Woordenboek
Spokaans-Nederlands | Nederlands-Spokaans
Spokaans—Nederlands A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Nederlands—Spokaans
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
wââ:: {!} »wâwâ.
waamzâ:: |wamzâ| {I} vastberaden.
waamzâiy:: |wam..| {A; mv=enk; rs= waamzâte} vastberadenheid.
waamzâte:: |wam..| {rs} »waamzâiy.
wâcce:: {K} zich wijden aan; Yvonn ~ ef stûðos lóf cradef terrats: Yvonn wijdt zich alle dagen aan de studie; »late.
wâcha:: {I} vloeiend (lijn, overgang); soepel; zonder haperingen.
waér:: {gst/vdw} »wa'ére.
wa'ére:: {K; gst= waér; vdw= waér} ontkennen; eft waér miperter: een miskend genie.
wa'éros:: {A} ontkenning.
wâfer:: {C} rooilijn; grens tussen openbaar en particulier terrein.
wâfersence:: {Upr} zich bevinden.
wâfersencos:: {C} ligplaats (schip ed); staanplaats (caravan ed).
wâfersÿr:: (= wâfersÿrt) {C} standplaats (v persoon).
wâfersÿrt:: {C} »wâfersÿr.
wagâg:: {S} bagage.
Wagâg:: {N} (restaurant in Hirdo); .
Wagâg-hârmsjatjen-bônt:: {N} "Bagageverwerkers-bond" (vakbond voor personeel v bagageafhandeling op luchthavens; in Blumarr); .
wagâglot:: {C} bagageruimte, vrachtruimte.
wagâgnolac:: {C} bagagewagen (in trein).
wagâg-simajos:: {C} bagagedepot.
wagâg-zillepip:: {C} bagagerek, imperiaal (op auto).
wagâx:: {C} loonbelasting; (= »wagy + »tâx); .
wâge:: {U} ~ rifo: waken over.
wagen:: {C} wagen, kar, wagon; lydor ~: gemende wagen (jur: wagen met een trekdier ervoor, en een bestuurder op de bok); .
wagenklan:: {C; mv= ..klâne} wagenwiel, karrenwiel.
wagenklâne:: {mv} »wagenklan.
wagg:: {gst} »wagje.
wagje:: {K; gst= wagg} belonen.
wâgtiy:: {I} waaks (hond).
wagye:: {K} bezoldigen, salariëren.
wagy-kafpainos:: {A} loonsverhoging.
wagyos:: {C} bezoldiging, salariëring.
wakkel:: {gst} »wakkle.
wakklatâs:: {Aef} rechtmatigheid.
wakklatâs:: {I} rechtmatig.
wakkle:: {K; gst= wakkel} behoren te zijn, moeten zijn (vlgs moraal, gewoonte, voorschrift, [natuur]wet ed); kirro ~ [lo] honesty: we behoren eerlijk te zijn; we moeten eerlijk zijn; (vgl) kirro meltûs honesty: we moeten eerlijk zijn (iemand geeft ons die opdracht).
Wakleep-pônt:: {N} (verkeersviaduct; gemeente Šutâ); .
Wakleep-sermen:: {G} (ravijn in het Kulano-gebergte; gemeente Šutâ); .
wâks:: {C} (alg) vaarwater, vaargeul; (soms) kanaal, vaart.
wâlc:: {I} uiterst; fes ~ fort (afk= f.w.f.): uiterlijk, op zijn laatst; armt 1 ogust fes ~ fort = fes 1 ogust ~ fort: uiterlijk [op] 1 augustus.
wâlc-•:: {PX} top•; ~-weinoh: topwijn (enz); »wâlc-...
wâlca:: {C} top[ontmoeting] (v hoge politici ed).
wâlcare:: {K} zich troosten met.
wâlciy:: {A; mv=enk} (fig) toppunt.
wâlc-jikatâ:: {C} topprestatie.
wâlc-vitešo:: {C} topsnelheid.
wâldiy:: {C} wouw (plant) (L. Reseda luteola).
wale:: {U} huilen (v wolven).
walenlandes:: {IIef} Waals (bv).
Walenlandes:: {G} Wallonië.
walenlant:: {C} Waals (taal).
waler:: {C} zoon; ur Waler (afk= u/Wr): en Zoon (& Zn); ur Walers (afk= u/Wrs): en Zonen; firma Metrusse u/Wr: firma Metrusse & Zn.
waler-mâlp:: {C} schoonzoon.
walerukér:: {C} boerenzoon, boerenjongen.
Wales::
Walesa:: {Cef; mv= ~s} Waalse vrouw.
wâlfyccsoliy:: {SCrs} (Erg) onderbewustzijn; ef poire fes ef ~: (Erg) onder hypnose zijn; in trance zijn (v medium tijdens bep Erg rituelen).
Wali:: {F/M}.
wâljÿ:: {C} vallei, glooiend dal.
Wâljÿ:: {F}.
Wâljÿseert:: {F}.
Wâljÿ-wuma:: {G} (bos; gemeente Lammafin); .
Wâljÿ-zerfos:: {N} (landhuis; gemeente Poleiÿo); .
wâlka:: {C} orde (groep personen); ridderorde; kloosterorde.
wâlkân:: {WD; gnp= ~er; gnz= ~ÿr; rs= ~n}
wâlkâniy:: {Aef; mv=enk} wederzijdsheid.
Wâlka rifo ef Trempers:: {N} (Erg kloosterorde); .
wâlkeiy:: {Cef; mv=enk} (nominalisatie v wâlke) ef ~: van elkaar, elkaars (dual: 2 stuks); ef kasz melde ef ~: zij (2 pers.) hebben elkaars jassen aan; de jassen zijn van elkaar; zij hebben hun jas met elkaar geruild.
Wallis ur Futuna:: {G} Wallis en Futuna.
walo:: {C} zoon[tje] (klein kind).
wâlta:: {S} woud, bos.
Walter:: {J}.
Wâlter:: {F}.
Walter Sprôns-Marée-mirra:: {W} .
wâltiy:: {I} bosrijk; bosachtig; wat betreft bos.
Wâltruk:: {J}.
wâms:: {C} schadevergoeding; ðÿm ~: kortaf; zonder omwegen.
Wanadoo:: {N} (voormalige internationale internetprovider); .
wananjâ:: {C} banaan.
Wânch:: {G} (dorp; gemeente Andel).
Wândel:: {F/J}.
wandet:: {C; mv= wandótes} haas (mnl).
wandótes:: {mv} »wandet.
Wândra:: {F/M}.
waneft:: {C} verzorging van dieren; ef kette ~s ón [belps]: [dieren] verzorgen.
