Woordenboek
Spokaans-Nederlands | Nederlands-Spokaans
Spokaans—Nederlands A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Nederlands—Spokaans
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
y:: »yche 2.
ÿ•::
ÿ•os:: (= l•os) {PX/SX.wst} (ÿ• voor cons; l• voor voc; de begin-r v woorden die met ÿ•os geaffigeerd worden, wordt verdubbeld: ÿ•os + rev• wordt ÿrrevos);
•ÿ::
yâ:: {I} onbewaakt.
ÿabrovve:: {I} behoorlijk (voldoende, niet te gering of slecht).
yache:: {U} kauwen.
yache-jugg:: {C} onderkaak.
yache-riyt:: {C} kauwstaafje (voor honden).
yachos:: {C} gekauw, het kauwen.
yae:: {K; gst= yat; vdw= pya of regelm.} (fig) neerkomen op; ter sprake komen; ef ~ ef šôt: dat komt op hetzelfde neer; dat is lood om oud ijzer.
yamoh:: {I} ellendig.
yamotiy:: {I} onmenselijk.
yarge:: {K; vdw= yârge} melden.
yârge:: {vdw} »yarge.
yargeloh:: |war..| {VZ} (betrekking) met betrekking tot, gezien, tussen; ~ ef rÿlempor ðôpecc kirro huarûs: gezien de toegenomen kosten moeten we bezuinigen; eft fâgo ~ A ur B: een verband tussen A en B.
yargos:: {C} melding.
yart:: |wart| {C} (afk= yt) yard (Eng maat).
yat:: {gst} »yae.
ÿazjâpje:: {K; gst= ÿazjâpp} bespoedigen.
ÿazjâpjos:: {A} bespoediging.
ÿazjâpp:: {gst} »ÿazjâpje.
ÿazje:: {U; gst= ÿazjet} ~ ón: (dl= Peg) onderdanig zijn tegen, zich onderdanig opstellen tegenover; "hielenlikken"; eup kette ~lira sener poira ón Rater Jezus: ze geeft haar leven in onderdanigheid aan de Here Jezus; (idioom, ook buiten Peg) ef revuse beri ~ (spr): verdommen, ermee uitscheiden (niet willen doen, kapot zijn); ef kleter vâkumm revuse beri ~ pip mintof ér tof: de nieuwe stofzuiger verdomt het al na één dag.
ÿazjet:: {gst} »ÿazje.
Ybbanâ:: {F/J}.
Ybbe:: {G} (dorp; gemeente Gasky).
Ybbe-belt:: {G} (dorp; gemeente Tarina).
ybe::
ybeje:: {K; gst= ybét} [ver]zwikken, verstuiken (v enkel/pols: minder ernstig dan »idequblelle).
ybejos:: {C} verzwikking, verstuiking (v enkel/pols: minder ernstig dan »idequblellos).
ybert:: {C} ratel[aar] (instrument).
yberve:: {U} ratelen; (tdw) ef melde ~lira lef: (pop) vol zijn van; stikken van; vergeven zijn van; kusami melde ~lira lef ÿvânas: het is hier vergeven van de wespen.
ybervet:: {C} gewemel, gekrioel; eft ~ furt = ~s furt: een gewemel van.
ybervos:: {C} geratel, het ratelen.
Yberwa:: {F}.
ybét :: {gst} »ybeje.
yblo:: {C} gewoonte, zede, traditie.
ybloiy:: {I} traditioneel; volgens algemene gewoonte of zeden.
ÿboet:: {rs} »ÿboea.
ÿbót:: {I} rechtstreeks, onmiddellijk (ergens heen gaan).
ybrodé:: {I} bezorgd, ongerust.
ybrôdée:: {I} onbezorgd, zonder zorgen.
ybroðiy:: {C} bezorgdheid.
ÿc:: {C} eik[enboom] (L. Quercus).
ÿca:: {S} eikenhout.
Ÿcaquriy:: {G} (dorp; gemeente Manes-Toniys).
Ÿcbôs:: {F}.
ÿc-chént:: {C} kastanjeboleet (L. Xerocomus badius).
ÿcentos:: {SC} gemoed.
ÿcentos-mipa:: {C} ontboezeming.
ÿcériy:: {I; [mv=enk]} onoplosbaar (in vloeistof).
Ÿcforest:: {N} (bewoond museumkasteel; gemeente Tura); .
Ÿcforest-wuma:: {G} (bos; gemeente Tura); .
ych:: {C} spade, schop, schep.
ycha:: {C} schoppen (in kaartspel).
Ychem:: {G} (dorp; gemeente Zar).
ÿchere:: {E} verongelukken, omkomen.
ÿcheros:: {C} ongeluk (het niet-gelukkig zijn; tegenspoed).
ÿchis:: {I} opgetogen; in extase.
ÿchisare:: {K} verrukken, vervoeren.
ÿchisaros:: {A} verrukking, vervoering.
ÿchisre:: {K; gst= ÿchiss} versieren, decoreren; optuigen; ef ÿchisror ðÿny: de opgetuigde prijs (met btw en accijns; als tegenstelling ve kale prijs).
ÿchisror:: {I} ~ tjâg: versierd met, gedecoreerd met.
ÿchisros:: {C} versiering, decoratie.
ÿchiss:: {gst} »ÿchisre.
Ÿchis-wuma:: {G} (bos; gemeente Ef Ÿchis); .
ychiys:: {III} trouwens; (fig) tussen haakjes.
ychos:: {C} geschep; het scheppen; schep (zoveel als er op een spade kan); eft ~ rifo pleko: een schep zand.
ychûfte:: {U} besluitvorming vertragen, eigen beleid erdoor drukken (zoals ambtenaren doen om de burger te tonen wie er de baas is).
ychûftos:: {C} het vertragen van de besluitvorming, het doordrukken van eigen beleid (zoals ambtenaren doen om de burger te tonen wie er de baas is).
ÿchûg:: {VG} (vergelijking) naarmate, al naar gelang; do melde nervossott, ~ ef exâm-fort cÿrane: hij wordt steeds zenuwachtiger, naarmate de examendatum nadert.
Ycildul:: {F}.
ÿciy:: {I} eikenhouten, van eikenhout gemaakt.
Ÿc-korda:: {N} (Erg kerk; gemeente Fietso); .
Ÿc-lemnâs:: {N} "Eikenheuvel" (een vd 7 Koninklijke Grafheuvels op het landgoed Ef Sinto Aša); .
ÿc-lofa:: {C} eikenblad (vlinder) (L. Gastropacha quercifolia).
ÿc-lofa-rôlatjen:: {C} eikenbladroller (vlinder) (L. Tortrix viridana).
yclómm:: {C} goed bericht; positief bericht.
ÿc-missis:: {C; mv= ~a} fyg ~: eikenbladzwammetje (L. Collybia dryophila).
ÿc-missisa:: {mv} »ÿc-missis.
ÿc-nutâ:: {C} eikel.
Ycrol:: {N} (»wegsÿrt langs autoweg M2/M4; gemeente Floran); .
ÿcs:: {mv}
ÿc-tremella:: {C} lobbige trilzwam (L. Tremella frondosa).
Ÿc-ur-Ferre-wuma:: {G} (bos; gemeenten Krâg en Tanburo); .
ÿc-xlâte-ljôl:: |ÿcslâte-ljôl| {C} eikenprocessierups (L. Thaumetopoea processionea) (komt in Spok anno 2018 nog niet voor; de import van eikenhout wordt daarom streng gecontroleerd).
ÿcyspohe:: {U; gst= ÿcyspot} betogen.
ÿcyspohos:: {C} betoog.
ÿcyspot:: {gst} »ÿcyspohe.
ÿc-zviyf:: (= ÿc-zviyft) {C} eikengalappel (door de galwesp L. Biorhiza pallida).
ÿc-zviyft:: {C} »ÿc-zviyf.
Yda:: {M} Ida.
Ÿðânt:: {G} (dorp; gemeente Nes).
ÿðe:: {C} eed; (voor de rechtbank in Spok: waarheid spreken in naam vd Gerechtigheid, bijgestaan door »Ennderur, de godin der gerechtigheid).
Yder:: {J}.
yðoch:: {I} onverantwoord[elijk].
ydônâc:: {C} laxeermiddel.
ydône:: {U} glijden; slippen; schuiven; ef ~ âskân-krono luft: gelijke tred houden met.
ydône-hartiy:: {C} slipgevaar (in verkeer).
ydônos:: {C} slip, het slippen; schuiven, schuiver.
ÿdrent:: {I} gevoelsmatig.
ÿdrentô:: {C} gevoelens (mv), emotie.
ÿðycu:: {C/S} (alg) vlees.
ÿðycu-littit:: {I} vleeskleurig (soort roze).
ÿðyje:: {C} verschuldigde bedrag, te betalen som; kult ~ ón kirnem melde ...: wij zijn u ... verschuldigd.
yeffne:: |weffne| {K; gst= yefft} ontstemd zijn over.
yeffnere:: |weff..| {K} ontstemmen (uit zijn humeur brengen).
yefft:: |wefft| {gst} »yeffne.
yefna'ef:: {C} kwaal.
ÿele:: |ÿele/wele| {C} blei, bliek (vis) (L. Blicca bjoerkna).
yelfte:: {U} openhartig zijn.
yelftos:: {A} openhartigheid.
yell:: |well| {C} faam, vermaardheid, reputatie; ef perde ef ~: zijn reputatie verliezen.
Yell:: {N} (fabriek v huishoudelijke apparaten in Kurriy); .
yelles:: |well..| {C} gerucht.
yellesludi:: |well..| {I} geruchtmakend.
yelliy:: |welliy| {I} vermaard.
ÿfalye:: {K} (fig) berusten op.
ÿfartos:: {C} werking, bedrijf (machine); armt ~: in werking/bedrijf; mip ~: buiten werking/bedrijf.
ÿfattos:: {C} gebrandmerkt stuk vee/persoon; stuk vee met merkteken (in oor).
ÿfattospâšele:: {K} aanduiden (vrnl fig).
ÿfattospâšelos:: {C} aanduiding (vrnl fig).
