Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 133 | Hoofdstuk 141 >>
14. Voorzetsels en vergelijkingen

140. Voorzetsels: morfologie en semantiek


Opbouw van dit hoofdstuk:
  1. Overzicht
    1. Locationele voorzetsels
    2. Translocationele voorzetsels
    3. Temporele voorzetsels
    4. Kwantitatieve voorzetsels
    5. Relationele voorzetsels
  2. Morfologie
  3. Semantiek

Blokken:

140.1

In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens besproken:

  1. Overzicht van de voorzetsels (vanaf § 140.5)
  2. Morfologie van de voorzetsels (vanaf § 140.12)
  3. Semantiek van de voorzetsels (vanaf § 140.35)

In Hoofdstuk 141 wordt de syntaxis van de voorzetsels behandeld, en Hoofdstuk 142 is gewijd aan voorzetsel-uitdrukkingen.

140.2

Spokaanse voorzetsels worden in de volgende categorieën ingedeeld:

  1. locationele voorzetsels: PLAATS en BEWEGING  (§ 140.6)
  2. translocationele voorzetsels: RICHTING (grensoverschrijdend)  (§ 140.7)
  3. temporele voorzetsels: TIJD  (§ 140.8)
  4. kwantitatieve voorzetsels: MAAT en AFSTAND  (§ 140.9)
  5. relationele voorzetsels: BETREKKING  (§ 140.10)

Verder bestaat er nog een zogenoemd dood voorzetsel, zie hiervoor § 132.144–156 bij de sporen. De overige categorieën zijn opgesomd in de Blokken 140.6–10.

140.3

Eerst nog enkele definities: voorzetsels (voorz.) vormen samen met een fundament een voorzetselbepaling (voorz.bep.). Het fundament is dat deel van de voorz.bep. dat door het voorz. gespecificeerd wordt. In de volgende voorbeelden is het vette deel het voorz., en het onderstreepte deel het fundament:

fes ef kokmitin de keuken
yargeloh ef rÿlempor ðôpeccvanwege de toegenomen kosten
ef vasa kaf ef kelbrade vaas op de tafel
Óps farte mitai ef finstra wuma.Ze lopen door het donkere bos.

Gress zerfe helkara ef ten 'jansex ef ÿrrepareros enn ef tirdus oto.
Ik kijk naar het repareren van de auto door de twee jongens.

blotter éttels lef littit belt-rozas kaf efblauwe borden met roze roosjes erop

In het laatste voorbeeld zijn twee fundamenten aan elkaar ondergeschikt: het "matrix-fundament" is onderstreept, maar het pers.vnw. ef in de voorz.bep. kaf ef (erop) vormt een fundament bij kaf.
Vergelijk ook het gebruik van de term "fundament" bij additieven in § 40.4.

140.4

Er bestaan ook bepalingen die in zijn geheel het karakter van voorz. hebben (een soort "perifrastische voorz.s"). Zulke bepalingen worden voorzetseluitdrukkingen (voorz.uitdr.) genoemd, bijvoorbeeld het vette deel in:

fes loin helkara ef rÿlempor ðôpecc
met het oog op de toegenomen kosten

eft fenta furt ef cirre lef groft mebartof
een feest ter gelegenheid van zijn verjaardag

Do wencate ef sért ânkest lelperrelira ef chentamiy wâst.
Hij blijft thuis uit angst voor het te verwachten noodweer.

Zulke constructies worden besproken in Hoofdstuk 142.

140.5   ad § 140.1   A. Overzicht

Afdeling A. begint met 5 Blokken waarin alle Spokaanse voorz.s zijn gerangschikt naar hun categorie. Sommige voorz.s komen in meer dan een Blok voor. In de kolom "§" staat de paragraaf waarin/vanaf dit voorz. behandeld wordt.
Vervolgens wordt nader ingegaan op de morfologie, waarbij ook een kort etymologisch overzicht gegeven wordt.

140.6   ad § 140.2   a. Locationele voorzetsels

De locationele voorz.s worden onderverdeeld in twee categorieën: (i) PLAATS en (ii) BEWEGING (binnen de door de voorz.bep. vastgestelde grenzen). De meeste locationele voorz.s kunnen voor beide categorieën gebruikt worden, maar bij een aantal blijkt het categorie-onderscheid uit het gebruik van verschillende voorz.s.

Voorzetsels van plaats en beweging
§   §  
38*ântbinnen; in  102*lurgântmidden in
38aântfesbinnen  102×lurgfesmidden in
39armtaan  84minkÿrvoorbij; na
40âsttegenover  47×mipuit; buiten
41berin; te (plaatsnamen)  62mipšarkiybuitenslands
42blefachter  62mipsértiybuitenshuis
43bleffesachter in  105mitaidoor
43blefkafachter op  109nutterten noorden van
43blefkestachter om  109opperten oosten van
49*dalotojebuiten; uit  115perdÿrovapaan weerszijden van
59×fesin; binnen; op  118qubâjoin de buurt van; bij ...
62fesdušarkiybinnenslands      in de buurt
62fesdusértiybinnenshuis  120rempevanaf (verticaal)
65furtvoor  127rifoliyvanuit
43furtfesvoor in  120rifonnvan ... vandaan
43furtkafvoor op  128roffottôom[heen]; rondom
43furtkestvoor om  86*rysbeneden; onder
70hiyccetot aan  43rysfesbeneden in
72hogoritboven  43ryskafbeneden op
72aholfplepiyhalverwege  129sumâtegen [aan]
73hôsbij ... thuis  100tarôvlak bij; dicht bij
75jatussen; te midden van  130tekaréaaan boord van
75jentussen (2 stuks)  131tijâweg bij ...; bij ... van-
77kafop; over      daan; uit de buurt van
78kelârfesonder in  120trâkvanaf (horizontaal)
79kestom  70tukstnaar toe; tot
79ak'mafurtvóór  70tukstleftot en met
81kuraover  130vetsotojeoverboord; buiten het
84kusamat/naast; langs; terzijde      schip
   £'mat  van  109wefotten westen van
85akusamavapaan gene zijde  100xlÿtiyin de nabijheid van
85akusamivapaan deze zijde  78zillepipfesboven in
84*langolangs  86×zjobabeneden; onder
88*langofesbinnen langs  144zléfklem; vast aan/op/-
88*langomip/buiten langs      tegen/onder enz.
   *miplango   109zutterten zuiden van
100luftbij     

*Alleen bij beweging binnen de door de voorz.bep. vastgestelde grenzen.
×Alleen bij statische situaties.
£'mat is spreektaal.

140.7   ad § 140.2   b. Translocationele voorzetsels

De translocationele voorz.s behoren tot de categorie van (grensoverschrijdende) RICHTING; zij drukken een overgang van de ene plaats naar de andere uit, waarbij de voorz.bep. de grenzen tussen die plaatsen definieert.

Voorzetsels van richting (grensoverschrijdend)
§   §  
42blefminkÿrachterna  115perdÿrovapaan weerszijden van/
42blefonn/°blefachter [langs]      langs
47cuppuit; naar buiten  116preipomhoog van
50ðôop ... af  120°rempevanaf (verticaal)
60fesduin; naar binnen  127°rifoliyvanuit
61fesducuppdwars door [heen]  120rifonnvanaf; van[daan]; weg
65furtonn/°furtvoor [langs]      van
68helkara/£'karanaar [toe]  128°roffottôom .. heen; rondom
70°hiyccetot aan  86°rysonder [door]
72°hogoritboven; over  130tekaréaaan boord van
75javan ... tot ...  131°tijâbij ... vandaan; uit de
77kafonn/°kaf[boven]op      buurt van ...
81°kuraover [heen]  120°trâkweg van; bij ... van-
86lagitofotonder [door]      daan (horiz.)
84°langolangs; omheen (in  116tûgtomlaag van
    bocht)  70tukstlef/°tuksttot ... toe; naar ... toe
99²loiniyin de richting van  129tygtjategen [aan]
102°lurgfesmidden in  130vetsotojeoverboord; buiten het
103lÿuit; vandaan      schip; van boord
84°minkÿrvoorbij; langs  137vjavia; over
    (terzijde)  138vûktegen in
105°mitaidoor  110°wefot-langoten westen langs
110°nutter-langoten noorden langs  139werôxtegemoet
110°opper-langoten oosten langs  110°zutter-langoten zuiden langs

°Eist een resultatief in de voorz.bep.
£'kara is spreektaal.
²Eist een pers.vnw. 2e niveau.

140.8   ad § 140.2   c. Temporele voorzetsels

Temporele voorz.s behoren tot de categorie van TIJD.

Voorzetsels van tijd
§   §  
38ânt/ântebinnen  83kurofbinnen; in [... tijd]
39armtom; op  87langiydoor ... [heen]
44blûmtvan te voren; ervoor  98lófgedurende; tijdens; in
    (vóór handeling)  99loiniytegen
51²ðônosfortiygelijktijdig met (op  103lÿuit
    hetzelfde moment)  104mintofna; over
55ersinds; vanaf  47mipuit
59fesin  118qubâjoomstreeks
65futtofvóór  131atradamiygaandeweg; in de
72aholfplepiyhalverwege      loop van
74hurtosvanaf  132tsazibij; tijdens (gelijk-
75javan ... tot ...; elke      tijdigheid)
79kestom; in; van  70tuksof/tuksttot [aan]

²Eist een pers.vnw. 2e niveau.

140.9   ad § 140.2   d. Kwantitatieve voorzetsels

Kwantitatieve voorz. behoren tot de categorieën MAAT en AFSTAND. Omdat de precieze grens tussen beide categorieën niet goed te trekken is (en feitelijk ook niet van belang is voor de keuze van het correcte voorz.), zouden we beter kunnen spreken van één categorie MAAT & AFSTAND.

Voorzetsels van maat en afstand
§   §  
37âfry[met de maten] van  100luftmet een breedte van
59fesna; op  47mipvan
74hurtosvanaf  105mitaimet een lengte van
77kafover; met een hoogte van  128roffottômet een omtrek van
81kuramet een lengte van  86rysmet een diepte van
84langomet een lengte van  96tufbij; met een dikte van
98lófover een afstand van     

140.10   ad § 140.2   e. Relationele voorzetsels

Relationele voorz.s behoren tot de categorie van BETREKKING, en hebben altijd een abstracte betekenis. Een abstracte betekenis is bij voorz.s uit overige categorieën ook mogelijk, maar dan betreft het altijd geïdiomatiseerde constructies.

Voorzetsels van betrekking
§   §  
37âfriyeniet volgens; anders dan  44anâs-behoudens; met/
37âfryvolgens; overeenkomstig;     miypelira  onder voorbehoud van
    aldus  111ónaan; tegen; tot
39armtaan; voor; van  112ortvoor; pro
40âsttegen; dan  113osondanks
44abzeurelirabetreffende; aangaande  96ôspplus; en (optellen)
45calijannnaar de mening van  84ovapiynaast
46côstemmgewend aan  114paidoor; van
51ðônoseftegelijk met  44apalle=ingevolge; als reactie
49dotojeafgezien van; buiten     painelira  op
52ðÿmzonder  96partgedeeld door (delen)
53eâriyongeacht  111²pititegen; tot; aan
44aeiteliraindachtig; met ... voor  69quâbehalve
    ogen  117quânnamens; in naam van
54énalsmede; benevens  119²quiquiyter ere van
56fânbestemd voor  124ri'efper; à
57fara/fitfara[zo]als; gelijk aan; naar  125rifovan
59fesin; van  52šâmzonder
63¹fošiyop gezag van  89tjâgmet; door middel van
64frópjÿwat betreft; over  131atradamiygaandeweg
65furt[bestemd] voor; tot  132²tsazinaar aanleiding van; om
67gâšâwegens; vanwege; met;  133²tuop aandrang van;
    uit      krachtens
69hintabehalve; op ... na  96tufmaal; keer (vermenigv.)
75jaonder; tussen; te midden  134²tvokatiyuitgezonderd; met uit-
    van      zondering van
75jentussen  129tygtjategen
80krÿmiyter gelegenheid van  135umpjegens; ten aanzien van;
81kuraover      bij
89lef[samen] met  112ûqutegen; contra
95¹lénsblijkens  44aušâmelle=met gebruikmaking van
96lesmin[us] (aftrekken)    lira 
97¹lestôkonder leiding van  136vestaontbloot/verstoken van
57lo[net zo] als; gelijkend op  138vûktegen ... in
103lÿten gevolge van; door;  89wÿrtâlaccmet behulp van; door
    uit      middel van
103mešanôafkomstig uit/van  140xyzaten teken van; als blijk
47mipuit (plaats/land)      van
44amippónzeliragetuige  141yargelohmet betrekking tot;
44amiypareliragedachtig; denkend aan      gezien; tussen
106²miyrdankzij; om  141aÿryliymet bijbehorend[e];
51mô'estezamen/in combinatie      annex
    met  142zarôalsmede; benevens
107²moôsin het bijzijn van; ten  143ziymin plaats van
    overstaan van  57zÿtâals; in de hoedanigheid
108mrâin het kader van; inzake      van; op de manier van
89namet behulp van; door  145zyttafhankelijk van
    middel van; zoals;     
    volgens     

¹Eist een pers.vnw. 1e niveau.
²Eist een pers.vnw. 2e niveau.

140.11

We kunnen de voorz.s ook nog op een andere manier indelen, namelijk:

  1. Universele voorz.s: deze hebben zo'n algemene betekenis dat ze in meer dan één van de categorieën a. t/m e. (dus Blokken hierboven) voorkomen. Zulke voorz.s worden ook algemeen gebruikt in idiomatische constructies, samen met prepositionele werkw.n, en in samenstellingen. Prototypische universele voorz.s zijn bijvoorbeeld fes (in), kaf (op), armt (aan) en luft (bij).

  2. Specifieke voorz.s: deze hebben een nauw omschreven betekenis en behoren daarom maar tot één categorie (dus één Blok). Zulke voorz.s komen niet (of zelden) voor in idiomatische uitdrukkingen, bij prepositionele werkw.n en in samenstellingen. Bijvoorbeeld: vûk (tegen ... in); lóf (gedurende) en quâ (behalve). Ook de samengestelde voorz.s, zoals kelârfes (onder in) of perdÿrovap (aan weerszijden van) behoren tot de specifieke voorz.s.

Het onderscheid "universeel" ~ "specifiek" heeft bepaalde syntactische consequenties, zoals we zullen zien in § 141.22–27.

140.12   ad § 140.1   B. Morfologie

In afdeling B. zal de morfologie van de voorz.s besproken worden. In verscheidene gevallen valt er niet aan een etymologische uitweiding te ontkomen. Deze zal echter zo beknopt mogelijk gehouden worden, omdat dit grammaticaboek niet de juiste plaats is voor uitputtende etymologische beschouwingen (een goed etymologisch woordenboek is Holâpôftiy-Hânk (1984)).
We onderscheiden twee hoofdgroepen: groep I noemt alle mogelijkheden om van een bestaand voorz. een ander voorz. te vormen, en groep II noemt alle mogelijkheden om van een willekeurige woordsoort een voorz. te vormen (zowel afleiding als samenstelling). De twee hoofdgroepen zijn in subgroepen onder te verdelen:

  1. Nieuwe voorzetsels op basis van een ander voorzetsel:
    1. voorz. als basisvorm (wortel) (§ 140.13–14)
    2. reductie van voorz. (§ 140.15–16)
    3. suffigering van voorz. (§ 140.17–19)
    4. prefigering van voorz. (§ 140.20)
    5. negatie van voorz. (§ 140.21)
    6. samenstelling van twee voorz.s (§ 140.22)
    7. samenstelling van subst. en voorz. (§ 140.23)
    8. samenstelling van overige woordsoort en voorz. (§ 140.24–25)

  2. Nieuwe voorzetsels op basis van andere woordsoort:
    1. voorz. + subst. + -iy (§ 140.26)
    2. subst.-afleiding (§ 140.27–28)
    3. werkw.-afleiding (§ 140.29–30)
    4. add.-afleiding (§ 140.31–32)
    5. voorz. = add. (§ 140.33)
    6. voorz. = teg.dw. (§ 140.33a)
    7. enkele bijzondere gevallen (§ 140.34)

Merk op dat het onderscheid "scheidbaar" ~ "onscheidbaar" bij de samenstellingen niet relevant is. Sommige voorz.s zouden "scheidbaar" genoemd kunnen worden omdat de samenstellende delen d.m.v. een filâsto met elkaar verbonden zijn, maar dit is slechts een spellingskwestie zonder syntactische consequenties. Vergelijk dit met de samenstellingen van subst.n waarbij dit onderscheid wel van belang is (§ 30.32).

140.13   ad § 140.12   I.1. Wortels

Een aantal voorz.s met een elementaire betekenis kunnen beschouwd worden als een "wortel": zij zijn niet samengesteld, niet afgeleid, niet geaffigeerd. Voorz.s die identiek zijn aan een wortel kunnen onderverdeeld worden in voorz.s die tot de basiswoordenschat van het Spokaans behoren, en voorz.s die geleend zijn uit andere talen. Tot de basiswoordenschat behoren:

âfry – armt – âst – ber – blef – ðô – én – er – fara – fes – furt – ja – kaf – kest – kura –
lef – luft – mip – os – piti – rifo – rys – tijâ – tukst – ziym

140.14

Uit andere talen zijn ontleend:

Latijn:ânt (< ante) – vja (< via)
Scandinavisch:hôs (< hos)
algemeen Germaans:fân (< van/von) – lango (< along/langs/entlang) – na (< na/naar/nach) – ón (< on/aan/an) – tu (< to/te/zu1)

1Zie echter ook § 140.29.