Wânk:: {F}.
wanysto:: {I} ontroostbaar.
wâp:: {C} wapen; ef quâme rste (rs!) den quxe lef ~s: iemand tegen zich in het harnas jagen.
wape:: {U} (arch/poe) wapen[s] dragen.
wapor:: {I} gewapend, bewapend.
wâprif:: {C} wapenindustrie.
wâp-ÿrgos:: {C} munitie.
wâp-ÿtiner:: {C} kampioen.
wârbie:: {K; gst= wârbit} uitdenken, verzinnen; »arpinzol.
wârbimapyre:: {E} een taak volbrengen; do wârbimapyro: hij heeft het volbracht; het is hem gelukt; hij heeft zijn schaapjes op het droge.
wârbit:: {gst} »wârbie.
Warej:: |warÿ| {F}.
wârf:: {I} schamel.
Wârf:: {N}
Wârf armt ef Cheetucjâ:: {G} (dorp; gemeente Ef Ÿchis).
Wârf fes ef Wuma:: {G} (dorp; gemeente Ef Ÿchis).
Wârf-klarbÿr:: {N} (»wegsÿrt langs weg 2; gemeente Ef Ÿchis); .
Wârf-Trajiy:: {G} (dorp; gemeente Ef Ÿchis).
wâriy:: {C} berisping, standje; ef kette ~ ón rst: iemand berispen; ef ðobiyre rst kaf eft ~: iemand een standje geven.
warmohita:: {mv} »warmohit 2.
Wârn:: {J}.
Warner:: {F}.
warplâ:: {I} verantwoord.
Wârtuqul:: {F}.
Warÿ:: {F}.
was:: {C} (iro) baas, chef.
wâs:: {S} vochtaanslag, condens.
wâsare:: {E} condenseren.
waseme:: {U} wasemen.
Washington-plâkomÿ:: {N} (tunnel; gemeenten Agramo en Flipa); .
Washington-vjadûk:: {N} (viaduct; gemeente Flipa); .
wassiy:: {C} (dl= Tigof) schemering.
wast:: {C; mv= wâste} oploop, opschudding, rel.
wâste:: {mv} »wast.
wâstiy:: {I} driftig, opvliegend.
wat:: {S} watten (zn-mv).
wata:: {I} van watten gemaakt; met watten gevuld; lo ~ fes ef motrik: rond, vol, zacht (smaak v goede rode wijn).
Water:: {F}.
Watereen:: {F}.
Wateren:: {F}.
watôc:: {I} geniaal.
wattiyn:: {C} wat[je]; prop watten.
Wattson:: {F}.
wâvet:: {I} (lett) zacht; ~ blarâs: zachte kaas; »cubu.
wâveta:: {I} verwijfd.
Wâveta nunas:: {N} (boektitel); .
wâvete:: {K} verzachten, lenigen.
wâvetos:: {C} verzachting, leniging.
wâwâ:: {!} waf!, woef! (geluid v grote/middelmatige blaffende hond).
wâze:: {K} lijden aan (ziekte ed).
Wazemmche:: {N} (tankstation langs de M82; gemeente Mûninû); .
Wazemmche-môliy:: {G} (môliy-gebied, globaal in de gemeenten Fraja en Mûninû); .
wâzeniy:: {I} beroerd, ziek.
wâzer:: {C} lijder, zieke, patiënt.
wâzos:: {C} het lijden (aan een ziekte).
we::
weðe:: {U} fladderen.
weðos:: {C} (alg) gefladder; (pop) flodderig kledingstuk.
wee:: |wewe| {!} »wewe.
Weeftiya:: {F}.
Weelfa'ecos-depârtemen:: {N} (afk= WFA) (voormalig ministerie); .
Weena:: {F/M}.
Weert:: {F}.
Weertiy:: {F/J/M} (Gar).
Wees:: {F}.
Weesel:: {F}.
wéff:: {gst} »wévle.
We fit risinar!:: {N} (boektitel); .
Wefoðiy:: {J}.
Wefoðiy ef mân:: {N} (boektitel); .
Wefot-aâlbos:: {W} (stadswijk in Zest); .
Wefot Canazâ-wuma:: {G} (bos; gemeente Fach); .
Wefot-capû::
Wefot-Cheetucjâ:: {G} (rivierarm in de Cheetucjâ-delta); .
Wefot Clamiða-wuma:: {G} (bos; gemeente Sinto-Manta (LA)); .
Wefot-Coett:: {G} (zijriviertje vd Berÿmt); .
Wefot-Drâmp-wuma:: {G} (bos; gemeente Conityje); .
Wefoteka:: {G} (dorp; gemeente Autaniy).
Wefot-eka:: {G} (kustwater rondom oostelijke punt v Kina bij Autaniy); .
Wefot Engerr-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Leeserf); .
Wefot-ertos:: {W} (stadswijk in Zest); .
Wefot-Faln:: {G} West-Falen.
Wefot-gmolt:: {G} (rivierarm in de Plafotô-delta); .
Wefot-Hâgtâsa:: {G} (nauwe zeestraat tussen de eilandjes Mantahynne en Hâgtâs; feitelijk onderdeel vd zeestraat Ef Moefiy); .
Wefot Hâgtâs-pônt:: {N} (verkeersbrug over de Wefot-Hâgtâsa; gemeente Sinto-Manta (LA)); .
Wefot Halepoes-klemk:: {N} (»klemk; gemeente Halepoai); .
Wefot-Hârða-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Akâm en Noniy); .
Wefot-Honnemeg:: {G} (westelijk deel v Honnemeg-heuvelgebied); .
Wefot Honnemeg-môliy:: {G} »Wefot-Honnemeg.
Wefot-Jiynk:: {G} (beek; gemeenten Mena en Tona a/e Grât); .
Wefotkanas:: {G} (dorp; gemeente Kurriy).
Wefotkents:: {G} (woongemeenschap; gemeente Blort); .
Wefot-Kjoep:: {G} (riviertje van Hajega-gebergte naar de Kjoep); .
Wefot-Krappa:: {G} (rivier van Krappa-gebergte naar de Krappa); .
Wefot-Lâes-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Flo); .
wefot-lango:: {VZrs} (richting) ten westen langs; kirro ufire ~ Hirdoe: wij rijden ten westen langs Hirdo; wij rijden Hirdo aan de westkant voorbij.
Wefot-Laperiy-lirrotiy:: {W} .
Wefot Leije:: {G} (rivierarm; gemeente Balier); .
Wefot Lofipana-mesâ:: {G} (bos; gemeente Troebasÿrt); .