Ÿfba'efriy:: {F}.
yfla:: {I} edel, voortreffelijk (in zijn soort: metaal, diersoort ed).
yflane:: {K} veredelen; louteren (v metaal).
yflanos:: {C} veredeling; loutering (v metaal).
yflatiy:: {I} edelmoedig.
yflo:: {C} (naam vd letter Y); hooivork (met 2 tanden: in Y-vorm).
yflo•:: {PX} edel•; »yflo-.
ÿflo:: {mv} »ÿf.
yfloðôle:: {C} edelspar (L. Abies procera).
yflogaza:: {S} edelgas.
yfloja:: {S} edelmetaal; (= »yflo• + »alojâ).
yflojiy:: {I} edelmetalen, van edelmetaal gemaakt.
yfloniner:: {C} juwelier.
yflonini:: {C/S} edelsteen; (= »yflo• + »kolini).
Yflonini:: {N} "Edelsteen" (tv-programma); .
Yflonini-kanol:: {G} (kanaal in Noord-Hirdo); .
yflonite:: {I} edelstenen, van edelsteen gemaakt.
yflo-priyk:: {C} tweepuntige vork (bij "vleessnijstel").
yflotiyn:: {C} juweel.
yflo-ÿt:: {C} (naam vd letter Ÿ); »ÿt.
yfmé:: {I} elders, ergens anders; fes ef ~ wertlâ: elders in de wereld.
yfôr:: {S} ivoor.
Yfôra:: {Cef} Ivoriaanse vrouw (vd Ivoorkust).
yfôriy:: {I} ivoren, van ivoor gemaakt.
Yfôro:: {Cef} Ivoriaan (vd Ivoorkust).
yfôr-xijera:: {IIef} Ivoriaans (bv: vd Ivoorkust).
Yfôr-xijera:: {G} de Ivoorkust.
Ÿf-sÿrt:: {G} (dorp; gemeente Michta).
Ÿft:: {J}.
Yftalo:: {N} (kasteelruïne op Zvomina; gemeente Yfte); ; (DOM 161-163).
Yfte::
Yf Tjempê:: {N} (regionaal ochtenddagblad in Tjemp; schrijft uitsluitend in het Tjempse dialect); ; (DOM 84).
yfurte:: {K} vóór (pro) zijn (niet contra).
ÿfÿr:: {C} lokaal (zn), groot [openbaar] vertrek.
Yfyrate:: {F}.
ygatte:: {K} een onderhoud hebben met.
ygattos:: {C} onderhoud, [ernstig] gesprek; eft ~ kura flj: een onderhoud over iets.
ÿgaufer:: {I} ontoerekenbaar; ontoerekeningsvatbaar.
ÿgauff:: {gst} »ÿgaufje.
ÿgaufje:: {K; gst= ÿgauff} ~ flj ump rst: iemand iets vergeven.
ÿgaufje-enmÿt:: {I} onvergeeflijk.
ÿgaufjos:: {A} vergeving.
ygbronn-âp:: {I} merkwaardig.
ygbronne:: {K} opmerken, bemerken.
ygbronniy:: {III} merkbaar.
ygbronnos:: {C} het bemerken.
ÿgco:: {I} onbehaaglijk.
yge:: {K} bijstellen, opnieuw afstellen (machine/ontsteking); ijken (gewicht/weegschaal).
ÿge:: {U} (lett) dwalen, dolen.
ygert:: {C} barg, gecastreerd varken.
ÿgešer:: {C} afperser.
Ygge:: {G} (rivier van Cÿrofly-gebergte naar de Klinnÿr); .
Ygge-zeces::
yggiy:: {I; [mv=enk]} bijdehand en opmerkzaam.
ÿgiy:: {C} [dames]blouse.
ÿglynos:: {A} opoffering.
ŸGM:: |ÿgem| {afk} »ÿrôm-gvârce-mipzâlbinasos.
ygos:: {C} bijstelling, afstelling (machine/ontsteking); ijking (gewicht/weegschaal).
ÿgos:: {C} (lett) gedwaal, gedool.
yhyhy:: {!} (geluid v hinnikende paarden).
ÿiy:: {I; mv=enk} heftig, hevig.
ÿjalatjen:: {C} ploeger.
ÿjale:: {K} ploegen.
ÿjaler:: {C} ploegsnede, voor.
ÿjalos:: {C} ploeg; voor, ploegsnede.
Ÿjalos:: {G} (dorp; gemeente Lift).
Ÿjalos-zeces:: {W} (buurtschap); .
yjéfater:: {C} belanghebbende.
yjéfiy::
yjéfiy-wila'os:: {C} belangenverstrengeling.
Ÿjertee:: {F}.
ÿjes:: {C} gladiool.
ÿjet:: {gst} »ÿje.
yjoratjen:: {C} stichter.
yjore:: {K} stichten.
yjoros:: {C} stichting, het stichten.
ÿjos:: {C}
yjosért:: {C} stichting (gebouw ed).
ÿkae-fes:: {K} omsingelen.
ÿkaôt:: {rs} »ÿkaô.
ÿkaqure:: {Krs} innemen (v stad); inval doen (in illegale goktent ed: door politie).
ÿkaquriy:: {C} inneming (v stad); inval (door politie).
ÿkate:: {K} bezeren, pijn doen (v personen).
ÿkatelare:: {U} pijn lijden.
ÿkately:: {I} (lett) pijnlijk.
ÿkatle:: {C} pijn.
ÿkatle-ôtlazrer:: {C} pijnstiller (medicijn).
ÿkatos:: {C} bezering, het pijn doen; pijniging; pijnlijke wond.
ÿkatta:: {I} kleinzerig.
ÿkéf:: {C} nederlaag.
ykelbare:: {K} (lett) oprichten, rechtop zetten.
ykelbare-rigt:: {C} recht van opstal.
ykelbaros:: {C} (lett) oprichting, het rechtopzetten.
ykelbe:: {U} (lett) opgericht zijn, rechtop staan.
ykelbos:: {C} opstal (wat boven de grond gebouwd is).
ykelp:: {C} stellage; schavot.
ykelpos:: {C} terechtstelling (openbare doodstraf).
ÿkettos:: {A} schenking, het schenken (geven).
ŸKIS:: {afk} »Ÿrlat-clup rifo ef Kindistee Spooksoliy.
ÿkjôndos:: {C} tukst ~ (afk= t.ÿ.): vooreerst, vooralsnog, voorlopig (nog).
ÿkrâje:: {K; gst= ÿkrât} bedreigen.
ÿkrâjos:: {A} bedreiging.
ÿkrât:: {gst} »ÿkrâje.
Ykrô::
YKRÔ:: {N} (fabriek van zelfplakkende kunststoffen in Gralkrich); .
Ykrô-plas:: {W} (buurtschap); .
ÿksa-•:: {PX} buur•; (bijv) ÿksa-'nin: buurmeisje; ef ÿksa-vilduls: de bomen bij de buren.
ÿksana:: {C} omwonenden (mv).
ÿksaner:: {C} buurman; (sprkw) ef ~er vildul qugle ef omber fes vilt arâbe: je moet niet een ander de schuld geven.
ÿksanera:: {C; mv= ÿksanerÿ} buurvrouw.
ÿksanu:: {I} naburig.
ÿksanute:: {K} (lett) grenzen aan.
ÿksanuter:: {C} buur[man], buurvrouw.
ÿksanuters:: {Cmv} buren.
ÿksanutos:: {C} buurt, buurtschap, wijk (groepje huizen bij elkaar, maar niet administratief).
ÿksanutos-misan:: {C} buurtwinkel.
ÿl:: {C} (dl= West-Liftka) aal, paling (L. Anguilla anguilla).
Yl.:: {afk} »Ylarater.
Yla.:: {afk} »Ylasjeus.
Ÿla:: {M}.
ylâm:: {C} vak (op school; ambacht).
ylâmater:: {C} meester (specialist in iets).
Yla-Meen-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Meen); .
ylâmer:: {C} specialist (arts).
ylâm-grup:: {C} gilde.
ÿlammefiy:: {I; [mv=enk]} onmerkbaar.
ylamo:: {I} geëerd; Stootâ-Metrusse Ylamo Merater (afk= Y.M.): de Weledele Heer Stootâ-Metrusse; Stootâ-Metrusse Ylamo Mosjeus (afk= Y.M.): Mevrouw Stootâ-Metrusse (daar het hier titulatuur in meer officiële correspondentie betreft, is het niet juist om ook de voornaam toe te voegen: het noemen of schrijven vd voornaam impliceert in Spok immers dat men elkaar ook tutoyeert, en dat is niet verenigbaar met de officiële frase Ylamo Merater/Mosjeus; indien de briefschrijver niet weet of hij de brief aan een man of vrouw richt, kan hij het beste de neutrale afkorting Y.M. gebruiken: Stootâ-Metrusse Y.M.); (als aanhef in brief) Ylamo Merater/Mosjeus: Geachte heer/mevrouw.
ylâmôrm:: {C} uithangbord van beroep/gilde.
ylâm-tiyn:: {C} meesterwerk.
ÿlanare:: {K} het stilzwijgen opleggen.
ÿlanatjen:: {C} zwijger; (sprkw) ef ~ chaquinde ðârlo: "de zwijger spreekt het meest"; stille wateren hebben diepe gronden.
ÿlane:: {E} ~ [kura]: zwijgen [over]; »hâpyja.
ÿlanerÿ:: {I} zwijgzaam.
Ylânja:: {N} (Bergparel-pension in Zâtso-Ylânja (Afacha)); .
ÿlanos:: {C} het [stil]zwijgen; zwijgzaamheid.
Ÿlanos:: {F}.
Ylarater:: {C} (afk= Yl.) ~ X-Y: Hoogwelgeboren Heer X-Y (aanspreektitel jonkheer; als adellijke titel); »ylarater.
Ylasjeus:: {C} (afk= Yla.) ~ X-Y: Hoogwelgeboren Vrouwe X-Y (aanspreektitel jonkvrouw; als adellijke titel); »ylasjeus.
Yla-Teujan-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Teujan); .
ÿlene:: {C} gratie, sierlijkheid.
ylepe:: {I} verspreid; ef mûle-tnÿrs melde ~ kaf ef nunn: de molshopen liggen verspreid op het gazon; ef yelles melde pâjo ~ fes ef manta: het gerucht is wijd verspreid in de streek.
ylga::
ylgatjen:: {C} dwingeland.
ylge:: {K} ~ armt: dwingen tot.
ylgos:: {A} dwang.