140.15   ad § 140.12   I.2. Reductie van voorzetsel

Van sommige voorz.s bestaat een kortere (gereduceerde) vorm. Soms heeft deze een andere betekenis (valt in een andere categorie), soms ook is er slechts een verschil tussen (officiële) schrijftaal en spreektaal. Van reductie is sprake bij:

Blok 140.6:kusamat > 'mat
Blok 140.6/10:dalotoje > dotoje
Blok 140.7:helkara > 'kara

140.16

Een aantal (lange) voorz.s kennen een verplichte gereduceerde vorm als ze met een clitisch pers.vnw. (§ 70.51–53) gesuffigeerd zijn:

Blok 140.7:vetsotoje > vetsotoj-
Blok 140.9:roffottô > roffot-
Blok 140.10:wÿrtâlacc > wÿrtâla- – yargeloh > yargel-

Ook de gereduceerde vorm 'kara (§ 140.15) wordt verplicht gebruikt bij een clitisch pers.vnw. Voorbeelden:

helkara kirro = 'karakirrnaar ons [toe]
roffottô ef = roffotûfrondom het; eromheen
yargeloh óps = yargelôpsmet betrekking tot hen
wÿrtâlacc do = wÿrtâladûmet behulp van hem

140.17   ad § 140.12   I.3. Suffigering van voorzetsel

Van sommige voorz.s bestaat een gesuffigeerde variant die meestal een andere betekenis heeft dan de basisvorm; de gesuffigeerde variant behoort soms ook tot een andere categorie. Bij verscheidene voorz.s heeft het suffix een onduidelijke status: het is dan niet goed na te gaan hoe de oorspronkelijke vorm eruitzag en/of wat de precieze betekenis ervan is. Zo'n onduidelijk suffix vinden we bij:

Blok 140.6/7:†min[t] > minkÿr1
Blok 140.6/8:ânt > ânte2
Blok 140.6–9:lango > langiy3

1Het archaïsche voorz. min (variant mint) wordt al twee à drie eeuwen niet meer gebruikt. Het had de algemene betekenis 'na; achter' en was bruikbaar bij zowel plaats- als tijdsbepalingen. Sommige taalkundigen (zoals Rifo Ef Quista (1966)) beschouwen minkÿr als een variant van mintÿr, dat op zijn beurt een samenstelling is van mint + ÿr. Het element ÿr is dan het voegw. met de betekenis 'waar', en dient om aan te geven dat mint aan een plaats (en niet aan een tijdstip) refereert. Vergelijk de samst. minkÿr met de samst. mintof in § 140.18.


2In ânte mist de eind-e elke suffix-status. Het is niet meer dan een verlengingsvocaal om het voorz. dat aan een tijdstip refereert te kunnen onderscheiden van het voorz. dat aan een plaats refereert.


3De oorspronkelijke vorm van langiy was langoiy. Deze verlenging is te vergelijken met die van ânt > ânte.

140.18

Suffigering vindt dikwijls plaats met de suffixen -onn of -of. Met -onn wordt expliciet een richting uitgedrukt (zie Blok 140.7), en -of wordt wel toegevoegd om een tijd uit te drukken (Blok 140.8). Het suffix -onn is etymologisch verwant aan het voorz. ón, wat sommige linguïsten ertoe brengt om de afleidingen met -onn liever te beschouwen als samenstellingen van twee voorz.s (in de trant van: blef + ón > blefonn). Het suffix -of is de sterk gereduceerde vorm van het aanw.vnw. mittof (Blok 52.3). Merk op dat de voorz.s die hiermee gesuffigeerd worden, zelf ook wijzigingen ondergaan:

Blok 140.6/7:rifo > rifonn
Blok 140.7:blef > blefonn – furt > furtonn – kaf > kafonn
Blok 140.8:furt > futtof – kura > kurof – †min[t] > mintof1 – tukst > tuksof

1Voor het archaïsche voorz. min (variant mint), zie ook § 140.17 voetnoot 1.

140.19   De voorzetsels helkara, tygtja en zjoba

In de drie algemene voorz.s zjoba (Blok 140.6), helkara (Blok 140.7) en tygtja (Blok 140.7/10) is het locatieve suffix -a terug te vinden dat tegenwoordig alleen nog in combinatie met het prefix te- voorkomt (zoals in tekaréa (aan boord) of tejakâma (op het veld), zie § 41.25).
Als we dit suffix wegdenken, kan tygtja beschouwd worden als een variant van tûgt (Blok 140.7 en § 140.33), en in zjoba is de wortel z[j]op terug te vinden die refereert aan een gat of holte (vergelijk ook zopini (gaatje)). Volgens Frischert (1959) moet bij zjoba dan gedacht worden aan "een gat of holte in de grond of bodem, waaraan altijd het idee van (beneden mijn voeten) is verbonden".
In het voorz. helkara ten slotte vinden we de vorm helker terug, die beschouwd kan worden als een verlengde variant van het archaïsche †helk (naar [toe]).

140.20   ad § 140.12   I.4. Prefigering van voorzetsel

Twee voorz.s zijn gevormd met een prefix aan een ander voorz.:

Blok 140.6:lurg.ânt
Blok 140.6/7:lurg.fes

Voor lurg-, zie ook § 21.3.

140.21   ad § 140.12   I.5. Negatie van voorzetsel

Twee voorz.s vormen de negatieve tegenpool van een ander voorz. Deze negatie wordt uitgedrukt met vocaalwisseling. Vergelijk dit met de negatie van add.n (§ 41.49–54) en van zelfst.vnw.n (§ 73.10):

Blok 140.6/7:†hyc > hiycce1
Blok 140.10:âfry > âfriye

1Het voorz. hyc (voorbij; verder dan) is archaïsch en wordt al meer dan een eeuw niet meer gebruikt. Het is afgeleid van het (eveneens archaïsche) werkw. †hyche (bereiken).

140.22   ad § 140.12   I.6. Samenstelling van twee voorzetsels

De volgende voorz.s zijn samst.n van twee andere voorz.s (de punt geeft de grens tussen de twee delen aan):

Blok 140.6:blef.fes – blef.kaf – blef.kest – furt.fes – furt.kaf – furt.kest – je.n1 – lango.fes – lango.mip – mip.lango – rys.fes – rys.kaf
Blok 140.7:fes.du2 – fes.du.cupp3
Blok 140.6/7:tukst.lef – rifo.liy4

1Jen is samengesteld uit ja + ón.


2Het tweede element -du is de gereduceerde vorm van het voorz. ðô (Blok 140.7).


3Fesducupp is feitelijk samengesteld uit drie voorz.s. Een samst. met 3 leden van dezelfde categorie is zeer uitzonderlijk, en kan hier verklaard worden door aan te nemen dat de samst. fesdu vanwege het gereduceerde karakter van het tweede lid (ðô > -du) niet meer als samst. gevoeld wordt, maar het karakter van basiselement heeft gekregen.


4Het tweede element liy is de gereduceerde vorm van het voorz. lÿ Blok 140.7).

140.23   ad § 140.12   I.7. Samenstelling van substantief en voorzetsel

De volgende voorz.s zijn samst.n van een subst. gevolgd door een voorz.:

Blok 140.6:kelâr.fes ("kelder.in") – zillepip.fes ("dak.in")
Blok 140.6/7:vetsotoje (= vetse + dotoje (boord + buiten)
Blok 140.7:nutter-lango – opper-lango – wefot-lango – zutter-lango (noord, oost, west en zuid, met langs)

De laatste 4 voorbeelden kunnen ook beschouwd worden als samst.n van een add. + voorz.: de vier windrichtingen zijn immers zowel een subst. als een add. (zie § 20.50).

140.24   ad § 140.12   I.8. Samenstelling van overige woordsoort en voorzetsel

Mitai (Blok 140.6/7/9) is een samentrekking van mit + pai. Tegenwoordig is mit een betr.vnw. (zie Blok 124.3), maar in het Oudspokaans kon het ook als aanw.vnw. 'dat' betekenen.

Ðônosef (Blok 140.10) is samengesteld uit ðônos (samen) + lef (met), dus betekent het 'samen met'. Vergelijk ook ðônosfortiy in § 140.28.

Fitfara (Blok 140.10) is gevormd uit fit (zo) + fara (als).

Het voorz. wÿrtâlacc (Blok 140.10) is samengesteld uit het werkw. wÿrte (assisteren) (oorspr. "helpen") en het archaïsche voorz. †helk (tegenw. helkara, zie § 140.19).

140.25

Dalotoje (Blok 140.6) is samengesteld uit ta + lo + toje, en bij de variant dotoje (Blok 140.10) is dalo- gereduceerd tot do-. Oorspronkelijk was toje een voorz. met de betekenis 'uit, erbuiten'. Tegenwoordig is toje een voegw. dat altijd tezamen met het voegw. fra gebruikt wordt, in de betekenis van 'óf ... óf'. Zie Blok 120.49 en § 120.109–110.
De semantische verschuiving van 'buiten' naar 'óf', en de daarmee gepaard gaande verschuiving van voorz. naar voegw., vond in de 17e en begin 18e eeuw plaats. Toen de voegwoordelijke interpretatie van toje de overhand ging krijgen, deed de behoefte zich voelen om expliciet uit te drukken wanneer een voorz. bedoeld werd. Toje als voorz. werd daarom uitgebreid tot de frase ta lo toje, lett. "daar als buiten". Dit is tot één woord versmolten in dalotoje (uit, buiten).

140.26   ad § 140.12   II.1. Voorzetsel + substantief + -iy

Voor het suffix -iy wordt verwezen naar § 41.21. De volgende voorz.s zijn opgebouwd uit een ander voorz. met een subst. en -iy:

Blok 140.6:fesdu.šark.iy ("in.land.SX") – fesdu.sért.iy ("in.huis.SX") – mip.šark.iy ("uit.land.SX") – mip.sért.iy ("uit.huis.SX")

140.27   ad § 140.12   II.2. Substantief-afleiding

De volgende voorz.s zijn van een subst. afgeleid:

Blok 140.6:xlÿtiy < xlÿ (nabijheid)
Blok 140.6/7:rempe < remp (helling)
Blok 140.6/7/9:roffottô < roffot1 (ceintuur)
Blok 140.7/10:vûk < vuzindre (terugslag, tegenvaller)
Blok 140.10:krÿmiy < krÿm (gelegenheid) – ovapiy < ovap (zijkant) – quân < quanka (naam) – quiquiy < quiqua (eerbewijs) – tjâg < tjaga (stuk timmermans-gereedschap)

1Roffot is ook een add. met de betekenis 'omliggend, rondomgelegen'. Daarom kan roffottô ook beschouwd worden als een voorz. afgeleid van een add. Zie hiervoor § 140.31.

140.28

Perdÿrovap (Blok 140.6/7) is samengesteld uit het zelfst.vnw. perdÿr (beide) en het subst. ovap (zijkant).

Qubâjo (Blok 140.6/8) is afkomstig van het archaïsche subst. †qubâiy (variant †qubâjiy) (gehucht), waarin te herkennen zijn (a) het prefix qu- (zie § 83.39) en (b) het subst. bâ[j]iy (bouwsel, hutje, schuurtje), dat duidelijk van Germaanse oorsprong is.

Ðônosfortiy (Blok 140.8) is samengesteld uit ðônos (samen) + fort (tijd) + -iy, dus betekent zoiets als "samentijdig".

140.29   ad § 140.12   II.3. Werkwoord-afleiding

De volgende voorz.s zijn van een werkw. afgeleid (voor de betekenis van de voorz.s wordt verwezen naar de Blokken). Merk op dat sommige werkw.n archaïsch zijn (gemarkeerd met †); deze worden in de standaardtaal al minstens een eeuw niet meer gebruikt. De met × gemarkeerde voorz.s bestaan tevens als add. Het is in een aantal gevallen de vraag of we er niet van moeten uitgaan dat het werkw. van het voorz. is afgeleid (zie volgende paragraaf). In ieder geval worden deze voorz.s wel "verbale voorz.s" genoemd:

Blok 140.6:sumâ < †sume (raken) – zléf < zléfte (vastliggen, vaststaan (lett.))
Blok 140.6/7:trâk < trâke (smijten (oorspr. "horizontaal werpen"))
Blok 140.7:loiniy < loine1 (richten) – werôx < werôxe (benaderen, bejegenen (oorspr. lett. "naderen"))
Blok 140.7/8/10:lÿ < †lÿte2 (leiden tot)
Blok 140.8:hurtos < hurte (opschieten (oorspr. "zijn tijd goed gebruiken"))
Blok 140.8/10:tsazi < tsazze (aanleiding geven tot)
Blok 140.9/10:tuf < tufare (vermenigvuldigen (rekenkundig))
Blok 140.10:calijann < calijanone (bedoelen, menen) – ×côstemm < côstemme (gewend zijn aan) – eâriy < eâre (uitsluiten, niet in aanmerking nemen) – fošiy < foste (samenscholen) – gâšâ < gaoe (op gang komen) – hinta < hinte ([iemand iets] ontzeggen) – léns < lénse (ervaren, ondervinden) – les < lese (aftrekken (rekenkundig)) – lo < loke (lijken op) – mešanô < mešane (aankomen, arriveren) – miyr < miyre (dwingen) – mô'es < mô'eše (voorwaarden stellen) – moôs < moie (stutten) – mrâ < mrâtare (passen in) – ort < orte (bijten) – ôsp < ôspsage (optellen) – pai < paine (doen) – part < parte (delen) – quâ < quâðe (ontvluchten) – šâm < †šâmse (uitzonderen) – tu3 < tuie (onbelemmerde doorgang verlenen) – ×tvokatiy < tvoke (uitzonderen) – ump < umpaje (maatregelen treffen) – ûqu4 < ûque (tegen zijn) – vesta < †veste (missen, ontberen) – xyza < xizje (verwerken) – yargeloh5 < yarge (melden) – zÿtâ6 en zytt6 < zyre (voldoende voorraad hebben)

1Sommige linguïsten houden het erop dat loiniy afgeleid is van het subst. loin.


2Wellicht is lÿ afgeleid van het voegw. lÿtiy (tengevolge waarvan), dat op zijn beurt een afleiding van het nu in onbruik geraakte †lÿte is.


3Sommigen verwerpen de afleiding tuie > tu, en beschouwen tu als een nominale wortel, ontleend aan de Germaanse talen; zie § 140.14. Zie ook Evergreen (1964).


4Het is de vraag of ûqu van een werkw. is afgeleid, dan wel dat het werkw. een geverbaliseerde vorm van het voorz. is. Zie ook § 140.30 voor dergelijke verbalisaties.


5Het voorz. yargeloh is feitelijk samengesteld uit de infinitief yarge met het add. $loh (capabel, kunnende).


6De afleidingen van het werkw. zyre zijn omstreden.

140.30

Van sommige voorz.s is een werkw. afgeleid, zoals blef > bleffe (achter > achterblijven) of hogorit > hogorite (boven > verhogen). In sommige gevallen is het onduidelijk of we te maken hebben met een afgeleid werkw. dan wel met een afgeleid voorz., zoals bij:

tuf ~ tufaremaal; keer; bij ~ vermenigvuldigen
ûqu ~ ûquetegen; contra ~ tegen zijn
lo ~ lokeevenals; gelijk ~ lijken op; eruitzien als

Deze vormen zijn daarom ook opgenomen in § 83.14, als voorbeelden van werkw.n die van een voorz. zijn afgeleid.

140.31   ad § 140.12   II.4. Additief-afleiding

Tarô (Blok 140.6) is afgeleid van het add. ta (daar) en het versterkende element . Zie verder de bespreking bij het voorz. zarô in § 140.34.

Kusamat (Blok 140.6) is met een t afgeleid van het add. kusama (daar). De herkomst van deze t is omstreden. Sommige taalkundigen menen dat het hier om een gereduceerde variant van het add. ta (daar) gaat (dan is er sprake van het suffix -t); anderen houden het op een paragogische t die bij de oppositie kusama ~ kusamat een onderscheidende functie heeft gekregen.1

Roffottô (Blok 140.6/7/9) is met de uitgang -tô afgeleid van het add. roffot2; -tô wordt algemeen beschouwd als de gereduceerde vorm van het add. ta (daar). Zie ook de uitleg bij kusamat hierboven.


1Tientallen woorden die in het moderne Spokaans op een t eindigen, misten deze consonant in oudere taalvormen. Een enkele keer bestaan er twee vormen naast elkaar, zoals léf ~ léft (bier) of otlôg ~ otlôgt (wild, woest). Ook enkele leenwoorden zijn met een paragogische t verrijkt, zoals kâlendert (kalender), šômt (som, totaal bedrag) of flest (fles[je]). In onverzorgde spreektaal wordt ook wel menestert in plaats van menester (minister) gezegd. De t is een zeer geliefde eindconsonant: hij verschijnt frequent in uitgangen voor de resultatief, grammaticale stam of het meervoud. In Pâlmen-Fantin (1973) wordt uitgelegd dat veel van deze uitgangen feitelijk gegrammaticaliseerde paragogische t's zijn.


2Omdat roffot ook een subst. is met de betekenis 'ceintuur', kan roffottô ook beschouwd worden als een afleiding van een subst. Zie hiervoor § 140.27.

140.32

De eind-t in hogorit en lagitofot (Blok 140.6/7) is identiek aan die in kusamat. Dit is in § 140.31 uitgelegd. De t-loze additief-vormen hogoriy (bovendeks) en lagitofô (onderdeks) zijn typische scheepstermen, zo goed als zeker gebaseerd op de Nederlandse woorden "hoog" en "laag". Hogoriy is dan een samentrekking van "hoog" + voriy1 (voorschip), terwijl lagitofo bestaat uit "laag" + tofô (laagste punt (in gebouw of schip)).


1Ook dit is een Nederlands leenwoord.

140.33   ad § 140.12   II.5. Voorzetsel = additief

Veel voorz.s doen tevens dienst als additief. Het is niet altijd duidelijk of we hier te maken hebben met oorspronkelijke voorz.s die een betekenisuitbreiding als add. hebben gekregen, of andersom. Deze "kip en ei"-kwestie is reeds genoemd in § 41.41 (zie ook White (1973)). In het volgende Blok staan alle voorz.s die tevens als add. dienst kunnen doen. Sommige zijn reeds elders in dit hoofdstuk ter sprake gekomen (bijvoorbeeld omdat zij van een werkw. zijn afgeleid, of zijn samengesteld m.b.v. een subst.). Vandaar de verwijzingen naar andere paragrafen.