Wefot-Môliy:: {G} (dorp; gemeente Mânt).
wefot-nutter::
wefot-ovap:: {III} aan de westkant.
Wefot Palamiy-fôresta:: {G} (bosgebied in de Krappa-vallei); .
Wefot Pitla-pôlder-weg:: {W} .
Wefot-Prek-fôresta:: {G} (bos; gemeente Jajes); .
Wefot-Priyfiy-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Hâutûnsch en Mena); .
Wefot-Râne:: {G} (zijrivier vd Klinnÿr); .
Wefot-Samoa:: {G} West-Samoa.
wefot-šefc:: {C} (afk= WŠe) westerlengte.
wefot-spokânda:: {C} Spokanisch, Spokaans (belangrijkste Spok dialect, gesproken op vrijwel geheel Berref, West-Liftka en West-Tigof; de standaardtaal in Spok, behandeld in dit woordenboek).
Wefot-Spooksoliy Benc:: {N} (afk= WeSpo) "West-Spokanische Bank" (voormalige bank te Hirdo); .
Wefot-toffik:: {N} (biermerk uit Liyrotyka); .
Wefot-Urapas:: {G} West-Europa.
wefot-varés:: {C} Californische sering (L. Ceanothus thyrsiflorus).
wefot-wertlane:: {I} westers (in Europa of Verenigde Staten).
Wefotzeces:: {G} (dorp; gemeente Kussik).
Wefot-Zûmbaraka:: {N} (veerdienst); .
WEG:: {afk}
weg-ef-ovap:: {C} zijweg.
wégg:: {I} onvindbaar.
weg-hor:: {C} wegnummer.
Weg hor ...:: {W} (genummerde weg die ook als officiële straatnaam fungeert, bijv Weg hor 12); .
weg-keldatjen:: {C} weggebruiker (jur: persoon, voertuig, rij- of trekdier dat zich op de openbare weg bevindt); .
Weg-na-Harâfloja-Ÿrtuhaj:: {W} .
Weg-na-Ômber-fes-ef-Fôresta:: {W} .
weg-repareros:: {C} (afk= WR) wegenwacht; .
Weg rifo ef Lâmbe-muts:: {W} .
Weg rifo ef Liftkar Vildul:: {W} .
weg-ryf:: {C} rijstrook.
wegsÿrt:: {C} (accommodatie langs autosnelweg: tankstations met restaurant en evtl motel, camping, winkel, garage ed); »Wegsÿrt TC.
Wegsÿrt TC:: {N} (maatschappij die de »wegsÿrts langs de autosnelwegen exploiteert); .
Wegsÿrt-Cômpanðo:: {N} (afk= WEG) (motel-maatschappij, onderdeel v »Wegsÿrt TC; .
wegsÿrte:: {U} ~ luft: aanleggen bij (herberg ed).
Wegt-Cÿryrre-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Crelco); .
wegte:: {U} schiften (v melk).
weg-tult:: {C} rijbaan.
Weguza:: {G} (voormalig dorp; nu een wijk v Minde); .
weh:: {C} wee (zn).
wehave:: {K} bedwingen, beheersen; onder controle krijgen/hebben.
wehaver:: {C} (pop) zonnewijzer (trad Spok, in fallusvorm); »fort-wehaver.
wehavos:: {A} bedwinging, beheersing.
wehote:: {K} [bijeen]pakken.
wehotos:: {C} bijeenpakking, het [bijeen]pakken.
weinô:: |wenô| {S} wijn; (sprkw) liftkar ~ fes kleter ðérlots: oude wijn in nieuwe zakken; »weinoh.
weinoh:: |wenoh/wenô| {C} [glas] wijn; wijnsoort; »weinô.
Weinoh-agens:: {Gmv} (landbouwgebied; gemeente Toleo); .
Weinoh-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Afarcal en Šeftaliy); .
Weinoh-seert:: |wenoh-| {N}
Weinô-mirra:: |wenô-| {W} ; (DOM 83).
Weinô-pât:: |wenô-| {W} ; (DOM 83).
Weinô-plâkomÿ:: |wenô-| {N} (spoorwegtunnel; gemeente Trobensta); .
weinôramâ:: |wenô..| {C} wijnkaart; prijslijst van wijnen in een restaurant of café.
weinôrif:: |wenô..| {C} wijnmaker.
weje:: {!} "hortsik" (koetsiersroep: aansporing tegen trekdier).
wekke:: {E} kwaken (v kikkers).
wekkos:: {C} gekwaak (v kikkers).
wékorare:: {K} (alleen ontkennend) gress nert ~ ef: het kan me niet[s] schelen.
wékore:: {K} ~ flj ón rst: iemand betichten van iets.
wékoros:: {A} betichting.
wéle:: {K} wegvagen; vervagen.
wélfae:: {K} ontwikkelen (ontwerpen v nieuw product ed).
wélfaec:: {I} ontwikkeld (land).
wélfaecare:: {U} ~ tukst: zich ontwikkelen tot; tot gevolg hebben.
wélfa'ece:: {K} ontwikkelen.
wélfa'ecos:: {A} ontwikkeling.
wélfaos:: {A} ontwikkeling (ontwerpen v nieuw product ed).
wélfašark:: {C} ontwikkeld land.
welfte:: {U} ~ ón/furt: zwichten voor (furt is minder correcte spr).
welgte:: {K} stampen (met voet of werktuig: samendrukken, verpulveren).
welgter:: {C} stamper (werktuig).
welgtos:: {C} gestamp, het stampen.
weliyp:: {C} paardenstaart (in menselijk haar).
Weljún:: {J} (Gar).
welk:: {C; mv= ~a} [gele] lis (L. Iris pseudacorus).
welka:: {mv} »welk.
Wellington:: {N} (landhuis; gemeente Tulÿnn); .
Welm:: {J} Willem.
welme:: {K} wemelen van, warrelen van; ef mirra ~ veldurs: op straat wemelt het van de mensen.
welmut:: {C} goed humeur; ef putte flj luft ~: iets voor lief nemen.
wélos:: {C} wegvaging; vervaging.
Welsana:: {Cef} Welse (bewoonster v Wales).
welsânda:: {C} Wels[h] (taal v Wales).
Welsann:: {Cef} Wel (bewoner v Wales).
Welse:: {G} Wales.
welse:: {IIef} Wels[h] (uit Wales).
Welun:: {J} Willem.
wém:: {III} voorgoed, definitief.
wémagen:: {III} vrijwel, zo goed als.
wemp:: {C} zanik, zeurpiet.
wempare:: {K} zaniken over, zeuren over.
wempe:: {E} zaniken, zeuren.
wempelira:: {I} zeurderig (v geluid, pijn).
wempos:: {C} gezanik, gezeur.
wena::
Wena:: {G} (stad in Bloi); (DOM 148).