ÿli:: {I} sierlijk, elegant.
ÿli-flest:: {C} [kleine] flacon (sierlijk parfumflesje ed).
ylle:: {C} (pop) overstapje (trein-/tramkaartje om over te kunnen stappen); »yore-lofa.
Ylna:: {M}.
Yloje:: {M}.
ÿls:: {C} schilfer.
ylsa:: {S} honing.
ylsa-biy:: {C} honingbij (L. Apis mellifera).
ylsa-chént:: {C} [honinggele] honingzwam (L. Armillariella mellea).
ylsa-slofaro:: {S} mede, honingdrank.
ylsa-xejafiy:: {S} gele honingklaver (L. Melilotus altissimus); akkerhoningklaver (L. Melilotus officinalis).
ÿlse:: {U} schilferen.
ÿlsty:: {S} roos (haarziekte).
Ylt:: {G} (riviertje van de Onôs naar Laboh-kust); ; (DOM 100).
Yltâ:: {G} (dorp; gemeente Nust).
Ylta-Ylt:: {G} (dorp; gemeente Plercô).
Ylt-cliyn-wuma:: {G} (bos; gemeente Plafotô); .
Ylt-gÿrt:: {N} (station).
Ylt-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Nust); .
Ylÿ:: {G} (zijriviertje vd Fetu); .
y/m:: {afk} (= »ytende meldelira).
Y.M.:: {afk} (= Ylamo Merater; Ylamo Mosjeus); »ylamo.
ymâlgé::
ÿmarianos:: {C} huwelijk.
ÿmâs:: {C} middel (v lichaam), taille.
ÿmâstiy:: {C} ([voorwerp met] de vorm van diabolo/zandloper/klos/koeltoren: twee [afgeknotte] kegels met de punten tegen elkaar).
ymastjof:: {C} chantage; »ymazersô-stjoftôl.
ymate:: {K} rukken aan.
ÿmatere:: {K} kennismaken met.
ÿmateros:: {C} kennismaking; eft trojo ~: aangenaam kennis [met u] te maken (zeer formele frase).
ymatos:: {C} ruk.
Ymatosater:: {F}.
ÿmattere:: {U} ~ furt: verantwoordelijk zijn voor.
ÿmatter:: {I} verantwoordelijk.
ÿmattremoâne:: {K} ~ flj ón rst: iemand in kennis stellen van iets.
ÿmattremoânos:: {A} inkennisstelling.
ymazersô::
ymazersô-stjoftôl:: |-stof..| {C} (schr) chantage.
ymazersót:: {I} (lett) vol geweld; (fig) geweldig, enorm.
Ymôlecc:: {G} (dorp; gemeente Lor).
Ymôlecc-korda:: {N} (Erg kerk aan de kust onder Lor, op Teujan); .
ymortiy:: {I; [mv=enk]} voorlopig, vooreerst.
Ympacc::
Ympacc-clamiða:: {G} (moerasgebied langs de Pâlst); .
Ympacc-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Flemeuni, Penenen en Ÿrbas); .
ympâs:: {C} uier (v koe); (pej) trut (weinig vlotte vrouw).
ÿmpe:: {K} vereren.
Ymper:: {J} (Peg).
ÿmpos:: {A} verering.
Ymre:: {J} Emmerik.
Yna:: {M} Ina.
ÿnâmpi:: {C} firma; zakelijke afspraak.
ÿnâmpzurt:: {C} spreekuur.
Ynâs-seert:: {N} (landhuis; gemeente Xea); .
ÿndre:: {C} eend (L. Anas); (arch/poe/dl= Peg) watervogel (elke vogel die kan zwemmen en/of waden); ef ~s zôle!: daar heb je de poppen aan het dansen!.
ÿndre-quanka:: {C} spotnaam, bijnaam.
ÿndvore:: {K} motiveren, stimuleren (tot een bepaalde inspanning aanzetten).
ÿndvoros:: {A} motivatie.
ÿndvotiy::
Yne::
•ÿne::
ÿnechepp:: {I} kwantitatief, wat betreft de hoeveelheid/grootte.
Ynekoðer-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Halest-Meen); .
ynel:: {C} engel.
yneler:: {C} engelwortel (L. Angelica) (ihb wuma-~ = gewone engelwortel).
Ynel-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Hirdo en Hajisen); .
Ynel-mirs:: {N} "Engelenhaar" (verfilmde musical uit 1977, enige musical geschreven in Spok); ; (DOM 115).
Ynel-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeenten Balier en Fônk); .
Ynel-sef:: {N} "Engelensap" (biermerk uit Kussik); .
Ynel-wik:: {N} (openluchtbad bij Hajisen); .
ynerpstâ:: |..rs..| {I} onbestaanbaar.
Ynes:: {M} Ines.
ÿnezerfe:: (= ÿonzerfe) {K} toezien op.
ÿnezerfos:: (= ÿonzerfos) {A} toezicht; fes ~ pai (vz-uitdr): onder toezicht van.
Ÿnichte-Kents:: |ÿniste-| {G} (Erg commune; gemeente Edprof); .
ÿnn:: {III} zowaar.
•ynnâ:: {SX.gst} (vraagsx) waarvandaan?, vanwaar?; do arfinynnâ?: waar komt hij vandaan?; gress linne, do arfinynnâ: ik vraag, waar hij vandaan komt.
ynôge:: {K} bekladden.
ynôgôsta:: {Cmv} graffiti (bekladding v muren, treinen ed).
Ÿno-Zeanu:: {G} (stad in Ziyp).
Ÿnsa:: {M}.
Ÿnsa ur sener Câblâns:: {N} (voormalige popgroep); .
ÿnt::
yntaje:: {K; gst= yntat} (lett) aanbijten (v vis: in het aas bijten); zich vastbijten (bijten en niet meer loslaten: valse hond); (fig) vasthouden, volharden (op fanatieke wijze bij zijn mening blijven); do ~ sener nekvâmpajé morises: hij is niet tot redelijkheid te brengen.
yntat:: {gst} »yntaje.
yntclén:: {C} tandenborstel.
yntclos:: {C; mv= ~z} ritssluiting.
ynt-côntrolos:: {C} gebitscontrole.
yntcuros:: {C} tandheelkunde.
ynte:: {K} kartelen, gekarteld zijn; knabbelen.
yntiÿtu:: {C} tandvlees; (= »ynt + »jiÿtu).
ynt-medikiy:: {C} tandarts.
ynt-oracha:: {C} spiesmelde (plant) (L. Atriplex hastata).
yntos:: {C} kartelrand; geknabbel.
ynt-pâsta:: {S} tandpasta.
ynt-pôrpare:: {K} doen watertanden.
ynt-pôrpe:: {Upr} watertanden.
Ynts:: {N} (op een na grootste platenmaatschappij v Spok, gevestigd in Asjetto); .
ynt-zru'on:: {C} sterrog (L. Raja radiata).
ÿoðe:: {K} erop los slaan; afranselen.
ÿoðe-gurnus:: {C} slaande ruzie.
ÿoðos:: {C} afranseling.
yofcoh:: {C} plezier; gâšâ vilt ~: voor jouw plezier.
yôff:: |wôff| {I} redelijk (niet goed en niet slecht); ef loke ~ wónzol: het lijkt redelijk weer.
yôffjÿre:: |wôff..| {III} met recht, terecht, met rede.
Yôle:: {G} (dorp; gemeente Bercori).
yolmistjô:: {I} »yolmistrjô.
yolmistrjô:: |..strô/..stjô| {I} beklagenswaardig.
ÿonatt:: |won..| {I} verwonderlijk, verbazingwekkend, verbazend.
ÿonatte:: {U} verwonderlijk, verbazingwekkend zijn.
ÿone:: {Upr} ~ ump: zich verwonderen over.
ÿonos:: {A} verwondering.
ÿonzerfe:: {K} »ÿnezerfe.
ÿonzerfos:: {A} »ÿnezerfos.
yore:: {U} overstappen.
yore-lofa:: {C} overstapje (trein-/tramkaartje om over te kunnen stappen).
yoros:: {C} overstap, het overstappen; ef ~ meltÿra?: waar moet ik overstappen?.
ÿos::
yošéme:: {K} ~ helkara: bevorderen tot (rang).
yošéme-buro:: {C} advertentiebureau.
yošémos:: {A} bevordering (in rang).
ÿotfa:: {I} te redden, niet reddeloos.
ÿotfare:: {U} verlossen (uit een vloek).
ÿotfaros:: {A} verlossing (uit een vloek).
ÿotfe:: {K; gst= ÿott} redden.
ÿotfe-tiyn:: {C} redmiddel.
ÿotfos:: {C} redding.
ÿott:: |wott|
Yourcalls.sp:: {N} (voormalige aanbieder mobiele telefonie); .
ÿoze:: {K; begroten, beramen.
ÿozos:: {C} begroting.
ÿozzije:: |wozz..| {K}
ÿozzijos:: |wozz..| {C} bezetting (door leger); het aanspreken (v voedsel).
ÿozzit:: |wozzit| {gst} »ÿozzije.
Ÿp:: {G} (rivier van Azÿ-gebergte naar de Trendon); .
ÿpâl:: {vdw} »ÿpje.
Ÿpalôte:: {F}.
ypârame:: {U} nauwkeurigheid beogen; nauwkeurig te werk gaan.
ypâramiy:: {I} nauwkeurig, secuur, accuraat.
ypâramos:: {A} nauwkeurigheid, accuratesse.
Ypeer:: {J}.
Ypeerrt:: {F}.
ÿpéga:: {I} medicinaal, wat betreft medicijnen.
ÿpégen:: {S} medicijn[en].
ÿpe'ôs:: {C} knol (eetbaar).
ÿpf:: {I} rap, kwiek, snel.
ypinât:: {C} pinda.
ypinâtramiy:: {S} pindakaas.
Ypiy:: {G} (stad in Renô).
ÿpjare:: {K} smoren; [doen] stikken; wurgen; (fig) afremmen.
ÿpjaros::
ÿpje:: {U; gst= ÿpp; vdw= ÿpâl} stikken (geen lucht krijgen).
ÿpjos:: {C} het stikken.
Ÿp-korda:: {N} (RK kerk; gemeente Mitâ); .
