Woordenboek
Spokaans-Nederlands | Nederlands-Spokaans
Spokaans—Nederlands A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Nederlands—Spokaans
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
c:: (naam vd letter C) ce {C}.
cabaret:: kloderÿ {C} (oorspr authentiek Spok blijspel).
cabine:: (in vrachtauto/locomotief) cockpit |kok..| {C}, hôc {C}; (vliegtuig) kajutt {C}; (stuur-/filmcabine) hôc {C}.
cacao:: cacoû {S; rs= cacoût}.
cachet:: (=distinctie) polmuh {C}; ~ geven aan: ef qugle eft polmuh luft.
cactus:: kâktes {C; mv= kâktesse}.
cadans:: (ritmische beweging) festsolft {C}.
cadeau:: (=geschenk) kettos {C}; ~tje (=presentje): pamel {C}.
cadeaubon:: (=tegoedbon) idešâfros-quistarafiy {C}.
cadeautje:: (=presentje) pamel {C}.
cadet:: (adelborst bij marine) cadett {C}.
café:: (=kroeg/bar: in grote stad) witt {C} (niet gebruikelijk op Berref en in Amahagge en omgeving), póntel {C} (vrnl op Berref en in Amahagge en omgeving), câðy {C} (dl= Liftka), pânk {C} (pop); (herberg buiten de stad) póntel {C}; wij hebben een afspraak in ~ De Oude Eik: kirro lelperre eft quergos fes ef Ef Liftkar Ÿc-witt (let op het dubbele lw!); zie ook Cafés in .
cafeïne:: cafeynn {S}.
cafeïnehoudend:: cafeynniy {I}.
caissière:: dlofatjena {C}.
cake:: (=banket) printiy {S}, toriyst {C}; (=gebak) omi {C}.
cakeje:: (=gebakje) belt-omi {C}.
calamiteit:: (=nood) ûpk {C; mv= ûpken}; (rampzalige gebeurtenis) ûpk-cÿrchof'ter {C}; in geval van ~en (voor het geval er iets ernstigs gebeurt): tildyrami {III}.
calcium:: calsym {S}.
calculatie:: (=berekening) kuntos {C}.
caleidoscoop:: (lett/fig) marâstâtzerfi |..dzerfi| {C}.
calorie:: caloriy {C}.
Cambodja:: Kâmbodyja {G}.
Cambodjaan:: Kâmbodyjany {Cef}.
Cambodjaans:: (bv) kâmbodyja {IIef}; ~e vrouw: Kâmbodyjana {Cef}.
camera:: camera {C}.
campagne:: kâmpann {C}.
camper:: »kampeerauto.
camping:: (=kampeerterrein) kâmpaliy {C}; zie ook Campings in .
Canada:: Canada {G}.
Canadees::
canapé:: (=bank) bankres {C}.
cantharel:: plok {C} (L. Cantharellus cibarius).
CAO:: (verhouding tussen werknemers en -gevers; arbeidsverhoudingen en -voorwaarden) emploteren {A}.
capabel:: âp-šovelira {I}; loh {I} (schr).
capaciteit:: (lett/fig) ÿrgefûðos {C}.
cape:: ([grote] omslagdoek) nirâs {C}; (groen, gedragen door [niet gelovige] eregast bij Erg-ritueel) frôx {C; mv= frôces}.
capitulatie:: (=overeenkomst) piyrste-lu'ettos {A}; (=overgave) [piyrste-]unkettos {A}.
capituleren:: (zich overgeven [aan]) unkette {K}.
capsule:: (medicijn) câpsull {C}; (in de ruimte) tenk {C}.
capuchon:: (=kap) almuss {C; mv= almuše}.
Caraïbisch:: (bv) cara'ibise {I}.
caravan:: jukâklo {C}; (met nadruk op kamperen) kâmpe-jukâklo {C} (soms wordt jukâklo gebruikt voor zowel "caravan" als "aanhangwagen"; in dat geval geeft kâmpe-jukâklo uitsluitsel); zie ook Weggebruikers in .
carbid:: cârbit {S}.
carbol:: cârboliy {S}.
carbolchampignon:: fâkomm-champenôn {C} (L. Agaricus xanthoderma).
carbonpapier:: [velletje] ~: zjol-kornin {C/S; mv= ..-kartafiy}.
carburateur:: (in auto) cârburaterr {C}.
cardan:: (in auto) cârdân {C}.
cardiologie:: cârdiolôiy {C}.
cardiologisch:: cârdiologise {I}.
cardioloog:: cârdiolôche {C}.
cargadoor:: mule-wolter {C}.
carillon:: tobamicoÿ {C}.
carnaval:: cârnval {C}.
carnivoor:: (vleesetend dier) fijânter {C}.
carrière:: cârjerr {C}.
carter:: (in auto) cârter {C}.
cartografie:: cârtografijâ {C}.
cartografisch:: cârtografise {I}.
cartoon:: (humoristisch =mop) plyt {C}; (=spotprent) cÿrspafiy {C}.
cartotheek:: cârtotekke {C}, tokinnerÿ {C}.
casino:: (=speelbank) casino {C}.
cassatie:: nâs-chéftiy {A; mv=enk}.
cassave:: câsaviy {C}.
cassette:: câsett {C}.
castratie:: froba'efros {C}.
castreren:: froba'efre {K; gst= frobaeff}.
catalogus:: catalogiy {C}; (=register) ramâ {C}, •ramâ = •amâ {SX.c > c}.
catechisatie:: religišo-kolestiy {C}.
categoriaal:: (op te delen in categorieën) kafkanasiy {I}.
categorie:: (=soort) frenvu {C}; (=klasse) kafkanas {C}, klâs {C}.
categorisch:: (=pertinent, zonder te twijfelen) ijabiy {I}.
catering:: (leveren en verzorgen v voedsel en drank op feest ed) menuiy-maqutos {A}.
cavalerie:: toblofÿ {C}.
cavalier:: toblofÿer {C}.
cavia:: cavija {C}.
Cayman-eilanden:: Cajmân-ilesets {Gef/mv}.
cd:: CD {C}, kede {C} (pop).
cd-speler:: CD-gros {C}; kede-gros {C} (pop).
ceder:: (alg) seder {C} (L. Cedrus); Japanse ~: Japân-tâfiy {C} (L. Cryptomeria japonica); Libanon~: likkô-seder {C} (L. Cedrus libani); "Lomky-ceder": Lomky-seder {C} (L. Cedrus lomkyi) (nauw verwant aan atlasceder (L. Cedrus atlantica), maar met donkere tapse kegels; op Lomky en Garos); (cipres: met schubachtige bladeren) [presÿr] tâfiy {C} (L. Cupressus atlantica); »cipres.
cederhoutboom:: tâfiy-junip {C} (L. Juniperus virginiana).
ceintuur:: (=riem) roffot {Cef}; (v leder) ðéryf {C}; (sjerp: vrnl bij Spok klederdracht) nedyra {C}.
cel:: sel {C}.
celibaat:: selibât {C}.
celkern:: nucless {C; mv/rsmv= nuclesses}.
cellist:: vjolensellmerr {C}.
cello:: vjolensell {C}.
Celsius:: »graad.
cement:: sement {S}; van ~ gemaakt (cementen): sementa {I}.
cementen:: (van cement gemaakt) sementa {I}.
censor:: sensurer {C}.
censuur:: sensuriy {C}.
censuurraad:: (alg: raad van censuur) sensuriy-még {C}; (officiële Spok instantie) Sensuriy-Meeg {N}.
cent:: (munteenheid) sent {C}; geen rooie ~ meer hebben: ef lelperre calyje éfti traiy smurf; dat gaat je een hoop ~en kosten! (dat kost je een lieve duit!): kâ melde smurf, was!.
centesimaal:: (=honderddelig) sentesimalo {I}.
centi•:: senti• {PX}.
centigram:: sentigrâma {C} (afk= sg).
centiliter:: sentilitriy {C} (afk= sl).
centime:: (munteenheid) sentime = sentymm {C}.
centimeter:: (maat) sentimeter {C} (afk= sm); (=duimstok) ins-messer {C}.
centraal:: (alg) sentrala {I}; (mbt gebied) lurgiy {I}; (meestal in geografische namen, zoals Centraal-Liftka: Lurgiy-Liftka); centrale verwarming: sentrukjupt {C} (afk= SK).
Centraal-Afrikaanse-Republiek:: Sentrala-afriy-republicâ {G}.
centraalstation:: menngarrent {Crs} (afk= MG).
centrale:: (elektriciteit ed) sentraliy {C}.
centralisatie:: (fig: bestuur ed) lurgpontoos {A}.
centraliseren:: (fig: bestuur ed) lurgpontoe {K}.
centrifuge:: sentrifûga {C}.
centrifugeren:: (wasgoed) miféle {K}; (alg: behalve wasgoed) sentrifûgere |..ÿje| {K}.
centrum:: (alg: het midden) lurgiy {Cef}; (in stad, locatie, instantie ed) sentrym {C}.
cereals:: »ontbijtgraan.
ceremonie:: seremoniy {C}.
ceremoniemeester:: seremoniyer {C}.
certificaat:: cÿraelafiy {C}.
Ceylon:: Selôn {G}.
Ceylonees::
champagne:: champanjiy {S}.
champignon:: (gekweekt) champenôn {C} (ihb L. Agaricus bisporus); weide~: blufk-champenôn |blufcha..| {C} (L. Agaricus campester).
chantage:: ymastjof {C}, ymazersô-stjoftôl |-stof..| {C} (schr).
chaos:: gaôs {C}.
chaotisch:: gaotise {I}.
charmant:: šârment {I}; (=bekoorlijk) tyll {I}.
charme:: (=bekoorlijkheid) tylliy {A; mv=enk}.
chassis:: šâsys {C}.
chauffeur:: (beroeps) lenkatjen {C}; (NIET als beroep) lenker {C}.
chef:: cheff {C}; (afdelingshoofd) cÿrater {C}; (=baas) was {C} (iro); (=chefkok) mastro {C}.
chefkok:: mastro {C}.
chemicus:: gemicy {C}.
chemie:: (=scheikunde) gemiy {C}.
chemisch:: gemise {I}; ~ reinigen (stomen): gemislukte {K}; ~e samenstelling: cônsepp {C}.
cheque:: šecc {C}.
chic:: pirg {I}.
Chileen:: Chilo {Cef}.
Chileens:: (bv) chiliy {IIef; mv=enk}; ~e vrouw: Chila {Cef}.
Chili:: Chiliy {G}.
China:: China {G}.
Chinees::
chip:: (elektronica) chip |šiyp| {C}.
chirurg:: šyrurg {C}.
chloor:: clor {S}; met ~; van ~ gemaakt: clora {I}.
chloorhoudend:: clora {I}.
chloride:: cloritt {S}.
chloroform:: clorofôrma {S}.
chlorophytum:: (kamerplant) knurfelstiy-ardekir {C} (L. Comosum "variegatum").
chocolaatje:: šoclatiyn {C}.
chocolade:: šocla {S}; stukje ~: šoclatiyn {C}; reep/plak ~: šocla-table {C}; voorwerp van ~: šocla-tiyn {C}; (van ~ gemaakt) šocliy {I}.
chocolademelk:: (=chocomel) šopliyf {C/S}.
chocoladekorrels:: (=hagelslag) šoclatiyns {Cmv}.
chocomel:: (=chocolademelk) šopliyf {C/S}.
choke:: (v carburateur) jâsp {C}.
cholera:: colera {S}.
christelijk:: Kriystiy {I}.
christen:: Kriysto {N}.
christendom:: Kriystajiyn {C}, tokriystoÿ {C} (pej).
Christus:: Kriyst {N}; voor ~: futtof zemperas-finne (afk= f/zf); futtof Kriyst (afk= f/K); na ~: mintof zemperas-finne (afk= m/zf); 1000 vChr: 1000 f/zf = 1000 f/K.
Christusdoorn:: hagiy-vildul {C} (L. Gleditsia triacanthos).
chronisch:: cronise {I}.
chronologisch:: cronologise {I}.
chronometer:: crono-messer {C}.
chroom:: crom {S}; met ~ (verchroomd): croma {I}.
cichorei:: [wilde] ~ (plant): érot-helter {C} (L. Cichorium intybus).
cider:: (=appelwijn) sido {C/S} (met koolzuur); vyn {C/S} (zonder koolzuur); een glas ~: eft sido {C}, eft vyn {C}.
cijfer:: (met nadruk op uiterlijk) terde-roji {C}; (met nadruk op waarde) šifrô {C}; ~s (cijfermateriaal): tošifrôÿ {C}.
cilinder:: silint {C}; (=schacht) renôðoh {C}.
cimbaal:: (muziekinstrument: =bekken) simbaliy {C}.
cineast:: (=filmmaker) filmrif {C}.
cipier:: (=gevangenisbewaarder) sel-gert {C}.
cipres:: sypress {C; mv/rsmv= sypresses} (L. Cupressus) (in Spok meestal Montereycipres: L. C- macrocarpa); Californische ~: fyg-sypress {C} (L. Chamaecyparis lawsoniana); (ceder: met schubachtige bladeren) tâfiy {C}; "Spokanische ~": presÿr tâfiy (L. Cupressus atlantica); »ceder.
circa:: (=ongeveer) pluzari {III} (afk= pl.).
circulaire:: (zn: =rondschrijven) ronterafiy {C}.
circus:: uctivilâ {C} (in Spok meestal klein en in de openlucht, zonder dieren).
cirkel:: (ook meetkundig) siyclo {C}; (=kring/rondje) rônter {C}; (=kring) zicc {C}; ~s trekken (met een passer): sqularre {U}.
cirkelen:: siycle {U; gst= siycc of siycel}; (vogel/vliegtuig) squðe {U}.
cirkeling:: (gecirkel: ook ve roofvogel) siyclos {C}.
cirkelvormig:: siycloiy {I}.
Cirlgors:: (vogel) miterus bûnt {C} (L. Emberiza cirlus).
cisterciënzer:: (mnl lid v RK kloosterorde) sisteršenso {C}; ~ non: sisteršensa {C; mv= sisteršensas}.
citaat:: (=aanhaling) kurareppos {C}, dâlmos {C}; (vrnl schriftelijk) siteros {C}; zie ook Citaten in .
citer:: (muziekinstrument) sitra {C}.
citeren:: (=aanhalen) kurareppe {K}, dâlme {K}; (vrnl schriftelijk) sitere |..ÿje| {K}.
citroen:: sitrona {C}.
citroengras:: sitrona-kles {S} (L. Cymbopogon citratus) (onbekend in Spok keuken).
citroentijm:: sitrusiy-tyma {S} (L. Thymus citriodorus) (in Spok algemener dan gewone tijm).
citroenvlinder:: sitrona-flyddere {C} (L. Gonepteryx rhamni).
citrusvrucht:: sitrusiy {C}.
civiel:: (=burgerlijk: wat betreft de burgers; niet-militair) ÿrântiy {I}.
clandestien:: neprés {I}.
claris:: (vrw lid v RK kloosterorde) clarisa {C; mv= clarisas}.
classicisme:: clasisesmiy {SC}.
classicistisch:: clasisistise {I}; (spr; minder correcte schr) clasistise {I}.
clausule:: nefqurtos = suqurtos {A}.
claxon:: (=autotoeter) woclaxer {C}, hupp {C}.
claxonneren:: (auto) woclaxe {U}.
clementie:: (=welwillendheid) werôxiy {Aef; mv= werôxiys}; (=genade) giynatt {SC}.
cliché:: (bij drukken) quzÿr {C}; (versleten beeldspraak) ošo knurfel {S}.
cliënt:: (=klant) morg {C}.
clientèle:: tomorgÿ {C}.
climax:: tot een ~ komen: farte-armt {U}; het tot een ~ komen: fartos-armt {C}.
close-up:: minteffat-fjy {C}, minfjy {C} (pop).
clown:: clown |clonn| {C}.
club:: (alg) clup {C}; (besloten en/of exclusief) migmax {C}.
cluster:: (klankgroep) grâr-grup {C}.
Co:: {afk} »compagnon.
coalitie:: ðônos-rófto {C}.
coaster:: (=kustvaarder) xijeraka {C}.
cockpit:: (in vliegtuig) cockpit |kok..| {C}.
cocktail:: (gemengd drankje) blotopliyf {C}; garnalen~: gernért-copa {C}.
code:: (herkenningsteken) kote {C}.
coffeeshop:: (café voor drugs) krutt-póntel {C}.
cognac:: cônâk {S}; een glas ~ (cognacje): eft cônâk {C}.
cognacje:: (glas cognac) cônâk {C}.
cognitief:: (waarvan men kennis kan nemen) ganeiy {I}.
cognossement:: mul-letra {C}, muleafiy {C}.
coherent:: fâgótiy {I}.
cokes:: grist-zjol {S}, coc {S}; stuk ~: cociyn {C}; ~ stoken: cocare {U}; een stoomlocomotief die met ~ gestookt wordt: eft cocarelira fradâs.
cola:: coke |kokk| {S}; een glas ~: eft coke {C}.
colbertjasje:: orycc-kas {C}.
collectant:: smurf-pârer {C}.
collecte:: (=inzameling) téruvvos {C}.
collectie:: colyos {C}.
collectief::
collega:: côlegje {C}, tnÿr-lyk {C}.
college:: (les op universiteit) côlé {C}; ~ van wethouders (in Spok gemeente): wethuderÿ {C}.
collegiaal:: côlegjeerÿ |..jewerÿ| {I}.
collo:: tiyn {C}.
colofon:: (in boek) dÿfo-jérstos {C}.
Colombia:: Columbiy {G}.
Colombiaan:: Columbo {Cef}.
Colombiaans:: (bv) columbiy {IIef; mv=enk}; ~e vrouw: Columba {Cef}.
colonne:: militaire ~: ôrešyšy {C}.
coloradokever:: cartôlk-snerf {C}, Colorado-snerf {C} (L. Leptinotarsa decemlineata); (bep Spok soort: "nageltor") klô-snerf {C} (L. Leptinotarsa aurata).
coloriet:: (=kleurstelling) marâseren {C}.
colporteren:: argerat-póbare {K}.
colporteur:: argerat-póbarer {C}.
column:: (vaste rubriek in krant/tijdschrift) izequff {C}.
combinatie:: cômbinašo {C}; ðônos-ðobiyros {A}; (fig: samenstel) ðônosame {C}; in ~ met: fes ef cômbinašo lef (vz-uitdr); »met 4.
combineren:: cômbinere |..ÿje| {K}, ðônos-ðobiyre {K}.
comfort:: (=gerieflijkheid) rilât {SC}; gesteld op ~: rilâðiy {I}.
comfortabel:: (=gemakkelijk) ûma {I}; (=gerieflijk) ryff {I}.
comité:: cômité {C}.
commandant:: (alg) blaffatjen {C}; (rang bij politie en brandweer) cômendantiy {C}.
commanderen:: blaffe {K}; (=verordenen) kafhanntele {K}.
commandering:: (=commando/verordening) kafhanntelos {A}.
commandeur:: (marine) zé-blaffatjen {C}; voor militaire rangen, zie .
commando:: blaffos {C}; (=commandering/verordening) kafhanntelos {A}.
commentaar:: chajelpjevos {A}; ~ geven: ef kette eft chajelpjevos; ~ op iets: chajelpjevos tsazi flaju; in/bij zijn ~ zei hij: ...: fes groft chajelpjevos do reppe: ....
commercieel:: cômeršela {I}.
commies:: (=hoofdambtenaar) mennhut {Crs}.
commissaris:: (alg) cômisars {C}; (ve NV) cômiserr {C}; ~ van politie: mennâpippolâ {Crs}; ~ van de koning[in] (ong: in Spok hoofd ve districtsbestuur) kjelef {C}.
commissie:: cômišo {C}.
commode:: ([lage] ladekast) trekk-kelbra {C}.
commodore:: (luchtmacht) slés-generalo {C}, (vrw) slés-generala {C; mv= ..-generalas}; voor militaire rangen, zie .
commune:: (woongemeenschap op Spok platteland, meestal met Erg-ideologie) kents {C; mv= kentsa}; (bewoner ve kents) kentser {C}; zie ook Communes in .
communebewoner:: kentser {C}.
communicatie:: (alg) cômunikašo {C}; mondelinge ~: mux {C}; (geestelijk contact) sÿsiyxmos {A}.
communicatiemiddel:: sÿsiyxmos {C}.
communiceren:: ~ met: sÿsiyxme {K; gst= sÿsiyx}.
communicerend:: ~e vaten: jukreézelira pÿts {C}.
communisme:: cômunesmiy {SC}.
communist:: cômunistiy {C}.
communistisch:: cômunistise {I}.
Comoren:: Comorr {G}.
compagnie:: cômpaniy {C}; (=vennootschap) lebet-rófto {C}; (leger) tolensânÿ {C}.
compagnon:: lebet-glyda {C}; de firma Metrusse & Co: ef firma Metrusse uLG (= ur lebet-glyda; indien er één compagnon is); uLGs (= ur lebet-glydas; bij meer dan één compagnon).
compensatie:: hÿcer {C}.
compenseren:: hÿcere {K}.
competentie:: primitâiy {A; mv=enk; rs= primitâe}.
competitie:: cômpetišo {C}.
compilatie:: (=samenstelling) ðônosamaros {C}.
compleet:: cômplett {I}; (=geheel/volkomen) pijâ {I}.
complex::
compliment:: ~[je]: lésan {C}.
complimenteus:: ksventa {I}.
complot:: (=samenzwering) mre'inniy {C}.
component:: (=onderdeel) parte {C}.
componeren:: (muziek schrijven) malodée {K}.
componist:: malodéatjen {C}.
compost:: cômpostiy {S}.
composteren:: cômpostere |..ÿje| {K}.
compostering:: cômposteros {C}.
compote:: belk-stobos {S}.
compromis:: cômpromis {C}.
compromitteren:: (in opspraak brengen) tygtjatsazze {K}.
compromittering:: tygtjatsazzos {A}.
computer:: cômputer {C}.
computeriseren:: cômputerisere |..ÿje| {K}.
computerspel:: cômpumert {C}.
computerspelletje:: cômpumert {C}.
concentratie:: cônsentrašo {C}, aros {C}.
concentratiekamp:: zampôr-necân {C}.
concentreren:: cônsentrere |..ÿje| {U}, are {K}.
concept:: cônsepp {C}; (=ontwerp/schets) nett {C}.
concert:: cônserto {C}; ([muziek]uitvoering) kafnutos {C}.
concessie:: (=inwilliging) kafqummertos {A}; ~s doen aan (inwilligen): kafqummerte {K}; (gebied v mijnontginning) wulpe-arr {C}.
conciërge:: gert {C}; (=beheerder: v [flat]gebouw ed) stÿrðer {C}.
concilie:: cônsilym {C}.
concluderen:: (alg) cônkludere |..ÿje| {U}; (=vaststellen) stysÿrte {K}; (=besluiten) cicÿrale {U}; (=opmaken) reppe-mip {K}; ik concludeer hieruit dat ...: gress reppe-mip, den ....
conclusie:: (=besluit) cicÿralos {A}; tot de ~ komen (concluderen): cônkludere |..ÿje| {U}.
concours:: (=wedstrijd) tojesfsâ |..jestâ/..jefsâ| {C}.
concreet:: cônkrett {I}; (taalk) ~ substantief: cônkretter {C}, cônkrett supstantiviy {C} (in de Spok taal: alle woorden die in dit woordenboek met {C} zijn gemerkt).
concurrent:: cônkuratjen {C}.
concurrentie:: cônkurenšo {C}.
concurreren:: ~ met: tygtjastrette luft {U}; ~ tegen: cônkurere tukst |..ÿje| {U}.
condens:: (=vochtaanslag) wâs {S}, decc {S}; (=afzetting/aanslag) rékóf {Sef}; bedekt met ~: rékóf {I}.
condenseren:: wâsare {E}.
conditie:: côndišo {C}; in goede ~ (fit, fris): hirt {I}.
condoléance:: armtroos {A}; pour ~: lef ralpoirr {C}.
condoleantie:: armtroos {A}.
condoleren:: armtroe {K}; gecondoleerd!: lef armtroos! {A} (afk= l.ar.), lef ralpoirr! {C}.
condoom:: côndomiy {C}.
conducteur:: (op trein of tram) gert {C}; treno-gert {C}; trem-gert {C}.
confectie:: (zn: kleding) fest-tûrgiy helbi {C}; confectie•: fest-tûrgiy {I}.
conferentie:: cônferenšo {C}.
conferentiecentrum:: cônferenšo-sentrym {C}; zie ook Conferentiecentra in .
confereren:: cônferere |..ÿje| {U}.
confiscatie:: stat-zro'efos {C}.
confisqueren:: stat-zro'efe {Krs}.
conflict:: (botsing) hasos {A}; in ~ komen met iemand: haseberme raste {Krs}; we komen met onszelf in ~: kirro senae (rs!) haseberme.
conform:: niet ~ (anders dan): âfriye {VZ}; de uitspraak van de rechter is niet ~ de eis: ef dekeniyer baxeskaros melde âfriye ef blaffos; »volgens.
conformeren:: zich ~ aan: cônformere fes |..ÿje| {U}.
conformering:: cônformašo {C}.
confrontatie:: cônfrontašo {C}.
confronteren:: ~ met: cônfrontere kaf/sumâ |..ÿje| {K}; geconfronteerd worden met (zich gesteld zien voor): cÿrbo'estre {K; gst= cÿrbós; wst= cÿrbo'est•}; (ook positief) hij wordt geconfronteerd met een enorme winst: do cÿrbo'estre eft enorma quamp.
confuus:: (=verward) werf {I}.
congres:: côngress {C; mv= côngresa}.
congrescentrum:: côngress-sentrym {C}; zie ook Congrescentra in .
conjunctie:: (=voegwoord) yplemerer {C}.
conjunctief:: (taalk: aanvoegende wijs) cônjunktiviy {C}.
conjunctuur:: cônjunkturiy {C}.
connectie:: cônekšo {C}.
consciëntieus:: (=nauwgezet) višola {I}.
consequent:: dres-oaro {I}.
consequentie:: cônsecenšo {C}; (gevolg[trekking]) qugjoho {C}.
conservatief:: cônservateff {I}.
conservator:: (in museum) cônservater {C}.
conservatorium:: cônservatorym {C}.
conserven:: (mv: voedsel) sivve-poirestâ {C}.
conservenfabriek:: cônserveriff {C}.
conserveren:: (voedsel ed) cônservere |..ÿje| {K}; (=bewaren) sivve {K}.
conservering:: (het bewaren) sivvos {C}.
conserveringsmiddel:: cônservere-tiyn {C}.
consistent:: cônsistent {I}.
consistentie:: cônsistenšo {C}.
console:: (steun voor [boeken]plank) nregtâârp {C}.
consonant:: cônsonent {C}.
constant:: (=doorlopend/aanhoudend) fartâzjet {I}; (=onophoudelijk/doorlopend) jÿrðen {I}; (=voortdurend) nert vluf tur velk (afk= nv/v).
constateren:: cônstatere |..ÿje| {K}, dres-miype {K}.
constatering:: cônstatašo {C}, dres-miypos {C}.
constituent:: cônstituentiy {C}.
constitutief:: (nauwkeurig de grondwet volgend: v politieke partij in Spok) cônstituteff {I}.
constitutioneel:: cônstitušonela {I}.
constructeur:: cônstruerr {C}.
constructie:: cônstrukšo {C}, ðônos-riffos {C}.
constructief:: cônstrukteff {I}.
construeren:: cônstruere |..ÿje| {K}, ðônos-riffe {K}.
consul:: zâlbinasmip {C}.
consulaat:: zâlbinasofiss {Crs; mv/rsmv= zâlbinasofiser}; (vertegenwoordiging v Spok in het buitenland, maar lager in rang dan "consulaat", en zonder diplomatieke onschendbaarheid) lozôstjemm {C}; zie ook Consulaten in .
consult:: (=raadpleging) sûpolos {A}.
consultatiebureau:: sûpolosért {C}.
consument:: cônsument {C}.
consumptie:: (=vertering) tijâkeldos {C}; (het nuttigen v iets) leldos-luft {C}; (=gelag: in café) mipojelstos {C}.
consumptief:: cônsumpteff |..mt..| {I}.
contact:: côntakt {C}; (=relatie) cijazutos {A}; ~ zoeken met: noftate-armt {K}; geestelijk ~ (communicatie): sÿsiyxmos {A}; ~ hebben met; ~ opnemen met: côntakte lef {U}; ~ leggen [met]: ef riffe eft cijazutos [lef]; ~en leggen: ef riffe cijazutosz.
contactpersoon:: noftate-armt-veldur {C}.
container:: container |côntener| {C}.
contant:: mip ef hent (afk= m.e.h.).
contemporain:: (=eigentijds) ðÿrfortiy {I}.
context:: côntekst {C}.
continent:: (=vasteland) festšark {C}.
continueren:: sompe {K}.
continuering:: sompos {C}.
continuïteit:: sompos {C}.
conto:: cônto {C}.
contour:: ~[en]: pô'as {C}.
contra:: (=tegen) ûqu {VZ}.
contract:: côntrakt {C}; (schriftelijk) bjeltafiy {C}.
contractueel:: côntraktuela {I}.
contrast:: (lett) psétlacaros {C}; (fig) psétlacaros {A}; (=tegenstelling) pallesÿrtos {Ars}; een ~ tussen A en B: eft pallesÿrtos jen A jen B; in schril ~ met: fes eft ommon psétlacaros armt.
contrasteren:: ~ met (lett/fig: zich aftekenen tegen): psétlacare lef {Upr}; iets ~ met iets (lett/fig: iets aftekenen tegen): psétlacare flaju lef flaju {K}; A met B ~: ef pallesÿrte A tygtja B.
contrastering:: (lett) psétlacaros {C}; (fig) psétlacaros {A}.
contributie:: smurf-kettos {C}.
controle:: côntrolos {C}; (het nakijken) queffos {A}; nauwgezette ~ (nauwgezet onderzoek): ópiyr {C}; onder ~ krijgen/hebben (beheersen): wehave {K}.
controlelampje:: lédotat {C}.
controlepost:: côntrolere-putiy {C}.
controleren:: côntrolere |..ÿje| {K}; (=nakijken) queffe {K}.
controleur:: côntrolerr {C}.
conventie:: cônvenšo {C}.
conventioneel:: cônvenšonela {I}.
conversatie:: jafestos {C}.
converseren:: jafeste {U}.
convocatie:: zampôr-rupkos {C}; (schriftelijke bekendmaking) lydafiy {C}.
Cook-eilanden:: Cook-ilesets {Gef/mv}.
cool:: (pop) cool |Eng.| {I}.
coöperatie:: cooperašo {C}.
coördinatie:: coordinašo {C}.
coördineren:: coordinere |..ÿje| {K}.
copuleren:: ðônos-slape {U}.
copyright:: copyright |Eng.| {C}.
correct:: (in orde) quâf {I}; (=onberispelijk) hudelira {I}.
correctheid:: quâfe-tiyn {A}; politieke ~: politiyca quâfe-tiyn.
correctie:: quâfos {C}.
correspondentie:: côresponderos {C}; (=briefwisseling) letraos {C}.
corresponderen:: (briefwisseling) côrespondere |..ÿje| {U}; ~ met: letrae {K}.
corrigeren:: quâfe {K}.
corrosie:: oaji {S}; (=afzetting/condens) rékóf {Sef}; bedekt met ~: rékóf {I}.
corrosief:: côroseff {I}.
corrupt:: xipaliy {I}.
corruptie:: fesmitos {A}.
Corsica:: Côrsica {G}.
Costa Rica:: Côstarica {G}.
Costaricaan:: Côstaricany {Cef}.
Costaricaans:: (bv) côstarica {IIef}; ~e vrouw: Côstaricana {Cef}.
coulant:: armtganelira {II}.
coulisse:: coliss {C; mv= colises}, bunâpaafâ {C}.
coupe:: (voor ijs ed) copa {C}.
coupé:: (in trein) ÿrzjôdelos {C}; (tweepersoonsauto) qupé {C}.
couperen:: ba'efrare {K}.
couplet:: (=strofe) zimalo {C}.
coupon:: (rest stof) tâpre-kanas {C}; (rentebewijs) qupôn {C}.
coupure:: ba'efrÿnos {C}; (bankbiljet/effect) qupurr {C}.
courant:: (=gangbaar) lennelira {I}.
couvert:: (=bestek) toleftelÿ {C}.
coveren:: (autobanden v nieuw rijvlak voorzien) lâgume {K}.
cranberry:: »lepeltjesheide.
creatie:: (wat gecreëerd is) qummertos {C}; (het creëren) qummertos {A}.
creatief:: riffiy {I}; hij is erg ~/handig: do lelperre sers ÿrliriys armt jadâk hent.
creativiteit:: riffek {C}.
crèche:: efanty-gert {C}.
creditcard:: krediyt-kârta {C}.
crediteren:: armtstinde {K}.
creditering:: armtstindos {A}.
creëren:: (=maken) riffe {K}; (=scheppen) qummerte {K}.
crematie:: koffon-buros {C}; (lijkverbranding: met Erg-ritueel) inaflôf {C}.
crematorium:: bure-tômp {C}; zie ook Crematoria in .
crème:: (=zalf) cremm {S}.
crèmekleurig:: aljâgôtso {I}.
cremeren:: (=verassen) koffon-bure {K}.
criminaliteit:: (=misdadigheid) péršiytôc {C}.
crimineel:: (=misdadig) péršiyt {I}; (=criminologisch: betreffende de misdaad) criminologise {I}.
criminologie:: criminolôiy {C}.
criminologisch:: (=crimineel: betreffende de misdaad) criminologise {I}.
criminoloog:: criminolôche {C}.
crisis:: crisiy {C}.
criterium:: messer {C}.
criticus:: critiycer {C}.
crossen:: (sport: op ruw terrein rijden) crôse {U}.
croton:: (kamerplant) crotôn {C} (L. Codiaeum variegatum).
crowdfunding:: crowdfunding |Eng.| {C}, hâliyne-finanšeros {C}.
crucifix:: crusifiyx {C}.
Cuba:: Cuba {G}.
Cubaan:: Cubann {Cef}.
Cubaans:: (bv) cuba {IIef}; ~e vrouw: Cubana {Cef}.
culinair:: culinariy {I}.
cultureel:: cûlturela {I}; bureau voor culturele zaken: (ong) aniâ-ofiss {C}.
cultuur:: cûlturiy {C/S}; zie ook Cultuur in .
curatele:: onder ~ staan/stellen: ef farte/sÿrte fes ef pôr {SC}.
curator:: pôr-putter {C}.
cursief:: (lettertype) kjârt {I}.
cursus:: curs {C}, fartos {C}.
curve:: (kromme [lijn]) kûrf {C}.
CV:: (centrale verwarming) SK {C}.
cyclaam:: (kamerplant) sylcem {C} (L. Cyclamen persicum).
cycloon:: gremóns {C}.
cycloop:: (=eenoog) éreitiy {C}, siyklopiy {C}.
cyclus:: cÿrup {C}.
cynisch:: synise {I}, nehozâviy {I}.
Cyprioot:: Sypreso {Cef}.
Cyprisch:: (bv) sypres {IIef}; ~e vrouw: Sypresa {Cef}.
Cyprus:: Sypres {G}.
cyrillisch:: syrilise {I}.
© (2000) De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DICTIO