Voorzetsel = additief
Bânt IIIbinnen0na Ialdus, op deze
6bleffes Iachterin    wijze [ontstaan]
6blefkaf Iachterop6nutter Inoordelijk
6blefkest Iachterom6opper Ioostelijk
8*blûmt Ibij voorbaat [al]0ovapiy Izijdelings
0×côstemm IgewendAperdÿrovap IIIaan weerszijden,
7×cupp Iverweerd (oorspr.    aan beide
    "blootgesteld aan    kanten
    weer en wind")7preip Iopwaarts,
6dalotoje IIIbuiten    omhoog
7ðô IIIerop afCroffottô IIIin het rond,
0×ðÿm Ieindeloos    eromheen
7fesdu III[naar] binnen6tarô Iin de buurt lig-
6fesdušarkiy Ibinnenslands    gend, dicht bij,
6fesdusértiy Ibinnenshuis,    naastbijgelegen
    inpandigAtekaréa Iaan boord
0frópjÿ IwellichtAtijâ Iweg, verdwenen,
6furtfes Ivoorin    op, heen
6furtkaf Ivoorop7tûgt Ineerwaarts,
6furtkest Ivoorom    omlaag
8hogorit IIIboven0tvokatiy Iuitgezonderd
0×lestôk IbewaaktAvetsotoje IIIoverboord
0×lo Iquasi, niet echt,6wefot Iwestelijk
    schijn-6zjoba IIIbeneden, onder
6mipšarkiy Ibuitenslands6zutter Izuidelijk
6mipsértiy Ibuitenshuis   

6Voorz. opgenomen in Blok 140.6 AVoorz. opgenomen in Blokken 140.6/7
7Voorz. opgenomen in Blok 140.7 BVoorz. opgenomen in Blokken 140.6/8
8Voorz. opgenomen in Blok 140.8 CVoorz. opgenomen in Blokken 140.6/7/9
0Voorz. opgenomen in Blok 140.10   
    
×Voorz. is afgeleid van add. *Vergelijk ook het add. blûmtiy (voorafgaand)

Voorz.s die tevens een add. CAT. III zijn worden verder besproken in § 141.73–75.
Voorz.s die tevens een add. CAT. I zijn worden verder besproken in § 141.76–78.

140.33a   ad § 140.12   II.6. Voorzetsel = teg.dw.

Zeven relationele voorzetsels hebben dezelfde vorm als een teg.dw.:

 als teg.dw.als voorz.
bzeurelirabetreffendbetreffende; aangaande
eiteliravoor ogen staandmet ... voor ogen; indachtig
mippônzeliragetuigend vangetuige
miypareliraoverdénkend; denkend aandenkend aan; gedachtig
nâs-miypeliraopnieuw denkendonder voorbehoud van
pallepainelirareagerendingevolge; als reactie op
ušâmelleliragebruikmakend vanmet gebruikmaking van

Ze worden besproken in § 140.44a.

140.34   ad § 140.12   II.7. Enkele bijzondere gevallen

  1. Ri'ef is een samentrekking van rifo + ef (van de).

  2. Lóf wordt beschouwd als een variant van de wortel lôft die refereert aan een "tijdsduur". Tegenwoordig treedt lôft niet meer als zelfstandig woord op, maar is nog wel terug te vinden in bijvoorbeeld de add.n lôft'farte (geleidelijk) en lôftquar (langzamerhand).

  3. Zarô bestaat uit het improductieve prefix za- (ernaast, erbij)1, gehecht aan het versterkende element , dat tegenwoordig alleen gebruikt wordt in combinatie met ta (daar), in de betekenis van 'vlak, dicht', bijvoorbeeld: ta hogorit rô (vlak boven, dicht boven). Vergelijk ook het voorz./add. tarô (vlak bij) (§ 140.31).

1Zoals in râx ~ zarâx (bladertooi ~ afgevallen bladeren (in de herfst)) (lett. "ernaast liggende bladertooi"). Vergelijk ook het verbale prefix za-, dat een onafgesloten handeling uitdrukt (§ 83.22).

140.35   ad § 140.1   C. Semantiek

In afdeling C. wordt de betekenis van de individuele voorz.s besproken. In principe komen de voorz.s hierbij in alfabetische rangorde aan de beurt, maar het kan in sommige gevallen overzichtelijker zijn om twee of meer voorz.s als groep te behandelen, hetzij omdat zij als elkaars synoniemen of antoniemen optreden, hetzij omdat zij subtiele semantische verschillen vertonen die het beste bij een vergelijking tot uiting komen.
Veel voorz.s komen in (min of meer) idiomatische uitdrukkingen voor, waarbij de betekenis niet altijd transparant is. Er worden hieronder enkele voorbeelden gegeven, maar voor een uitputtend overzicht van idioom wordt verwezen naar Hoofdstuk 160, en vooral naar de woordenboeken.
Het aanklikbare cijfer tussen [ ] achter elk voorz. verwijst naar het Blok waarin dit voorz. is opgenomen (soms zijn er meerdere Blokken). Soms wordt niet naar een blok verwezen, maar naar een paragraafnummer van dit hoofdstuk; dit wordt weergegeven in de vorm [§ 44]:

[6]   Blok 140.6:voorzetsels van plaats en beweging
[7]   Blok 140.7:voorzetsels van richting (grensoverschrijdend)
[8]   Blok 140.8:voorzetsels van tijd
[9]   Blok 140.9:voorzetsels van maat (en afstand)
[10]   Blok 140.10:  voorzetsels van betrekking

140.36

Onder de categorie MAAT verstaan we tevens AFSTAND.
De categorieën BEWEGING en RICHTING moeten goed uit elkaar gehouden worden: BEWEGING betekent altijd een beweging binnen de door de voorz.bep. gedefinieerde grenzen ("hij loopt in de kamer rond"), terwijl met RICHTING altijd een grensoverschrijdende beweging bedoeld wordt, waarbij de grenzen eveneens door de voorz.bep. zijn vastgelegd ("hij loopt de kamer in").
Bij sommige werkwoorden is het grensoverschrijdende karakter niet altijd duidelijk, en kan er tussen verschillende voorz.s gekozen worden. Vergelijk:

a.Lerdu pilde ef mimpit kaf ef kelbra.
b.Lerdu pilde ef mimpit kaf ef kelbrae = ... kafonn ef kelbra.
Lerdu legt het boek op tafel.

In a. ligt de nadruk op het resultaat van het leggen: Lerdu voert een zodanige handeling uit dat het boek zich uiteindelijk op de tafel bevindt. In b. ligt de nadruk op een beweging van "eerst niet op de tafel" en vervolgens "wel op de tafel": dit heeft een grensoverschrijdend karakter, en daarom is er voor kaf + resultatief, of voor kafonn gekozen. Zie ook voorbeelden (1) en (2) in § 140.47.
Zulke twijfelgevallen zijn er voornamelijk als het grensoverschrijdende karakter gerelateerd is aan een niet-kern. Is de zinskern erbij betrokken, dan is de situatie duidelijker. Zo drukt de zin "De kat springt van de stoel op de tafel" duidelijk grensoverschrijdend, dit in tegenstelling tot "De kat springt op de tafel rond".

140.37   âfry [9][10] en âfriye [10]

BETREKKING:

Âfry ef wónzol-tÿden ef di mónsu.
Volgens het weerbericht gaat het stormen.

Âfriye ef wónzol-tÿden ef di mónsu.
Anders dan het weerbericht zegt, gaat het stormen.

Den ef kleter lacsplan damaifât velk nâs-zerfôsta, âfry ef menester.
Het nieuwe wetsontwerp is nog vatbaar voor wijzigingen, aldus de minister.

Petriy farte âfriye ef ðârlo veldurs.
Petriy loopt anders dan de meeste mensen.

Ef dekeniyer baxeskaros melde âfriye ef blaffos.
De uitspraak van de rechter is niet conform de eis/wijkt van de eis af.

Ef arpinzol melde âfry kâ ...
Het plan is als volgt ...

Tu poirât velk 80 zempers, âfry statistise tiyns.
Statistisch gezien moet je nog 80 jaar leven.

Âfry benadrukt het feit dat iemand iets mededeelt; na (§ 140.91) en vooral calijann (§ 140.45) leggen de nadruk op wat iemands mening is.

MAAT: 

 eft mittus âfry dur tuf fâr meterseen kamer van drie bij vier meter
 eft amâr âfry 2 literseen emmer van 2 liter
 âfry eft plilder/jakars rifomet een temperatuur/oppervlakte van
(1)eft vildul âfry tesen meters hardlapiyeen boom van twaalf meter hoog
(2)eft trajiy âfry 3m flândoroeen balk van 3 m lang; met een lengte van 3 m

Vergelijk (1) met de voorbeelden (1) en (2) in § 140.77a. Vergelijk (2) met voorbeeld (1) in § 140.85.

140.38   ânt [6][8] en ânte [8]

BEWEGING:Do farte ânt ef mittus.Hij loopt in de kamer [rond].

TIJD:ânt/ânte ér zurtarrbinnen een uur
(dus het duurt korter dan een uur)

Vergelijk ânt/ânte met kurof in § 140.83.

140.38a   ântfes [6]

Het voorz. ântfes is samengesteld uit het additief ânt (binnen) en het voorz. fes (in). Ânt is hier dus níét op te vatten als een voorz., zoals besproken in § 140.38.

 PLAATS EN BEWEGING: 

 Ef sért melde ântfes ef sÿrt-ulâns.Het huis staat binnen de stadsmuren.
(1)Ântfes ef togrûsÿ vÿr uasz farte fes ef
ronter.
Binnen de omheining lopen vijf ganzen
rond.

Ântfes refereert aan een ruimte die wordt ingeperkt door muren, hekken, heggen, ed. Vergelijk (1) met:

(2)Fes ef togrûsÿ vÿr urzôgs zyrrelelira.In de omheining (heg) zitten vijf mussen
te broeden.

In (2) gaat het om vijf nesten die verstopt zitten in de heg.

140.39   armt [6][8][10]

PLAATS en BEWEGING: 

Tona armt ef Grât = Tona af Grât =
Tona a/e Grât
Tona aan de Grât (plaats aan een rivier)
eft pônt/gÿrt armt eft wegeen brug in een weg
eft plâkomÿ armt ef wegeen tunnel over de weg
eft milt armt eft sproktoeen zoom in een jurk
Ef platiranu menkerate armt ef krur.Het schilderij hangt aan de muur.
Ef platiranu sgregre henntÿrt armt
ef krur.1
Het schilderij slingert aan de muur heen
en weer.

TIJD: 

armt dur zurtom drie uur
armt 1 mai; armt donatofop 1 mei; op donderdag

Zie ook kest (§ 140.79).

BETREKKING: 

Ef uokke nert melde helt armt tu.Roken is niet gezond voor je.
eft futollus armt gresseen voorvader van me
Do melde famila armt gress.Hij is familie van me.
Jân melde ef frera armt Elsa.2Jân is de broer van Elsa.

1Sgregre is de reduplicatie van sgre (§ 64.62), en kan hier het beste met 'hangt te slingeren' vertaald worden.


2Bij familierelaties wordt in het algemeen armt gebruikt, tenzij de relatie wederzijds is (zoals twee personen die broers van elkaar zijn). Zie hiervoor lef in § 140.89 voetnoot 1.

140.40   âst [6][10]

PLAATS en BEWEGING:

Gress zâre âst ef mindistiy.     Ik woon tegenover het hotel.

Ef cÿrygâ kleterketts drentule henntÿrt âst ef mindistiy.
De nieuwsgierige journalisten drentelen tegenover het hotel heen en weer.

Let op het verschil tussen (i) âst ef mindistiy (tegenover het hotel) en (ii) furt ef mindistiy (voor het hotel): bij (i) wordt een plek bedoeld aan de overkant van de straat (weg, pad, waterloop, enz.) waaraan het hotel ligt. Bij (ii) wordt een plek bedoeld die onmiddellijk in de nabijheid van de voorkant van het hotel ligt. Het antoniem van furt is blef (achter). Âst kent geen antoniem.1

BETREKKING: 

 Do farte âst kost šÿrtyc.Hij gaat tegen mijn voorstel in.
(1)Elsa melde eft flifados 'nin âst Mariy.Elsa is een aardiger meisje dan Mariy.

Voor vergelijkende constructies zoals in (1), zie ook § 143.6–7.


1Ook als Jân vanuit zijn huis op de achterzijde van het hotel uitkijkt, kan hij zeggen dat hij "tegenover het hotel" woont. Wel wordt er geïmpliceerd dat er tussen Jâns huis en de achterzijde van het gebouw een fysieke grens in de vorm van een straat, kanaal of iets dergelijks is. Om expliciet aan te geven dat Jân op de achterzijde uitkijkt, kunnen twee voorz.s gecombineerd worden: Jân zâre blef âst ef mindistiy "Jân woont achter tegenover het hotel" (bijv. als de achtertuin van Jâns huis ook aan het hotel grenst). Zie hiervoor § 141.106.

140.41   ber [6]

PLAATS en BEWEGING (alleen bij namen van steden en dorpen):

ber Amahagge/Lôndein/te Amahagge/Londen
ber Eðiy/fes Eðiyin Eðiy (dorp)/op Eðiy (eiland)
ber Sinto-Marino/fes Sinto-Marinoin San-Marino (gezien als stad/gezien als land)
Eft katšeriy monumentos melde ber
Fonistâ.
Er staat een afschuwelijk standbeeld in Fonistâ.
Ef trott farte riyfain ber Fonistâ.De zwerver loopt altijd in Fonistâ [rond].

140.42   blef [6][7] en blefminkÿr, blefonn [7]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef kul melde blef ef sért.De schuur staat achter het huis.
Do zerfe blef ef ûrbest.Hij kijkt achter de schutting.
(en bevindt zich er ook achter)
Do farte blef ef sért.Hij loopt [rond] achter het huis.

RICHTING:

(1)Do allove blef ef sérte (rs!). = Do allove blefonn ef sért.
 Hij verdwijnt achter het huis. (was eerst vóór het huis)

(2)Do zerfe blefonn ef ûrbest.
 Hij kijkt achter de schutting. (maar staat ervoor)

(3)Do farte blefminkÿr ef mosjeus.
 Hij loopt de vrouw achterna.

Blef + resultatief wordt voornamelijk in een concrete bewegingssituatie gebruikt (zoals in (1)); blefonn kan ook een meer abstracte richting aangeven (zie (2)). Blefminkÿr (in (3)) drukt uit dat iemand of iets gevolgd wordt. Dit voorz. wordt als "grensoverschrijdend" beschouwd, want er is als het ware een grens tussen de entiteit die achtervolgt, en de entiteit die achtervolgd wordt.

140.43   bleffes/furtfes/rysfes, blefkaf/furtkaf/ryskaf, blefkest/furtkest [6]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef mimpit melde bleffes/furtfes/rysfes
ef feldariy.
Het boek ligt achter/voor/onder in de kast.
Ef râts zyle bleffes/furtfes ef kul.De muizen rennen achter/voor in de schuur
[rond].
Do feldre blefkaf/furtkaf ef pitter.Hij zit achter/voor op de fiets.
Ef pât vende blefkest/furtkest ef sért.Het pad loopt achter/voor om het huis.
Ef mimpit melde ryskaf ef nregtâ.Het boek ligt beneden/onder op de plank.

Terwijl rys (beneden, onder) altijd een beweging uitdrukt, kunnen rysfes en ryskaf ook een plaats aangeven, analoog aan bleffes en blefkaf.
Min of meer synoniem met rysfes is kelârfes (§ 140.78).

140.44   blûmt [8]

TIJD (vóór een handeling):

Gress chaquintavy kura ef môntyos, tur do finne beri zae blûmt ef.
Ik wil over het probleem praten, maar hij begint van te voren (voor dat we
aan praten toekomen) al te schelden.

Do ki ef aerrf vlemóte, do lorerdo té dur terrats blûmt ef.
Hij heeft het paard geslacht, dat hij drie dagen eerder gekocht had.

Blûmt ef ÿzaloos enn ef bjeltafiy tu pijâtrempât ypâramiy ef tiyn.
Vóór het ondertekenen van het contract moet je het nauwkeurig doorlezen;
Voordat je het contract ondertekent ....

140.44a   bzeurelira, eitelira, mippónzelira, miyparelira, nâs-miypelira, pallepainelira, ušâmellelira [10]

BETREKKING:

Ef polišo blompavy flâjû bzeurelira ef painatjen.
De politie wil niets meedelen aangaande de dader.

Jadâk perke beri melde eitelira sener duet.
Iedereen moet zijn plicht indachtig zijn.  (eraan denken om het zo te regelen)

Mippónzelira ef ÿrsa'ecc quardaliys, ef eksposišo melde eft hupster sûkes.
OF  Ef eksposišo melde eft hupster sûkes[,] mippónzelira ef ÿrsa'ecc quardaliys.
Getuige de talloze bezoekers, is de tentoonstelling een groot succes.

Gress eft xÿðu lef éra kette ón eup, miyparelira ki ef harbosz, eup mit šove ón gress.
Ik gaf haar eervol ontslag, gedachtig aan de diensten die ze mij bewezen heeft.

Miyparelira belt poirdÿf follus eup perke beri arkette riyfain.
Denkend aan haar overleden vader, moet ze altijd huilen.

Gÿrs zaloecû ef bjeltafiy nâs-miypelira šampâôsta.
U kunt het contract ondertekenen onder voorbehoud van wijzigingen.  (met de beperkende voorwaarde dat er wijzigingen in het contract kunnen komen)

Blul kurre beri mjochelije ef lacsplan nâs-miypelira ef quistaros pai ef Kindis.
Het wetsvoorstel kan worden aangenomen behoudens/met voorbehoud van goedkeuring van de Koning.