ŸPL:: {afk} »Ÿrôm-posiblatiy-lacs.
yplelâft:: {C} (fig) tussenschakel; tussenpersoon, dealer.
yplemare:: {vdw} »yplemere.
yplemere:: {K; vdw= yplemare of regelm.} verbinden (verbinding tot stand brengen).
yplemerer:: {C} voegwoord, conjunctie.
yplemeros:: {C} verbinding.
ÿpolâ:: {C} schede (v zwaard).
ÿpp:: {gst} »ÿpje.
yppâte:: {K} zondigen tegen.
yppâtos:: {A} zonde; zondiging.
Yppe:: {N} (luchthaven op Teujan; gemeente Trus); .
Yppsâch:: {F}.
ypriy:: {C} iep (in Spok vrnl de Spokanische iep (L. Ulmus x spocanica), een bastaard tussen Engelse veldiep (L. Ulmus procera) en ruwe iep (L. Ulmus glabra); tegenwoordig een zeldzame verschijning vanwege de iepziekte).
Ypriy-Âldergeene:: {N} (kasteelruïne; gemeente Imenal); .
ypriy-njoratjen:: {C} iepenspintkever (L. Scolytus); belt ~: kleine iepenspintkever (L. S- multistriatus); hupster ~: grote iepenspintkever (L. S- scolytus).
ypriy-svûlg:: {C} iepziekte.
ypro:: {C} voordeel; armt ef ~ furt (vz-uitdr): ten bate van.
ypro-ðônopros:: {C} symbiose.
yproe:: {K} bevoordelen; een voordeel gunnen.
yproos:: {C} bevoordeling.
ÿps:: {PV} (arch); »ÿpse.
ÿpse:: {PV} (passieve afleiding v óps) zij, ze, hun, hen; blul vâpjelije ~: zij worden geplaagd; (indirecte imperatief) trempe-~ ef mimpit: laten zij het boek [eens] lezen; (causatief) Jân trempe-~ ef mimpit: Jân laat hen het boek lezen; Jân geeft hun het boek te lezen; »óps; »•ex.
Ÿpse-clamiða:: {G} (moerasgebied waar de Ÿp in de Trendon stroomt, even ten noorden v Empecho); »Ef Ÿpse-clamiðas; .
Ÿpse-kôlt:: {G} (riviertje in het Ÿpse-moeras); .
ypsilôn:: {C} ypsilon (Griekse letter); »yflo.
ÿpûle:: {E} (pop) klooien, rotzooien, hannesen.
ÿpûlos:: {C} (pop) geklooi, gerotzooi, gehannes.
Yqufjen:: {F/M} (Peg).
yr:: {I} uitvoerig, uitgebreid.
ÿr•:: {PXimpr} (geeft nieuwe woorden, welke dikwijls zo gelexicaliseerd zijn dat verwantschap met het oorspr woord zeer duister is; tot 1966 werd het px ÿr• geschreven als r• (y doorgestreept met /); in sommige oude [adellijke] namen wordt de doorgestreepte y met name in handgeschreven teksten nog wel gehandhaafd, eventueel in de vorm ve ligatuur van en R (zoals tuhaj Opjevuter)); »ÿr-.
yrâ:: {C} klis, klit (plant) (L. Arctium); belt ~: kleine klis (L. A- minus); grist ~: "grauwe klis" (alleen in Spok) (L. A- incolor); hupster ~: grote klis (L. A- lappa); presÿr ~: gewone klis (L. A- pubens).
ÿra:: {C} pet, muts.
•ÿra:: {SX.gst} (vraagsx) waar?; do zârÿra?: waar woont hij?; tu Elsa métÿra?: waar heb je Elsa ontmoet?; do linne, gress zârÿra: hij vraagt waar ik woon.
Ÿraene:: {G} (dorp; gemeente Lapoâ).
Yraggo-clamiða:: {G} (moeras; gemeenten Tloer en Xalf); .
Yraggo-fôresta:: {G} (bos; gemeente Tloer); .
Yraggo-korda:: {N} (RK kerk; gemeente Xalf); .
yrâje:: {E; gst= yrâs} aan elkaar klitten.
yrâje-bjelt:: {C} klittenband.
ÿr/amâ:: {afk} »ÿrânteramâ.
ÿramôk:: {C; mv= ÿrâmpo} kastanje.
ÿrâmpo:: {mv} »ÿramôk.
ÿrâng:: {C} bolwerk.
ÿrânge:: {U} zich vestigen.
Ÿrâng-korda:: {N} (RK kerk, in Amahagge); .
ÿrângos:: {C} vestiging, het vestigen.
ÿrâng-wÿsÿr:: {C} burgeroorlog.
ÿrânt:: {I} fes ~: in burger gekleed.
ÿrânter:: {C} burger.
ÿrânteramâ:: {C} (afk= ÿr/amâ) bevolkingsregister, burgerlijke stand; (in Spok ingevoerd in 1860-1865; vervangt sindsdien de "levensboeken"); »poirmip.
ÿrânter-flôte:: {C} koopvaardijvloot.
ÿrânterjeren:: {C} burgerzaken (een stadhuisafdeling).
ÿrânter-njebopiy:: {C} koopvaardij.
ÿrântiy:: {I} burgerlijk; civiel (wat betreft de burgers; niet-militair).
Ÿranû:: {G} (stad in Ziyp).
Ÿrany:: {J}.
yrâs:: {gst} »yrâje.
ÿrasatjen:: {C} timmerman.
ÿrase:: {K} timmeren; inslaan (v spijker).
ÿraše:: {K} verrichten (onderzoek ed).
ÿrašor:: {I} bewogen (geschiedenis).
ÿrasos:: {C} getimmer (het timmeren); getimmerte (in elkaar getimmerd voorwerp/schuurtje ed).
ÿrašos:: {C} verrichting.
ÿrbaek:: {I} (fig) voorbijgaand; niet definitief.
ÿrbaek:: {gst} »ÿrba'eke.
ÿrba'eke:: {U; gst= ÿrbaek} weggaan, vertrekken.
ÿrba'ekos:: {C} vertrek, het weggaan.
Ÿrbarâs:: {F}.
Ÿrbas:: {G} (stad in Tjemp).
Ÿrbasâ:: {G} (stad in Ales).
Ÿrbas-opper:: {G} (dorp; gemeente Ÿrbas).
Ÿrbô:: {G} (stad in Renô).
Ÿrbrasst:: {N} (camping; gemeente Leeserf); .
ÿrbÿr:: {I} streng (bv).
Ÿrbÿr-Atrokse:: {N} (Erg kloosterorde); .
ÿrbÿr-atrokser:: {C} (mnl lid vd »Ÿrbÿr-Atrokse-orde).
ÿrbÿr-atroksera:: {C} (vrw lid vd »Ÿrbÿr-Atrokse-orde).
Ÿrcas:: {F}.
ÿrchatt:: {SC} verschijnsel, fenomeen.
Ÿrchelle:: {N} (Bergparel-B&B in Sa Crono); .
ÿrcla:: {SC} (Erg: dat wat er [theoretisch] aan een mens ontbreekt als hij beschouwd wordt als een personifiëring ve abstract begrip; bijv: een Erg geestelijke kan in bepaalde situaties beschouwd worden als de personifiëring v Erget, de geestelijke mist echter het goddelijke aspect v Erget, de ÿrcla v deze geestelijke is derhalve "goddelijkheid").
Ÿrcô:: {G} (»ûpk-areû in district Ziyp).
Ÿrcô-agru:: {G} (bergtop in Ÿrcô-gebergte; 1445 m hoog); .
Ÿrcô-helmy:: {G} (grot bij Ÿrst); ; (DOM 174).
Ÿrcô-rutt:: {N} (naam voor een fraaie, met borden gemarkeerde, toeristische route rondom het Ÿrcô-gebergte); .
Ÿrcô-tobergÿ:: {G} (gebergte in zuiden v Ziyp); ; (DOM 173/175).
Ÿrcrympa-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Folates en Trendon); .
ÿrcÿr:: {gnz} »ÿr.
ÿrðaag:: {I} duidelijk.
ÿrðaage:: {E} duidelijk zijn; ef kleter regliše nert ~ ón gress: de nieuwe regels zijn me niet duidelijk.
ÿrðaagiy::
ÿrðaagos:: {C} dat wat duidelijk is; duidelijk voorbeeld.
ÿrda'e:: {I} (fig) ontnuchterend.
ÿrðagare:: {K} duidelijk maken, verduidelijken.
Ÿrðântiyca-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Sinto-Hafegge); .
yrdâp:: {I} rijp voor de sloop.
ÿrðare:: {K} uitgeven (effecten/geld; GEEN boeken); ef ~ eft vott: een stem uitbrengen.
ÿrðaros:: {A} uitgifte (effecten/geld).
yrde:: {K} slopen.
ÿrðe:: {K} uitgeven (boeken).
ÿrðeff:: {!} proost!, op je gezondheid! (bij het glas heffen).
ÿrðeffe:: {U} ~ [ón rst]: toosten, een toost uitbrengen [op iemand].
ÿrðele:: {U} bibberen.
ÿrðelos:: {C} gebibber.
Ÿrðeo:: {F}.
ÿrðer:: {C} uitgever (v boeken).
ÿrðiy:: {C} uitgave (het uitgeven ve boek).
ÿrðiyafiy:: {C} uitgave (het boek dat uitgegeven wordt/is).
ÿrdlave:: {U} heen en weer zwiepen.
ÿrdlavos:: {C} zwiep.
ÿrðônt:: {C} bemanning, manschappen.
ÿrðore:: {K} aandurven.
yrdos:: {C} sloop, het slopen.
ÿrðos:: {C} uitgeverij.
Ÿrðos Ošann:: {N} (uitgeverij in Bôrâ); .
Ÿrdrynne:: {W} (buurtschap); .
ÿree:: {C} »ÿreu.
Ÿreesty:: {F}.
Ÿreesty-Quntâ-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Halepoai armt ef Kjoep); .
Ÿregg:: {F}.
ÿrene:: {U} schemeren.
Ÿrene-dunjes:: {G} (duingebied in Plefô, tussen Prens-Hady-sÿrt en de monding vd Tûgtylt); .
ÿrene-fes:: {U} (lett) doorschemeren.
ÿrénen:: {C} minderheid.
ÿrenos:: {C} schemering.
ÿrentat:: {C} schemerlamp.
ÿréstelira:: {tdw} »ÿréste.
ÿréstos:: {C} medelijden, erbarming.
ÿreu:: (ÿr-reu) {C; rs= ÿree (of ÿr-ree)} kreun.
Ÿrfall:: {F}.
ÿrfâšâm:: {C} uitvoer, export.
ÿrfâše:: {K} uitvoeren, exporteren.
ÿrfâše-hóf:: {C} uitvoerrecht[en].
ÿrfâshâc::
ÿrfla•:: {wst} »ÿrfla'e.
ÿrfla'e:: {K; gst= ÿrflat; wst= ÿrfla•} begeleiden.
ÿrfla'ôk:: {C} begeleider.
ÿrfla'os:: {A} begeleiding; lóf ~ rifo (vz-uitdr): onder begeleiding van.
ÿrflat:: {gst} »ÿrfla'e.
ÿrfoe:: {K} geruststellen.
ÿrfoos:: {A} geruststelling.
ÿrfótare:: {K} ~ ón: aanpassen aan.
ÿrfótaror:: {I} ~ ón: aangepast aan.
ÿrfóte:: {E; vdw= ÿrfotiy} ~ ón: zich aanpassen aan; (zie ook »ÿrfotiy als add).
ÿrfóte-âp:: {I} flexibel; zich gemakkelijk aan de omstandigheden kunnen aanpassen.
ÿrfótelira:: {I} belangwekkend, interessant.
ÿrfótos:: {A} aanpassing.
Ÿrfusste:: {F}.
ÿrfyte:: {U} samenwerken (samen iets doen, vooral op zakelijk gebied).
ÿrg:: {I} vol.
ÿrgare:: {K} (lett) opvullen, volstoppen; invullen; opzetten (dood dier).
ÿrgaror:: {I} propvol.
ÿrgaros:: {C} broodbeleg.
yrge:: {C} baas[je] (v huisdier).
ÿrge-blef:: {K} navullen (nogmaals vullen).
ÿrgefûðe:: {K} bevatten, inhouden.
ÿrgefûðos:: {C} (lett/fig) capaciteit.
ÿrge-kaf:: {K} bijvullen.
Yrgh:: {F}.
ÿrgiÿtt::
ÿrgô:: {C} stem; mitai ef ~ rifo (vz-uitdr): bij monde van.
ÿrgô'iyc:: {SC} ziel.
ÿrgô-ryf:: {C} stemband.
ÿrgos:: {C} vulling, het vullen, stof waarmee gevuld is.
ÿrgos-kaf:: {C} bijvulling, het bijvullen, bijgevulde hoeveelheid.
ÿrgót:: {C} zakenman.
ÿrgotâ:: {I} zakelijk.
ÿrgote:: {U} ~ lef: zakendoen met.
ÿrgotos:: {C} (het) zakendoen, zakenwereld, business.
ÿrgott:: {C; mv= ergôte} zaak, bedrijf, handel; elx ergôte: "bescheiden bedrijven" (afk= e.e.) (vgl mkb = midden- en kleinbedrijf; ondernemingen met minder dan 250 werknemers).
ÿrgott-huflif:: {C} bedrijfspand (gebouw/pand waar één bedrijf is gehuisvest, of daarvoor bestemd is); »glûfiy-huflif.
ÿrgô-velp:: {I} stemloos (consonant).
ÿrgô-ÿrg:: {I} stemhebbend (consonant).
yrgtâ:: {C} knecht, hulpje; aftel vilt ~ tinde dalotoje?: ben je in de kerk geboren? (tegen iemand die de deur achter zich open laat); (sprkw) ~ furt pipar, gekker furt nÿfs: twaalf ambachten, dertien ongelukken.
yrgtina:: {C; mv= ~s} vrw knecht, hulpje; »yrgtâ.
ÿrgvéne:: {K} achterlaten.
ÿrgvénos:: {C} achterlating.
ÿrgyre:: {K} ~ tukst: beschuldigen van.
ÿrgyros:: {A} beschuldiging.
ÿrhakéfe:: {K} vermaken (bij testament).
ÿrhakéfos:: {A} vermaking.
ÿrhapû:: {C} bezwaar; eft ~ ûqu flj: een bezwaar tegen iets; ef qugle ~ luft flj: iets reclameren; óps nert lelperre ef ~s frópjÿ ...: ze hebben geen bezwaar tegen ...; ef chaquinde-mip ef ~s: de bezwaren uiten.
ÿrhapûafiy:: {C} bezwaarschrift; .
ÿrhapû-kaftos:: {C} (betaling onder protest: men betaalt een belastingaanslag maar tegelijkertijd tekent men bezwaar aan); .
ÿrhapû-vendos:: {C} "uitklaring" (vrijstelling v een of meer plichten die een Spok staatsburger heeft (zoals belasting betalen of opkomen bij verkiezingen), maar daarentegen verliest de "uitgeklaarde" ook een of meer rechten zoals op uitkeringen, een paspoort of rijbewijs ed; het zijn dikwijls religieuze of politieke motieven die iemand ertoe bewegen om een gehele of gedeeltelijke "uitklaring" te wensen); .
ÿrhender:: {gst} »ÿrhendre.
ÿrhendre:: {K; gst= ÿrhender} smachten naar; vurig verlangen naar.
ÿrhenn:: {VR} waarheen?, waar naar toe?; tu vende ~?: waar ga je heen?; do linne, gress fartât ~: hij vraagt, waar ik naar toe loop; (fig) kirro ventûs ~ lef tem cradef péršiytôcs?: waar moet dat heen met al die criminaliteit?; waar moet dat naar toe met ....
ÿrije:: {K; gst= ÿrit} overgaan in.
ÿrije-eksâm:: {C} »ÿrije-exâm.
ÿrije-exâm:: |ks| (= ÿrije-eksâm) {C} (ong) eindexamen (op middelbare school).
ÿrijy:: {C} (fig) overgang (verandering).
ÿrijy-koles:: {C} "overgangsschool" (bijscholing of overbrugging tussen lagere en middelbare school indien de leerling na max 5 jaar lagere school nog een te grote achterstand heeft om door te leren).
Ÿrijy-Koles:: {N} (»ÿrijy-koles, gezien als Spok onderwijsinstituut); .
ÿrit:: {gst} »ÿrije.
ÿriy:: {VR} (bevraagt een vz) waar op/onder/bij/...?; ef mimpit melde ~ ef kelbra?: ligt het boek op/onder/bij/naast/... de tafel? ("waar ligt het boek met betrekking tot de tafel?"; als antwoord wordt een vz genoemd: kaf [ef]: erop); tu vende ~ sener tubôs? – ðÿm eup: ga je met of zonder je vrouw? – zonder haar.
Ÿriymme:: {F}.
ÿrk:: {C} nek, hals; ef pónze ef ~: een blauwtje lopen.
ÿrk.:: {afk} »ÿrlikelek.
ŸRK:: {afk} »ÿrlikelek.
K:: (=ŸRK) {afk} »ÿrlikelek.
yrkabbiy:: {C} harmonica (muziekinstrument).
ÿrkamÿr:: {I} jong (niet oud); ~ ðyss: heel jong; piepjong.
ÿrk-bent:: {C} halsband.
ÿrkô:: {I} heilzaam, weldadig.
ÿrkô-krutt:: {C/S} liggende vetmuur (plant) (L. Sagina procumbens).
ÿrk-riyn-duva:: {C} Turkse tortel (L. Streptopelia decaocto); ; (DOM 125).
ÿrkte:: {U} (dl= Peg) capuchon of vastgestikte sjaal/sluier over het hoofd trekken ("de nek bedekken", dwz met een deel vd kleding); »•te; »tece.
Ÿrlaâgchÿ::
Ÿrlanes:: {F}.
ÿrlântafiy:: {C} schets, vlotte tekening.
ÿrlânte:: {K} aanstippen, terloops noemen; schetsen (met enige lijnen tekenen).
ÿrlânt'kurre:: {I} nert ~: niet noemenswaardig.
ÿrlântos:: {C} schets, tekening; lo hupster ÿrlântôsta: in grote trekken.
Ÿrlas:: {G} (stad in Munt).
ÿrlat:: {C} auto[mobiel] (alg); motorrijtuig, motorvoertuig (in juridische zin); .
Ÿrlat-clup rifo ef Kindistee Spooksoliy:: {N} (afk= ŸKIS) "Automobielclub van het Koninkrijk Spokanië" (zusterclub vd ANWB, maar richt zich uitsluitend op de belangen v automobilisten; hoofdkantoor in Hirdo); ; (DOM 211).
ÿrlater:: {C} autohandelaar (v tweedehands auto's).
Ÿrlat-insûratjen-roefto rifo ef Kindistee Spooksoliy:: {N} "Verbond van Motorrijtuigverzekeraars van het Koninkrijk Spokanië" (voor zaken mbt WA-verzekeringen en de Groene Kaart); .
ÿrlatt:: {C} (eig rs v ÿrlat, maar nieuwe rs-vorm ÿrlatte is mogelijk) autowrak.
Ÿrlentô:: {G} (stad in Ben).
yrles:: {I} blank (v metaal).
Ÿrlešô:: {G} (eilandje tussen Pômânhynne en Râsterhynne, in de Minde-fonis); ; (DOM 183).
ÿrlik•:: {PX} (px-vorm v »ÿrlikkô) gelijk•, even•; »ÿrlik-.
ÿrlikekiy:: {I} gelijkluidend (zelfde klank); (= »ÿrlik• + »cek + »•iy).
ÿrlikelek:: {C} (afk= ÿrk. of ŸRK) gelijkstroom.
ÿrliketiyniy:: {I} gelijksoortig.
ÿrlikfortiy:: {I} regelmatig (tijd).
ÿrlikjakarsiy:: {I} (alg) gelijkmatig, regelmatig; eenparig.
ÿrlikke:: {U} ~ ón: gelijk zijn aan; ~lira ón (ón is vz; vz-uitdr): gelijk aan.
ÿrlikkiy:: {C} gelijkheid.
ÿrlikkô:: {I} gelijk, hetzelfde (één exemplaar met dezelfde eigenschap); ef léejas fes ef salonn melde ~ pip lóf main zempers: de gordijnen in de salon zijn al tien jaar hetzelfde (de gordijnen zien er nog net zo uit: zijn niet verkleurd); groft ôjÿt tinde ~: zijn smaak blijft hetzelfde (verandert niet); »fraji; »monta; »alt.
ÿrlikobiyre:: {K} ~ armt: gelijkstellen aan; (= »ÿrlik• + »ðobiyre).
ÿrlikvobaroser:: {A; mv=enk} gelijkvormigheid.
Ÿrlikvobaroser rifo tiynelders ur riješers:: {N} (tijdschriftartikel); .
ÿrlikvobarosiy:: {I} gelijkvormig.
ÿrlikvrôkiy:: {I} evenzeer.
ÿrlikwysiy:: {I} analoog (volgens identieke lijnen).
ÿrlikÿjaiy:: {I} gelijkmatig, regelmatig (v oppervlak).
ÿrlikzerfeser:: {A; mv=enk} gelijktijdigheid.
ÿrlikzerfesiy:: {I} gelijktijdig; ~ lóf (vz-uitdr): gelijktijdig met.
ÿrliriy:: {C} vinger; luft ~s rifo (vz-uitdr): (fig) aan de hand van; do lelperre sers ~s armt jadâk hent: hij is erg handig/creatief; ef tarrzjere lef gârpjor ~s: lachen als een boer die kiespijn heeft.
ÿrliriy-flyddere:: {C} (vlinder: L. Lampides boeticus).
ÿrliriy-fojeldriy:: {I} beduimeld.
ÿrliriy-knuf:: {C} vingerkom.
ÿrliriy-ponto:: {C} vingertop.
Ÿrlôf-teatriy:: {N} (theatergroep met eigen gebouw in Hirdo); .
Ÿrloniy:: {F}.
Ÿrmagyrâ:: {G} (zijriviertje vd Firani); .
Ÿrmagyrâ-helmy:: {G} (grot; gemeenten Mozent en Šutâ); .
ÿrmanne:: {Kid} nakomen||verzaken (plicht ed); do ~ sener duet ort ef: hij komt zijn plicht na; do ~ sener duet ûqu ef: hij verzaakt zijn plicht.
ÿrmannos:: {C} operatie, onderneming (NIET militair of medisch).
Ÿrmasz:: {F}.
ÿrme:: {U} sidderen.
Yrmeevriy-pônt:: {N} (grote brug in de hoofdweg tussen Taru en Tura, over de Krappa); .
ÿrmef:: {C} bordes.
ÿrmentos:: {III} op dát moment; folarra ~: op welk moment dan ook; elk [willekeurig] ogenblik; do arfine folarra ~: hij kan elk ogenblik komen; serten ~: op een bepaald/zeker/gegeven ogenblik.
ÿrmetare:: {U} zich oriënteren (v standpunt); »ÿmatere.
ÿrmete:: {E} vreemde ideeën hebben; een rare kijk op de dingen hebben.
ÿrmetiyn:: {SC} standpunt; denkbeeld; mešanô hift ~s: vanuit hun standpunt [gezien].
yrmévriy:: {C} galg, strop; (sprkw) Petriy menkerate zléf ef ~: de kogel is door de kerk.
Ÿrmiy:: {F/J/M}.
ÿrmlesende:: {K} afstoten; afkeer inboezemen.
ÿrmlesendelira:: {I} afstotelijk.
ÿrmlesendos:: {A} afstoting.
Ÿrmôheðe:: {F}.
ÿrmoie:: {K; gst= ÿrmoit; vdw= ÿrmót} schijnen te zijn; er wordt beweerd dat ...; Lerdu ~ eft miljonarr: Lerdu schijnt miljonair te zijn; men zegt dat Lerdu miljonair is; Lerdu ÿrmoitavy eft miljonarr: Lerdu wil dat men denkt dat hij miljonair is; ef storâs ~ trufô: het verhaal schijnt waar [te zijn] (toevoeging v lo is incorrecte spr: ef storâs ~ lo trufô); eft ÿrmót miljonarr: iemand van wie men altijd beweerde dat hij miljonair was; een vermeende miljonair (en dat blijkt nu niet zo te zijn).
ÿrmoit:: {gst} »ÿrmoie.
ÿrmoiy:: {I} schijnbaar, ogenschijnlijk.
Ÿrmola-ef-Kles-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Quober); .
Ÿrmola-lemnâs:: {N} (grafheuvel; gemeente Quober); .
ÿrmos:: {C} gesidder, siddering.
ÿrmót:: {vdw} »ÿrmoie.
ÿrmqur:: {S} (pop) rattenkruit; »ÿrmyjâ-qurredla.
ÿrmunke:: {K} ~ fara: uitmaken voor.
ÿrmyjâ:: {C} rat (L. Rattus); doffiy ~: zwarte rat (L. R- rattus); miterus ~: bruine rat (L. R- norvegicus).
ÿrmyjâ-qurredla:: {S} rattenkruit, rattengif.
Ÿrnajecû:: {G} (stad in Neno).
ÿrnô:: {C}
ÿrnôe:: {K} normaliseren.
ÿrnô-fort:: {C} (lett: standaardtijd) wintertijd (tijd waarbij het in de winter 1 uur vroeger is dan in de zomer; in Spok bestaat geen "zomertijd", daarom heet "wintertijd" hier "standaardtijd"); .
ÿrnôfte:: {K} uitwisselen.
ÿrnôftos:: {C} uitwisseling.
ÿrnô-kette:: {K} standaardiseren (een norm geven).
ÿrnôos:: {A} normalisatie, normalisering.
ÿrnôsót:: {I} normatief.
yrnula:: {C} nijverheid.
Yrnula-klemk:: {N} (»klemk; gemeente Meen); .
ÿrô:: {III} juist, net; ~ noi: juist niet; net niet.
Ÿroðoe:: {G} (riviertje van Krappa-gebergte naar Manta-straat); ; (DOM 137).
ÿrofe:: {K} walsen (pletten met wals).
ÿroff:: {C} wals (om iets te pletten); walserij (v metaal).
ÿroffâs:: {C} walserij (v metaal).
Ÿrofly:: {N} (herberg; gemeente Klaeu); .
Ÿrofly-ses:: {G} (meer aan de monding vd Klinnÿr, district Ales); .
ÿrofnolac:: {C} wals (voertuig om [asfalt] te pletten).
ÿroiyve:: {K} ~ flj ón rst: iemand iets vergeven.
ÿroiyvos:: {A} vergiffenis, pardon.
yrôja:: {I} onvermengd; onvervalst.
ÿrojel:: {C} schaaf.
ÿrôm:: {C} arbeid, werk; ~s (mv): werkzaamheden; ef melde/vende lef ~: aan het werk zijn/gaan; kaf ef ~: op mijn/jouw/zijn/... werk; do melde helkara sener ~: hij is naar zijn werk.
ÿrôme:: {U} werken; ~ tyr: doorwerken (verder werken); ~ ón flj: werken aan iets.
ÿrôme-cÿrtiyr:: {C} werkkracht, werknemer.
ÿrôme-grup:: {C} werkgroep.
ÿrôme-mittus:: {C; mv= ..-omittus} werkkamer (in huis, op universiteit ed: bestemd voor slechts een paar personen).
ÿrômer:: {C} arbeider, werkman.
ÿrôme-ral:: {U} meewerken.
ÿrômeren:: {C} werkgelegenheid.
ÿrôme-tjel:: {C} werkstraf, taakstraf.
ÿrôme-vrôk:: {SC} werkwijze.
ÿrôme-wâlka:: {C} werkweek.
ÿrôm-gvârce-mipzâlbinasos:: {C} (afk= ŸGM |ÿgem|) werkloosheidsuitkering (gekoppeld aan de verplichting om werk te zoeken); do melde lef eft ŸGM: hij heeft een uitkering; hij zit in de WW.
ÿrôm-lu'ettos:: {A} arbeidscontract.
Ÿrôm-ofiss:: {N} "Arbeidsbureau" (regelt werkgelegenheid, cao's, naleving v wetten ed; hoofdkantoor in Blumarr); .
ÿrômos-ral:: {C} medewerking; lef ~ rifo (vz-uitdr): met medewerking van.
Ÿrôm-posiblatiy-lacs:: {N} (afk= ŸPL) "Werkmogelijkhedenwet" (Spok wet); .
ÿrôm-regliše:: {mv} »ÿrôm-regliss.
ÿrôm-regliss:: {C; mv= ..-regliše} arbeidsvoorwaarde.
ÿrôm-tiyn:: {C} werkstuk.
ÿrômtof:: {C} werkdag.
ÿrôm-tôrte:: {U} met tegenzin werken.
ÿrômÿrfâshâc:: {C} arbeidsproductiviteit.
ÿrômÿrtira:: {C} werktuig, [stuk] gereedschap.
Ÿrômÿrtira-oftian:: {W} (stadswijk in Amahagge); .
ÿrôniyk:: {C} rantsoen.
ÿrôniyke:: {K} op rantsoen zetten.
yroppiy:: {I} spannend.
yroppos:: {A} (fig) spanning.
yrôqule:: {K} gewaarworden; ontwaren.
yrôqulos:: {A} gewaarwording; ontwaring.
ÿrost:: {C; mv= ÿrôste} long (om te ademen).
ÿrôste:: {mv} »ÿrost.
ÿrost-krutt:: {C/S} presÿr ~: breed longkruid (L. Pulmonaria officinalis).
ÿrovviqummert:: {I} onvolmaakt.
ÿrovviqummertiy:: {A; mv=enk} onvolmaaktheid.
ÿrovvite:: {U} te kort schieten.
ÿrovvitos:: {A} het te kort schieten; tekortkoming[en].
Ÿrowytte:: {G} (dorp; gemeente Polefi-Jariâlo).
ÿroze:: {K} samenvatten.
ÿrozos:: {C} samenvatting, het samenvatten.
Ÿrozze:: {F}.
ÿrozzerme:: {E} voorrecht[en] genieten.
ÿrozzermos:: {A} voorrecht, privilege.
ÿrpaafâ:: {C} schild (wapentuig); scherm, paneel (vooral in samenstellingen).
Ÿrpafa:: {F}.
ÿrpéh:: {III} tenminste, althans.
Ÿrpenyndre:: {F}.
ÿrpô'as:: {C} krot[woning].
ÿrpôte:: {K} voltooien.
ÿrpôte-xûstich:: {I} onverrichter zake, zonder succes.
ÿrpôtos:: {A} voltooiing.
Ÿrpsûleky:: {F}.
ÿrpune:: {K} ontkomen aan; ontgaan; uit de weg gaan; »svâm.
ÿrpunos:: {C} ontkoming.
ÿrqubre:: {E; gst= ÿrqupp} dode bomen/dood struikgewas rooien of opruimen (GEEN levende bomen/struiken).
ÿrqupp:: {gst} »ÿrqubre.
ÿ/rr:: {afk} »ÿrslompe-arr.
ÿrra:: {C} tak; ef munke armt ef ~: (pop) op de bon slingeren, een boete geven; (sprkw) do zerfe ef ~s, tûre ef moftosz: hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt.
ÿrraer:: {A; mv=enk} verwantschap.
ÿrrâgt:: {I} onsmakelijk.
ÿrraiy:: {I} verwant; tarô ~: nauw verwant; ~ ón (ón is vz; vz-uitdr): verwant aan/met; ef melde ~ ón: verwant zijn aan/met.
ÿrralo:: {C} salaris.
ÿrrânógare:: {K} (trans) opjagen, voortjagen.
ÿrrânóge:: {U} (intrans) voortjagen.
ÿrrânógos:: {C} voortjaging, het voortjagen.
ÿrraptos:: lelperre eft ~ lef: zich aangetrokken voelen tot.
ÿrra-sért:: {C} filiaal, bijkantoor.
ÿrrate:: {U} vertakken.
ÿrratos:: {C} vertakking.
ÿrra-zléfer:: {C/S} wilde kamperfoelie (L. Lonicera periclymenum).
ÿr-ree:: {rs} »ÿreu.
ÿr-reu:: {C} »ÿreu.
ÿrrifiy:: {C} voorbode.
ÿr-rue:: {U} »ÿrue.
ÿrrul:: {I} liefdadig.
ÿrruliy:: {A; mv=enk} liefdadigheid.
ÿr-ruos:: {C} »ÿruos.
ÿr-rynde:: {C} »ÿrynde.
ÿrs:: {I} lollig, grappig; ef melde ~ kaf ef: dat komt ervan; dat is je eigen schuld.
ŸrS:: {afk} (= Ÿrfótor Stabôos); »stabôos.
Ÿrs.:: {afk} »Ÿrslâfer.
Ÿrsa.:: {afk} »Ÿrslâfera.
ÿrsa'ecc:: {I} talloos.
ÿršar:: {C; mv= ~a} hoed; frondo ~: bolhoed.
ÿršara:: {mv} »ÿršar.
Ÿršariy:: {F}.
ÿršarlot:: {C} hoedendoos.
ÿršar-riffent:: {C} hoedenmaker; »•-riffent.
ÿršar-sâlmer:: {C} zwartkop (zangvogel) (L. Sylvia atricapilla).
ÿršar-sÿrt:: {C} hoedenplank, hoedenrek.
ÿršar-tull:: {C} voile.
ÿršett:: {I} stram.
ÿrsflaâge:: {K} [be]merken.
ÿrslâf:: {C} graafschap.
Ÿrslâfer:: {N} (afk= Ÿrs.) ~ X-Y: Hooggeboren Heer X-Y (aanspreektitel graaf; als adellijke titel); »ÿrslâfer.
ÿrslâfera:: {C; mv= ÿrslâferÿ} gravin.
Ÿrslâfera:: {N} (afk= Ÿrsa.) ~ X-Y: Hooggeboren Vrouwe X-Y (aanspreektitel gravin; als adellijke titel); »ÿrslâfera.
ÿrslompe:: {U}
ÿrslompe-arr:: {C} (afk= ÿ/rr) laatste kwartier (maan).
ÿrslompos::
yrsmÿr:: {C} laag (zn).
yrsmÿriy:: {I} edel, hoog[staand]; van niveau; van beter gehalte.
Ÿrst:: {G} (stad in Ziyp); (DOM 173).
ÿrstippô:: {C} spin (insect).
ÿrsto'ecc:: {C} decreet, besluit.
yrt:: {I} zoals altijd.
ÿrtân::
ÿrtâness:: {C; mv= ÿrtânester} kabinet (regering); (in Spok: alle ministeries samen); ef Nestafie-~: het kabinet-Nestafie (genoemd naar premier Nestafie); .
ÿrtâness-lu'ettos:: {A} regeerakkoord ([globale] afspraken die aankomende ministers bij de kabinetsformatie met elkaar maken over het te voeren beleid).
ÿrtânester:: {mv} »ÿrtâness.
Ÿrtanû:: {G} (stad in Tjemp).
ÿrtare:: {K} ~ rst furt flj: iemand iets aanrekenen.
Ÿrtazo:: {G}
Ÿrtazo-kanol:: {G} (kanaal tussen plaats Ÿrtazo en rivier Firani); .
ÿrterpe:: {U} (arch) scheiden van elkaar (alléén wederkerig); ef perdÿr quista frints ÿrterpûs wâlkân: de twee goede vrienden moeten van elkaar scheiden.
Ÿrtiy-vender:: {N} (»wegsÿrt langs autoweg M1; gemeente Lassos); .
ÿrtrjômpe:: |..trômpe| {K} wegsturen.
ÿrtrûnige:: {U} verteren.
ÿrtrûnigos:: {C} vertering.
Ÿrts armt ef Krur:: {G} (dorp; gemeente Plefô).
ÿrtsare:: {K} ontstemmen (muziekinstrument vals maken).
ÿrtser:: {C} valsheid, het ontstemd zijn (toon, muziekinstrument).
ÿrtsiy:: {I} vals, ontstemd (toon, muziekinstrument); ef pjano melde ~: de piano is vals; ef pjanomerr merre ~: de pianist speelt vals; »ÿrts.
Ÿrtuhaj Opjevuter:: |ÿrtuha| {F}.
Rtuhaj:: {F} »Ÿrtuhaj.
tuhaj:: {F} »Ÿrtuhaj.
ÿrtÿr:: {C; mv= ~uba} inhoud; volume (ook hoeveelheid ve bepaald product).
ÿrtyrâhe:: {K; gst= ÿrtyrât} bijstand verlenen aan; toelichten.
ÿrtyrâhos:: {A} toelichting; eft ~ kaf flj: een toelichting op iets.
ÿrtyrât:: {gst} »ÿrtyrâhe.
ÿrtÿre:: {K} inhouden, als inhoud hebben.
ÿrtÿruba:: {mv} »ÿrtÿr.
ÿrûðy:: {C} (alg) tekenhaak; schietlood; (ihb) richtlijn (lett: mbt grond- en metselwerk; fig: aanwijzing v te volgen gedrag).
Ÿrufy:: {G} (dorp; gemeente Tanbÿr).
Ÿrufy-ef-Ðôrcel:: {G} (dorp; gemeente Tanbÿr).
Ÿrufy-lirde:: {N} (crematorium; gemeente Tanbÿr); .
Ÿrufy-ses:: {G} (meer; gemeente Tanbÿr); .
Ÿrufy-strett:: {G} (informatiecentrum; gemeente Tanbÿr); .
ÿrulliy:: {C} stuiptrekking.
yruna:: {C} kort briefje; memo (kennisgeving).
yrune:: {K} kennis geven.
yrunos:: {C} kennisgeving, het kennis geven.
ÿruos:: (ÿr-ruos) {C} gekreun.
ÿrûša:: {C} samenstelling (v voedingsmiddel, gewas); smaak (door een bepaalde samenstelling bepaald); stof (voor een boek, lezing ed).
ÿrûšare:: {K} verzadigen (v oplossing).
ÿrûšaros:: {C} verzadiging (v oplossing).
Ÿrûša-trijos:: {N} "Voedselkeuring" (voormalige keuringsdienst voor voedsel; in Amahagge); .
ÿrûše:: {K} aftekenen, paraferen, ondertekenen; als echt verklaren.
ÿrûšos:: {C} ondertekening, parafering.
ÿrûssiy:: {I} verzadigd (v oplossing); eft ~ sucro-moqubutos: een verzadigde suikeroplossing.
ÿrxôl:: {C} eunuch, gecastreerde man.
ÿrxômp:: {C} hermelijn (L. Mustela erminea).
ÿrxômp-flyddere:: {C} hupster ~: grote hermelijnvlinder (L. Cerura vinula); belt ~: (vlinder: L. Harpyia bifida).
ÿry:: {C/S} kool (groente).
yryff:: {C} elf, fee (boze geest, vrnl mythologisch); »elf.
Yryff-knurfel:: {G} (riviertje van Krappa-gebergte naar de Opper-Krappa); .
Yryff-ruinn:: {N} (kasteelruïne; gemeente Nustiy); .
ÿry-flyddere:: {C} groot koolwitje (L. Pieris brassicae).
ÿry-lardelira:: {I} burgerlijk, bekrompen (vgl "spruitjeslucht").
ÿrylare:: {K} ressorteren onder; [toe]behoren aan; ef zeces Kverdehille ~ ef zomar Amahagge: het dorp Kverdehille valt onder de gemeente Amahagge.
ÿryle:: {K} behoren bij/tot.
ÿryliy::
ÿrylos:: {C} het bijbehoren, het horen bij.
ÿrynde:: (ÿr-rynde) {C} onderbeen.
ÿrzée:: {I} barbaars, onmenselijk.
ÿrzeét:: {C} barbaar.
ÿrzéeta:: {SC} barbaarsheid; barbaarse daad.
ÿrzjôdele:: {K} afdelen, in afdelingen onderverdelen.
ÿrzjôdelos:: {C} afdeling, het afdelen; [trein]coupé.
ÿrzjôðiy:: {C} afdeling (v kantoor, ziekenhuis ed).
Ÿrzjôx-môjôl:: {N} (molen in gemeente Fexa); .
ÿrzos:: {I} geprikkeld (door nieuwsgierigheid, ijver, interesse ed).
ÿrzozare:: {K} verwelkomen.
ÿrzoze:: {K} (lett) optillen; (fig) aansteken (na laten doen); ~ helkara: aansporen tot; oproepen tot.
ÿrzozelira:: {I} aanstekelijk.
ÿrzozos:: {A} aansporing.
ys•:: (= ys-•) {PXimpr} ijs•, pool•; »ys-; »ys-..; »Ys-.
ys-•:: {PX} »ys•.
ÿs.:: {afk} (= ÿsðe-gôrse); »ÿsðe.
ÿsðe:: |ÿzðe| {K} vergelijken; ~-gôrse (afk= ÿs.): vergelijk (vgl.); ~ A ón B (ón is dt/vz): A met B vergelijken.
ÿsðiy:: |ÿzðiy| {I} betrekkelijk (niet-volstrekt).
ÿsðos:: |ÿzðos| {A} vergelijking.
yšen:: {S} ijzel; ef cryre ~: het ijzelt.
Yšen:: {N} (naam v steenkolenmijn; gemeente Tulÿnn); .
Yseng:: {J}.
Ÿser:: {F}.
Yserðen:: {F}.
Yservildul:: {G} (dorp; gemeente Eon (BF)).
Yservildul-belt:: {G} (dorp; gemeente Eon (BF)).
yšiqur:: {C} grond, bodem (laag vd aardkorst die aan de oppervlakte ligt); do 2 hektojaks ~ lorerde: hij heeft 2 hectare grond gekocht; eft drâsiy ~: een drassige bodem/grond; ef mûles delperrere sener tults fes ef pazzosti, ur ef mule-tnÿrs melde ylepe kaf ef ~: de mollen graven hun gangen in de grond/bodem, en de molshopen liggen op grond verspreid; (in oudere teksten worden yšiqur en »pazzosti wel door elkaar gebruikt).
Ysjeñg:: {J} (Gar).
Yslanda:: {Cef} IJslandse vrouw.
yslandes:: {IIef} IJslands (bv).
Yslandes:: {G} IJsland.
Yslandes-nesnep:: {C} Noordse stormvogel (L. Fulmarus glacialis).
Yslandes-port:: {N} (een vd havens v Amahagge); .
Yslando:: {Cef} IJslander.
yslant:: {C} IJslands (taal).
ÿslapos-mip:: {U} »slape-mip.
yslÿnt:: (= ys-lÿnt) {C} poolcirkel.
ys-lÿnt:: {C} »yslÿnt.
ysnurp:: {C} pool (noord- of zuidpool).
ysnurptat:: {C} noorderlicht.
ysp:: {I} dronken.
yspatjen:: {C} dronkaard.
yspare:: {U} dronken worden, zich bezatten.
yspe:: {E} dronken zijn.
yss:: {!} kom!, kom hier!; ga dan!, ga weg! (aansporing om te komen of te gaan); ovap ~ dus!: ga eens opzij!.
ys-star:: {C} poolster.
ÿstâgos:: {A} voorstelling (theater).
Ÿstâr:: {F/J}.
yste:: {E} bitter smaken.
yste-rôska-missis:: {C; mv= ~a} gewone zwavelkop (giftige paddenstoel) (L. Hypholoma fasciculare).
yste-rôska-missisa:: {mv} »yste-rôska-missis.
ÿstôpiy:: {C} halte, stopplaats (bus, tram).
ÿstôpos:: {C} stop, het stoppen.
ÿstrjôff:: |ÿstôff| {gst} »ÿstrjôfje.
ÿstrjôfje:: |ÿstôfje| {K; gst= ÿstrjôff} ~ ón: (fig) verlenen, geven, schenken (toegang, hulp, vrijheid ed); (lett) schenken, geven (deftig); bieden (de mogelijkheid geven); dena qummertaros ~ eft kâiyp arfinvelkiy ón miptrempers: deze opleiding biedt een solide toekomst voor afgestudeerden; ef kurre beri ~ flj: iets te bieden hebben.
ÿstrjôfjos:: |ÿstôfjos| {A} (fig) verlening, schenking (toegang, hulp, vrijheid ed).
yt:: {afk} »yart.
Ÿt:: {J}.
•ÿt:: {SX.gst} (modaal sx bij mv zinskern) mogen, toestemming hebben om; (bij ontkenning ook) moeten; (bijv) kirro nert arfinÿt: we mogen niet komen; tu nert wempÿt lo kâ: jullie moeten niet zo zeuren; »•og.
ytâf:: {C; mv= ytefe of regelm.} knoest; eft ~ melde kaf ef krâtše-lÿnt: er zit een kink in de kabel.
ytane:: {K} (arch/poe) in orde maken; »lytane.
yte:: {K} rekening houden met.
ytefe:: {mv} »ytâf.
ytende:: {E} ~ beri/den: van plan zijn; do ~ beri rinne pert smurf: hij is van plan om veel geld te verdienen; ~ meldelira (afk= y/m): teneinde; do ÿrôme, ~ meldelira rinne pert smurf: hij werkt, teneinde veel geld te verdienen; (ytende meldelira kan door -n-vorm gevolgd worden, is ouderwets): ~ meldelira chaquinde/chaquinten do: teneinde hem te spreken.
yterrt:: {vdw} »ytterare.
ÿtiffos:: {A} het weten, wetenschap.
•-ÿtin:: {SX} •vermogen, •lust; (bijv) larde-ÿtin: eetlust; dres-ÿtin: draagvermogen; (dikwijls gelexicaliseerd) mybbe-ÿtin: gevoelswaarde; (zie desbetreffende lemma's).
ÿtinâs:: {C} [draag]baar (zn), brancard.
ÿtinatjen:: {C} drager (iemand die beroepshalve dingen draagt).
ÿtinatt:: {I} draagbaar (bv), te dragen.
ÿtine:: {K} dragen (ook v officiële kleding, uniform); ef ðâbre goe grist kerlys ~: de monniken droegen een grijze pij.
ÿtinelira:: {I} zwanger.
ÿtiner:: {C} (persoon) kruier; (in muziek) refrein.
ÿtinista:: {C} druipsteengrot.
ÿtinos:: {C} het dragen.
ytiyf:: {C} tas.
ytra:: {I} (fig) neerbuigend, minachtend.
Ytrâcc:: {F}.
ytraiy:: {I} op iedereen neerkijkend; zichzelf superieur voelend.
ÿtrejanafiy:: {C} stamboek (v vee).
ÿtrejaniy:: {C} stamboom.
ÿtrempe:: {K} achterhalen (ontdekken); kirro ÿtrempûs ef kettosz/identitiy: we moeten de gegevens/identiteit achterhalen.
ÿtro:: {C; mv= ÿtrôe; rsmv= ~tt} lip.
ÿtrôe:: {mv} »ÿtro.
ÿtroer:: {C} lipvis (L. Labrus).
ÿtro-krutt:: {C/S} valse salie (L. Teucrium scorodonia).
ÿtrott:: {rsmv} »ÿtro.
ytsta:: {C; mv= ~s} gouvernante.
ytsto:: {C} gouverneur.
ytstostenlen:: {C} gemeentebestuur (in Spok: bestuur ve zomar ("gemeente")).
ytter:: {S} teer, pek; (= »y• + »târ).
ytterare:: {K; vdw= yterrt} teniet doen, verijdelen.
yttere:: {K}
ytter-finstra:: {I} pikdonker.
ytter-finstro:: {C} pikdonker; fes ~: in het pikkedonker.
ytterhydra:: {S} naftaline.
ytygtjae:: {K} tegen zijn (contra).
yubere:: {K} bezeten zijn van.
yuff:: |wuff| {gst} »yuvre.
ÿumpaje:: {U; gst= ÿumpat} uitsluitsel geven.
ÿumpajos:: {A} uitsluitsel.
ÿumpat:: {gst} »ÿumpaje.
yuver:: {I} zuiver.
yuvre:: {K; gst= yuff} zuiveren, zuiver maken.
yuvros:: {C} zuivering.
yvall:: {C} dotterbloem (L. Caltha palustris).
ÿvâna:: {C} wesp (L. Vespula).
Ÿvâna:: {N} (herberg in Sinto-Manta (LA)); .
Ÿvâna-sÿrt:: {W} (buurtschap); .
Yve:: {J}.
Yves:: {J}.
Yvett:: {M} Yvette.
Yviyx:: {J/M}.
Yvonn:: {M} Yvonne.
yvôp:: {C} linde[nboom] (L. Tilia).
Yvôp-lemnâs:: {N} "Lindenheuvel" (een vd 7 Koninklijke Grafheuvels op het landgoed Ef Sinto Aša); .
Yvura:: {J}.
Ywastô:: {F}.
ÿx:: |ks| {mv} »ûcs.
ÿyst:: {I} wrang (bitter).
ÿystiy:: {A; mv=enk} bitterheid, bittere smaak.
ÿystos:: {S} kroos (L. Lemna).
ÿzâm:: {I} inwendig, oorspronkelijk, intrinsiek.
ÿzâmbaso:: {C} beweegreden, drijfveer, motief.
ÿzâmstjece:: |..stjece/..stece| {K} aanvangen met.
ÿzâmstjeche:: |..steche| {III} aanvankelijk.
yze:: {I} voor niets, gratis.
ÿzebbe:: {C} hobby, liefhebberij.
ÿzebber:: {C} liefhebber.
ÿzerfos:: {C} aanmerking; ef vende kaf ef ~: in aanmerking komen; gress arfine mas fes vilt ~: ik kom je morgen opzoeken.
ÿzja:: {Iid} hoog||laag; graviy ~: hoog; plariy ~: laag; (veel poe omschrijvingen met betrekking tot natuur) ef ~ jakâms fes ef bôtmo: de lage velden; kura ef ~ oras granôses fes agru: over de hoogste bergen; ef knurfel armttrâne ~ ykelp: het water sprong hoog op; ki ef ~ sÿrt, té gémiye plitos: de hoge stad (stad die zo hoog ligt dat deze bij hoge waterstand niet onderstroomt); kaf ~ rifo ...: op een hoogte van ...; ef sÿrt locâteše kaf ~ rifo 400m: de stad ligt op een hoogte van 400 m.
ÿzjale:: {U; vdw= p~} (alg) optreden; handelen; eup ~ fara knôfiyera yargeloh ...: ze geniet bekendheid als ....
ÿzjalelira:: {I} bijkomstig, erbijkomend.
ÿzjalos:: {C} (alg) optreden (zn).
yzlât:: {C} sage, heldendicht (typisch Spok/Peg).
Yzo:: {G} (stad in Renô).
Ÿzolufo:: {F}.
Ÿzuille:: {G} (dorp; gemeente Qua).
Yzzergrem:: {F}.
© (2000) De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DICTIO