Wena-Kôlâk:: {G} (rivier van de Kôlâk naar Ef Larmin); .
Wenâs:: {G} (stad in Plefô).
Wenâs-kôl:: {G} (bergpas in Azÿ-gebergte; 613 m hoog); .
Wenâs-ses:: {G} (stuwmeer in district Plefô); .
Wenâs-ses-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Plafotô); .
Wena-terf:: {G} (zeestraat tussen Rurf en Ergânt-moeras bij Wena); .
Wenberg:: {F} (Wijnberg).
wencât:: {I} (lett) onverteerbaar; duurzaam, bestendig, degelijk; ef tinde fes ~: behouden blijven (niet verdwijnen/veranderen).
wencatamer:: {A; mv=enk} houdbaarheid.
wencatamiy:: {I} houdbaar (v levensmiddelen).
wencatare:: {K} verwerken (geestelijk, emotioneel).
wencataros:: {A} verwerking (geestelijk, emotioneel).
wencate-armt:: {K} bijhouden (onderhouden v woning ed; actueel houden v administratie ed; in stand houden v gezondheid ed).
wencatelira:: {tdw} »wencate.
Wencaten ef gôrôgent:: {N} (afk= WEG) "Behoud het verstand" (stichting ter bevordering vd verkeersveiligheid dmv reclamecampagnes ed; in Conityje); .
wencater:: {C}
wencate-tijâ:: {K} (lett) afhouden (v boot ed).
wencatos::
Wencatos rifo Liftkar Arânkanolacs:: {N} (afk= WLA) "Behoud van Oud Spoorwegmaterieel" (voormalige stichting in Jareucâ; nu veranderd in de spoorwegmaatschappij »Opper-Brÿr-Lÿnts); .
wencatos-armt:: {A} bijhouding, het bijhouden (v woning, administratie ed).
wencatos-tijâ:: {C} (lett) het afhouden (v boot ed).
Wender:: {F}.
Wender & Wender:: {N} (uitgeverij in Tanburo); .
Wenô-kôlt:: {G} (beek; gemeenten Etercôtiy-sÿrt, Huron-sÿrt en Ÿrnajecû); .
wenp:: {C} knipoog.
wenpe:: {U} knipogen.
Wenslâs:: {J} Wenslas.
Went:: {G} (stad in Ziyp).
wentare:: {Upr} ~ armt: (fig) zich wenden/richten tot.
wente::
wentos::
wepriyl:: {S} afgedankte kleren, oude lappen, lorren.
wepriyliy:: {I} onbruikbaar.
Wequh-jakâm:: {G} (agrarische streek ten noorden v Trondom); ; (DOM 132).
Wequsta:: {G} (riviertje van Wequh-vlakte naar de Zrûfâ); .
werenðe:: {K} kruien (vervoeren).
werenðos:: {C} kruiing, vervoer per kruiwagen.
werentenolac:: {C} kruiwagen.
werf:: {I} confuus, verward; ef kette ~ ón: (fig) verwarren.
Wergóncjerts:: {F/J} (Gar).
werôx:: {VZ} (richting) tegemoet; do farte ~ gress: hij loopt mij tegemoet.
werôx-•:: {PX.c} tegemoetkomend (in het verkeer); (bijv) werôx-oto: tegenligger, tegemoetkomende auto; werôx-blof: tegemoetkomend rijpaard; werôx-karé: tegenligger, tegemoetkomend schip.
werôxare:: {K} tegemoet treden.
werôxe:: {K} (fig) benaderen, bejegenen; aanpakken; nemen (beschouwen als); gress ~ groft ulotosz lo terat serio ki: ik neem zijn aantijgingen zeer serieus.
werôxiy::
werôxos::
Wersja:: {J} (Gar).
wért:: {I} rauw, grof (opmerking/geluid); ruw, scherp (wind).
wertknôfe::
wertlâ:: {C} wereld; ef utfin ~: de wijde wereld; ef lelpiru ~: het hiernamaals; flj chaquinde fes ef ~: er is sprake van iets.
Wertlâ-benc:: {N} Wereldbank.
wertlâ-bof:: {C} ef ÿtine ef ~: door de wol geverfd zijn (veel seks- of reiservaring hebbend, en hierover opscheppend).
wertlâ-cÿrzramos:: {C} opwarming van de aarde.
wertlâ-huldufit:: {I} wereldberoemd.
wertlâ-hurdog:: {C} wereldstad (behoeft niet beslist een hoofdstad te zijn).
Wertlâ-lebet-ôrganisašo:: {N} (afk= WLÔ) Wereldhandelsorganisatie (WTO).
wertlane:: {I} in de [hele] wereld.
wertlâ-part:: {C} werelddeel.
wertlâ-sgôns:: {C} wereldrecord.
wertlâte:: {I} wereldlijk; werelds.
wertlâ-tjef:: {C} wereldbeeld (zoals je de wereld ziet).
wertlâ-wÿsÿr:: {C} wereldoorlog.
Wertlâ-wÿsÿr:: {N} Wereldoorlog; ~ Eer/Ten: Eerste/Tweede Wereldoorlog.
Wertu'ariy:: {F}.
Wertu'ymâ:: {F}.
werty:: {C} overlevering.
Werty:: {N} (commerciële tv-omroep); .
wertye:: {K} overleveren; smokkelen.
wertyer:: {C} (alg) smokkelaar; (pop: schrijfmachine of toetsenbord waarop de letters in de volgorde QWERTY zitten; sinds ca 1960 ook in Spok, voor die tijd kende men ook de Franse AZERTY-volgorde).
wervare:: {K} opschieten (oprollen v touw/kabel); opspoelen.
werve:: {U} gekronkeld zijn; gekruld zijn; kinken bevatten.
werviy:: {C} kluwen, knot (wol); ef ÿtine eft ~ fes sener/ef motrik: met zijn mond vol tanden staan; do melde zléf ef ~: hij heeft zich in de nesten gewerkt.
wervos:: {C} (alg) gekronkel; (ihb) krul; kink (in touw).
wervoser:: {C} bochtige smele (grassoort) (L. Deschampsia flexuosa).
wés:: {C} erf (bij boerderij).
Weser:: {G} Wezer (rivier).
Wesi:: {F/J}.
WeSpo:: {afk} »Wefot-Spooksoliy Benc.
westare:: {K} schetteren, grote mond opzetten, luidruchtig beweren.
westaros:: {C} geschetter; grote bek.
west-boert:: {C} mormel, nijdige vrouw, ruziezoekend wijf.
weste:: {K} (alg) ruw, met happen afknippen; (dl= Centraal-Berref) snoeien (v heg).
westos:: {C} (alg) het ruw afknippen; (dl= Centraal-Berref) het snoeien (v heg).
wete:: {mv} »wôt.
wetér:: {VG} (emfatische tegenstelling) ~ ... wetus: hetzij ... hetzij; kirro arfine ~ mas wetus mas-kura: we komen hetzij morgen, hetzij overmorgen; ~ Elsa caribe ef kelbra, wetus eup lukte ef toknufÿ, eup zurre riyfain luft ef: hetzij Elsa de tafel dekt, hetzij ze de afwas doet, ze moppert er altijd bij; (= »wet 1 + »ér 3).
wetestof:: {Cef} (afk= wt of wet) woensdag.
wethuder:: {C} (in Spok: wethouder in een gemeente); »wethuderÿ.
wethuderÿ:: {C} (in Spok: college v wethouders binnen de zomar ("gemeente"), bestaande uit 4 tot 20 wethuders); .
Wetja:: {M} (Gar).
Wetja-fonis:: {G} (inham bij de Plafotô-delta); .
wetoss:: {gst} »wetozje.
wetozje:: {K; gst= wetoss} (vrnl fig) een blik werpen op.
wétriyn:: {C} kwaliteit, soort (met de nadruk op de eigenschap); »menah.
wétriyniy:: {I} kwalitatief (betreffende de soort).
wetus:: {VG} »wetér; (= »wet 1 + »dus).
wévle:: {U; gst= wéff} [rond]tollen.
wévlos:: {C} getol.
Wevriy:: {M}.
wewe:: {!} waf! (geluid v kleine blaffende hond).
weza:: {C} geruis, het ruisen (riet, wind).
WFA:: {afk} »Weelfa'ecos-depârtemen.
whiskey::
whisky::
White:: {F} (Eng).
wial:: {S} walm.
wialale:: {U} walmen (kaars ed).
wibe:: {I} rank, slank.
wiðe:: {K} verwijzen naar, refereren aan; lef ~ rifo (vz-uitdr): onder verwijzing naar.
wiðos:: {C} verwijzing; tuksof sompelira ~ (afk= t.s.w.): tot nader orde.
wiff:: {C} (arch) hoer.
wigân:: {C} held; »•ân.
wiger:: {C} gewei (v hert ed); »wyger.
wiger-snerf:: {C} vliegend hert (kever) (L. Lucanus cervus).
Wik:: {G} (waterstroom in Ergânt-moeras); .
wika:: {mv} »wik 2.
wik-ager:: {C} badstrand (strand met faciliteiten om te zwemmen ed).
Wik-ager rifo ef Tjôftârs:: {N} (badstrand; gemeente Fonistâ); .
Wikala:: {N} (winkelketen voor badkamerinrichtingen en badkuipen); .
wikare:: {K} betten, deppen.
wikaros:: {C} tewaterlating; ef kette eft ~ ón eft karé: een schip te water laten.
wikatjen:: {C} badgast.
wike::
wike-gâs:: {C} badgast.
Wike-pavelonn:: {N} (badpaviljoen in Amahagge, met strand aan de Larmin-kust; voornamelijk een horeca-gelegenheid); .
wikfâsto:: {C; mv= ..fâstôe; rsmv= ~tt} badhanddoek.
wikfâstôe:: {mv} »wikfâsto.
wikfâstott:: {rsmv} »wikfâsto.
wik-hotela:: {C} badhotel (particulier hotel aan zee of meer).
Wik-hotela Mâclajoh:: {N} (badhotel op gelijknamige eilandje); .
wik-kas:: {C} badjas, badmantel.
wik-keste:: {C} badhokje.
wik-knok:: {C} ham (gemarineerd en gestoofd).
Wik-Liry:: {N} "Badrust" (Bergparel-hotel in Zâtso-ef-Wik (Afacha)); .
wiklot:: {C} badkuip (groter dan »wikpÿt).
wik-lup:: {C; mv= ..-lûps} bassin, [water]bekken.
wik-lûps:: {mv} »wik-lup.
Wik-museem:: {N} "Badmuseum" (museum bij Lammafin); ; (DOM 92).
wikos:: {C} het baden; ef putte eft ~: een bad nemen.
wikpÿt:: {C} badkuip (kleiner dan »wiklot).
Wik-seert:: {N} (badpaviljoen in Alas (TF)); .
wik-sért:: {C} badhuis, badinrichting.
wiksÿr:: {C} badplaats.
wikto:: {C} (arch) bad; »wik 2.
wiktomit:: {C} badkamer.
wila•:: {wst} »wila'e.
wila'e:: {K; gst= wilat; wst= wila•} vlechten, ineenstrengelen.
wila'os:: {C} ineenstrengeling.
wilat:: {gst} »wila'e.
Willem:: {J} (Ned).
William:: {J} (Eng).
William Fesk-lirrotiy:: {W} ; (DOM 83).
William Fesk-mirra:: {W} ; (DOM 83).
Wilmaler:: {F}.
wiltrer:: {C} onstuimigheid.
wiltriy:: {I; [mv=enk]} onstuimig.
wiltro:: {C} woesteling, onbehouwen persoon.
Wima:: {G} (dorp; gemeente Cÿrbastÿ-sÿrt).
winde:: {E} kronkelen.
windos:: {C} (alg) gekronkel; (spr) kronkelweg.
Winsen:: {F}.
wint:: {I} kronkelend, kronkelig.
Wint:: {G} (beek langs Ies); .
Wint-cliyn:: {N} (landhuis; gemeente Seertzeekoles); .
winter:: {C} windhond.
wisk:: {C} (pop) glas whisk[e]y.
wispel:: {C} kleptuimelaar (in motor).
wispele:: {U} wankelen, waggelen.
wispelen:: {I} (lett) wankelbaar.
wispelos:: {C} gewankel, gewaggel; waggeling.
Wiss:: {G} (riviertje van Rurf-top naar Larmin-straat); .
Wisse::
witlyre:: {U} ~ luft: (fig) afwijken van (een regel/mening).
witlyros:: {A} (fig) afwijking (v regel/mening).
witt:: {C} café, kroeg (in grote stad; witt is niet gebruikelijk op Berref en in Amahagge en omgeving); kirro lelperre eft quergos fes ef Ef Liftkar Ÿc-witt (let op het dubbele lw!): wij hebben een afspraak in café De Oude Eik.
wiyft:: {C} neusgat.
Wiykel:: {N} (papierrecyclingfabriek in Tosiy); .
wiyrk:: {Cid} uitzetting||inkrimping; belt-~ = ~-puttos: [in]krimping, slinking (lett; door droogte ed); hupster-~ = ~-kettos: uitzetting, opzwelling (lett; door vocht); ef cÿrot kette eft ~ fes kÿpony: het hout krimpt (door de droogte); ef cÿrot kette eft ~ fes ošo: het hout zet uit (door het vocht); ef kuvi kette eft ~ fes kÿpony: het veen klinkt in; ef cÿrot-wiyrk[os]: de werking van het hout.
wiyrkos:: {C} »wiyrk.
wiyrk-tufriffer:: {C} uitzettingscoëfficiënt.
wiys:: {C} vlakgom, gummetje.
wiyss:: {gst} »wiysve.
Wiyst:: {J}.
wiysve:: {K; gst= wiyss} inrichten (v huis ed).
wiysvos:: {C} inrichting, het inrichten (v huis ed).
wiysvosiy:: {C} inrichting (voorwerpen waarmee een huis ingericht is).
wiytlas:: {I} onafgewerkt; onbepaald (niet begrensd).
Wjancher:: {J} (Gar).
Wjancjá:: {M} (Gar).
WLA:: {afk} »Wencatos rifo Liftkar Arânkanolacs.
WLÔ:: {afk} »Wertlâ-lebet-ôrganisašo.
Wocca:: {F}.
woche:: {C; mv= wôx} spijl, tralie.
wochos:: {C} [droog]rek (elk voorwerp dat uit een soort traliewerk bestaat).
woclaxe:: {U} toeteren, claxonneren (auto).
woclaxer:: {C} toeter, claxon (auto); tyfoon (trein).
woclaxos:: {C} getoeter, geclaxonneer; toeterconcert.
wóðâme:: {U} verrotten.
wóðâmos:: {C} verrotting.
wódeniy:: {I} onbegaanbaar (weg, pad).
wódenn:: {C} ravijn, afgrond.
Woenakôbo-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Ÿrbasâ); .
Woena-Pâlst:: {G} (rivierarm vd Pâlst; gemeente Ÿrbas); .
Woena-sôlšosecÿr Yzlât:: {N} "Sage van de Noordentrek".
Woenzol-reks:: {N} "Weerserie" (serie tenderlocomotieven); .
Woesecÿr Kostoh:: {N} "Geest van de Plek" (omschrijving voor Sylle, de personificatie vd Beslissing over wat behouden blijft en wat vergaat); »wós; ; (DOM 132).
Woes rifo Sinto-Jenu:: {G} (bos bij Aboris-Sinto-Jenu); .
Woetû:: {G} (dorp; gemeente Reo).
Woetû-lemnâs:: {N} (grafheuvel; gemeente Reo); .
wôg:: {C} geblaf.
Woidano:: |wódano|
woiyste:: {K} benutten; waarnemen.
woiystos:: {A} benutting; waarneming.
wôks:: {C} grill, vleesrooster.
wôks-knocire:: {K} grilleren, grillen.
wola:: {S} wol.
wola-beks:: {C} beverrat (L. Myocastor coypus).
wola-cÿralo:: {C} pluisjesmos (L. Dicranella heteromalla).
wola-flyddere:: {C} blakker ~: bastaardsatijnvlinder (L. Euproctis chrysorrhoea); šifer ~: donsvlinder (L. Euproctis similis).
wolaji:: {C} querulant, ruziezoeker, probleemmaker.
wola-kelte:: {C} "wolboer" (alg: boer die schapen houdt; ihb: boeren in en om de Hazâcki-polder, die zelf spinnen en de wol op de markt in Opjevu verkopen).
Wola-museem:: {N} "Wol-museum" (museum bij Opjevu); .
wola-pót:: (= wola-putt) {C} "wolpoet" (Spok soort schapendoes met dikke grijze tot zilverkleurige krullende vacht; zeer populair bij de wolboeren in Renô); »wola-kelte; .
wola-putt:: {C} »wola-pót.
Wola-seert:: {N} (restaurant en pension in Toneija); .
woliy:: {I} wollen, van wol gemaakt.
wolót:: {I} wollig.
wôlp:: {III} ineens, plotsklaps.
wôlpie:: {K} ingrijpen in/bij.
wôlpios::
Wôlta:: {J} Wouter.
wolte:: {K} ~ rst kura flj: onderhandelen met iemand over iets.
woltos:: {C} onderhandeling.
wômpiy:: {C} stelsel.
wóna:: {C} noorden; fes ~ (afk= f/w): in het noorden, ten noorden van; A melde rifo B fes ~: A ligt ten noorden van B.
wóner:: {C} zuidenwind (die naar het noorden waait).
wôniy:: {I; [mv=enk]} levenskrachtig, vitaal.
woniyngo:: {I} vreselijk, verschrikkelijk.
wonn:: {!} oeps! (uitroep v grote verbazing/verwondering); »ÿone.
wonoisse:: {E} tevreden zijn.
wonoissos:: {A} tevredenheid.
Wônts:: {G} (dorp; gemeente Šacô).
wónzol:: {C} weer[sgesteldheid]; koffon ~: "dood weer" (windstil en nevelig, zodat het landschap er roerloos en stil bij ligt; zonder beweging en geluid).
wónzolatjen:: {C} (Erg) weergod.
wónzol-balôna:: {C} weerballon.
wónzol-dôxos:: {A} weersverwachting.
wónzol-tÿden:: {C} weerbericht.
wôô:: {!} »wôwô.
Word order and acceptance in Spocanian:: {N} (boektitel); .
wornut:: {C} sluier (bij Spok klederdracht); .
Wôršee:: {J}.
worÿ:: {I} bezorgd, ongerust.
worÿtiy:: {SC} bezorgdheid, ongerustheid.
wós:: {C; mv= ~a} plaats, plek, punt; kaf dena ~: op deze plek/plaats; kaf ef dres ~: ter plaatse; (fig) ef ~a eksistere éfti furt ef ralfort: hiervoor is tegenwoordig geen plaats meer.
wósa:: {mv} »wós.
wóspaine:: {K} laten, leggen (zorgen dat iets op een plek aanwezig is); tu ef flappa ~ ÿr?: waar heb je de vulpen gelaten?.
wôt:: {C; mv= wete} beker, kroes, kop; do pliyfonavy mip pert wete: hij heeft veel noten op zijn zang.
wôte:: {K} (vulg) [weg]flikkeren, [weg]sodemieteren.
Wotens:: {N} Wodan (Germaanse god).
wôwô:: {!} woef! (geluid v grote blaffende hond).
wôx:: {mv} »woche.
WŠe:: {afk} »wefot-šefc.
wt:: {afk} »wetestof.
wufare::
wufaros:: {C} uitbotting, het uitlopen (v gewas).
wufe::
wufe-mip:: {K} (fig) uitbroeden.
wufmip:: {C} woordenboek.
wufmip-manta:: {C} lemma.
wufos:: {C} (lett) ontkieming; (fig) ontvouwing, ontplooiing.
wufos-mip:: {A} (fig) uitbroeding.
Wûft:: {F}.
wufta:: {C} woord; ef jytaðe cradef ~ses (rs!): geen woord kunnen uitbrengen; ef kette ~s ón rst: iemand te woord staan; ef kirture ef ~s ón rast: (ook fig) iemand aan het woord laten; ef rate ef ~: het woord voeren; fes lelpiru ~s (afk= f.l.w.): met/in andere woorden.
Wufta-chošos ur syntâx-ôc:: {N} (boektitel); .
wufta-cos:: {C; mv= ~z} woordenkeus.
wufta-koffos:: {C} (taalk) woordvolgorde .
wufta-merros:: {C} woordspeling.
wufta-revertos:: {C} tekstverwerking (op computer).
Wufta šâm Wuma:: {N} (landschapskunst; gemeente Lapoâ); .
Wuftas fes Wuslâs:: {N} (titel dichtbundel); .
wufta-sgârf:: {I} ad rem; niet op zijn mondje gevallen.
wufta-strett:: {C} woordenwisseling.
Wulâ:: {M}.
Wulfa:: {F}.
wull:: {C} (persoon) beul; (gereedschap) breekijzer.
wulpare:: {U} debuteren (acteurs, auteurs, sportlieden ed).
wulpare-kafnutos:: {C} debuutconcert.
wulparer:: {C} debutant (iemand die voor het eerst in het openbaar optreedt: acteur, auteur, sporter ed).
wulpare-român:: {C} debuutroman.
wulparos:: {C} debuut (eerste optreden).
wulpe:: {K} ontginnen.
wulpe-arr:: {C} concessie (gebied v mijnontginning).
Wulpe-arr-mirra:: {W} ; (DOM 83).
wulpos:: {C} ontginning; debuut (dat waarmee men debuteert).
wûltiy:: {I; [mv=enk]} (alg) zwakzinnig; (ihb) aangeschoten, dronken.
wuma:: {C; mv= ~a; rsmv= ~tt} bos, woud.
wumaa:: {mv} »wuma.
wuma-bamico:: {C} ruig klokje (plant) (L. Campanula trachelium).
wuma-blakker:: {C} boswitje (vlinder) (L. Leptidea sinapis).
wuma-eit-hâng:: {C/S} bosogentroost (plant) (L. Euphrasia nemorosa).
wuma-flyddere:: {C} mesâ ~: kleine zomermeter (L. Hemithea aestivaria).
wuma-geranym:: {C} donkere ooievaarsbek (L. Geranium phaeum).
wuma-gert:: {C} boswachter.
wuma-iylfaciy:: {C} boswederik (L. Lysimachia nemorum).
wuma-jâlp:: {C} auerhoen (L. Tetrao urogallus).
Wuma-koles:: {N} ("heroveringsschool" in Amahagge); .
wuma-kósto:: {S} wilde hyacint (L. Scilla non-scripta); blakker ~: (witte/roze soort); blotter ~: (blauwe soort).
Wuma-Liry:: {N} "Bosrust" (Bergparel-B&B in Crobela); .
wuma-lotus:: {C} "bosrolklaver" (komt alleen op Teujan en Brÿr voor) (L. Lotus sylvestris).
wuma-mâlva:: {C} groot kaasjeskruid (L. Malva sylvestris).
wuma-murmunt:: {C} bosmarmot (in Amerika) (L. Marmota monax).
wuma-nertufegtsil:: {C} bosvergeet-mij-nietje (L. Myosotis sylvatica).
wuma-notte:: {C} bosandoorn (L. Stachys sylvatica).
wuma-pazzozirdos:: {C/Srs} boskruiskruid (L. Senecio sylvaticus).
wuma-perle-sientur-flyddere:: {C} bosrandparelmoervlinder (L. Argynnis adippe).
Wuma-qudex:: {N} (afk= WuQ) "Boswetboek" (Spok wetboek); .
Wuma rifo Dercs:: {G} (bos bij Oofo en Zeone); .
Wuma rifo Dercx:: {G} (bos; gemeenten Hajofese en Jatty (BF)); .
Wuma rifo ef Prensa:: {G} (bos; gemeente Šeftaliy); .
Wuma rifo Gizela:: {G} (groot bosgebied; gemeenten Duji, Empecho, Huis en Trondom); .
Wuma rifo Itsquandroh:: {G} (bos; gemeente Mûninû); .
Wuma rifo Kryfa:: {G} (bos; gemeente Plefô); .
wumatiy:: {I} bosachtig.
wuma-tjerkatjen:: {C} geel dikkopje (vlinder) (L. Thymelicus sylvestris).
wuma-togeffyÿ:: {C} wilde appel (boom) (L. Malus sylvestris).
wuma-toleffyÿ:: {C} peer (boom) (L. Pyrus communis).
wuma-tomentusarÿ:: {C} bosaardbei (plant) (L. Fragaria vesca).
Wumatriy:: {G} (dorp; gemeente Iba); (DOM 44-45).
wumatt:: {rsmv} »wuma.
wuma-vycc:: {S} boswikke (plant) (L. Vicia sylvatica).
wuma-yneler:: {C} gewone engelwortel (L. Angelica sylvestris).
wuma-ÿrômer:: {C} bosmier (L. Formica); doffiy ~: zwarte bosmier (L. F- fusca); mindefit ~: rode bosmier (L. F- rufa).
wuma-zlânt:: {S} akkerkers (L. Rorippa sylvestris).
Wuma-zolle-meeg:: {N} (afk= WZM) "Raad voor het Bosbehoud" (samenwerkingsverband dat streeft naar goed bosbeheer; in Fameto-Toliy); .
wûmpel:: {C} bosuil (L. Strix aluco).
WuQ:: {afk} »Wuma-qudex.
wûrðe:: {U} borrelen (v vloeistof); »maklu.
wûrðos:: {C} geborrel.
wurre:: {K} in slaap sussen.
Wurû:: {G} (riviertje op Tuckrâhynne naar Tuckrâ-straat); .
wuslâ:: {Cef} woestijn.
wuslâ:: {I} woestijnachtig.
Wustâ:: {G} (dorp; gemeente Sinto-Alycro).
Wuster-mirra:: {W} ; (DOM 211).
Wut:: {J} Wouter.
wuxare:: {K} uitkomen voor (durven zeggen: v mening ed).
wuxat:: {C} slotsom; ef ejelife ef ~: tot de slotsom komen.
wuxe:: {K} uiten (taal, mening); luchten (gemoed); vellen (oordeel/vonnis ed); lossen (schot); losgooien (v vang = rem bij windmolens); »bjiyc.
wuxe-furt:: {K} voordragen, declameren.
wuxelira:: {I} aanzienlijk, belangrijk, groot.
wuxe-mux:: {C} spreektaal (in tegenstelling tot meer plechtige schrijftaal).
wuxe-vober:: {C} verschijningsvorm.
wuxos::
wuxos-furt:: {C} voordracht, lezing, spreekbeurt.
wuxupke:: {K} (lett) uitroepen, roepend uiten; (= »wuxe + »rupke).
wuxupkos:: {C} uitroep (schreeuw).
wychole:: {U} standhouden.
wychole-fest:: {I} (fig) onblusbaar, niet te bevredigen.
wycholos:: {A} standhouding.
wyda:: {S} wede (blauwe verfstof uit gelijknamige plant); »wyda-huron.
wyda-huron:: {C} wede (plant) (L. Isatis tinctoria).
wyde:: {C} ondeugd, stout kind.
wyde-'jan:: {C} kwajongen.
wyde-'jan-tach:: {C} kwajongensstreek.
wygcaratjen:: {C} uitgewekene, vluchteling.
wygcare:: {K} uitwijken; vluchten van/uit.
wygcarer:: {C} vluchteling.
wygce:: {U} uitwijken, opzijgaan; ~ furt: uitwijken/opzijgaan voor; gress nert ~!: dat neem ik niet!.
wygcelira:: {I} vérstrekkend (gevolgen ed).
wygce-wós:: {C; mv= ~a} asiel (voor personen).
wygce-wósa:: {mv} »wygce-wós.
wygce-wóser:: {C} asielzoeker; [politieke] vluchteling.
wygcos:: {C} wijkplaats; toeverlaat.
wyger:: {C} pruik; »wiger.
wÿja:: {C} vlies, film (dun laagje).
wyje:: {K; gst= ~r} ~ tukst: wijden aan.
wyjer:: {gst} »wyje.
wÿjo:: {C} glasplaat, glazen ruit.
wyme:: {K} doorgeven.
wÿmm:: {gst} »wÿmre.
wymos:: {C} doorgave.
wÿmre:: {K; gst= wÿmm} beknotten, binden, beperken (vrijheid).
wÿmros:: {A} beknotting, binding, beperking (vrijheid).
wynch::
Wynder:: {F}.
Wyndriy:: {G} (dorp; gemeente Qutereeefo).
wyne:: {C} wijnstok (L. Vitis vinifera).
Wÿnhus:: {F} (Wijnhuis).
wyp:: {I} steegs (v paard).
wypa:: {C} wip.
wype:: {U} (alg) wippen; (pop) zich niet op zijn gemak voelen; gress ~lira lo kâ: ik zit op hete kolen.
wype-nes:: {C} wipneus.
wyper:: {C} wip[plank] (in speeltuin); kwikstaart (vogel) (L. Motacilla).
wypos:: {C} gewip, het wippen.
wÿr:: {gst} »wÿrre.
wÿror:: {vdw} »wÿrre.
wÿrre:: {U; gst= wÿr; vdw= wÿror} fluiten (met de lippen; de wind); do chafoste eft ~lira chafost: hij fluit een liedje.
wÿrros:: {C} gefluit (met de lippen); gefloten deuntje.
wÿrtâla•:: {PX} (px-vorm v wÿrtâlacc, indien samen met gereduceerde vorm v pv) (bijv) wÿrtâladû = wÿrtâlacc do: met behulp van hem; »wÿrtâlacc.
wÿrtâlacc:: {VZ} (betrekking) met behulp van, door middel van (vrnl abstract); stus ejelife flâjû ~ ef ÿscemros: met schreeuwen bereik je niets; blul kurre beri albelije ef tjel, ~ ef ÿkaftos enn ef penitenky fes fort: straf kan vermeden worden door de boete op tijd te betalen.
wÿrte:: {K} assisteren (vroeger neutraal: helpen).
Wÿrteftiy-Kents:: {G} (voormalige Erg commune; gemeente Poriy); .
wÿrtôsta:: {Cmv} middelen, (ihb) geldmiddelen.
wys:: {C} manier, wijze; [fes] eft serten ~: [op] een of andere manier; fes nÿf vluquos ~z: op geen enkele manier; fes zjut ~: op [een] rare wijze/manier (enz); fes folarra ~z: op welke wijzen (expliciet mv); fes folarra buchâ ~: op welke [enige] wijze (expliciet enk); »vrôk.
wÿsge:: {U; gst= wÿss} kronkelen.
wÿsge-spil:: {C} vijzel (om water op te pompen).
wÿsger:: {C} winde (plant; vrnl in samenstellingen zoals agen-~ = akkerwinde).
wÿsgiy:: {I} kronkelig.
wÿsgos:: {C} gekronkel.
wÿss:: {gst} »wÿsge.
wÿss-moftos:: {C; mv= ~z} adderwortel (L. Polygonum bistorta).
wÿsÿr:: {C} oorlog.
wÿsÿrka:: {C} oorlogsschip (alg).
wÿsÿr-leldast:: {C} krijgsgevangene.
Wÿsÿr-môbâriy:: {N} (monument; gemeente Tura); .
wÿsÿros:: {C} oorlogshandeling.
wÿt:: {C} [braad]spit; kaf ef ~: aan het spit; ef sterne flj armt ef ~: iets te boven komen (v problemen ed).
wÿtt:: {C} schol (drijvend ijs).
wÿx:: {I} droogstaand (v beek ed).
wÿxe:: {U} droogvallen (beek, zandbank ed).
Wÿxor Ÿrufy-strett:: {G} (voormalige zeestraat, nu de Tanbÿr-fonis); .
wyzenn:: {I} (alg) huidig, hedendaags; huidig (wat nu ter sprake komt, getoond wordt, ed); ef ~ fiyrk-pracâ: de huidige webpagina (de pagina die nu op het scherm staat).
WZM:: {afk} »Wuma-zolle-meeg.
© (2000) De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DICTIO