Kirro zâlbinase mittof âkta ón kirnem pallepainelira gert prÿme furt mešanelira informaša.
Wij sturen u deze brochure ingevolge uw verzoek om nadere informatie.

Ef pramters ef sért kuranyxemje ušâmellelira eft snat.
De inbrekers drongen met gebruikmaking van een hooivork het huis binnen.

Zoals uit deze voorbeelden blijkt, zijn de voorz.s op -lira voornamelijk ambtelijke of formele taal. In gesproken taal wordt meestal de voorkeur gegeven aan een korter, meer algemeen, voorz. Zo kan in de laatste zin het formele ušâmellelira vervangen worden door het algemene na (met [behulp van]) om het gebruik van een werktuig uit te drukken.

140.44b

Het onderscheid tussen een voorz. op -lira en een "echt" teg.dw. is niet altijd duidelijk. Vergelijk:

(1)a.Ef polišo blompavy flâjû bzeurelira ef painatjen.
  De politie wil niets meedelen aangaande de dader.
 b.Ef polišo blompavy flâjû, bzeurelira ef painatjen.
  De politie wil niets meedelen, wat de dader betreft.

(2)a.Ef pramters ef sért kuranyxemje ušâmellelira eft snat.
  De inbrekers drongen met gebruikmaking van een hooivork het huis binnen.
 b.Ef pramters, ušâmellelira eft snat, ef sért kuranyxemje.
  De inbrekers die gebruikmaakten van een hooivork, drongen het huis binnen.

Het verschil tussen (1a) en (1b) is minimaal, namelijk een komma.
De vette elementen in de a-zinnen zijn voorz.s, maar in de b-zinnen gaat het om een teg.dw.-constructie die een relatieve bijzin uitdrukt.

140.44c

Dat het in (1a) hierboven om een voorz. gaat, is aan te tonen met het dode voorz. âs dat in de plaats van bzeurelira kan komen:

Ef polišo blompavy flâjû bzeurelira ef painatjen, tur ef kette iftam gopirus
informaša âs ef mašecc.
De politie wil niets meedelen aangaande de dader, maar geeft wel enige
informatie aangaande het slachtoffer.

140.45   calijann [10]

BETREKKING:

Calijann ef menester ...
Naar de mening van de minister ...; De minister meent ...

Calijann legt de nadruk op wat iemands mening is; âfry (§ 140.37) benadrukt het feit dat iemand iets mededeelt.

140.46   côstemm [10]

BETREKKING: 

Elsa melde côstemm gurnusz.Elsa is gewend aan ruzie.
Côstemm gaotise situaša Petriy câlmÿne.Petriy blijft rustig, want hij is gewend aan
chaotische situaties.

140.47   cupp [7] en mip [6][8][9][10]

PLAATS: 

mip Spooksoliyuit/buiten Spokanië
Do menkerate mip ef miflif.Hij hangt uit het raam.
Eft zopini melde mip groft bof.Er zit een gaatje in mijn broek.
Ef pramters blacroo mitai ef gyrot (rs!)
mip ef krur.
De inbrekers zijn door het gat in
de muur gekropen.

In de Spokaanse optiek is een gat uit een voorwerp.

RICHTING: 

 Do arfine cupp ef sért.Hij komt het huis uit.
(1)Ef clûma ryve ef kûfôsôrms cupp ef mirra.De menigte rukt de verkeersborden uit
de straat.
 Ef lôk tasse cupp ef oto.De tas valt uit/buiten de auto.
(2)Eup texe eft hupster klafas cupp ef léeja.Ze knipt een groot gat in het gordijn.

In (1) is er sprake van een entiteit (verkeersbord) die eerst in de straat stond en nu eruit is. In (2) wordt de handeling van het "knippen" voorgesteld als een grensoverschrijdende beweging (waarbij het gordijn die grens is): door het knippen wordt het gat (gezien als een "ding") als het ware uit het gordijn gehaald, te vergelijken met de situatie in zin (1) waarin het verkeersbord uit de straat is gehaald.
In § 140.36 is er bij kaf en kafonn op gewezen dat de notie van "grensoverschrijdende beweging" minder sterk gevoeld wordt als het object bij de beweging betrokken is, dan als het subject die grens "overschrijdt". Ook in (1) en (2) is er wat voor te zeggen om het grensoverschrijdende karakter van cupp te vervangen door een meer neutrale uitdrukking met mip (uit) dat op een betrekking duidt, bijvoorbeeld Eup texe eft hupster klafas mip ef léeja.

TIJD: 

mip pÿr 12uit de 12e eeuw   (zie ook lÿ in § 140.103)

140.48

BETREKKING:

Do melde/arfine mip Spooksoliy.  (vgl. lÿ in § 140.103)
Hij is/komt uit Spokanië; Hij is uit Spokanië afkomstig.

eft kelbra mip cÿroteen tafel van hout (uit hout gemaakt)
ef armâtat mip ef litaluhet licht van de lamp

na hoeveelheid:

dur mip ef mimpitsdrie van de boeken
30% mip ef šâmÿrômms30% van de werklozen
eft grup mip fâr veldurseen groep van vier personen

na otr.trap:1

ef hupster oras mip ef wertlâ sérthet grootste huis van de wereld
Tu melde ef guldâ mip ef cÿrt bellart.Jij bent de beste leerling van de klas.

in breuken:

dur mip hefergtefdrie-zevende
ér mip fârtefeen-vierde, een kwart

bepaalde situatie:

Mip dena aupross gress nert hozâve,
den ...
Met dit beleid geloof ik niet dat ...
Mip dena urrvu stus zjoffecû nert, ef
meldelira kormondô.
Met deze sneeuwstorm zou je niet zeggen
dat het zomer is.
Mip teâk beder do pónze kvâ ef jobiy.Met zo'n grote bek krijgt hij de baan nooit.

1Voor trappen van vergelijking, zie ook § 141.55–60 en § 144.24–33.

140.48a

Let op het verschil tussen enerzijds mip en anderzijds lÿ (§ 140.103) en rifo (§ 140.126) bij verwijzing naar een hoeveelheid:

a.dur mip ef mimpitsdrie van de boeken
b.dur lÿ/rifo ef âke mimpitsdrie van de acht boeken

In a. gaat het om een bepaald aantal uit een onbepaalde hoeveelheid; in b. om een kleiner aantal uit een grotere hoeveelheid. Voor b. geldt de parafrase dur mimpits lÿ/rifo ef âke tiyns (drie boeken uit/van de acht stuks), maar in a. is zo'n parafrase onmogelijk: * dur mimpits mip ef tiyns (* drie boeken uit de stuks). Of anders gezegd: in b. wordt het aantal "drie" gerelateerd aan het grotere aantal "acht". In a. bestaat zo'n relatie tussen twee hoeveelheden niet.

140.49   dalotoje [6] en dotoje [10]

BEWEGING: 

Do farte dalotoje ef sért.Hij loopt buiten het huis [rond].

BETREKKING: 

Ef tildâ wónzol dotoje ef, eft olla
    mirros meldo.
Afgezien van het slechte weer was het
    een fijne wandeling.
dotoje kost blûmtiffos (afk. d.k.b.)buiten mijn medeweten
dotoje ef âl ...nog daargelaten of ...

Hoewel dotoje een gereduceerde vorm van dalotoje is, kunnen ze niet door elkaar gebruikt worden.

140.50   ðô [7]

RICHTING:

Eup arfine quÿr ðô gress.Ze komt dreigend op mij af.
Ef 'jans inue ðô ef buros.De jongens rennen op de brand af.
Ef cvôf cÿresse tông ðô ef hâpyjas.De wolf sluipt stilletjes op de schapen af.

Let ook op de idiomatische uitdrukking ef melde ðô kaf flaju (afkomen op iets) met de gedachte van "aangetrokken worden door iets". Hier is ðô een predicatief additief:

Ef ÿvânas melde ðô kaf ef soza.De wespen komen op de worst af.

140.51   ðônosef [10] en ðônosfortiy [8] en mô'es [10]

TIJD:

Gress vende ðônosfortiy Petriy helkara zirrot.
Ik ga tegelijk met Petriy op vakantie. (dus níét in elkaars gezelschap)

BETREKKING:

Gress vende ðônosef Petriy helkara zirrot.
Ik ga samen met Petriy op vakantie. (in elkaars gezelschap)

Gress kaftavy ef wagâx ðônosef sener tubôs.
Ik wil de loonbelasting tegelijk met mijn vrouw betalen. (= op hetzelfde
tijdstip betalen als mijn vrouw haar belasting betaalt)

Gress kaftavy ef wagâx mô'es ef kadâster-tâx.
Ik wil de loonbelasting tezamen/tegelijk met de onroerendezaakbelasting betalen.

Soms kunnen ðônosef en mô'es synoniem zijn:

eft guriatjof dÿfer rifo snebbe-nutâ-pica mô'es/ðônosef šocla-sôsa
een heerlijk dessert van walnotenijs gecombineerd met chocoladesaus

Ðônosef kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39).

140.52   dotoje [§ 49] – ðÿm, šâm [10]

BETREKKING: 

Do nert poirecû ðÿm/šâm mimpits.Zonder boeken kan hij niet leven.
ðÿm hâcijdel, nutteloos
ðÿm morisin principe
ðÿm târ (fig.)gesmeerd, op rolletjes, voor de wind

Ðÿm en šâm zijn volledige synoniemen, maar in idiomatische uitdrukkingen kan alleen ðÿm gebruikt worden, en komt šâm nooit voor.
Ðÿm kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39). Šâm kan ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16).

140.53   eâriy [10]

BETREKKING:

Gress rÿte ra eâriy ef stywónzol.Ik rijd altijd paard, ongeacht het weer.
Ef melde eâriy ef.Het doet er niet toe.

Jadâk tinkerecû eft glyda, eâriy ef prap ÿkanasos armt eft party.
Iedereen kan lid worden, ongeacht tot welke partij men behoort.

140.54   eitelira [§ 44a] – én [10]

BETREKKING:

Kirro di mirru én ef hurts.
We zullen gaan wandelen en de honden gaan ook mee.

Als voegw. is én veel gebruikelijker, zie Blok 120.49 en § 120.73–91.

140.55   er [8]

TIJD: 

er dur zurtvanaf drie uur (tijdstip)
er eftofpira fortsinds enige tijd
er dur zurtarrsinds/sedert drie uur/uren;
al drie uur lang (tijdsduur)
er horitvanouds
er kâsindsdien

Do melde âlergise furt ylsa er sener adolesenšo.
Sinds zijn puberteit is hij allergisch voor honing.

Er kan ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16).

140.56   fân [10]

BETREKKING: 

Dena pamel melde fân tu.Dit cadeautje is [bestemd] voor jou.

In de betekenis van 'bestemd voor' is fân een wat formeler synoniem van furt (zie hieronder). Daar furt zeer veel betekenissen heeft, wordt soms voor het meer expliciete fân gekozen om ambiguïteit te vermijden.

140.57   fara, fitfara, lo, zÿtâ [10]

BETREKKING:

 eft krûgt [fit]fara kelbrafâsto     een vod als (in de functie van) tafelkleed

 Yvonn chaquinde [fit]fara eft politiycera.
 Yvonn praat als [een] politicus. (ze is politicus en in die hoedanigheid spreekt ze)

(1)Yvonn chaquinde lo/zÿtâ eft politiycera.
 Yvonn praat als. (op de manier van) een politicus. (ze is geen politicus)

 Dena storâs melde fitfara eft liftkar yzlât.
 Dit verhaal is naar (gebaseerd op) een oude sage.

 Ef knurfel mrôge lo clor.
 Het water stinkt naar chloor. (zintuiglijke waarneming)

 fara perdÿr/durten tweede/derde (enz.)
 fara repposzoals gezegd

In idiomatische uitdrukkingen kunnen fara en fitfara niet door elkaar gebruikt worden.
Fara en fitfara kunnen ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16). Zÿtâ kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39).

140.58

Vergelijk ook:

(2)Ef merater ÿzjale [fit]fara eft âpippolâ.
 De man treedt op als politieagent. (dat is zijn beroep)

(3)Ef merater ÿzjale lo eft âpippolâ.
 De man treedt op zoals een politieagent dat zou doen. (zijn gedrag doet
aan dat van een politieagent denken, maar hij is het niet)

(4)Ef merater ÿzjale zÿtâ eft âpippolâ.
 De man treedt op in de hoedanigheid van politieagent. (hij is geen agent,
maar hij heeft het recht om die functie provisorisch te vervullen)

Het verschil tussen lo en zÿtâ zoals geïllustreerd in (3) en (4), komt niet in alle gevallen even duidelijk naar voren. Zo kunnen beide voorz.s als synoniemen gebruikt worden in een zin als (1) hierboven.
Lo komt in een groot aantal hoedanigheden voor; zie ook Blokken 120.49 en 122.16, § 120.111–115, § 122.29 en § 143.112–141.

140.59   fes [6][8][9][10]

PLAATS: 

Petriy feldre fes ef mittus.Petriy zit in de kamer.
Gress ef trempe fes dena mimpit.Ik heb het in dat boek gelezen.
fes ef mirraop [de] straat; in de straat
fes eft lirrotiy/ilesetop een plein/eiland
fes eft foto/dravosop een foto/tekening
fes ef koles/ofissop school/kantoor
fes eft universitiyop/aan een universiteit
Do melde kolester fes ef universitiy.Hij is docent aan de universiteit.
Do ÿrôme fitfara eft gert fes ef trem.Hij werkt als conducteur op de tram.
Ef efantys merre fes ef flerrt.1De kinderen spelen op [de] zolder.

In het Spokaans wordt het begrip "zolder" opgevat als een vertrek (kamer) dat aan de bovenzijde afgesloten is door het dak. Men bevindt zich daarom in dit vertrek.2

TIJD: 

fes [ef] ogust
(zie ook kest in § 140.79)
in augustus (eerstvolgende maand augustus;
    afgelopen maand augustus)
Hirdo fes 120386Hirdo, 12 maart 1986 (datering op brief)
fes eft kortarr/zurtarrin een kwartier/uur
fes eft lunatofop een maandag
fes fortop tijd (niet te laat)

MAAT: 

fes 300m
na/op 300 m (op een plek die 300 m verderop ligt)

BETREKKING: 

eft trut fes blotter wolaeen trui van blauwe wol (materiaal)
eft tâx-kafpainos fes 5%een belastingverhoging van 5% (verandering
    in hoeveelheid)
eft zympÿos fes 600 olimannas een vermindering van 600 inwoners

Vergelijk fes als afstandsmarkeerder ook met lóf (§ 140.98) en kaf (§ 140.77a).

Fes is een van de meest algemene voorz.s. Het is ondoenlijk om hier een compleet overzicht van alle betekenissen en alle idiomatische constructies te geven. Hiervoor wordt verwezen naar de woordenboeken. Zie ook lóf in § 140.98–98a.


1Als het "spelen" gezien wordt als een bezigheid met veel beweging (omdat de kinderen heen en weer rennen, stoeien ed.), kan in plaats van fes het voorz. ânt (§ 140.38) gekozen worden. Zie ook § 141.12–21 voor de vraag in hoeverre een werkw. als "bewegingswerkw." aangemerkt moet worden.


2Vergelijk:

Ef merater giffe kaf ef flerrt.De man staat op het dak.

Als we de zolder als een soort "doos" beschouwen, kan men zich er ook bovenop bevinden. Dan valt de locatie samen met het dak.


140.60   fesdu [7]

RICHTING: 

Do farte fesdu ef sért.Hij loopt het huis in/binnen.
Do melde fesdu ef šôts.Hij is op de hoogte [van de situatie/zaak].

Het tweede voorbeeld is een idiomatische uitdrukking waarin het werkw. géén richting uitdrukt, maar het voorz. wel.

140.61   fesducupp [7]

RICHTING:

Ef xleg vende fesducupp ef krur.
De kogel gaat dwars door de muur.

Do farte fesducupp ef mittus.
Hij loopt de kamer in en uit. (dwars door de kamer heen)

140.62   fesdušarkiy, mipšarkiy, fesdusértiy, mipsértiy [6]

PLAATS en BEWEGING:

fesdušarkiy ef entrafer-areûs
in de toeristengebieden binnenslands; in de binnenlandse toeristengebieden

mipšarkiy ef wertlâ
in de buitenlandse wereld; overal buiten het land

Ef boerts melde fesdusértiy ef ferrÿ.
De koeien staan in de stal binnenshuis/die in het huis gelegen is.

Óps farte mipsértiy ef bidalos.     Ze lopen buiten in de regen.

Terwijl mip alleen een plaats uitdrukt, en fesdu alleen een richting, is er bij de samenstellingen met -šarkiy en -sértiy alleen sprake van plaats en beweging.

140.63   fitfara [§ 57] – fošiy [10]

BETREKKING: 

Fošiy ef monercô, stus ef tojesfsâ idequae.Op gezag van de burgemeester heeft
men de wedstrijd afgelast.
Gress amifftûre ef fošiy do.Ik neem het op gezag van hem aan.

140.64   frópjÿ [10]

BETREKKING: 

eft mimpit frópjÿ lurgiy-fortiyniy star-pjakoseen boek over middeleeuwse astrologie
Frópjÿ informašo stus krÿsât ...Voor informatie moet men ... bellen.
Kirro pratecos ral frópjÿ gress.Wat mij betreft kunnen we nu vertrekken.

Zie ook kura als voorz. van betrekking (§ 140.81–82a).
In de spreektaal wordt het algemene frópjÿ dikwijls gebruikt in plaats van een meer specifiek voorz., zoals in:

£ Keenlâx melde eft toraniefa frópjÿ ként-ÿkatle. =
= Keenlâx melde eft toraniefa ûqu ként-ÿkatle.
Keenlâx is een geneesmiddel tegen maagpijn.

140.65   furt [6][7][10] en furtonn [7] en futtof [8]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef kul melde furt ef sért.De schuur staat voor het huis.
Do farte furt ef sért.Hij loopt [rond] voor het huis.
Do zerfe furt ef ûrbest.Hij kijkt voor de schutting. (en bevindt
zich er ook voor)

RICHTING:

(1)Ef âpip vlôte furt ef otoe (rs!). = Ef âpip vlôte furtonn ef oto.
 De politieman springt voor de auto.

(2)Do zerfe furtonn ef ûrbest.
 Hij kijkt voor de schutting. (maar staat erachter)

Furt + resultatief wordt voornamelijk in een concrete bewegingssituatie gebruikt (zoals in (1)); furtonn kan ook een meer abstracte richting aangeven (zie (2)).

140.66

TIJD: 

Ef ÿrôm klótarât futtof ef tûratof.Het werk moet vóór dinsdag klaar zijn.
Gress prate futtof Petriy.Ik vertrek vóór (= eerder dan) Petriy.

Voor futtof, zie ook het antoniem mintof in § 140.104. Futtof kan ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16).

BETREKKING: 

Dena mimpit melde furt (= fân) tu.Dit boek is voor jou.
furt kost hâng/uxârttot mijn vreugde/verdriet
Do obezjere furt vrôlk.Hij lacht van vreugde.
gopirus mitarr furt silencoenige minuten stilte
furt raltot dusverre, tot nog toe

Furt is een van de meest algemene voorz.s. Het is ondoenlijk om hier een compleet overzicht van alle betekenissen en alle idiomatische constructies te geven. Hiervoor wordt verwezen naar de woordenboeken.

140.67   furtfes, furtkaf, furtkest [§ 43] – gâšâ [10]

BETREKKING: 

Gress melde kiygt gâšâ ef ototos.Ik ben laat vanwege de files.
eft kôbopaaf gâšâ ef kôboeen markies tegen de zon
Gress paine kâ gâšâ vilt yofcoh.Ik doe dit voor jouw plezier.
Eup paine kâ gâšâ rovretos ump ef ralveldurs.Zij doet dit uit liefde voor de medemens.
Kirro melde ilba fes ef situašo gâšâ kinâ.We zijn gesloten in verband met ziekte.

Vergelijk ook tsazi in § 140.132.

140.68   helkara = 'kara [7]

RICHTING: 

Gress pitte helkara Fonistâ.Ik fiets naar Fonistâ [toe].
Ef efantys zerfe helkara ef trott.De kinderen kijken naar de zwerver.
Ef treno helkara Bôrâ quÿe kaf âskân 4.1De trein naar Bôrâ wacht op spoor 4.

1In de constituent ef treno helkara Bôrâ valt de voorz.bep. buiten de invloedssfeer van het werkw. quÿe (wachten). Hoewel dit werkw. zelf geen richting aangeeft, kunnen we ons voorstellen dat de constituent ef treno helkara Bôrâ een richtings-idee bevat in de trant van "de trein die naar Bôrâ rijdt".

140.69   hinta, quâ [10]

BETREKKING: 

râste hinta gressniemand anders dan ik; niemand op mij na
râste/flâjû hinta ef = râste/flâjû hintafniemand/niets anders
Hinta/quâ gress, râste melda.Behalve ik/buiten mij was er niemand.
Kost pijâ fatasôr melde câtoliyc, hinta/quâ
gress.
Mijn hele familie is katholiek, behalve ik.

Hinta en quâ treden ook op als voegw., zie § 121.8–13 en § 121.44. Het verschil tussen voorz. en voegw. is niet altijd even duidelijk. Zo kent het laatste voorbeeld hierboven als variant Kost pijâ fatasôr hinta/quâ gress melde câtoliyc, waarin sprake is van een nevenschikking van de twee onderstreepte delen. Hier is hinta of quâ dus een nevenschikkend voegw.

140.70   hiycce [6][7] en tukst [6][7][8] en tukstlef [6][7] en tuksof [8]

PLAATS:

 Ef pât melde hiycce ef taris-stent.Het pad loopt tot aan de voet van de toren.
(1)Ef léeja menkerate hiycce ef pazzosti.Het gordijn hangt tot aan/op de grond.
(2)Ef léeja menkerate tukst ef pazzosti.Het gordijn hangt tot de grond.
 Gress ef mimpit trempe tukst pracâ erg.Ik heb het boek tot bladzijde 14 gelezen.
 pracâ dur tukstlef erg (afk. 3 tf 14)bladzijde 3 t/m 14

Hiycce drukt uit dat de entiteit in het fundament fysiek geraakt wordt (in (1): het gordijn raakt de grond); bij tukst wordt de entiteit in het fundament gezien als een fysieke grens die net niet geraakt wordt (in (2): het gordijn hangt nog net een klein stukje boven de grond).

RICHTING: 

Do farte hiycce ef taris-stente (rs!).Hij loopt tot aan de voet van de toren.
Do sen wente tukst ef tjâst mosjeuss (rs!). =
= Do sen wente tukstlef ef tjâst mosjeus.1
Hij wendt/keert zich naar de deftige
dame [toe].
Kirro farte tukst fesdu ef fôrestae (rs!). =
= Kirro farte tukstlef fesdu ef fôresta.
We lopen tot in het bos.

Bij richting wordt tukst dikwijls, en tukstlef altijd gecombineerd met een ander voorz.


1Maar:

Do wente sener kûltâ tukst ef tjâst mosjeus.
Hij wendt zijn blik naar de deftige dame toe.

Hier wordt tukst zonder resultatief gebruikt, en het synoniem tukstlef is onbruikbaar. Dit komt omdat ef wente sener kûltâ tukst X (zijn blik wenden naar X) als een prep.werkw. behandeld wordt, waarbij het geneutraliseerde tukst een inherent voorz. is. Zie hiervoor § 141.115–121.


140.71

TIJD: 

Gress quÿe tukst/tuksof dur zurt.Ik wacht tot drie uur.
tuksof raltot nu toe

BETREKKING: 

15 tt 16 tiyns (tukst altijd afgekort tot tt)15 à 16 stuks
tukst mip 2mop 2 meter na (dus net 2 m te kort)
ef zâreldurs tukst ef sértbelps luft efde bewoners met inbegrip van/inclusief
    de huisdieren (dus de huisdieren wor-
    den ook tot de bewoners gerekend)
tukst eft piyðe ðôpecctegen een geringe vergoeding

Tuksof kan ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16).

140.72   hogorit [6][7]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef litalu menkerate hogorit ef kelbra.De lamp hangt boven de tafel.
Ef vogily zôle hogorit ef vilduls.De vogel vliegt boven de bomen (rond).
Do giffe/jumpetece hogorit kaf ef kelbra.Hij staat/springt rond bovenop de tafel.
eft pônt hogorit ef weg/prusoteen brug over de weg/rivier
eft plâkomÿ hogorit ef wegeen tunnel over de weg

RICHTING: 

Ef vogily zôle hogorit ef vildulses (rs!).De vogel vliegt over de bomen (heen).
Do jumpetece hogorit kaf ef kelbrae (rs!).Hij springt boven op de tafel (vanaf de grond).

140.72a   holfplepiy [6][8]

PLAATS en BEWEGING: 

Ral kirro melde holfplepiy Hirdo.We zijn nu halverwege Hirdo.
(op de helft van de afstand naar Hirdo)
Gress eup méte holfplepiy ef mirra.Ik kwam haar halverwege de straat tegen.
(in het midden van de straat)

TIJD: 

holfplepiy 2008/ef âbonemere-iyrahalverwege 2008/de abonnementsperiode

140.73   hôs [6]

PLAATS: 

hôs kost fosiesthuis bij mijn ouders
hôsill (= hôs + tsil)bij mij thuis (enz.)

Hôs vormt met de pers.vnw.n 2n een onscheid.samst. Zie § 71.2–4.

140.74   hurtos [8][9]

TIJD: 

hurtos dur zurt ur holfevanaf half vier

MAAT: 

hurtos 4 hercovanaf 4 herco (dus 4 herco of meer)

Hurtos 2km mip ef xijera ef knurfel melde rys 100m.
Vanaf 2 km uit de kust is het water 100 m diep.

140.75   ja [6][7][8][10] en jen [6][10]

PLAATS en BEWEGING:

 Ef ÿc lelde ja ef peplân.
 De eik groeit tussen (te midden van) de populieren.

(1)Ef agrén jumpetece ja ef vilduls.
 De eekhoorn springt tussen de bomen [rond].

 Ef rilkrik menkerate jen ef [ten] vilduls.
 De schommel hangt tussen de [twee] bomen.

(2)Groft ÿrliriy melde jen ef argerat.1
 Zijn vinger zit [klem] tussen de deur.

 jen A jen B = jen A ur B     tussen A en B

 Ef rilkrik menkerate jen ef ÿc jen/ur ef bûst.
 De schommel hangt tussen de eik en de beuk [in].

Jen drukt uit dat iets zich tussen twee dingen bevindt, vaak met de extra betekenis van "klem zitten". Ja drukt uit dat iets zich te midden van meerdere dingen bevindt.

RICHTING (ja gevolgd door meervoudig subst. zonder lidw.):

(3)Ef agrén jumpetece ja vilduls.
 De eekhoorn springt van boom tot boom.

 Ef smurf-pârers vende ja argerats.
 De collectanten gaan van deur tot deur.

Vergelijk hierboven (1) met (3).


1Hier is feitelijk sprake van één ding: namelijk een deur. Dat deze constructie (en ook het Nederlandse equivalent) toch correct is, komt doordat "deur" als een pars pro toto staat voor "deur gemonteerd in een deurpost". De vinger zit feitelijk klem tussen de deur en de deurpost.

140.76

BETREKKING: 

ef gmafaos ja ef divers enmÿt statsde ontspanning tussen de verschillende
    vijandige staten
ef gmafaos jen Opper jen/ur Wefotde ontspanning tussen Oost en West
ef quivrôché ja ef ÿrômersde ontevredenheid onder de arbeiders

Ook bij de categorie BETREKKING wordt onderscheid gemaakt tussen jen voor 2 entiteiten, en ja voor meerdere entiteiten.

TIJD:

(4)ja ef terrats elke nacht (lett. "tussen de dagen")
 ja ef kÿlselke dag (lett. "tussen de nachten")
(5)ja terratsvan dag tot dag; er gaat geen dag voorbij of
 ja zurtarrsvan uur tot uur
 ja mitarrsvan minuut tot minuut

 Óps lelperre ÿoðe-gurnusz ja terrats.
 Ze hebben van dag tot dag slaande ruzie.
OF  Er gaat geen dag voorbij of ze hebben slaande ruzie.

Let goed op het verschil tussen fundamenten met een lidw. (zoals in (4)), en die zonder lidw. (zoals in (5)).

140.77   kaf [6][7][9] en kafonn [7]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef chat melde kaf ef kelbra.De kat ligt op de tafel.
Ef chat farte kaf ef kelbra.De kat loopt op de tafel [rond].
Ef kelbrafâsto melde kaf ef kelbra.Het tafelkleed ligt over de tafel.
Do zerfe kaf ef kelbra.Hij kijkt op de tafel. (en staat ook op de tafel)
kaf ef xijera/ef ageraan de kust/het strand
kaf ef klarbÿr/rivoaan de oever
eft flâ kaf ef jeglazorâeen vlag aan de stok
eft wufta kaf -oseen woord [eindigend] op -os
Do zâre fes Port-weg III kaf 12.Hij woont op Port-weg III nummer 12.
fes Weg 219 kaf 102aop Weg 219 nummer 102a
Lâgynen ef fijânta kaf eft vloja oljyvojel.Braad het vlees in wat olijfolie.
Ef boerts craze kaf ef blufk.De koeien grazen in de wei.

Voor het huisnummer staat kaf als de straatnaam zelf al een nummer bevat; het gaat hier meestal om straatnamen in de bebouwde kom met een Romeins nummer, of om genummerde rijkswegen of provinciale wegen.1

RICHTING:

(1)Ef chat jumpetece kaf ef kelbrae (rs!). =
= Ef chat jumpetece kafonn ef kelbra.
 De kat springt op de tafel.

(2)Do zerfe kafonn ef kelbra.
 Hij kijkt op de tafel. (maar staat op de grond)

Kaf + resultatief wordt voornamelijk in een concrete bewegingssituatie gebruikt (zoals in (1)); kafonn kan ook een meer abstracte richting aangeven (zie (2)).


1Soms is zo'n nummer alleen nog maar deel van de straatnaam en is het echte nummer gewijzigd; zo is de weg met de naam Weg 103 (gemeente Manes-Tûtâs) in werkelijkheid weg nummer 67.

140.77a

MAAT:

(1)eft kelbra kaf 1meen tafel van 1 m hoog; met een hoogte van 1 m
(2)Ef taris melde kaf 43m.De toren is 43 m hoog.
(3)Ydône-hartiy kaf 2km!a.  Slipgevaar over [een lengte van] 2 km!
b.  Slipgevaar na 2 km! (dus 2 km verder)

Kaf in combinatie met een maataanduiding is op 3 manieren ambigu. Het kan refereren aan een hoogte (zin (1) en (2)), aan een traject met een bepaalde lengte ((3a)) of aan iets dat een bepaalde afstand verderop is ((3b)). Deze ambiguïteit kan in (2) vermeden worden met een omschrijving als Ef taris lelperre eft hardlapiy rifo 43 m (De toren heeft een hoogte van 43 m); vergelijk ook § 140.37 (1).
Betekenis (3a) kan expliciet gemaakt worden met het voorz. lóf (§ 140.98), en bij (3b) kan voor het voorz. fes gekozen worden (§ 140.59). Op een verkeersbord dat voor dit slipgevaar waarschuwt, worden dan ook uitsluitend de mededelingen lóf 2km of fes 2km gebruikt. In het eerste geval moet de weggebruiker twee kilometer lang oppassen om niet te slippen, in het tweede geval moet hij pas twee kilometer verderop oppassen.

140.78   'kara [§ 68] – kelârfes, zillepipfes [6]

PLAATS en BEWEGING:

Ef atyjes melde kelârfes/zillepipfes ef feldariy.
De dekens liggen onder in/boven in de kast.

Ef râts zyle kelârfes/zillepipfes ef feldariy.
De muizen rennen onder in/boven in de kast [rond].

Bij kelârfes en zillepipfes wordt geen onderscheid gemaakt tussen PLAATS en BEWEGING, zoals dat bij fes (in) (plaats) vs. ânt (in) (beweging) het geval is.
Merk op dat de woorddelen kelâr (kelder) en zillepip in deze voorz.s geen letterlijke betekenis (meer) hebben. Vergelijk: fes ef kelâr (in de kelder) en kelârfes ef kelâr (onder in de kelder).
Min of meer synoniem met kelârfes is rysfes (§ 140.43).

140.79   kest [6][8]

PLAATS: 

eft roffot kest groft molâfit een riem om zijn buik

TIJD: 

kest dur zurtom drie uur  (zie ook armt in § 140.39)
kest ef januyin deze januari  (zie ook fes in § 140.59)
ef quiyrda kest lelmo gurt/
    kest 12 ogust
de krant van deze ochtend/
    van 12 augustus

Bij maanden drukt kest uit dat het om de maand gaat die aan de gang is.

140.79a   k'mafurt [6]

PLAATS en BEWEGING: 

(1)Ef priva melde k'mafurt ef quanka.Het symbool staat vóór de naam.
(2)Eup paine-kaf ef huron-vasa k'mafurt ef
mebartiy tlokko.
Ze zet de vaas bloemen vóór de jarige
tante neer.
(bijv. op de tafel waaraan de tante zit)

K'mafurt legt de nadruk op de locatie en wordt het liefst gebruikt als het meer algemene voorz. furt (voor) ambigu is omdat dit ook "bestemd voor" kan betekenen (§ 140.65–66). Vergelijk (1) en (2) met:

(1′)Ef priva melde furt ef quanka.Het symbool staat/is bestemd voor de naam.
(2′)Eup paine-kaf ef huron-vasa furt ef
mebartiy tlokko.
Ze zet de vaas bloemen [bestemd] voor de
jarige tante neer.

140.80   krÿmiy [10]

BETREKKING:

eft fenta krÿmiy kost mebartof
een feest ter gelegenheid van mijn verjaardag

Ef farte krÿmiy gress, den do merfe.
Het komt me voor dat hij liegt.

140.81   kura [6][7][9][10]

PLAATS en BEWEGING: 

Do menkerate kura ef barera.Hij hangt over het hek.
Ef flâ latere kura ef vânts.De vlag wappert over de reling.
eft gÿrt kura ef weg/prusoteen brug over de weg/rivier

RICHTING: 

Ef chat jumpetece kura ef kelbrae (rs!).De kat springt over de tafel heen.

MAAT: 

eft pônt kura 850meen brug van 850 m lang; een brug
    met een lengte van 850 m
Ef pônt melde kura 1km.De brug is 1 km lang.

BETREKKING: 

eft mimpit kura ef kûra-pirâmereen boek over kunstgeschiedenis
eft monumentos kura Xeen standbeeld van X (X voorstellende)
ef tômp kura rasteen graf van iemand (waar iemand in ligt)

140.82

Let op het verschil tussen:

a.Do eft mimpit kura ef Bribâbof-korda lorerde.
 Hij heeft een boek over de Bribâbof-kerk gekocht.

b.Do eft mimpit frópjÿ ef Bribâbof-korda lorerde.
 Hij heeft een boek over (lett. "wat betreft") de Bribâbof-kerk gekocht.

In a. wordt een boek bedoeld dat uitsluitend over het kerkgebouw gaat: de bouw ervan in ca. 1710, de restauratie in 1978, de interessante dakconstructie, enz.
In b. wordt een boek bedoeld dat een veel breder scala aan onderwerpen aansnijdt: alles waarbij deze kerk een rol heeft gespeeld, wordt erin behandeld, zoals de moord op een priester van deze kerk in 1822, het museum dat erin gevestigd is, de platanen op het plein ervoor, enz.

140.82a

Vergelijk ook:

a.Petriy rafane pipar kura ef njoros ón ef polišo.
 Hij vertelt alles over de moord aan de politie.

b.Petriy rafane pipar frópjÿ ef njoros ón ef polišo.
 Hij vertelt alles over (lett. "met betrekking tot") de moord aan de politie.

In a. wordt gesuggereerd dat Petriy de moord begaan heeft en precies vertelt hoe deze plaatsgevonden heeft. In b. lijkt het er eerder om te gaan dat Petriy in het algemeen dingen weet die met de moord te maken hebben.

140.83   kurof [8]

TIJD:

Ef karé krose-fes ef zé kurof gopirus zurtarr.
Het schip doorkruist de zee in enkele uren [tijd].

kurof dur zurtarr     binnen [de tijd van] drie uren

Kurof benadrukt dat iets gedurende de hele genoemde periode plaatsgevonden heeft. Vergelijk dit met ânt/ânte in § 140.38, waarbij de genoemde periode langer is dan de tijd dat iets plaatsvond.

140.84   kusamat [6] en lango [6][7][9] en minkÿr [6][7] en ovapiy [10]

PLAATS: 

Kusamat ef kul dur ÿcs lelde.Naast de schuur groeien drie eiken.
Kusamat ef kul eft barera melde.Naast/langs de schuur staat een hek.
Ef pôstsért melde minkÿr mirra dur.Het postkantoor is voorbij de derde straat.

BEWEGING: 

Do farte kusamat sener tubôs.Hij loopt naast (terzijde van) zijn vrouw.
Do farte lango ef krur.Hij loopt langs de muur. (de uiteinden van de
muur zijn de grenzen)

Kusamat betekent bij een plaatsaanduiding 'naast' of 'langs'; bij een beweging is de betekenis altijd 'naast'. Nu wordt 'langs' vertaald met lango.

140.85

RICHTING:

Ef oto ufire lango ef nertuitiynn (rs!).  (zie ook roffottô in § 140.128)
De auto rijdt langs het obstakel. (in een bocht)

Do farte lango ef vildull (rs!).
Hij loopt langs de boom/om de boom heen. (in een bocht)

Do farte minkÿr ef vildull (rs!).
Hij loopt langs de boom/de boom voorbij. (in een rechte lijn)

Ef móns châe minkÿr ef jakâmses (rs!).1
De storm raast over/langs de velden.

MAAT:

(1)eft mirra lango 23km
 een weg van 23 km lang; een weg met een lengte van 23 km

 Ef mirra melde lango 23km.     De weg is 23 km lang.

BETREKKING:

(2)Stus chaquinde kusami pegreviy ovapiy spokânda.
 Men spreekt hier naast het Spokaans ook Pegrevisch.

(3)Ovapiy ef ebesz, pert âlbatjens zâre kusami.
 Naast de vissers wonen hier (ook) veel bouwvakkers.

Lango bij maten drukt voornamelijk de lengte van wegen, kabels ed. uit. Vergelijk Eft trajiy âfry 3m flândoro (Een balk van 3 m lengte), maar niet * Eft trajiy lango 3m.
Bij de constructie A ovapiy B of ovapiy B ... A is B het belangrijkst, en A is in mindere mate aanwezig. In (2) spreekt men dus voornamelijk Spokaans, en in mindere mate ook Pegrevisch.
In (3) gaat het weliswaar om veel bouwvakkers, maar vooral om nog veel meer vissers (die in dit dorp wonen). Merk ook op dat "naast" hier refereert aan een vergelijking van twee groepen, en niet aan een plaats. Vergelijk: Kusamat ef ebesz, pert âlbatjens zâre kusami. Nu wonen de vissers en bouwvakkers dus in het dorp naast elkaar (en niet apart in verschillende straten of wijken).


1Daar de storm "ergens" vandaan komt, en ook weer "ergens" heen gaat, en derhalve niet beperkt blijft tot de oppervlakte van deze velden, is er sprake van een (grensoverschrijdende) RICHTING.

140.85a   kusamavap, kusamivap [6]

PLAATS en BEWEGING:

Gress nert feltavy kusamavap ef kelbra.
Ik wil niet aan die kant van de tafel zitten.
OF  Ik wil niet aan de andere kant van de tafel zitten.

Ef oto ufiro fesdu ef knurfel kusamivap ef kanol.
De auto reed aan deze zijde van het kanaal het water in.

Óps feldre kusamivap én kusamavap ef kelbra.
Ze zitten ieder aan een kant van de tafel.

140.86   lagitofot [7] en rys [6][7][9] en zjoba [6]

PLAATS:

Ef kjuptlot melde zjoba ef kelbra.De stoof staat onder de tafel.

BEWEGING:

Ef efanty blacroe rys ef kelbra.Het kind kruipt onder de tafel [rond].

RICHTING:

(1)Do blacroe rys ef râffe (rs!).Hij kruipt onder het hek door.
(2)Kirro ufire lagitofot ef hardlap vilduls. =
= ? Kirro ufire rys ef hardlap vildulses (rs!).
We rijden onder de hoge bomen door.
(3)Do zerfe lagitofot ef ûrbest.Hij kijkt onder de schutting door.

Rys + resultatief wordt alleen in een concrete richtingssituatie gebruikt (zoals in (1)); lagitofot geeft meestal een meer abstracte richting aan; dit is duidelijk in (3), maar voor de meeste Spokaniërs geldt dat ook in (2).

MAAT:

eft zé rys 850meen zee van 850 m diep; met een diepte van 850 m
Ef ses melde ne'âma rys 3m.Het meer is slechts 3 m diep.

140.87   langiy [8]

TIJD: 

 Ef claba sen cÿrzrame vufâ langiy ef zempers.
 De aarde warmt met de jaren steeds meer op.

 langiy ef pÿrsdoor de eeuwen heen
(1)langiy noimeldosbij [permanente] afwezigheid  (vgl. § 140.98 (1))

In tegenstelling tot lóf (§ 140.98) drukt langiy altijd de lange duur van een periode uit, zonder dat er een duidelijk begin of eind ervan is.
Vergelijk ook lango (§ 140.84).

140.88   lango [§ 84] – langofes, langomip/miplango [6]

BEWEGING: 

Do farte langofes ef krur.Hij loopt binnen langs de muur.
Do farte langomip/miplango ef krur.Hij loopt buiten langs de muur.

Bij uitdrukkingen van plaats, of bij grensoverschrijdende richtingen, moeten 'binnen langs' en 'buiten langs' vertaald worden met voorz.combinaties, bijvoorbeeld fes kusamat of kusamat fes (binnen langs) (stilstand). Zie ook § 141.106–111 voor zulke voorz.combinaties.

140.89   lef, na, tjâg, wÿrtâlacc [10]

BETREKKING:
De basisbetekenis van lef, na, tjâg en wÿrtâlacc is 'met', maar er zijn grote verschillen in hun gebruik:

1.Lef voegt twee zaken samen. De feitelijke betekenis is dan ook 'samen met' of 'voorzien van':

Do mirre lef sener ûsto fes ef pârc.Hij wandelt met zijn dochter in het park.
eft oto lef eft kolai ro'ieen auto met een geel dak
eft sért lef eft blotter kuleen huis met een blauwe schuur

Een iets vrijere vertaling is nodig in:

eft ôrešy lef eft blotter uniformeen soldaat in een blauw uniform
Jân melde ef frera lef Petriy.1Jân is de broer van Petriy. (en P. is de broer van J.)

In een meer overdrachtelijke betekenis kan lef ook gebruikt worden in zinnen als:

Do mirre riyfain lef eft lagitofidal.
(zie verder § 140.51)
Hij wandelt altijd met een paraplu.

1Vergelijk:

Jân melde ef frera armt Elsa.
Jân is de broer van Elsa. (E. is níét de broer van J.)

Zie ook armt in § 140.39 voetnoot 2.


140.90

Vergelijk de volgende twee constructies:

(1)Do lâfâstoe ef ferdu lef ef ÿciyn lippiones.
 Hij bekleedt de stoel met de eikenhouten poten.

(2)Do lâfâstoe ef ferdu lef ef manceste.
 Hij bekleedt de stoel met fluweel.

In (1) is het vetgedrukte deel een nadere bepaling bij "stoel": die stoel heeft eikenhouten poten. In (2) is het vetgedrukte deel een nadere bepaling bij "bekleden": het bekleden geschiedt met fluweel. In (2) kan lef vervangen worden door het meer specifieke voorz. tjâg (§ 140.92–93). Zie verder § 141.129 en § 141.144 voor een nadere analyse van (1) en (2).
Lef kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39).

140.90a

Een bijzonder gebruik van lef is om een toestand uit te drukken waarin iets verkeert. Lef gaat dan altijd samen met een additief gemarkeerd met lo. Vergelijk de verschillende constructies:

a.Lena feldre kaf ef prart lef sener hâst. = Lena feldre lef sener hâst kaf ef prart.
 Lena zit op de stoep met haar hond. = Lena zit met haar hond op de stoep.

b.Lena feldre kaf ef prart lef sener kas lo fesdotoje.
 Lena zit op de stoep met haar jas binnenstebuiten aan.

In a. heeft lef de primaire betekenis 'samen met': Lena en haar hond zitten samen op de stoep. In b. daarentegen drukt lef een bepaalde situatie uit, namelijk dat Lena haar jas binnenstebuiten aan heeft. Het gaat er dus niet om dat Lena "samen met haar jas" op de stoep zit.

140.90b

Andere voorbeelden:

Do farte lef sener pet-gryde lo furtablefa.
Hij loopt met de klep van zijn pet achterstevoren.

Óps feldre fes ef mittus lef ef léejas lo ilba.
Ze zitten in de kamer met de gordijnen dicht.

Ef melde helt beri slape lef ef miflifs lo tuffes.
Het is gezond om met de ramen open te slapen.

Ef ôrešys hude lef ef flâ lo tenurpe.
De soldaten staan in de houding met de vlag op zijn kop.

Volgens Kojen-Pôt (1980) gaat het hier om een variant van objecten met een obj.add., zodanig dat een theoretisch object nu in een voorz.bep. met lef verschijnt. Vergelijk:

a.Do donne sener pet-gryde lo furtablefa.
 Hij draagt zijn pet met de klep achterstevoren.
(lett. "hij draagt zijn pet-klep achterstevoren")

b.Do farte lef sener pet-gryde lo furtablefa.
 Hij loopt met de klep van zijn pet achterstevoren.
(lett. "hij loopt met zijn pet-klep achterstevoren")

In a. is pet-gryde een object en furtablefa een met lo gemarkeerd obj.add. In b. gaat het feitelijk nog steeds om een obj.add., maar het object is nu een voorz.bep. bij farte geworden.

140.90c

In plaats van een met lo gemarkeerd additief kan soms ook een voorz.bep. gebruikt worden. Bijvoorbeeld:

eft mimpit lef ef otôr ðÿm/šâm bof kaf ef caribos
een boek met op de kaft de schrijver zonder broek [aan]

Óps pliyfone cafer lef helt fes ef.
Ze drinken koffie met melk erin.

Dena merater melde lomp, lef ef bârÿr cÿramm kest ef ÿrk?1
Wie is die man met die paarse sjaal om zijn nek?

1Bij kledingstukken (die je aan, op of om hebt) is ook een teg.dw.-constructie mogelijk. Bijvoorbeeld:

Dena merater, donnelira ef bârÿr cÿramm, melde lomp?
Wie is die man met die paarse sjaal om?

Gress nert tiffe lelmo mosjeus, donnelira dena zjut belt-ÿršar.
Ik ken deze vrouw met dat rare hoedje op niet.
(lett. "... deze vrouw die dat rare hoedje op heeft")

eft 'nin, lelperrelira-armt eft huroniy sprokto
een meisje met een fleurig jurkje aan
(lett. "een meisje dat een fleurig jurkje aan heeft")

Natuurlijk zijn ook andere constructies mogelijk, zoals Dena merater lef ef bârÿr cÿramm melde lomp? (Wie is die man met de paarse sjaal?), maar dan wordt niet benadrukt dat hij die sjaal ook om heeft (wellicht loopt hij ermee in zijn hand).


140.91

2.Na drukt uit dat iets met [behulp van] een werktuig geschiedt:

Tu nert ÿrasecû ef nacry na dena fiys-gros.
Je kan de spijker niet met die schroevendraaier inslaan.

Verder betekent na ook 'volgens':

Na gress ef nert di eftarsu.Volgens mij zal het niet lukken.

Na legt de nadruk op wat iemands mening is; vergelijk dit met âfry (§ 140.37) dat het feit benadrukt dat iemand iets mededeelt. Voor na in straatnamen, zie § 141.37–38. Na kan ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16).

140.92

3.Tjâg geeft primair het soort vervoermiddel aan, maar ook andere middelen waarmee iemand zich voortbeweegt, kunnen met tjâg uitgedrukt worden:

Kirro arfine tjâg ef trem.We komen met de tram.
Tjâg ef treno ef tupplip zurrere lóf 2 zurtarr.Met de trein duurt de reis 2 uur.
Do mirre riyfain tjâg eft mirrzorâ.Hij wandelt altijd met een wandelstok.
Eup lappe tjâg styp gum-hósz mitai ef sti.Ze stapt met stevige rubber laarzen
door de modder.

In archaïsch taalgebruik wordt tjâg nog wel bij werktuigen gebruikt (in modern Spokaans is na algemener, zie hierboven):1

† Eup axe ef vildul tjâg eft grampa axos. =
= Eup axe ef vildul na eft grampa axos.
Ze hakt de boom met een roestige bijl om.

1Sommige ouderwetse werktuigen die tegenwoordig niet meer gebruikt worden, kunnen alleen met tjâg gecombineerd worden, en nooit met na, zoals:

Blul ef dokumentos stindelije tjâg/*na eft uas-fedre.
Het document is met een ganzenveer geschreven.

140.93

Tjâg in de betekenis 'door middel van' of 'met behulp van' wordt algemeen gebruikt in abstracte contexten, of als het geen "echt" werktuig betreft:

 tjâg ef graviy hupster kikamet de grootste moeite
 Do hûche pipar tjâg ef habilemiy ur coðos.Hij lost alles op met handigheid en tact.
 Blul stindelije dena wufta tjâg bp.Dit woord wordt met bp geschreven.
 Ef clûma xlegge hédân tjâg kolinis.De menigte bekogelt elkaar met stenen.
(1)Eup lukte ef efanty tjâg lavendiy-sep.Ze wast het kind met lavendelzeep.
(2)Do lâfâstoe ef ferdu tjâg ef manceste.Hij bekleedt de stoel met fluweel.

Vergelijk (1) met: Eup lukte ef efanty na eft ras râg (Ze wast het kind met een harde borstel). In tegenstelling tot "zeep" is een "borstel" een duidelijk werktuig. Voorbeeld (2) is zo weinig abstract dat tjâg door het meer universele lef vervangen mag worden; zie § 140.90.

140.94

4.Wÿrtâlacc in de betekenis 'door middel van' wordt in archaïsche, poëtische en ambtelijke taal gebruikt in abstracte contexten, en is dan in principe een synoniem van tjâg:

Do hûche pipar wÿrtâlacc ef habilemiy ur coðos.
Hij lost alles op met handigheid en tact.

Meer algemeen staat wÿrtâlacc voor een gedeverbaliseerde infinitief (hier is tjâg minder gebruikelijk):

Stus ejelife flâjû wÿrtâlacc ef ÿscemros.     Met schreeuwen bereik je niets.

Blul kurre beri albelije ef tjel, wÿrtâlacc ef ÿkaftos enn ef xyfolos fes fort.
Straf kan vermeden worden door de boete op tijd te betalen.
(lett. "... met het op tijd betalen van de boete")

Wÿrtâlacc komt ook voor in combinatie met personen, en betekent dan 'met [de] hulp van':

Wÿrtâlacc gopirus frints, eftarse ef sértaros fit kiykirot.1
Met [hulp van] enkele vrienden zal de verhuizing best wel lukken.

1Een synoniem van wÿrtâlacc is hier lef ef cÿrtiyr pai (met de hulp van). Deze frase is een voorz.uitdr. en wordt besproken in § 142.15.

140.95   léns [10]

BETREKKING:

Léns groft wufta-cos do mafurte ón ef blaffoser.
Blijkens (zoals blijkt uit) zijn woordkeus is hij woedend op de belastinginspecteur.

140.96   les, ôsp, part [10] en tuf [9][10]

BETREKKING:

aftrekken:Sers les ten kette fâr.Zes min twee is vier.
optellen:Dur ôsp ten kette hent.Drie plus/en twee is vijf.
delen:Sers part ten kette dur.Zes gedeeld door twee is drie.
vermenigvuldigen:Dur tuf fâr kette tesen.Drie maal/keer vier is twaalf.

Het is de vraag in hoeverre les, ôsp, part en tuf hier "echte" voorz.s zijn; hun gebruik blijft beperkt tot de hier gegeven constructies, en feitelijk verbinden ze altijd twee getallen met elkaar. Vandaar dat deze voorz.s in sommige grammatica's en woordenboeken ook wel tot de voegw.n gerekend worden (zoals in Kojen-Pôt (1963), en Lântmân (1979)).

MAAT: 

eft mittus âfry dur tuf fâr meterseen kamer van drie bij vier meter
eft répiyt tuf 1dmeen kabel met een dikte van 1 dm
Ef vildul melde tuf 30sm.De boom is 30 cm dik.

Het voorz. tuf in de betekenis van 'met een dikte van' wordt voornamelijk in de techniek en door timmerlieden gebruikt. In de gewone spreektaal wordt een omschrijving gebruikt, zie hiervoor § 141.41.

