar oordeel geeft, ingekleed in de idiomatische frase jazy ... fit ....

Zie ook § 110.79 voetnoot 1 over "ongevraagd je mening geven".


1Het betreft hier meningen met betrekking tot zaken waar de gesprekspartner min of meer direct bij betrokken is. Een mening over bijvoorbeeld het weer, in de trant van Purfillus wónzol melde! (Wat een verschrikkelijk weer!) is altijd acceptabel, want de aangesprokene zal zich niet verantwoordelijk voelen voor het slechte weer.


2Vergelijk dit met:

Rina:Aftel tu tiffavy kost bax frópjÿ Petriy, jazy meldelira teâk iftšormt hânc.
 Wil je mijn oordeel weten over Petriy, die toch zo'n vervelende vent is.

Hier suggereert Rina dat zowel zij als haar gesprekspartner (Kârle) van mening is dat Petriy een vervelende vent is. Dát is dus niet wat Rina kwijt wil. Kennelijk wil ze nog een ander oordeel vellen – iets wat Kârle nog niet weet. In dit geval zal Rina verwachten dat Kârle reageert in de trant van: Siy, vilt bax melde kluft dus? (Ja, wat is je oordeel dan?). Vervolgens komt Rina met een nadere kwalificatie van Petriy.


160.27   ad § 160.3   I. Krachttermen, scheldwoorden, vloeken

Krachttermen, scheldwoorden en vloeken vallen onder idioom omdat de letterlijke betekenis niet bedoeld wordt. Wat er wél bedoeld wordt, is een kwestie van conventie en moet dus in woordenboeken worden opgenomen. Een krachtterm wordt geuit door iemand die ergens van schrikt, zich pijn doet of ergens zeer ontevreden over is. Op die manier tracht men deze frustratie af te reageren. Bij het uiten van krachttermen is doorgaans niet de directe of idiomatische betekenis van belang, maar de gevoelens die de woorden oproepen.

De meeste krachttermen zijn korte uitroepen. Meestal bevatten zij aanstootgevende woorden of uitdrukkingen. Bij officiële gelegenheden zijn krachttermen dan ook taboe. Krachttermen zijn vaak gebaseerd op het noemen van geslachtsorganen (kut, klote); het verwijzen naar seksuele activiteit (fuck); of het noemen van lichaamsvloeistoffen of uitwerpselen (pis, stront, zaad, zeik, spuug). Ook is het noemen van een ziekte, zoals kanker, tering of tyfus, gangbaar (in het Spokaans minder algemeen dan in het Nederlands). Veel krachttermen worden in het dagelijks leven ook als pejoratieve bijvoeglijke naamwoorden of voorvoegsels gebruikt.
Voorbeelden:

£ Restânp!Verdomme!; Verdorie!
£ Côsse; CôssiyGetver; Gadverdamme (afkeer, walging, van
côše = kotsen)
£ Côssiy, stus paine gy klet korjândriy
fes ef spacetti.
Getver, ze doen hier verse koriander in de
spaghetti.
£ Âje!; Âjiy!Bah!; Jakkes! (vies; variant van ajir = vies)
£ Buss, do vreéða!Te gek, hij is geslaagd! (enthousiasme,
blijdschap)
Eft missis-tach!Wat een kutstreek!
Eft chÿt-tof meldelira!Wat een shitdag!
Gress cônsidere dena omâstây lo gûgû
chÿt.1
Ik vind die film absoluut shit.
Eft chÿt-kverf!Wat een klotezooi!
Eft lâcsulor tiffugbâl-tojesfsâ melda!Wat was dat een zeikerige voetbalwedstrijd!
Gress cônsidere mittof lo hiyðe-peskiy!Dat vind ik verdomd vervelend!
Ef zlabiyare côšelira ón gress.Ik ben het spuugzat.
(lett. "het verstomt kotsend aan mij")

De met £ gemarkeerde frases zijn typisch spreektaal en worden over het algemeen niet als aanstootgevend ervaren. Alleen deftige mensen met ouderwetse ideeën over taalgebruik zullen termen als restânp, côssiy of buss vermijden.


1 (absoluut, beslist) is hier geredupliceerd tot gûgû om meer emfase uit te drukken.

160.28

Een verwensing of belediging is niet hetzelfde als een krachtterm. Verwensingen en beledigingen (algemeen: scheldwoorden) zijn tegen een ander persoon gericht, terwijl een krachtterm slechts de onvrede over de situatie uitdrukt. Ook grove uitingen als "hou je bek!" of "sodemieter op!" kunnen we tot de scheldwoorden rekenen. Enkele voorbeelden van verwensingen:

Méte gert tômp! (vulg)Donder op!; Loop naar de hel!
Do kachiytiyst tu! (vulg)Loop naar de hel!
Texe dena beder! (vulg)Hou je bek!
Qufferte-tûe ef vasa na ef rašes!Blijf met je poten/tengels van die vaas af!

160.29

Niet alle scheldwoorden zijn even grof; we kunnen een onderscheid maken tussen "vulgair", "pejoratief", "populair" en zelfs "informele spreektaal", waarbij de laatste twee categorieën nauwelijks als scheldwoord worden gevoeld. Maar afhankelijk van culturele, religieuze of bevooroordeelde opvattingen kan een populaire uitdrukking door sommigen ook als scheldwoord worden opgevat of gebruikt. Een term als âgy (homo) zal over het algemeen niet als scheldwoord worden gevoeld (ook homo's gebruiken dit woord zelf). Maar als een paar boerenkinkels we âgy! (hé homo!) naar iemand roepen, is het wel degelijk de bedoeling om te schelden. Een uitroep als kost diô! (jeetje! o mijn god!) is algemene spreektaal geworden, al zullen streng gelovigen dit als een vloek bestempelen.
Voorbeelden van scheldwoorden (idioom omdat deze woorden ook een andere ("nette") betekenis kunnen hebben:

chÿt- (pop)klere-, klote-, rot- ("schijt")
missis- (vulg)klere-, klote-, rot- ("zwam; (giftige) paddenstoel")
idedrynjorgodsgruwelijk, godvergeten (als versterking) ("ontheiligd,
ontwijd")
eruptere (vulg)opdonderen, opsodemieteren ("uitbarsten" (v. vulkaan bijv.))
šute (vulg)opdonderen, opsodemieteren ("rooien" (v. bomen))
lâkrâtše (pop)jatten, pikken ("bezagen")
grâtare (vulg)jatten, pikken ("opknappen" (v. huis ed.))
fék, fras, zestiyc, blof-
studer, slâf-krûler
klootzak, hufter (zowel mn. als vr.: in toenemende
vulgariteit) (
blof-studer = paardenneuker; slâf-krûler =
etter/pus-wroeter)
mara-muter (pej)kankerlijer (zeer vervelende vent/vrouw) ("schurftig persoon")
jasug (pej)dik en zweterig persoon ("ganzerik, mn. gans")
rôsiy-krûgt (pej)vies/dik/slordig wijf ("vette vod/lap")
strût (pej)kluns, sukkel, stommerik ("struisvogel")
âgy (pop)nicht, homo ("jongetje, peuter")
dvâfâ (pej)nicht, homo ("slabbetje"; vgl. ook dvâf (stalknecht))
vult (pej)homo, nicht ("kip")
lôxpot (lesbienne) ("kachel")
kelg (pop/pej)pot (vrouwelijk type) ("bloemkelk")
menk (pop/pej)pot (mannelijk type) ("blik[je]")
quf (pej)pot (mannelijk type) ("knots, knuppel")
kegt (vulg)bakkes, smoel ("kloof, gaping")
smurf-vult (pop/vulg)kut ("spaarvarken")

160.30

Niet alle scheldwoorden zijn te kwalificeren als "idioom", omdat een letterlijke betekenis ontbreekt (oftewel: de scheldwoordbetekenis is de letterlijke betekenis), bijvoorbeeld:

bôrs (pop) / stâgt (pej) / xûk (vulg)kont, reet
deft (pej)onaangenaam wijf
ðôft (spr) / piyt (vulg)tiet, borst
môlk, zif (vulg)kut
stude, râke (vulg)neuken
râkos (vulg)neukpartij
nôk (vulg)pik, lul
pék, st[r]ÿf (vulg)kak, stront, schijt
chÿt, skés (spr)poep, stront

160.31

Een vloek is een bijzondere vorm van een krachtterm, die ontleend is aan het domein van de godsdienst (godverdomme, Jezus nog aan toe). Een bastaardvloek is een door klankverandering van een echte vloek afgeleide krachtterm, die daardoor beoogt minder aanstoot te geven, zoals potverdomme, jeetje of getsie. Vloeken zijn meestal uitroepen om emotie te tonen. Enkele voorbeelden (de Nederlandse vertalingen zijn globaal: er zijn talloze variaties mogelijk, afhankelijk van het soort emotie, en de sterkte ervan):

Kriyst-stude! (vulg)Godallemachtig! Jezus [nog aan toe]! (bij
ongeduld/verbazing/schrik)
Luft diô!In godsnaam!
Diô-lelde!Godverdomme! (vrnl bij boosheid)
Koffon-Erget!Godverdomme! (meningversterkend, boosheid)
Furt ef drâgna!Godzijdank! (opluchting)
Kost diô!Jeetje!; O mijn god! (verbazing, opgewondenheid)
Diôô!, Didiô!, Ergetet!Godverdomme!; Verdomme! (reduplicatie om
kracht bij te zetten)
Do kachiytiyst gress. (vulg) /
kachiytiyst (vulg)/ kachiyst /
kach (pop)1
Godverdomme.
Jess!; Jessa!Goh!; Jeetje! (uitroep v. enthousiasme, verbazing,
schrik ed.).
Jezus!; Erget!; Ameo!; Recca!2Jezus [nog aan toe]!; Jezus Christus!

1Do kachiytiyst gress betekent letterlijk 'Als hij mij 's verdoemt'. Deze vorm, en de afgeleide varianten, worden imprecatief genoemd en zijn besproken in § 110.60–61.


2De voorkeur voor Jezus enerzijds en Erget, Ameo en Recca anderzijds wordt bepaald door het geloof. Als niet-gelovigen of christenen Erget (ergynische god), Ameo (personificatie v.d. oorlog) of Recca (personificatie v.h. noodlot) aanroepen, wordt dat dikwijls als ironisch of vergoelijkend gevoeld. Ergynne-gelovigen lijken meer terughoudend te zijn om Jezus aan te roepen.

160.32   ad § 160.3   J. Bijzondere constructies met een teg.dw.

Er bestaan veel -lira-constructies met een geïdiomatiseerde betekenis. Zij zijn onder te verdelen in twee groepen:

  1. -lira-suffigering bij een willekeurig werkwoord, die binnen een bepaald syntactisch kader tot een geïdiomatiseerde betekenis leidt (vanaf § 160.33);
  2. een vaste combinatie van -lira met een specifiek werkwoord, die een geïdiomatiseerde betekenis heeft (vanaf § 160.39).

Idiomatische constructies waarin een ideoantoniem voorkomt, zijn apart opgenomen in Hoofdstuk 161, waarin de ideoantoniemen uitgebreid behandeld worden.

160.33   ad § 160.32   a. Idiomatische -lira-suffigering bij willekeurig werkwoord

ber ADD, dus ...lirate ADD, om ...

In § 43.22 is besproken hoe de trap van overmatigheid uitgedrukt wordt met behulp van een resultatief:

Petriy melde flifados. ~ Petriy melde flifadoss.
Petriy is aardig. ~ Petriy is te aardig.

In het Nederlands kan zo'n trap.ovmt. een reden aangeven waarom de handeling in de eropvolgende infinitiefbepaling al dan niet plaatsvindt, in de trant van:

(1)Ik ben te ziek om op vakantie te gaan.
(2)Peter en Elsa zijn te aardig om niet uit te nodigen.
(3)Elsa is te slordig om het boek aan te geven.

In (1) fungeert het subject ("ik") tevens als niet-uitgedrukt subject bij "[op vakantie] gaan". In (2) fungeert het subject ("Peter") als object bij "uitnodigen", en in (3) fungeert het subject ("Elsa") als indirect object (= echo) bij "geven". Het is van belang om ons deze functies van de onderstreepte zinskern bewust te zijn, als we de Spokaanse equivalenten willen begrijpen.
De Spokaanse equivalenten van (1)–(3) worden niet gevormd met een resultatief, maar met de determinant van overmatigheid ber (te) (zie § 143.95), gevolgd door een -lira-constructie in een vergelijkende bijzin die met dus (dan) ingeleid wordt:

(1′)Gress melde ber kinur, dus gress/té vendelira helkara zirrot.
(2′)Petriy ur Elsa melde ber flifados, dus nert invóbelira óps/mit.
(3′)Elsa melde ber gÿtrâs, dus kettelira enn ef mimpit ón hópsat/té.

Merk op dat in de dus-zin de zinskern uit de hoofdzin terugkeert als het betr.vnw. of mit, of als een pers.vnw. Het gebruik van een pers.vnw. is de meest algemene variant; de betr.vnw.n en mit daarentegen zijn voornamelijk schrijftaal.
Als we alleen de correcte vormen beschouwen, dan hebben we dus met relatieve bijzinnen te doen die door dus ingeleid worden en extra gemarkeerd worden met -lira.
Een andere bijzonderheid van deze bijzinnen is dat het subject achterwege kan blijven, zoals in (2′) en (3′), zonder dat er sprake is van een (spoor-)passief (zie Hoofdstuk 91).1
Als er een subjectkern toegevoegd wordt, verschijnt er in het Nederlands een equivalent met "dan dat". Vergelijk:

(4)a.Petriy melde ber flifados, dus nert invóbelira té.
  Petriy is te aardig om [hem] niet uit te nodigen.
 b.Petriy melde ber flifados, dus kirro nert invóbelira té.
  Petriy is te aardig dan dat we hem niet uitnodigen.

(5)a.Elsa farte ber hups, dus ralsompelira té.
  Elsa loopt te hard om bij te houden.
 b.Elsa farte ber hups, dus gress ralsompelira té.
  Elsa loopt te hard dan dat ik haar kan bijhouden.

1Vergelijk de dus-bijzinnen uit (2′) en (3′) met de normale spoorpassieven:

(2′′)Dus blul nert invóbelije ÿpse.
 Dan worden zij niet uitgenodigd.
(3′′)Dus blul kettelitâ épe enn ef mimpit.
 Dan wordt haar het boek gegeven.

160.34

melde ...lirade gewoonte/eigenschap hebben om te ...

Teg.dw. in combinatie met melde: eigenschappen van animaten. Vergelijk de uitdrukking van een gewoonte of eigenschap in a., en de progressief in b. waarin het koppelwerkw. ontbreekt (§ 110.87a):

a.Do melde tokasselira.Hij is treiterig; hij heeft de gewoonte te treiteren.
b.Do tokasselira.Hij is [momenteel] aan het treiteren. (progressief)

a.Do melde pittelira.Hij heeft de gewoonte alles fietsend te doen.
b.Do pittelira.Hij is aan het fietsen. (progressief)
OF  Hij is met de fiets [gekomen].
  (zie § 100.16)

a.Do melde pittelira wân arfine.Hij heeft de gewoonte om altijd met de fiets te komen.
b.Do arfine pittelira.1Hij komt met de fiets.

1Hier is pittelira een additivisch gebruikt teg.dw. met een predicatieve relatie (zie § 100.28–30).

160.35

paine ...liradoen alsof ...

Do paine meldelira pÿr.Hij doet alsof hij gek is.
Eup paina nutelira lef kalómba.Ze deed net of ze met aandacht luisterde.

160.36

...lira, ur paineblijven ...

Paine (doen) kan dienen als bijgestelde infinitief bij een progressief. Het verschil tussen (1) en (2) is identiek aan het verschil tussen een progressief en een neutrale tijd, zoals uiteengezet in § 110.87a, met dien verstande dat in (1) en (2) het accent op het voortduren van de handeling ligt:

(1)Kirro obezjerelira, ur paine.Wij blijven aan het lachen.
(2)Kirro tinde beri obezjere.Wij blijven lachen.

160.37

perke ...lira... hebben/zijn

Geen beri na perke: beperkt tot larde (eten), pliyfone (drinken), slape (slapen), nâne (uitrusten), om een lichamelijke gesteldheid aan te geven:

Gress perke lardelira.Ik heb honger.
Gÿrs di perku nânelira.U zult moe zijn.

160.38

vûmse ...liraniet veel schelen of ...

Gress vûmso lelperrelira eft moplariy.Het scheelde niet veel of ik had een ongeluk.
Ef vildul vûmse meldelira koffon.De boom is zo goed als dood.

160.39   ad § 160.32   b. Idiomatische werkwoorden met -lira

De constructies zijn alfabetisch gerangschikt op de -lira-vorm.

arfineliranaarmate

Arfinelira volgt altijd direct achter het predicaat:

(1)Ef wónzol kjupt terat pónze arfinelira, ef forsz finne beri wekke wet.
 Naarmate het weer [steeds] warmer wordt, beginnen de kikkers weer te kwaken.

(2)Ef exâm-datumas cÿrane arfinelira, do melde nervossott.1
 Naarmate de examendatum nadert, wordt hij steeds zenuwachtiger.

(3)Ef milat tsazze fes ten stânts: ef erfos melde arfinelira hupster terat, ur ef
slâgteren lef ef poirdÿfer melde arfinelira mârve terat.
 De erfbelasting gaat in twee gevallen omhoog: naarmate de erfenis groter is
en naarmate de bloedband met de overledene zwakker is.

Let op de bijzondere woordvolgorde in (1): de "normale" volgorde zou zijn: ef wónzol pónze arfinelira kjupt terat, .... Omdat de neiging bestaat om arfinelira als een soort additief geheel achteraan te plaatsen, wordt in (1) het predicaat pónze als het ware "meegetrokken" naar achteren. Merk op dat deze bijzondere woordvolgorde niet verplicht is: in (3) is die dan ook achterwege gebleven. Hier was ... ef erfos hupster terat melde arfinelira ook goed geweest.
'Naarmate' kan ook vertaald worden met het voegw. ÿchûg, zie hiervoor § 122.33.


1Voor het suffix -ott, zie § 41.44.

160.40

âtemelira beri ...aanstalten maken om ...; juist willen ...

Eup âtemelira beri jûmpre ef misan.Ze maakt aanstalten om de winkel te verlaten.
Do âtemalira beri krose.Hij wilde juist oversteken.

160.41

âtemelira luft ef ÿ...oszo goed mogelijk ...; je best doen met ...

Gress âtemelira luft ef ÿbeldos.Ik leer zo goed mogelijk.
Do âtemelira luft ef luneros enn tu.Hij doet zijn best om jou te begrijpen.

Zie ook Hoofdstuk 126 voor deverbaliseringen als ÿbeldos of luneros enn tu.

160.42

... wân cošelira fitajuuitgerekend ..., nu juist ...

Met de verbale nevenschikking wân cošelira fitaju (lett. "en zoiets kiezende") wordt uitgedrukt dat de gemaakte keuze het minst voor de hand liggend of zeer opmerkelijk is. In het Nederlands kan dit uitgedrukt worden met 'nu juist ...' of 'uitgerekend ...'. Voorbeelden:

(1)Petriy pratavy mas wân cošelira fitaju.
 Petriy wil nu juist/uitgerekend morgen vertrekken.

(2)Gress nert unera, mitulanis Elsa lelperravy basunn-belastos wân cošalira fitaju.
 Ik heb niet begrepen waarom Elsa nou juist/uitgerekend fagotles wilde hebben.

Let op de verleden tijd in (2), die niet te zien is aan lelperravy, maar wel aan cošalira.

160.43

kettelira ...zijn te ...; zijn ...baar

Kettelira X geeft de mogelijkheid aan om handeling X uit te voeren. Zie ook de voorbeelden in § 44.6–7. De infinitief X wordt níét met beri gemarkeerd:

Do kettelira zerfe.Hij is te zien.
Ef distânt, té kettelira farte.De afstand die te lopen is.
Ef kettelira hanntele diffiyk. =
= Ef melde hanntele-diffiyk.
Het is moeilijk te hanteren.
Ef kettelira xâre isy. = Ef melde xâre-isy.Het is gemakkelijk te begrijpen.
ef kettelira misse frópjÿ ...het is te danken aan ...
Kâ kettelira declara kol?1Hoe was dat te verklaren?

1Let op: het tijdsuffix -a (definitieve tijd) verschijnt achter het hoofdwerkw., en niet achter het met -lira gesuffigeerde hulpwerkw. Zie hiervoor § 111.27.

160.44

ur ... lo ketteliraen ... toch al [zo] ...

Een bijzin, ingeleid met ur (soms: brâ (want)) en afgesloten met lo kettelira, drukt een reden uit, die de voorafgaande negatieve uitspraak extra moet legaliseren:

Ef opera frylôpo piti kirro, ur Mârje N. chafoste ÿrtsiy lo kettelira.
De opera viel ons tegen, en Mârje N. zingt toch al zo vals.
(= ook als Mârje N. níét vals had gezongen, was de opera ons tegengevallen,
maar nu helemaal)

Lerdu farte fit flônka, ur do melde hupster lo kettelira.
Lerdu loopt zo slungelig, en hij is toch al zo groot.
(= Lerdu's slungelige gang valt extra op omdat hij zo groot is)

Tekex ef ocÿrma nert insule gress, ur gress hatre hópsat lo kettelira.
Tek's gedrag staat me niet aan, en ik haat haar toch al [zo].
(= ook als ik Tek niet zou haten, zou haar gedrag me niet aanstaan, maar
nu al helemaal niet)

Let op dat bij een obj.add. de determinant lo achterwege blijft als hierachter lo kettelira volgt (in b.):

(1)a.Tu nert nestiye beri krÿše ef kinânolac, brâ do enn eup byte lo koffon.
  Je hoeft de ambulance niet te bellen, want hij heeft haar dood geslagen.
 b.Tu nert nestiye beri krÿše ef kinânolac, brâ do enn eup byte koffon lo kettelira.
  Je hoeft de ambulance niet te bellen, want hij heeft haar toch al dood geslagen.

(2)a.Gress cônsidere dena mimpit lo diffiyk.
  Ik vind dit boek moeilijk.
 b.Eup tijâvure gress jÿrðen lef sener senjos, ur gress cônsidere dena mimpit
diffiyk lo kettelira.
  Ze leidt me voortdurend af met haar gezeur, en ik vind dit boek toch al
[zo] moeilijk.

In (1a) is sprake van een directe reden waarom de ambulance niet gebeld hoeft te worden: ze is dood. In (1b) daarentegen waren er kennelijk andere, minder legale, redenen om de ambulance niet te bellen, maar nu ze dood is, is er een geldige reden bijgekomen. Het lijkt welhaast een opluchting dat ze dood is.

160.45

paine leldelira ... flajuiets ... aanpakken, aanleggen

(1)Tu painât leldelira serio ef môntyos.Je moet het probleem serieus aanpakken.
(2)Do paina leldelira habilem ef. =
= Do paina leldelira ef habilem.
Hij heeft het handig aangepakt/aangelegd.

Let op de plaats van het pred.add. habilem in (2): in principe staat het direct achter het predicaat, maar dankzij het weinig pregnante object ef is een rechtse dislocatie aan te bevelen. Vergelijk ook § 93.80.

160.46

âšÿr meldelira ...ten gunste van ...

šÿr meldelira is een voorzetsel-uitdrukking (zie Hoofdstuk 142). Vergelijk de vette elementen in a. (echt voorz.) en in b. (voorz.uitdr.):

a.Ef lift kurapónze eft smurf-šômt furt ef liftkasért.
 De grijsaard laat een vermogen aan het bejaardentehuis na.
b.Ef lift kurapónze eft smurf-šômt âšÿr meldelira ef liftkasért.
 De grijsaard laat een vermogen ten gunste van het bejaardentehuis na.

160.47

ef meldelira ón ...het gaat om ...; het is te doen om ...

Nute-tûe quista, ef meldelira ón vilt yjéfiy.Luister goed, het gaat om je belang.
Ef meldelira ón ef ÿkaftaros.Het is [nu] te doen om het opletten;
Het is [nu] opletten geblazen.

160.48

vluf ... meldelirades te ...er

Vergrotende trap wordt met vluf i.p.v. met terat uitgedrukt:

Ef tupplip ma melda vluf olla meldelira, ef kôbo nÿlilóme.
de reis REDEN was meer fijn zijnde, de zon schijnt-ONDERSCH
De reis was des te fijner omdat de zon scheen.

Do ma ÿrôme vluf meldelira, gress reppilóme vluf litel meldelira.
hij REDEN werkt meer zijnde, ik zeg-ONDERSCH meer weinig zijnde
Hij werkt des te meer, omdat ik des te minder zeg.

Zuf ef ziyter enn ef kalómba nert pónze, do scemra vluf hups meldelira.
Toen de voorzitter geen aandacht kreeg, schreeuwde hij des te harder.

160.49

A melde nalalôvelira BB komt door A

Teg.dw. in combinatie met melde:

Ef kleter aupross melde nalalôvelira ef hardlap ðÿnys.
het nieuwe beleid is vaststellende de hoge prijzen
De hoge prijzen komen door het nieuwe beleid.

Vergelijk:

Ef kleter aupross nalalôvelira ef hardlap ðÿnys.
Het nieuwe beleid is bezig de hoge prijzen vast te stellen.

160.50

quglelira noi ...zonder te ...

Iets zodanig doen dat het geen speciale gevolgen heeft; er komt geen beri voor de infinitief:

Tu krosât, quglelira noi pónze eft moplariy.
Je moet oversteken zonder een ongeluk te krijgen.

160.51

ef reppe, rajiytelira den ...de hoop uitspreken dat ...

Ef medikiy reppe, rajiytelira den melde ef floma stómy fes belt fort.
de arts zegt, hopende dat is de patiënt genezen in kleine tijd
De arts spreekt de hoop uit dat de patiënt spoedig genezen zal zijn.

Zie ook § 100.66 en § 100.77.

160.52

ef giffe tiffelira ón ...verstand hebben van ...

Aftel tu giffe tiffelira ón tirdus cômputers?
Heb je verstand van kapotte computers?

Dena dres-tif menester giffe tiffelira ón nÿf tiyns.
Die eigenwijze minister heeft nergens verstand van;
Die eigenwijze minister weet echt helemaal niks.

160.53

POS trufôelira C1 ur NEG merfelira C2zo POS als C1, zo NEG als C2

waarbij  POS = positieve kwalificatie
 NEG = negatieve kwalificatie
 C1, C2 = verschillende contexten

Het gaat om een vergelijking, waarbij de ene positieve kwalificatie in dezelfde mate aanwezig is als de andere negatieve kwalificatie. De twee kwalificaties moeten in verschillende contexten (tijdstippen, locaties, met betrekking tot verschillende personen, etc.) aanwezig zijn.

Do melde flifados trufôelira ral ur iftšormt merfelira horit.
hij is aardig POS nu (=C1) en vervelend NEG vroeger (=C2)
Zo aardig als hij nu is, zo vervelend was hij vroeger.

Do zerfa mubâtolmo lâstÿrô merfelira ur do obezjere hupser ral trufôelira.
hij keek gespannen daarnet (=C1) NEG en hij lacht vrolijk nu (=C2) POS
Zo gespannen als hij daarnet keek, zo vrolijk lacht hij nu.

Ef jupan ber Penja melde pôr merfelira ur ef veldurs ber Jakâmfôrest melde
de bewoners in Penja (=C1) zijn arm NEG en de mensen in Jakâmfôrest (=C2) zijn
ielba trufôelira.
rijk POS
Zo arm als de bewoners van Penja zijn, zo rijk zijn de mensen in Jakâmfôrest.

Elsa siklaje trufôelira ur Petriy pûle merfelira.
Elsa (=C1) is.slim POS en Petriy (=C2) is.dom NEG
Zo slim als Elsa is, zo dom is Petriy.

160.54

melde uberelira ... [rifonn flaju][iets] opvatten als ...

Teg.dw. in combinatie met melde:

Gress melde uberelira eft merfos.
Ik vat het op als een leugen.

Do melde uberelira eft lésan rifonn vilt fatlonos.
hij is grijpende een compliment uit jouw stekelige.opmerking
Hij vat jouw stekelige opmerking op als een compliment.

160.55

ytende meldelirateneinde; met het doel om

Met ytende meldelira wordt een ondersch. constructie met een infinitiefcomplement gevormd. Vergelijk de vette elementen in a. (echt voegw.) en in b. (teg.dw.-bepaling):

a.Do ÿrôme, den rinne pert smurf.
 Hij werkt om veel geld te verdienen.

b.Do ÿrôme, ytende meldelira rinne pert smurf.
 Hij werkt, teneinde veel geld te verdienen.

In a. volgt er achter den een bijzin waarin het subject is gedeleerd omdat dit corefereert met het subject in de matrixzin. De onderliggende constructie is dan ook "do1 ÿrôme, den do1 rinne pert smurf". Rinne is hier dus een finiet werkwoord. In b. volgt achter ytende meldelira de infinitief rinne welke níét als zodanig is gemarkeerd met beri.1
Zie ook § 81.74–75a en § 123.32.


1 Dat rinne in a. een finiet werkwoord is, en in b. een infinitief, blijkt uit i. en ii.:

 i.Do ÿrôme, den rinnecû pert smurf.
 Hij werkt om veel geld te kunnen verdienen.
 Do ÿrômo riyfain, den rinna pert smurf.
 hij werkte altijd, dat [hij] verdiende veel geld
 Hij heeft altijd gewerkt om veel geld te verdienen.

ii.* Do ÿrôme, ytende meldelira rinnecû pert smurf.
 * Do ÿrômo riyfain, ytende meldelira rinna pert smurf.

In i. kan rinne voor modaliteit gemarkeerd worden (rinnecû = 'kan verdienen') of in de definitieve tijd gezet worden (rinna = 'heeft verdiend'); in ii. is dat niet mogelijk omdat het hier een infinitief betreft.


160.56

melde zerfelira ...eruit zien als ...

Teg.dw. in combinatie met melde:

Eup melde zerfelira eft lofân.Ze ziet eruit als een hoer.

Vergelijk:

Eup zerfelira eft lofân.Ze ziet een hoer; Ze krijgt een hoer in het oog.

160.57

zerfelira tygtja ...ten aanzien van ...

Zerfelira tygtja is een voorz.uitdr. (zie Hoofdstuk 143). Vergelijk de vette elementen in a. (echt voorz.) en in b. (voorz.uitdr.):

a.Do lelperre nÿf calijanonosz ump ef politiyca wélfa'ecosz. =
b.= Do lelperre nÿf calijanonosz zerfelira tygtja ef politiyca wélfa'ecosz.
Hij heeft geen mening ten aanzien van de politieke ontwikkelingen.

160.58

zjoffelira gulder A dâsnû Bliever A hebben dan B

Gress zjoffelira gulder eft hurt, dâsnû [idem] eft chat.1
Ik heb liever een hond dan een kat.

De constructie zjoffelira gulder ... dâsnû ... kan in zijn geheel het karakter van een performatief werkw. krijgen, zodat een bijzin met het voegwoord den erop kan volgen. Vergelijk de echte performatieve constructie in a. met b.:

a.Do reppe, den gress arfine.     Hij zegt, dat ik kom.

b.Do zjoffelira gulder mas dâsnû lelmo tof, den gress arfine.2
 Hij heeft liever dat ik morgen kom dan vandaag.

Merk op dat de constituent gulder mas dâsnû lelmo tof (liever morgen dan vandaag) semantisch gezien een bepaling is bij gress arfine (ik kom), maar syntactisch optreedt als predicatieve bepaling bij zjoffelira. Hier hebben we dus te maken met het verschijnsel dat een constituent vanuit een ondergeschikte bijzin verhuist naar de matrixzin. Dit verschijnsel wordt onder de naam "promotie" behandeld in Hoofdstuk 127.


1Voor het gebruik van idem, zie § 132.37–49.


2Vervanging van den door een -lira-constructie leidt hier tot een stilistisch weinig fraaie zin:

?? Do zjoffelira gulder mas dâsnû lelmo tof, gress arfinelira.

In § 100.87 wordt uitgelegd dat een opeenvolging van -lira-constructies liever vermeden moet worden.


TOP
<< Hoofdstuk 152 | Hoofdstuk 161 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands