Woordenboek
Spokaans-Nederlands | Nederlands-Spokaans
Spokaans—Nederlands
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Nederlands—Spokaans
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Dit bestand |
• Algemene opmerkingen • Symbolen en tekens • Afkortingen |
Update De update van 15 maart 2019, en alle latere updates, zijn in de meest recente Nederlandse spelling. Bovendien is er in de kop (achter "Taalmenu") een extra link naar de Spokaanse Grammatica toegevoegd. Deze update bevat ca. 58.400 lemma's, waarvan 28.800 stuks Spokaanse trefwoorden behandelen. De overige 29.600 lemma's zijn geografische namen of namen van bedrijven, organisaties en dergelijke die in SPARC worden genoemd of besproken. Uploads naar internet: 7 feb 2021 / 16 mei 2023 |
herco: | h (vette h) |
toeftos/telefoon: | T (vette T) |
liytre: | L (cursieve L) |
myle: | m (onderstreepte m) |
doorgehaalde y en Y: | ý en Ý (als variant van ÿ en Ÿ) |
TC-ligatuur: | TC |
HR-ligatuur: | HR |
ŸR-ligatuur: | ÝR |
< | Voorbeeld: A < B (etymologische verklaring: woord A is ontstaan/afgeleid uit woord B). |
---|---|
> | Voorbeeld: •iy {SX.add > c} (het suffix •iy komt achter een additief zodat er een concreet zelfst. naamwoord wordt gevormd). |
» | Voorbeeld: »daar (zie bij het trefwoord "daar" - blauwe woord kan aangeklikt worden). |
~ | Voorbeeld: tim {C}: kaf ~ dur lees kaf tim dur. Voorbeeld: areû {C; rs= ~t} lees {C; rs= areût} (~ vervangt het trefwoord). |
- | Voorbeeld: spar (L. Abies); zilverspar (L. A- alba) lees (L. Abies alba) (- vervangt een Latijns woorddeel). Voorbeeld: in- en uitpakken lees inpakken en uitpakken (- vervangt een Nederlands woorddeel). |
= | Voorbeeld: châfâ (= šâfâ) (šâfâ is een gelijkwaardige variant van het trefwoord châfâ). |
{ } | Voorbeeld: sért {C} (achter het trefwoord staat tussen { } grammaticale informatie, zoals woordsoort en syntactische/morfologisch bijzonderheden. Voor de informatie tussen { }, zie hieronder bij Afkortingen). |
[ ] | Voorbeeld: [m]
(letter tussen [ ] is de transcriptie van een Pegrevisch letterteken. Voorbeeld: óst[r]os = óstos of óstros (letter tussen [ ] kan wel of niet gelezen worden). Voorbeeld: do [nert] vende: hij komt [niet] = do vende: hij komt of do nert vende: hij komt niet (woord tussen [ ] kan wel of niet gelezen worden). |
( ) | Voorbeeld: barera (bârera)
(bârera is een variant van het trefwoord barera, waarbij barera de voorkeur verdient). Voorbeeld: Pjânts {N}: (mannelijke personificatie vd Honger en Armoede) (tussen haakjes de omschrijving of verklaring van een Spokaans woord, omdat een Nederlands equivalent ontbreekt). |
.. | Voorbeeld: ôrganisere |..ÿje|
(.. vervangt deel van eerder genoemd woord; lees in dit geval de uitspraak: |ôrganisÿje| ). Voorbeeld: wik-lup {mv= ..-lûps} lees {mv= wik-lûps} (.. vervangt een deel in een Spokaanse scheidbare samenstelling). |
• | Voorbeeld: ta• {PX}: mis•
(onscheidbaar aan te hechten prefix). Voorbeeld: •ta {SX > rs}; Prio/Priota (onscheidbaar aan te hechten suffix, hier bij de naam Prio). |
•- | Voorbeeld: •-no {SX.c/n > n} (scheidbaar aan te hechten suffix, zoals in Gouden-Koets-no). |
-• | Voorbeeld: nâs-• {PX}: her•, re•, over•, opnieuw (scheidbaar aan te hechten prefix, zoals in nâs-are). |
... | Voorbeeld: amifftûros fes ...: veronderstel eens dat ... (... geeft het variabele deel van een idiomatische uitdrukking). |
|| | Voorbeeld: xâmée {Uid}: stijgen||dalen (|| scheidt beide antonymische betekenissen van een ideoantoniem). |
|..| | (tussen || staat de uitspraak volgens de Spokaanse spellingregels) bijv. |Eng.| Engelse uitspraak. bijv. |mel/mÿ| twee uitspraken mogelijk (mel OF mÿ). bijv. |M| de m in het trefwoord is syllabisch. (afwijkende klemtoon wordt weergegeven door de beklemtoonde vocaal als hoofdletter te schrijven) bijv. |oneusŸrt| bij de plaatsnaam Oneusÿrt ligt de klemtoon op de laatste lettergreep. |
|| | bilabiale ("aangeblazen") f. |
|M| | syllabische m. |
|N| | syllabische n. |
|X| | x wordt uitgesproken als th (in Eng. three) (indien de uitspraak van x niet is aangegeven, klinkt deze als kth). |
|ks| | x wordt uitgesproken als ks (indien de uitspraak van x niet is aangegeven, klinkt deze als kth). |
|ù| | u wordt uitgesproken als in de combinatie qu. |
|ß| | de klank sh in het Engelse ship. |
|ŋ| | de klank ng in het Nederlandse/Engelse long. |
/ | Voorbeeld: ef ÿtine eft werviy fes sener/ef motrik
lees ef ÿtine eft werviy fes sener motrik
of ef ÿtine eft werviy fes ef motrik (gelijkwaardige keuze tussen twee woorden). Indien zowel twee Spokaanse woorden als twee Nederlandse woorden door / zijn gescheiden, geldt altijd dat de twee woorden vóór / met elkaar overeen komen, en eveneens de twee woorden áchter /: bijv. fes ef publiyc fara/frópjÿ: bekend als/om lees fes ef publiyc fara: bekend als of fes ef publiyc frópjÿ: bekend om. |
" | Voorbeeld: zvâmp-geranym {C}: "zompige ooievaarsbek" (een letterlijke vertaling van een Spokaans woord omdat een Nederlands equivalent ontbreekt). |
! | tussenwerpsel als groet, uitroep, wens. |
? | tussenwerpsel met vraag-karakter. |
SN | in het Nederlands-Spokaanse deel wordt verwezen naar een lemma in het Spokaans-Nederlandse deel. |
I | bijvoegelijk naamwoord of bijwoord (additief categorie I). |
II | bijvoegelijk naamwoord (additief categorie II). |
III | bijwoord (additief categorie III). |
1 | eerste persoon (enk/mv). |
2 | tweede persoon (enk/mv). |
3 | derde persoon (enk/mv). |
a | abstract (als categorie van zelfst. naamwoord). |
A | zelfstandig naamwoord van de categorie "abstract". |
abstr | abstract (als categorie van zelfst. naamwoord). |
add, ADD | additief (bijvoeg.naamwoord en/of bijwoord). |
afk | afkorting. |
alg | algemeen [gebruik]; de betekenis ve woord waaraan het eerste gedacht wordt bij afwezigheid ve context (zie ook 'ihb'). |
ambt | ambtelijke term. |
arch | archaïsch, ouderwets. |
aw, AW | aanwijzend voornaamwoord. |
bel | beleefdheidsvorm. |
bep | bepaald. |
beri | (infinitief-markeerder) staat achter werkwoord als dit een infinitief-complement kan krijgen. |
beri/den | (infinitief-markeerder of bijzin) staat achter werkwoord als dit een infinitief-complement kan krijgen of door een den-bijzin gevolgd kan worden. |
betr | betreffende, wat betreft. |
bijv | bijvoorbeeld (impliceert dat de opgesomde reeks voorbeelden onbeperkt uitgebreid kan worden; zie dan ook desbetreffende lemma's). |
bt, BT | betrekkelijk voornaamwoord. |
bv, BV | bijvoegelijk naamwoord. |
bw, BW | bijwoord. |
bz, BZ | bezittelijk voornaamwoord. |
c | concreet (als categorie van zelfst. naamwoord). |
C | zelfstandig naamwoord van de categorie "concreet". |
ca | circa. |
caus | causatief. |
chr, Chr | Christelijk; term uit Christendom. |
concr | concreet (als categorie van zelfst. naamwoord). |
cons | consonant, medeklinker. |
def | definitieve [tijd]. |
den | (zie 'beri/den'). |
dial | dialect; dialectische vorm. |
div | diverse. |
dl= | dialectische vorm (gevolgd door gebied of naam v dialect waar dit woord [vrnl] voorkomt). |
dmv | door middel van. |
DOM xx | verwijzing naar pag.xx in het boek "Spokanië: Berref" (Dominicus-reeks) |
dt, DT | determinant, partikel. |
dual | dualis. |
Dui | Duits. |
dwz | dat wil zeggen. |
e, E | semi-transitief werkwoord (emmettâlelira). |
ectrans | echo-transitief werkwoord. |
ed | en dergelijke. |
ef | (achter categorie-aanduiding) gebruik van lidwoord of lidw.vervangend pronomen verplicht. |
eig | eigenlijk. |
emf | emfatisch, met nadruk. |
Eng | Engeland, Engels, Engelse uitspraak (bij Engelse leenwoorden). |
enk | enkelvoud; (achter categorie-aanduiding) zelfstandig naamwoord komt (vrijwel) alleen in enkelvoud voor. |
1enk | eerste persoon enkelvoud (ik). |
2enk | tweede persoon enkelvoud (jij, u). |
3enk | derde persoon enkelvoud (hij, zij, het). |
enz | enzovoort. |
Epr | semi-transitief, wederkerend, werkwoord (emmettâlelira). |
erg, Erg | Ergynne; term uit de Ergynne-religie; ergynisch. |
euf | eufemisme. |
evtl | eventueel. |
f, F | familienaam, achternaam. |
fam | familiair, gemeenzaam. |
fig | figuurlijke, overdrachtelijke betekenis. |
flj | flaju ("iets"). |
flje | flajue ("iets": resultatief). |
Fra | Frans, Franse uitspraak. |
g, G | geografische naam. |
Gar | Garosisch, Garosische uitspraak. |
gen | genitief. |
gen= | genitiefvorm is ... |
gnp | genitief van woord dat aan persoon refereert. |
gnp= | genitiefvorm bij referentie aan persoon is ... |
gnz | genitief van woord dat aan zaak of dier refereert. |
gnz= | genitiefvorm bij referentie aan zaak of dier is ... |
gst | grammaticale stam. |
gst= | grammaticale stam is ... |
his | historische term. |
id | (achter categorie-aanduiding) ideoantoniem. |
ihb | in het bijzonder; de betekenis ve woord waaraan pas gedacht wordt als de context hiertoe aanleiding geeft (zie ook 'alg'). |
IJsl | IJslands. |
improd | improductief. |
impr | (achter affix-aanduiding) improductief affix. |
intrans | intransitief werkwoord. |
inw | inwonertal |
ipv | in plaats van. |
iro | ironisch. |
Ita | Italiaans. |
j, J | jongensnaam. |
jur | juridisch; juridische term. |
k, K | transitief werkwoord (kettelira). |
Kpr | transitief, wederkerend, werkwoord (kettelira). |
L. | Latijnse wetenschappelijke naam. |
Lat | Latijn[s]. |
lett | letterlijke betekenis. |
LW | lidwoord. |
lw | lidwoord; (achter categorie-aanduiding) lidwoord of lidwoord-vervangende constructie verplicht. |
m, M | meisjesnaam. |
mbt | met betrekking tot. |
mbv | met behulp van. |
mnl | uitsluitend refererend aan mannelijk geslacht. |
mt | minste trap van vergelijking. |
mt= | minste trap is ... |
mv | meervoud; (achter categorie-aanduiding) zelfstandig naamwoord/eigennaam komt alleen in meervoud voor. |
mv= | meervoudsvorm is ... |
mv=enk | geen speciale meervoudsvorm. |
[mv=enk] | meervoudsvorm is facultatief. |
1mv | eerste persoon meervoud (wij). |
2mv | tweede persoon meervoud (u, jullie). |
3mv | derde persoon meervoud (zij). |
n, N | eigennaam. |
nav | naar aanleiding van. |
Ned | Nederlands. |
neut | neutrale [tijd]. |
1niv | eerste niveau (van pers. voornaamwoord). |
2niv | tweede niveau (van pers. voornaamwoord). |
Noo | (Oud)Noors. |
ntr | neutraal (refererend aan zowel mannelijk als vrouwelijk geslacht). |
oa | onder andere. |
obj | object, lijdend voorwerp. |
obtrans | object-transitief werkwoord. |
ón | (echo-markeerder) staat achter werkwoord indien dit een indirect object (echo) kan hebben. |
onbep | onbepaald. |
ong | ongeveer (globale vertaling). |
onr | onregelmatig. |
onz | onzijdig (onbezield: noch mannelijk noch vrouwelijk). |
oorspr | oorspronkelijk. |
ot | overtreffende trap van vergelijking. |
ot= | overtreffende trap is ... |
ov, OV | onbepaald voornaamwoord. |
p, P | persoonsnaam (personen zijn alleen in het woordenboek opgenomen als de naam in een uitdrukking of gezegde voorkomt). |
1p | eerste persoon (zowel enkelvoud als meervoud). |
2p | tweede persoon (zowel enkelvoud als meervoud). |
3p | derde persoon (zowel enkelvoud als meervoud). |
Peg | Pegrevië; Pegrevisch. |
pej | pejoratief, scheldwoord, ongunstig. |
1pers | eerste persoon enk en mv. |
2pers | tweede persoon enk en mv. |
3pers | derde persoon enk en mv. |
poe | poëtisch taalgebruik. |
pop | populaire spreektaal. |
pr | (prap = "zich"; achter categorie-aanduiding) wederkerend werkwoord. |
pred | predicaat, gezegde. |
prod | productief. |
pv, PV | persoonlijk voornaamwoord. |
3pv | persoonlijk voornaamwoord 3e persoon (enk/mv). |
px, PX | prefix. |
PX.c | prefix dat voor een zn vd categorie "concreet" geplaatst wordt. |
PXimpr | improductief prefix. |
red | reduplicatie. |
regelm. | regelmatig. |
RK | rooms-katholieke term; rooms-katholiek. |
rs | (alg) resultatief; ("resultatief": achter categorie-aanduiding): bij zelfst. naamwoord: resultatiefvorm is gelijk aan basisvorm; bij transitief werkw.: werkw. regeert resultatief object; bij voorzetsel : voorz. regeert resultatief zelfst.naamw. |
rs= | resultatiefvorm is ... |
rsmv | resultatief-meervoud. |
rsmv= | resultatiefvorm in het meervoud is ... |
rst | rast ("iemand"). |
rste | raste ("iemand": resultatief). |
rster | raster ("van iemand; iemands": genitief). |
Rus | Russisch. |
S | zelfstandig naamwoord van de categorie "stoffelijk". |
s | stoffelijk (als categorie van zelfst. naamwoord). |
SC | zelfstandig naamwoord van de categorie "semi-concreet". |
sc | semi-concreet (als categorie van zelfst. naamwoord). |
schr | (plechtige) schrijftaal. |
semc | semi-concreet (als categorie van zelfst. naamwoord). |
semtrans | semitransitief werkwoord. |
Spa | Spaans, Spaanse uitspraak. |
Spok | Spokanië, Spokanisch, Spokaans. |
spr | spreektaal (liever niet schrijven). |
sprkw | spreekwoord of gezegde. |
stoff | stoffelijk (als categorie van zelfst. naamwoord). |
subj | subject, onderwerp. |
sx, SX | suffix. |
SX.c | suffix dat achter een zn vd categorie "concreet" geplaatst wordt. |
SXimpr | improductief suffix. |
taalk | taalkundige term. |
tbv | ten behoeve van. |
tdw | tegenwoordig deelwoord. |
tgv | ter gelegenheid van. |
toek | toekomende [tijd]. |
trad | traditioneel. |
trans | (vol)transitief werkwoord. |
tw, TW | telwoord. |
u, U | intransitief werkwoord (ularâfelira). |
UIS xx | verwijzing naar pag.xx in het boek "Uit in Spokanië - nooit weg" |
uitsl | uitsluitend. |
Upr | intransitief, wederkerend, werkwoord (ularâfelira). |
v, V | voornaam, zowel jongens als meisjes. |
v | van. |
vd | van de. |
vdw | voltooid deelwoord. |
vdw= | voltooid deelwoord is ... |
ve | van een. |
verg | vergelijking. |
verl | verleden [tijd]. |
vg, VG | voegwoord. |
vgl | vergelijk. |
vh | van het. |
vlgs | volgens. |
vk | verkleinende trap van vergelijking. |
vk= | verkleinende trap is ... |
vnw | voornaamwoord. |
voc | vocaal, klinker. |
volt | voltooide [tijd]. |
vr, VR | vragend voornaamwoord. |
vrnl | voornamelijk. |
vrw | uitsluitend refererend aan vrouwelijk geslacht. |
vt | vergrotende trap van vergelijking. |
vt= | vergrotende trap is ... |
vulg | vulgair, plat. |
vz, VZ | voorzetsel. |
vz-uitdr | voorzetseluitdrukking (idiomatische uitdrukking met het karakter van vz). |
VZ2n | voorzetsel eist pv 2e niveau. |
w, W | naam v weg/straat/plein/steeg ed. |
wd, WD | wederkerig voornaamwoord ("elkaar"). |
wn, WN | wederkerend voornaamwoord ("zich"). |
wst | wortelstam. |
wst= | wortelstam is ... |
ww, WW | werkwoord. |
zelfst | zelfstandig, substantivisch. |
zg | zogenaamd, zogenoemd. |
zkl | zakelijk (noch mnl noch vrw). |
zn, ZN | zelfstandig naamwoord, substantief. |
zv, ZV | zelfstandig voornaamwoord. |
Zwe | Zweeds. |
© (2000) De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DICTIO