140.97   lestôk [10]

BETREKKING:

eft belde-tupplip lestôk eft kûr giyt     een excursie onder leiding van een kundige gids

Ef gabanos rifo ef atomm-miptiyn cÿrchof'te lestôk eft polišo-scorta.
Het transport van het nucleaire afval vindt onder geleide van een politie-escorte plaats.

Lestôk kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39).

140.98   lo [§ 57] – lóf [8][9]

TIJD: 

 lóf dur zurtarrgedurende drie uren
 lóf liyrslange tijd; lang [durend]
 eft kirt lóf main cretarreen lichtflits van tien cretarr (= 1/3600 seconde)
 lóf januyin januari (de gehele periode van een maand)
 Eup tindo lóf ef pijâ luppor.Ze is [gedurende] de hele avond gebleven.
 lóf ÿrfla'os/scorta rifoonder begeleiding/escorte van
 lóf ef bidalosbij regen
(1)lóf noimeldosbij afwezigheid (tijdelijke aard)  (vgl. § 140.87 (1))
 lóf ef lâlbosin aanbouw
 lóf ef tupplip/terrafanosbij/tijdens/gedurende de reis/begrafenis
 Do pónze jola-tjel lóf 2 hertels.Hij krijgt 2 maanden gevangenisstraf.

Uit deze voorbeelden blijkt dat ook gebeurtenissen die zich over een bepaalde tijd uitstrekken, met lóf gecombineerd kunnen worden. Tijdsbepalingen die in het Nederlands zonder voorz. bestaan, krijgen in het Spokaans dikwijls lóf, zie ook § 141.30 en § 141.46.

MAAT: 

lóf [ef distânt rifo] 300mover [een afstand van] 300 m
eft pjaqurros rifo 4/rmp lóf 2km1een stijging van 4‰ over 2 km
Blul ef weg bônelije-armt lóf 3km.De weg is over [een lengte van] 3 km opgebroken.

Vergelijk lóf als afstandsmarkeerder ook met fes (§ 140.59) en kaf (§ 140.77a).


14/rmp staat voor 4 ri'main-pérsa (lett. "4 per duizend").

140.98a

Let op het verschil tussen lóf en fes:

a.Lerdu klótarusecû ef ÿrôm fes ér tof.
 Lerdu kan het werk in één dag af hebben.

b.Lerdu ufirecû helkara Paris lóf ér tof.
 Lerdu kan in één dag naar Parijs rijden.

In a. is sprake van een momentaan aspect: het gereed hebben van het werk vindt plaats op één moment, en dat moment is op de dag dat Lerdu dat werk uitvoert. In b. is sprake van een duratief aspect: het rijden vindt gedurende de hele dag plaats, en niet op slechts één moment van die dag.

140.99   loiniy [7][8]

RICHTING: 

Kirro farte loiniy ef garrent.We lopen in de richting van het station. (maar niet
met de bedoeling om ook náár het station te gaan)
Do zerfe loiniy tsil.Hij kijkt in de richting van mij/in mijn richting.
(maar niet met de bedoeling om mij te zien)
Elsa zâre vendelira loiniy ef koles.1Elsa woont in de richting van de school.

TIJD: 

loiniy Kriystâstegen Kerstmis (als Kerstmis nadert)
Marianare óps loiniy ef naponto-
zemper.
Ze gaan tegen het eind van het jaar trouwen.
Ef kloppa vende pip loiniy main.Het loopt al tegen tienen. (tien uur)

1Bij een statisch werkw. als zâre (wonen) wordt het teg.dw. vendelira (gaande) toegevoegd teneinde het statische karakter in een BEWEGING om te zetten. Dit is nodig omdat loiniy nooit met een statische situatie verbonden kan worden.
Deze zin is te parafraseren als: "als je in de richting van de school loopt, kom je op de plek waar Elsa woont".

140.100   luft [6][9] en tarô [6] en xlÿtiy [6]

PLAATS en BEWEGING: 

Eft ÿc lelde luft/tarô ef kul.Er groeit een eik bij/vlak bij de schuur.
Óps farte giynsa luft ef môjôl.Ze lopen daarginds bij de molen.
Kirro pónze kluft luft ef?Wat krijgen we toe?; Wat is het dessert?
Kirro zâre tarô ef môjôl.We wonen dicht bij de molen.
Ef karé njebope tarô ef kviksiyn ÿx.Het schip vaart vlak bij de gevaarlijke rotspunten.
Gress zâre xlÿtiy eft pôstsért.Ik woon in de nabijheid van een postkantoor.
Óps nert bâlmerrÿt xlÿtiy ef koles.Ze mogen niet voetballen in de nabijheid van de
school.

Xlÿtiy drukt de ruimte dicht bij iemand of iets uit, en is dus verder weg dan luft.

140.101

Vergelijk de afnemende afstand in:

Do zâre xlÿtiy/luft/tarô ef korda.
Hij woont in de nabijheid van/bij/vlak bij de kerk.

In plaats van xlÿtiy kan ook qubâjo (§ 140.118) gebruikt worden.

MAAT:

eft kiyk luft 1m
een pad van 1 m breedte; een pad met een breedte van 1 m

Ef nregtâs melde luft 22sm.     De planken zijn 22 cm breed.

Luft is een van de meest algemene voorz.s. Het is ondoenlijk om hier een compleet overzicht van alle betekenissen en alle idiomatische constructies te geven. Hiervoor wordt verwezen naar de woordenboeken.

140.102   lurgânt [6] en lurgfes [6][7]

PLAATS: 

Ef zelfÿ-pjano melde lurgfes ef
miproit mittus.
De vleugel staat midden in de
ruime kamer.
Do giffe lurgfes ef tanko.Hij staat midden in de vijver.

BEWEGING: 

Do svime lurgânt ef tanko.Hij zwemt midden in de vijver [rond].

RICHTING: 

Do plônse lurgfes ef tankoe (rs!).Hij duikt midden in de vijver.

Lurgânt en lurgfes drukken voornamelijk uit dat iets zich niet "aan de rand" bevindt of gebeurt; het hoeft dus niet letterlijk "precies in het midden" te zijn. Dat kan uitgedrukt worden met een omschrijving als: Ef zelfÿ-pjano melde fes ef lurgiy rifo ef miproit mittus (De vleugel staat [precies] in het midden van de ruime kamer).

140.103   lÿ [7][8][10] en mešanô [10]

RICHTING: 

Ef râts lorake lÿ sener hola.De muizen komen uit hun holletje te voorschijn.
Óps inue lÿ ef flecs.Ze rennen uit/bij het vuur vandaan.

Bij een richting legt lÿ de nadruk op het "zich verwijderen". Vergelijk dit met andere voorz.s van richting waarbij de nadruk ligt op de wijze van verwijderen, zoals cupp (naar buiten), of rempe (verticaal vanaf).

TIJD:

lÿ pÿr 12     uit de 12e eeuw  (zie ook mip in § 140.47)

BETREKKING:

 Gress melde lÿ/mešanô Bôrâ.
(zie ook mip in § 140.47)
Ik kom/ben uit Bôrâ. (= ik ben in B.
geboren)
 Eup marteltšiy mippâre lÿ ef pântos. Door/ten gevolge van de tocht heeft
ze een verkoudheid opgelopen.
 Dena yelles melde mešanô do.Dit gerucht komt van hem.
 lÿ mittofdientengevolge
 Do lelperre eft efanty lÿ mittof mosjeus.Hij heeft een kind bij die vrouw. (lÿ
alleen m.b.t. de moeder)
 dur lÿ ef âke efantys
(zie ook mip in § 140.48a)
drie van de acht kinderen
 dur renðes ur ér boert lÿ ef[s]drie runderen waarvan één koe

(1)Petriy melde lÿ Elsa hupster terat. =
= Petriy melde hupster terat dus Elsa.
Petriy is groter dan Elsa.
(2)Groft oto ufire lÿ ef viltiy vita oiba. =
= Groft oto ufire vita oiba dus ef viltiy.
Zijn auto rijdt minder snel dan de
jouwe.

Voor lÿ in trappen van vergelijking (als in (1) en (2)) wordt verwezen naar § 144.12–23.

140.104   minkÿr [§ 84] – mintof [8]

TIJD: 

Ef ÿrôm klótarog mintof ef tûratof.Het werk mag ná dinsdag klaar zijn.
Mintof ef ÿrôm, pónze gress lebetjusz.Na het werk ga ik boodschappen doen.
Gress prate mintof Petriy.Ik vertrek na (= later dan) Petriy.
mintof dur terratsover drie dagen
mintof 3 kilometersna 3 kilometer (als we dit zien als de periode
waarin de 3 km afgelegd wordt)
mintof fortte laat (onherroepelijk)

Zie ook het antoniem futtof in § 140.65. Mintof kan ook als ondersch.voegw. gebruikt worden (Blok 122.16).

140.105    mip [§ 47], miplango [§ 88], mippónzelira [§ 44a], mipšarkiy, mipsértiy [§ 62] – mitai [6][7][9]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef zeff melde mitai ef krur.De ijzeren stang zit door de muur [heen].
Ef zeff ydône henntÿrt mitai ef krur.De ijzeren stang schuift door de muur
heen en weer.
Ef efantys inue mitai ef sti.De kinderen rennen door de modder.

RICHTING: 

Ef xlegs forse mitai ef krurre (rs!).De kogels dringen door de muur [heen].

MAAT: 

eft plâkomÿ mitai 10kmeen tunnel van 10 km [lang]; een tunnel
met een lengte van 10 km
Ef plâkomÿ melde vléša'emm mitai 6km.De tunnel is minstens 6 km lang.

140.106   miyparelira [§ 44a] – miyr [10]

BETREKKING:

Miyr vilt ÿboea blul ef môntyos hûchelije.
Dankzij jouw slagvaardigheid is het probleem opgelost.

140.107   mô'es [§ 51] – moôs [10]

BETREKKING:

 Kirro zaloûs ef bjeltafiy moôs ef notarrs.
 We moeten het contract ten overstaan van de notaris tekenen.

(1)Ef zârato idechebaelije pai ef polišo moôs ef monercô.
 Het pand wordt in tegenwoordigheid van de burgemeester door de politie ontruimd.

Moôs drukt uit dat de handeling onder verantwoordelijkheid van een aanwezige persoon verricht wordt (zonder deze persoon kan de handeling niet plaatsvinden, of is deze onwettig). Een meer neutraal synoniem van moôs is de voorz.uitdr. fes ef hûšat rifo (in het bijzijn van; in aanwezigheid van) (§ 142.15). Nu wordt slechts uitgedrukt dat er omstanders, toeschouwers of getuigen. Vergelijk (1) met:

(2)Ef zârato idechebaelije pai ef polišo fes ef hûšat rifo ef preše.
 Het pand wordt in aanwezigheid/het bijzijn van de pers door de politie ontruimd.

De journalisten die in (2) getuige zijn van de ontruiming, zijn niet verantwoordelijk voor de actie die de politie uitvoert, in tegenstelling tot de burgemeester in (1).

140.108   mrâ [10]

BETREKKING: 

mrâ ef huaroszin het kader van/inzake de bezuinigingen

140.109   na [§ 89], nâs-miypelira [§ 44a] – nutter, opper, wefot, zutter [6]

PLAATS:

nutter/opper/wefot/zutter Hirdo
ten noorden/oosten/westen/zuiden van Hirdo

Zo ook: nutter-opper (ten noordoosten van), opper-zutter (ten zuidoosten van), wefot-nutter (ten noordwesten van) en zutter-wefot (ten zuidwesten van).
Deze voorz.s moeten niet verward worden met de subst.n, zoals Hirdo armt nutter = armt nutter fes Hirdo (in het noorden van Hirdo) of ef zeces armt wefot-nutter = armt wefot-nutter fes ef zeces (in het noordwesten van het dorp).

140.110   nutter-lango, opper-lango, wefot-lango, zutter-lango [7]

RICHTING:

Kirro ufire nutter-lango/wefot-lango Hirdoe (rs!).
Wij rijden ten noorden/westen langs Hirdo;
Wij rijden Hirdo aan de noordkant/westkant voorbij. (enz.)

140.111   ón, piti [10]

BETREKKING: 

Do nert pjôle piti tsil/£gress.Hij praat niet tegen me.
Gress kette ef mimpit piti Petriy.Ik geef het boek aan Petriy.
eft kafðéos piti rast/flajueen weerzin/aversie tegen iemand/iets

Piti komt voornamelijk bij prep.werkw.n voor (§ 141.116), soms als synoniem van ón, soms in de plaats van ón. Maar terwijl ón een echo-markerende determinant is, is piti een voorz. Daarom kunnen voorz.bep.n met piti niet als object in een echopassief optreden als dit piti niet door ón vervangen kan worden. Vergelijk:

(1)a. actief:Do pjôle kvâ ón/piti ef mingatra.
  Hij praat nooit tegen de werkster.
 b. echopassief:Ef mingatra pjôlelitâ kvâ pai do.
  Tegen de werkster wordt door hem nooit gepraat.

(2)a. actief:Do ÿrslompe kvâ piti sener clexiy.
  Hij geeft nooit toe aan zijn zwakte.
 b. echopassief:* Groft clexiy ÿrslompelitâ kvâ pai do.
  Aan zijn zwakte wordt door hem nooit toegegeven.

Het echopassief in (1b) is mogelijk omdat pjôle door een echo met ón gevolgd kan worden. Het echopassief in (2b) is onmogelijk omdat ÿrslompe alleen met een piti-bepaling, en nooit met een ón-echo gecombineerd kan worden. Zie ook § 141.95–97 voor piti. Voor ón als voorz. en als determinant, zie § 141.79–88a.

140.112   opper [§ 109] en opper-lango [§ 110] en ort, ûqu [10]

BETREKKING: 

Kirro melde ort ef demokrašo.We zijn vóór de democratie; We staan achter
de democratie.
Kirro melde ûqu eft diktaturiy.We zijn tegen een dictatuur.
Ef zomar-glyder vote ûqu ef šÿrtyc.Het gemeenteraadslid stemt tegen het voorstel.
ort ef ûqu eferop of eronder (fig.)

140.113   os [10]

BETREKKING: 

Os ef vrust óps lote strâ.Ondanks de vorst stoken ze nog niet.
os mittof = os kâdesondanks

140.114   ôsp [§ 96], ovapiy [§ 84] – pai [10]

BETREKKING:

de maker/schepper van iets:

eft mimpit pai Kers Lanôseen boek van/door Kers Lanôs  (d.w.z. door
K.L. geschreven)
Ef karé pai kost follus zalatro.De boot van mijn vader is gezonken.  (= door
mijn vader gebouwd)

daad/gedrag:

Kâ melde flifados/fâkomm pai tu.Dat is aardig/gemeen van je.

aanstichter:

Eup lelperre febbe pai ef influnns.Ze heeft koorts vanwege/door de griep.
Ef karé zalatro pai kost follus.De boot is door (toedoen van) mijn vader
gezonken.  (= mijn vader heeft iets onhandigs
gedaan waardoor de boot gezonken is)

Voor pai als voorz. en als determinant wordt verwezen naar § 141.79–88a.

140.115   pallepainelira [§ 44a], part [§ 96] – perdÿrovap [6][7]

PLAATS, BEWEGING en RICHTING:

Perdÿrovap ef fini ef ôrešys kafgerte jÿrðen.
Aan beide kanten van de grens houden de soldaten voortdurend de wacht.

Ef flâs latere perdÿrovap ef môbâriy.
De vlaggen wapperen aan weerszijden van het monument.

Ef knurfel vende perdÿrovap ef lôbâ.
Het water stroomt aan weerszijden langs het rotsblok.

140.116   piti [§ 111] – preip, tûgt [7]

RICHTING: 

Ef mirra vende preip ef ðarmiy.De weg loopt van/uit het dal omhoog.
Ef mirra vende tûgt ef kryobiy.De weg loopt van de heuvel omlaag.
Óps frajjae preip/tûgt ef mittors.Ze rennen de trap op/af.
Do fle lango preip/tûgt ef lôbâ.Hij klimt langs de rots omhoog/omlaag.
Kirro farte helkara preip ef kryobiy.We lopen naar de heuvel omhoog.  (dus ook
de weg naar de heuvel toe loopt al omhoog)

Preip en tûgt worden dikwijls nevengeschikt met een ander voorz., zoals getoond in de laatste 2 voorbeelden. Voor een dergelijke voorz.combinatie, zie § 141.106–111.

140.117   quâ [§ 69] – quân [10]

BETREKKING:

Gress jurestiye tu quân sener pijâ fatasôr.
Ik wens je geluk namens/in naam van mijn hele familie.

140.118   qubâjo [6][8]

PLAATS en BEWEGING: 

Nÿf misans melde qubâjo kirro.Er zijn geen winkels bij ons in de buurt.

Ef ÿvânas tinde beri tizjyre bé roffottô qubâjo ef fijânta.
De wespen blijven maar in de buurt van het vlees rondzwermen.

TIJD: 

qubâjo Kriystâsomstreeks [komende] Kerstmis
qubâjo kriystâsas1elk jaar omstreeks Kerstmis
Ef melde qubâjo âke zurt.Het is omstreeks/ongeveer acht uur.

1Voor het suffix -as in tijdsbepalingen, zie § 41.26.

140.119   quiquiy [10]

BETREKKING: 

eft fenta quiquiy zirreleen feest ter ere van hem.

140.120   rempe, rifonn, trâk [6][7]

1.Rifonn X benadrukt X als bron, en de afstand die er tussen X en een andere entiteit verwijderd is. De prominente aanwezigheid van een bron voert de gedachte automatisch naar ook een doel, wat impliceert dat zinnen met een rifonn-bepaling vaak natuurlijker klinken als zo'n doel genoemd staat.

PLAATS, BEWEGING en RICHTING:

 Rifonn ef korda ef farte zurrere velk lóf 10 mitarr.
 vanaf de kerk het lopen duurt nog gedurende 10 minuten
 Vanaf de kerk is het nog 10 minuten lopen.

 Gress zâre plâks rifonn sener ÿrôm.Ik woon ver van mijn werk.
(1)Lerdu reve rifonn ef rufa.Lerdu schiet vanaf de torentrans.
 Petriy frajjae rifonn ef qul.Petriy rent van de vuurzee vandaan.
 Petriy tasse rifonn ef zillepip.Petriy valt van het dak [af].

(2)Lerdu frajjae preip ef mittors, rifonn ef qul.
 Lerdu rent de trap op, van de vuurzee vandaan.

(3)Kirro ef kleter modells kettare rifonn ef importerr.
 We hebben de nieuwe modellen van de importeur ontvangen/aangekregen.

Zin (1) benadrukt de afstand tussen de torentrans en het doel waarop Lerdu schiet. Daarom zou deze zin natuurlijker klinken als dit doel ook genoemd wordt, bijvoorbeeld: Lerdu reve rifonn ef rufa tygtja ef nequiqu arvendatjens (Lerdu schiet vanaf de torentrans op de nietsvermoedende voorbijgangers). In (2) kan "de trap" als doel gezien worden en in (3) fungeert "wij" als doel.
Vergelijk ook rifoliy in § 140.127.

140.121

2.Bij rempe X ligt het accent op een (zo goed als) verticaal traject dat zich uitstrekt vanaf X. Dit traject kan voorgesteld worden als lopend van boven naar beneden, zoals in (4), maar ook andersom, zoals in (5):

PLAATS en BEWEGING:

(4)Ef léeja menkerate rempe ef tlafo.
 Het gordijn hangt vanaf het plafond, van het plafond af.

(5)Ef jeðo léfše ef spinners rempe ef floôr.
 het decor reikt.tot de nokbalken vanaf de vloer
 Het decor reikt vanaf de vloer tot aan de nokbalken.

 Lerdu reve rempe ef rufa.
 Lerdu schiet (in verticale richting) vanaf de torentrans.

 Ef siyrsiy-hyliy sgre rempe ef vânts fes ef omelech.
 De touwladder slingert vanaf de reling in de wind.

RICHTING:

Ef chat jumpetece rempe ef kelbrae (rs!).
De kat springt van de tafel af.

140.122

3.Bij trâk X ligt het accent op een (zo goed als) horizontaal traject dat zich uitstrekt vanaf X.

PLAATS en BEWEGING:

 ef ârg trâk ef karé hiycce ef kahde loopplank vanaf de boot tot aan de kade
 Lerdu reve trâk ef rufa.Lerdu schiet (in horizontale richting) vanaf
de torentrans.
(6)Gress byte ef nodâs trâk do.Ik sla de muggen van hem af.

RICHTING:

Petriy frajjae trâk ef qulle (rs!).Petriy rent weg van de vuurzee.

In (6) is min of meer sprake van een idiomatische uitdrukking; hier is het gebruik van trâk niet goed te verklaren, daar het "slaan" niet per se in horizontale richting hoeft te gebeuren.

De voorz.combinatie rempe trâk drukt niet alleen uit dat het traject zich zowel in verticale als horizontale richting uitstrekt, maar geeft ook alle richtingen daartussen weer, zoals in:

Lerdu reve rempe trâk ef rufa.  (zie ook § 141.106)
Lerdu schiet (in alle richtingen) vanaf de torentrans.

140.123

Vergelijk § 140.120 (2) met:

(7)Lerdu frajjae preip ef mittors, rempe/trâk ef qulle (rs!).
 Lerdu rent de trap op, weg van de vuurzee.

In (7) drukt de voorz.bep. preip ef mittors uit dat het "rennen" in verticale richting gebeurt (of althans, dat Lerdu zich in verticale richting heeft verplaatst, want dát is tenslotte de reden om een trap op te rennen). Deze verticale oriëntatie zit ook in rempe, en daarom wordt dit voorz. door velen gekozen. Anderzijds stelt men zich bij "Lerdu rent weg van de vuurzee" in eerste instantie een horizontale beweging voor (want "rennen" gebeurt prototypisch in het horizontale vlak), zodat vele Spokaniërs voor het voorz. trâk zullen kiezen.1


1Vergelijk ook:

Óps ef zetentos xâmée vita tjâg ef balôna, rempe ef qulle.
Ze stegen snel met de ballon op, weg van de vuurzee.

In dit voorbeeld is de beweging duidelijk verticaal. Hier zou het horizontaal georiënteerde trâk niet op zijn plaats zijn. Voor de uitdrukking ef xâmée ef zetentos, zie § 161.zrr7.


140.124   ri'ef [10]

BETREKKING: 

Ef melde dur herco ri'ef tiyn.Het kost drie herco per stuk.
3 herco ri'ef 5 tiyns3 herco per 5 stuks
5 tiyns ri'ef/furt 3 herco5 stuks à 3 herco  (dus totaal 3 herco voor 5 stuks)
5 tiyns ri'ef/furt 3 herco ri'ef tiyn5 stuks à 3 herco per stuk  (dus totaal 15 herco)

Uit de laatste 2 voorbeelden blijkt dat het Nederlandse à ook vertaald kan worden met furt. Dat is duidelijker dan twee keer ri'ef, elk met een andere betekenis.

140.125   rifo [10]

BETREKKING:
Rifo is welhaast het meest algemene voorz. Het is ondoenlijk om hier een compleet overzicht van alle betekenissen en alle idiomatische constructies te geven. Hiervoor wordt verwezen naar de woordenboeken. In principe kunnen we ervan uitgaan dat het Nederlandse 'van' altijd met rifo vertaald kan worden, tenzij het tegendeel blijkt uit de voorbeelden die hierboven en hieronder gegeven zijn. In 3 gevallen weten we zeker dat het Spokaans rifo gebruikt:

1. om "bezit" uit te drukken:

eft monumentos rifo Xeen standbeeld van X (in het bezit van X)
ef zillepip rifo ef sérthet dak van het huis

Hierbij komt het Nederlandse "van" met rifo overeen. Ook is een gen.-constructie mogelijk; zie § 141.42 en § 141.65.

140.126

2. na een kwalitatieve of kwantitatieve bepaling:

eft kleter frenvu rifo otoeen nieuw soort auto
eft ðârlotiy rifo plekoeen hoeveelheid zand
ten amârs rifo knurfeltwee emmers water

Dit soort constructies zijn besproken in § 141.47–54.

3. na een kleine hoeveelheid uit een grotere verzameling:

dur rifo ef âke efantysdrie van de acht kinderen
dur renðes ur ér boert rifo ef[s]drie runderen waarvan één koe

Hier mag ook lÿ gebruikt worden (§ 140.103). Zie ook mip in § 140.48a.

140.127   rifoliy [6][7]

PLAATS en BEWEGING:

Do scemre/bÿe rifoliy ef kul.
Hij schreeuwt/zwaait vanuit de schuur.

RICHTING:

(1)Do frajjae rifoliy ef kulle (rs!) helkara ef kupân.
 Hij rent vanuit de schuur naar de put toe.

Evenals bij rifonn (§ 140.120) benadrukt rifoliy de bron, wat automatisch ook een doel impliceert. Dit doel wordt dan ook vaak expliciet genoemd, zoals in (1).

140.128   rifonn [§ 120] – roffottô [6][7][9]

PLAATS en BEWEGING:

Roffottô ef vildul eft bankres melde.
Rondom de boom is een bank; Om de boom heen is een bank.

ef feldre lef ef bonarôs roffottô wâlkân
met zijn benen over elkaar zitten

Ef oto ufire roffottô ef vildul.
De auto rijdt rond om de boom. (= rijdt een of meer rondjes om de boom)

RICHTING:

Ef oto ufire roffottô ef nertuitiynn (rs!).  (zie ook lango in § 140.85)
De auto rijdt (met een boog) om het obstakel heen.

MAAT:

eft siyclo/blufk roffottô 8km     een cirkel/weiland met een omtrek van 8 km

140.129   rys [§ 86], rysfes, ryskaf [§ 43], šâm [§ 52] – sumâ [6] en tygtja [7][10]

PLAATS en BEWEGING: 

Do haiyrume sumâ ef krur.Hij leunt tegen de muur [aan].

Ef lugks dûmkene fes ef omelech sumâ ef ruttôs.
De luiken klapperen in de wind tegen de gevel [aan].

RICHTING: 

Do tôrte ef gumbâl tygtja ef col-kibâ.
Hij schopt de bal tegen de doelpaal [aan].

BETREKKING: 

Kirro mannecos flâjû tygtja sest korifers.
We kunnen niets uitrichten tegen zulke vandalen.

140.130   tarô [§ 100] – tekaréa, vetsotoje [6][7]

PLAATS, BEWEGING en RICHTING:

Do ÿrôme tekaréa eft tâmpka.Hij werkt aan boord van een stoomschip.
Ef flâs ur jândras latere hupser tekaréa ef
liftkar sail-jagts.
De vlaggen en vaandels wapperen vrolijk op
(aan boord van) de oude zeiljachten.
Ef tôrsz menkerate vetsotoje ef karé.De trossen hangen buiten het schip.
Ef pâsagers vende tekaréa Prens Lowykka.De passagiers gaan aan boord van de Prins
Lodewijk.
Do tasse vetsotoje ef karé.Hij valt overboord; Hij valt van het schip af.
Ef otos ufire vetsotoje ef nûrcus.De auto's rijden van de veerboot af.

140.131   tijâ [6][7]

PLAATS en BEWEGING: 

Lerdu melde tijâ ef zeces.
Lerdu is weg uit het dorp; Lerdu woont niet meer in het dorp.

Tu munkât ef platiranu tijâ ef warmohit.
Je moet het schilderij weg van de kachel hangen/niet te dicht bij de kachel hangen.

RICHTING: 

Gress vende tijâ sener frintae (rs!).Ik ga bij mijn vriendin vandaan.
Ef oto ufire hups tijâ ef moplariye (rs!).De auto rijdt snel bij het ongeluk weg.

140.131a   tjâg [§ 89] – tradamiy [8][10]

TIJD:

Tradamiy lelmo zemper kirro di sértaru.Gaandeweg/in de loop van dit jaar zullen
we gaan verhuizen.

BETREKKING:

Óps finna beri merrare gulder tradamiy
ef turnoiy.
Ze zijn gaandeweg/in de loop van het
toernooi beter gaan spelen.

Bij tijdsbepalingen kan het voorz. tradamiy ook vervangen worden door een gen.-constructie of een samenstelling met het subst. tradam (loop; vooruitgang): fes ef zemperecÿr tradam = fes ef zemper-tradam = tradamiy ef zemper (in de loop van het jaar). In andere gevallen kan dat niet: * fes ef turnoiycÿr tradam (in de loop van het toernooi) is ongrammaticaal omdat "toernooi" een gebeurtenis is, en geen tijdsbepaling.

140.132   trâk [§ 120] – tsazi [8][10]

TIJD:

(1)Tsazi ef ÿgyros enn ef argerat ...
 Bij/tijdens het openen van de deur ... (als/toen ik de deur open[de] ...)

BETREKKING:

 Tsazi ef tildâ critiycs, gress nert miypare beri lutterafe ef stâgos.
 Naar aanleiding van de slechte kritiek voel ik er niet zo veel voor om
de voorstelling te gaan zien.

(2)Do vende helkara Spooksoliy tsazi doex ÿmétos enn sener sour.
 Hij gaat naar Spokanië om zijn zuster te ontmoeten.

 Ef nert melde tsazi tsil/zirrel!    Aan mij/hem ligt het niet! (enz.)

Tsazi gaat vaak samen met een gedeverbaliseerde constructie (zoals in (1) en (2)). Tsazi is soms een synoniem van gâšâ (§ 140.67).

140.133   tu [10]

BETREKKING:

Gress paine ef tu fimpt.     Ik doe het op aandrang van jou.
Tu ef lacs kirro melde fes ef miyros den kafte tâx.
Krachtens de wet zijn we gedwongen om belasting te betalen.

140.134   tuf [§ 96], tûgt [§ 116], tuksof, tukst, tukstlef [§ 70] – tvokatiy [10]

BETREKKING:

Gÿrs kaftât jadâk hertel tvokatiy ef mai.
U moet elke maand betalen, met uitzondering van mei.

Tvokatiy is formele schrijftaal; vergelijk het meer algemene quâ (behalve) in § 140.69.
Tvokatiy kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39).

140.135   tygtja [§ 129] – ump [10]

BETREKKING (alleen bij personen):1

rovretos ump rastliefde voor iemand
ef pagiyry ump sener fosieseerbied jegens zijn ouders

1Er bestaat één idiomatische uitdrukking met een zakelijk fundament: ump ef xijera/eft lÿnt (langs de kust/een lijn).

140.136   ûqu [§ 112], ušâmellelira [§ 44a] – vesta [10]

BETREKKING:

Ef hynnerers melde vesta pliyfone-knurfel.
De eilandbewoners zijn verstoken van drinkwater.

Vesta komt alleen voor in combinatie met een koppelwerkw., zoals melde, tinde of pónze (§ 102.9).

140.137   vetsotoje [§ 130] – vja [7]

RICHTING (meestal met geografisch[e] naam/begrip):

Ef treno vende vja Bôrâ.De trein gaat via Bôrâ.
vja ef tsiymâover de bergweg

Vja is altijd concreet. Vergelijk: Do lebete ne'âma kura internet (Hij handelt alleen via internet).

140.138   vûk [7][10]

RICHTING: 

Do ufire vûk ef clûma.Hij rijdt op de menigte in.
Óps ufire vûk ef kûfôs-hâksa.Ze rijden tegen de (verkeers)stroom in.

BETREKKING: 

Gress nert pjôle vûk ef.Ik ga daar niet tegen/op in.

140.139   wefot [§ 109], wefot-lango [§ 110] – werôx [7]

RICHTING: 

Do farte werôx gress.Hij loopt mij tegemoet.
Ef per-afdrah arfine werôx ef
mirratjens.
De meststank komt de wandelaars
tegemoet.

Werôx impliceert meestal dat ook de entiteit in het fundament zich naar het subject beweegt. Een zin als * Do farte werôx ef korda (Hij loopt de kerk tegemoet) is ongrammaticaal, want die kerk komt niet van zijn plaats.

140.140   wÿrtâlacc [§ 89], xlÿtiy [§ 100] – xyza [10]

BETREKKING: 

eft pamel xyza miskâniyeen cadeautje als blijk van dankbaarheid

140.141   yargeloh [10]

BETREKKING:

Yargeloh ef rÿlempor ðôpecc kirro huarûs.
Gezien de toegenomen kosten moeten we bezuinigen.

Kirro lelperre strâ ef informaša yargeloh ef posibla mašeccs.
We hebben nog geen informatie met betrekking tot de mogelijke slachtoffers.

eft fâgo yargeloh A ur B     een verband tussen A en B

Yargeloh is formeel; meer algemeen is frópjÿ (§ 140.64).

140.141a   ÿryliy [10]

BETREKKING:

eft ÿrðos ÿryliy kabirô
een uitgeverij annex drukkerij; een uitgeverij met bijbehorende drukkerij

Ef mergrup ÿryliy ef nÿr-lydres eft hordaos megg kette.
Het orkest heeft met zijn dirigent een prachtige uitvoering gegeven.

Het laatste voorbeeld is niet voor iedereen acceptabel; velen vinden dit ironisch of onbeleefd jegens de dirigent.

140.142   zarô [10]

BETREKKING:

Dur sérts zarô eft otôp fjojaburo.
Drie huizen alsmede een schuur brandden af.

Mariy kette eft pamel ón gress, zarô Petriy.
Mariy geeft een cadeautje aan mij, en óók aan Petriy.

Zarô kan ook als nevensch.voegw. gebruikt worden (Blok 121.39).

140.143   zillepipfes [§ 78] – ziym [10]

BETREKKING: 

Do ziym gress cÿrtire Mariy.Hij helpt Mariy, in plaats van ik.
Do cÿrtire Mariy ziym gress.Hij helpt Mariy, in plaats van mij.

Bij meer emfase wordt liever de voorz.uitdrukking fes ef sÿrt rifo (§ 142.15) gebruikt:

Reverte ef finanšos-menester ef drâgt tolinnosÿ, fes ef sÿrt rifo ef neprimitâ
helten-menester.
De minister van financiën zal de heikele kwestie behandelen, in plaats van
de incompetente minister van gezondheid.

140.144   zjoba [§ 86] – zléf [6]

PLAATS en BEWEGING: 

Ef platiranu menkerate zléf ef krur.Het schilderij zit/hangt vast aan de muur.
Do keldeste ef foto zléf ef platimip.Hij plakt de foto vast in (evtl. op) het album.

Zléf X drukt uit die iets vast/klem zit met betrekking tot X. Omdat dit voorz. niet gespecificeerd is voor de juiste locationele relatie, wordt het dikwijls nevengeschikt met een nadere specificatie, bijvoorbeeld:

Ef foto melde zléf kaf ef mimpit.De foto zit vast op het boek.
Kost hent melde zléf jen ef miflif.
(zie ook § 140.75 (2) bij jen)
Mijn hand zit klem tussen het raam.

Zie ook § 141.106–111.

140.145   zutter [§ 109], zutter-lango [§ 110], zÿtâ [§ 57] – zytt [10]

BETREKKING:

Ef tâx-hupsteriy melde zytt ef fes-jalos-ôc.
De hoogte van de belasting is afhankelijk van die van het inkomen.

Ef trekke-armt-crâf âcÿre zytt ef distânt.
De aantrekkingskracht neemt met de afstand af.

Zytt betekent "bepaald worden door"; vergelijk ook natumt ón (afhankelijk van = "niet buiten iets kunnen") (§ 142.28):

Ef tôgériy merater melde pijâ natumt ón sener tubôs.
De invalide man is geheel afhankelijk van (aangewezen op) zijn vrouw.

TOP
<< Hoofdstuk 133 | Hoofdstuk 141 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands