Woordenboek
Spokaans-Nederlands | Nederlands-Spokaans
Spokaans—Nederlands A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Nederlands—Spokaans
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
H:: {afk} »hâje.
:: [h] {afk} »herco.
Hab:: {afk} »Habakûk.
Habakûk:: {N} (afk= Hab) (bijbel) Habakuk.
hâbâr:: {I} verwilderd (dieren).
hâbârc:: {I} beestachtig.
hâbârciy:: {C} woest dier.
hâbâre:: {U} verwilderen.
hâbâros:: {C} verwildering.
habilem:: {I} handig.
habilemiy:: {A; mv=enk} handigheid (het handig-zijn).
habitat:: {C} habitat.
habry:: {I} slangachtig; lang en slap en kronkelig.
habrymilâ:: {C} tentakel.
habrynes:: {C} dier met een lange snuit; (dl= Peg) olifant.
hâc::
Hâcer:: {F}.
hâchys:: {S} hasjiesch.
hâclar:: {I} boeiend.
Hâcô:: {F}.
Hacori:: {J}.
Hacori-fôresta:: {G} (bos; gemeente Piroes); .
Hâcôstater:: {F}.
Hâcÿr:: {G} (stad in Bloi); (DOM 147).
Hâcÿr-Seert:: {N} (kasteelruïne; gemeente Hâcÿr); .
hadra:: {C} praal, pracht, pronk.
hadrae::
hadra-kul:: {C} praalgraf.
hadraos:: {C} etagère, pronkkastje.
Haðÿšâ-korda:: {N} (Erg kerk; gemeente Crelco); .
Hafegge:: {G} (voormalig šarkdomenn = de tegenwoordige gemeente Sinto-Hafegge); .
Hafonis::
Hafonis-klemk:: {N} (»klemk; gemeente Hafonis); .
Haften:: {F}.
hâfter:: {III} (dl= Centraal-Berref/Tigof) misschien.
hâfteralaer:: {C} lotgenoot.
hâftere:: {E} gebeuren; plaats vinden; aan de gang zijn.
hâfteros:: {C} gebeurtenis; toedracht, verloop; dena teoriy melde kusami eft quista nalém ~: die theorie is hier goed op zijn plaats.
hâfterôsta:: {Cmv} wedervaren.
Hâg:: {afk} »Hâga.
Hâga:: {N} (afk= Hâg) (bijbel) Haggai.
Hâgdem:: {F}.
hâgeter:: {C} Engelse vliesvaren (L. Hymenophyllum tunbrigense).
hâgg:: {gst} »hâgme.
•hagge:: {SXimpr > g} (oorspr "met een heg omgeven weiland"; vgl hagiy = haag/heg; in enkele geografische namen, zoals Amahagge, kordahagge en Huragge; in laatste naam is de h weggevallen).
hagiy-vildul:: {C} Christusdoorn (L. Gleditsia triacanthos).
hagiy-vycc:: {S} heggenwikke (L. Vicia sepium).
hagiy-wÿsger:: {C} haagwinde (L. Calystegia sepium).
hâgme:: {U; gst= hâgg} bezwijken, de geest geven.
hâgmos:: {A} bezwijking.
Hâgta:: {G} (beek; gemeente Quandepâ); .
Hâgta-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Quandepâ); .
Hâgtâs:: {G} (eilandje in Ef Moefiy); .
Hâgtâs-nûrcus-pônt:: {N} (spoorbrug over Ef Moefiy, naar het eilandje Mantahynne); .
hâgte:: {K} kijven [tegen].
hâgypale:: {U} ~ beri: voldoende zijn, genoeg zijn; ef môntyos melde pip ~lira hupster: het probleem is al groot genoeg (het hoeft niet nog groter te worden); sest vÿr fotels melde ~lira pert: vijf van zulke fouten is meer dan genoeg; luft ef nert ~lira nocmes: tot overmaat van ramp; »hâles.
hâgypalelira:: {tdw} »hâgypale.
hagyre:: {K} [op]wekken (v verwachtingen).
hagyros:: {A} opwekking (v verwachtingen).
ha'itiy:: {IIef; mv=enk} Haïtiaans (bv).
Ha'itiy:: {G} Haïti.
Ha'itiyna:: {Cef} Haïtiaanse vrouw.
Ha'itiyno:: {Cef} Haïtiaan.
haiym:: {C} dekbalk (scheepsterm).
haiyrum:: {I} belendend; ef ~ arfinvelkiy: de naaste toekomst.
haiyrume:: {U} ~ sumâ: (lett) [aan]leunen tegen; (= »hae + »rume).
haiyrumos:: {C} leuning, balustrade.
Haj:: {F}.
hâjach:: {C} achterbuurt, sloppenwijk.
Hajajan-goftius:: {N} "Jongensflat" (studentenflat in Amahagge); .
hajajan-quanka:: {C} jongensnaam.
Hajde:: {F}.
haje:: {C} haai; blotter ~: blauwe haai (L. Prionace glauca).
Hajé:: {F}.
haje-draca:: {C} reuzenhaai (L. Cetorhinus maximus).
Hajeg:: {G} (riviertje van Hajega-gebergte naar de Kjoep); .
Hajega:: {N}
Hajega-Bencôri:: {G} (stad in Ben).
Hajega-tobergÿ:: {G} (gebergte in Centraal-Ben; brongebied vd Kjoep); .
Hajegge:: {F}.
hajemafiy:: {C} getuigschrift, attest, testimonium.
hajeme:: {U} getuigen; (= »hae + »jiyme).
hajemjere:: {K} getuige zijn van.
hajemjerer:: {C} supporter (v sportclub).
hajemos:: {A} getuigenis; getuigenverklaring; ef ucjyfe rst/flj mitai ef ~: iets/iemand in de gaten houden.
Hajequû:: {G} (stad in Munt); (DOM 123).
Hajetuni::
haji:: {C} (naam vd letter H).
hajime:: {U} hameren, timmeren.
hajimo:: {C} hamer.
hajimo-meve:: {C} "hamermeeuw" (zeldzame meeuwensoort, vrnl langs kusten vd Kjûpur-zee) (L. Larus hamatus).
hajimos:: {C} gehamer, getimmer.
Hajisen:: {G} (stad in Ziyp); (DOM 52).
hajiy:: {III; =vk v tevi} minder graag; gress quardere ~ ef dokerats dus Elsa paine: ik ga minder graag naar de bioscoop dan Elsa; »bladide; »tevi.
hajô:: {C} rotspunt, vooruitstekende rots.
Hajodryn-agru:: {G} (bergtop in Ziffon-gebergte; 855 m hoog); .
Hajofese:: {G} (stad in Ziyp); (DOM 53-54).
Hajô-fiysdiy:: {N} "Uitverkoren rotspunt" (klooster uit 1493, op de plek waar nu het stadje Hajofese ligt); ; (DOM 53-54).
hajoice:: {U} ~ gÿrs?: hoe maakt u het?; hoe gaat het met u? (beleefde frase).
hajôlen:: {C} kruk; hoge stoel.
Hajopaca-agru:: {G} (bergtop in Ziffon-gebergte; 820 m hoog); .
Hajopaca-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Conityje); .
hajyne:: {I} tarwe•, van tarwe gemaakt; »hay.
hajyrâpo:: {C} tarweakker.
hajyÿt:: {C} tarwebrood.
hakéf:: {C} [onder]pand.
hakéfe:: {K} verpanden.
hakéfos:: {C} statiegeld; ef hófe eft ~ kaf flj: statiegeld heffen op iets.
haker:: {C} (arch/dl= Tigof) vinger.
hâkos:: {C} beitel.
hâksa:: {C} stroming, stroom (water); furt ef ~: met de stroom mee.
hâksos:: {C} leiding, buis (voor vloeistof).
Hakvaniy:: {F}.
Halâ:: {F/J}.
hâla:: {C} welkom, welkomstgroet.
halac:: {S} (bepaald soort bittere andijvie, met hartvormige bladen).
Halâf::
Halâf Ur Steen:: {F}.
hâlâf:: {C} idioot gedrag; gekte.
hâlâfer:: {C} idioot, gek (zn).
hâlâfiy:: {I} idioot, gek (bv).
Halan:: {F}.
Halân:: {F/J}.
Halaresto::
Halaresto-fonis::
Halari:: {F/J}.
Halari Hecoiy-vjadûk:: {N} (viaduct over de Plafotô in de M33); .
Halari-pônt:: {N} (brug over de Trendon in Jatty (BF)); .
Halâs:: {J}.
Halasdre:: {F}.
Halass:: {J/M}.
Halâtea:: {F}.
hâldrec:: {C} bruiloftspastei (traditioneel Spok gerecht bereid met honing, dat door de bruidegom met zijn mustknyf aangesneden moet worden).
Hâldrecs ur halfâmpiyyas:: {N} (titel kinderboek); .
hale:: {K} doormaken.
hâle:: {U} schreien, wenen.
Hâlef:: {F}.
halefiytje:: {K; gst= halefiytt} onthouden, nog weten.
Halefiytjô:: {G} (stad in Jelafo).
halefiytjos:: {A} geheugen.
halefiytt:: {gst} »halefiytje.
Hâlef TC:: {N} (fabriek v remsystemen en liften, in Tanbÿr); .
Haleftiy::
Haleja:: {M}.
Halepoai:: {G} (stad in Renô).
Halepoai armt ef Kjoep::
Halepoes:: {G} (šarkdomenn tot 1850; daarna opgegaan in de gemeente Halepoai armt ef Kjoep); .
hâleskett:: {I} onuitputtelijk.
Halest:: {F}.
Halest-Meen:: {G} (stad in Ben).
Haleu:: {G} (stad in Tjemp).
halfâmpiyya:: {Crs} kerstpastei (in RK delen v Spok); gerecht bij feestelijke gelegenheden (in de rest v Spok).
halin:: {C} jukbeen; ef lelperre ekaiyn ~s: niets of niemand ontzien; over lijken gaan.
hâliyne:: {K} deelnemen aan.
hâliyne-finanšeros:: {C} crowdfunding.
hâliyner:: {C} deelnemer.
hâliynos:: {C} deelneming, deelname.
hall:: {C} hal, gang, vestibule.
hâlm:: {C} halm, aar.
Hâlm:: {F}.
hâlm-krutt:: {C/S} kropaar (grassoort) (L. Dactylis glomerata).
Haloagge-fôresta:: {G} (bos; gemeente Mozent); .
Haloagge-klemk:: {N} (»klemk; gemeente Mozent); .
Haloagge-kôl:: {G} (bergpas in Kulano-gebergte; 586 m hoog); .
Haloagge-mirra:: {W} ; (DOM 36).
Haloa-teatriy:: {N} (populair vloertheater in de Gûca-wijk te Hirdo); ; (DOM 36).
haloe:: (= haloiy) {!} hallo!.
Halofiysta:: {F}.
halogeniy:: {S} halogeen.
halogeniytat:: {C} halogeenlamp.
haloiy:: {!} »haloe.
Halôk:: {J}.
Halôk ur Murre:: {N} (naam ve toneelstuk); .
Halorius:: {J}.
hâlos:: {C} geschrei, geween.
Hâlra:: {G} (riviertje; gemeente Jatty (BF)); .
Hâls:: {F}.
halt:: {!} halt!, stop!.
halte:: {U} halt houden.
haltoare::
haltoe:: {U} (intrans) vertragen, trager worden.
haltoos:: {A} vertraging.
Halyna::
Hâlyrf:: {M}.
Hâlÿstiy:: {F/J}.
hâm:: {C} (lett) kader, rand (ergens omheen); fes ef ~: marginaal (beknopt); (ihb) slotgracht; (dl= Tigof/Lomky) zoom (in textiel).
hamacâ:: {C} hangmat.
hâmare:: {K} afzetten (omranden); eft sluja, hâmar pai furo: een met bont afgezette mantel.
hâmburgiy:: {C} hamburger.
hâme:: {C} tjiftjaf (vogel) (L. Phylloscopus collybita).
hamiy:: {C} haam, halsjuk (v trekdieren).
Hamiy:: {F}.
Hamiy-blufk::
Hamiylle:: {F}.
hamiy-vélp:: {C} drieteenmeeuw (L. Rissa tridactyla).
Hamja:: {M}.
Hâmliy:: {F}.
Hamm:: {G} (dorp; gemeente Doe).
Hamm-belt:: {G} (dorp; gemeente Doe).
Hamm-prusot:: {G} (dorp; gemeente Doe).
hamorotiys:: {Cmv} aambeien.
hâmos:: {C} paneel.
hâmos-âsesoriys:: {Cmv} hang-en-sluitwerk.
hâmp:: {C} zonderling, excentriekeling.
hâmpaji:: {I} roerloos.
hâmpus:: {I} (fig) uitgekookt, uitgerekend.
hâmsto:: {C} »hâmstro.
hâmstro:: {C} hamster (knaagdier) (L. Cricetus cricetus).
Hâmstro:: {N} "Hamster" (grote supermarktketen); .
Han:: {F}.
hân:: {III} hierheen, hier naar toe.
hânc:: {C} (pop) vent, kerel, gozer.
hânclabiy:: {C} (afk= hcl) [de] hartelijke groeten, met vriendelijke groet; hoogachtend (maar minder formeel); (het is niet beleefd om de afkorting als afsluiting ve zakelijke brief te gebruiken).
Hândiy:: {F}.
hâne:: ~ hennâ: {III} van hot naar her.
Hâne:: {J} Han, Hannes.
Hânes:: {J} Hannes.
Hâness:: {F}.
hâng:: {SC} vreugde; furt kost ~: tot mijn vreugde.
hânga:: {C} vreugdekreet.
Hânis:: {J} Hannes.
Hânk:: {F}.
Hânne:: {J} Han.
hanntel:: {vdw} »hanntele.
hanntelare:: {K} schrijven (v boek, verhaal); do ~ eft storâs kura ef wÿsÿr: hij schrijft een verhaal over de oorlog/dat over de oorlog handelt (lett: "hij laat een verhaal over de oorlog handelen").
hannteloroni:: {C} wederkerend voornaamwoord ("zich").
hanntelos:: {C} handeling.
Hanse:: {M}.
Hânse:: {J} Hans.
Hanse Quela:: {F}.
hant:: {gst} »hantre.
hântefare:: {K} beramen (v plan).
hântefaros:: {A} beraming (v plan).
hântefe:: {K} met eerbied behandelen; eerbiedigen, eerbied hebben voor.
hântefos:: {C} eerbiedige behandeling.
hantlot:: {C} kluis, safe.
hantre:: {K; gst= hant} sluiten, op slot doen.
hantros:: {C} sluiting, het sluiten.
haógare:: {K} inzien (willen begrijpen); ef finne beri ~: doorkrijgen (beginnen te begrijpen).
haóge:: {K} (alg) begrijpen, (be)vatten; (fig) inkrimpen, verminderen; ~ ón: verstaan onder; tu ~ kluft ón eft esne?: wat versta jij onder een ezel?.
haóge-fes:: {U} ~ tukst: inboeten aan; ef vrestos haógo-fes tukst eft populerr sport: worstelen heeft als populaire sport ingeboet.
haógos:: {A} (fig) inkrimping, vermindering.
haole:: {U} ~ beri: zo goed/vriendelijk zijn om (verzoek).
hâp:: {C} hop (plant) (L. Humulus lupulus).
hâp-durlofa:: {C} hopklaver (L. Medicago lupulina).
Haper:: {G} (dorp; gemeente Xenâhe).
Happy Bottle Company:: {N} (afk= HBC) (fabrikant v frisdranken en vruchtensappen in Bôrâ); .
hâpyhurt:: {C} herdershond.
hâpyja:: {C} schaap (ntr); eft sruttelira ~: (fig) een heet hangijzer; ef ÿlane lo eft koffon ~: zwijgen als het graf; ef râše sener ðÿr ~s: je eigen boontjes doppen; vilt bent ~ melde ef bent tÿfos/tyfos: die het eerst komt, het eerst maalt.
Hâpyja-ager:: {N} (badstrand; gemeente Kurriy); .
hâpyja-âgt:: {C} schapenzuring (L. Rumex acetosella).
hâpyja-dârnel:: {S} "Spokanisch raaigras" (L. Arrhenatherum ovinum).
Hâpyja-fonis:: {G} (inham; gemeenten Balison en Fexa); .
Hâpyja-fôresta:: {G} (bos; gemeente Hoggebim); .
hâpyja-kelte:: {C} schapenboer.
hâpyja-kles:: {S} schapengras (L. Festuca ovina).
hâpyja-mindakles:: {S} rood zwenkgras (L. Festuca rubra).
hâpyja-nurp:: {C} (fig) uilskuiken, stommerik.
hâpyja-orter:: {C} zandblauwtje (plant) (L. Jasione montana).
Hâpyja-poentel:: {N} (herberg bij Eeneteree); .
Hâpyja-seert:: {N} (uitspanning/café in Amahagge); .
Hâpyjasta:: {G} (dorp; gemeente Hoggebim).
Hâpyjasta-bincos:: {N} (autoveer op de Kjoep); .
hâpyja-sûms:: {C} schapenhorzel (L. Oestrus ovis).
hâpyjatiyse:: {S} schapenvlees.
Hâpyja-wik:: {N} (badstrand; gemeente Liyrotyka); .
har:: {I} even, een beetje; ~ futtof âke zurt: even voor achten; do melde ~ fes 20: hij is even in de 20; ef melde gulder den tu cÿrtire ~ gress: je kunt me beter even[tjes] helpen; ~ ef tork (afk= h.e.t.): nogal, tamelijk, vrij; ~ ef tork net-...: niet al te ...; eft ~ ef tork net-naracc wufmip: een niet al te beknopt woordenboek; dena oto melde ~ ef tork net-vita: deze auto is niet al te snel; (vgl) dena oto melde ~ ef tork lôftquar: deze auto is nogal langzaam.
Har:: {F}.
Hara:: {F/J/M}.
hârâ:: {vdw} »harre.
Harâfloja-Ÿrtuhaj:: |-ÿrtuha| {G} (stad in Renô).
harbariy:: {I} gedienstig.
harbatjen:: {C} dienstbode, dienstmeisje.
harbatjena:: {C; mv= harbatjenÿ} serveerster, dienster (in restaurant).
harbe::
harber:: {C} kelner, ober; bediende; huisknecht.
Harboembo-lirrotiy:: {W} ; (DOM 211).
Harboembo-Opper:: {N} (tankstation langs de M8; gemeente Ðark); .
Harboembo-pârc:: {N} (begraafplaats; gemeente Ðark); .
Harboembo-Wefot:: {N} (tankstation langs de M8; gemeente Ðark); .
harbos::
Hârca-Tijÿ:: {G} (dorp; gemeente Mollefin).
Hardiy:: {F}.
hardlap:: {I} hoog; ef fesrigts pónsecos ~ terat: de toegangsprijzen kunnen omhoog.
Hardlap Akademiy:: {N} (hardlap »akademiy, gezien als Spok onderwijsinstituut); .
Hardlap Instituša:: {N} (hardlap »instituša, gezien als Spok onderwijsinstituut); .
hardlapiy:: {C} hoogte; eft ~ rifo 3m: een hoogte van 3 m; 3 m hoog; eft portâ/mintepot ~: een kleine/grote hoogte; eft vildul âfry 12m ~: een boom van 12 m hoog.
hardlapiy-baniylos:: {C} hoogtevrees.
hardlap-piti:: {C; mv= ~ye} regenwulp (L. Numenius phaeopus).
hardlap-pitiye:: {mv} »hardlap-piti.
hardlap-tobergÿ:: {C} hooggebergte.
harett:: {S} "haretisch marmer" (lichtgroen tot wit gevlekt; uit de zuidelijke bergen v Neze).
hârg:: {I} glibberig.
Hârin:: {F}.
Hârin-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Lift); .
harjutô:: {I} gierig en aardig; gierig en vriendelijk (alsof men juist heel gul is).
hârmes:: {gst} »hârmsje.
hârmoniy:: {C} harmonie (muziekgezelschap).
hârmsje:: {K; gst= hârmes} verwerken.
hârmsjos:: {C} verwerking.
harre:: {U; vdw= hârâ} ~ ón: toekomen aan; ef smurf nert ~ ón tu: het geld komt jou niet toe.
hârt:: {S} hars.
Hârt:: {F}.
Hârta:: {F}.
Hartariys:: {J}.
Hârta-Ryšo:: {N} (bekende encyclopedie); .
hârt-éšy:: {C} pluimes (L. Fraxinus ornus).
hartiy:: {C} kans; ef ~ zirde blef ef argerat, den ...: het is niet uitgesloten dat ...; er is een kleine kans dat ...; ef ~ furt flj: een kans op iets; gress nert kette eft ~ ón tu: ik geef jou geen kans; embaraše-tûe ef ~: neem je kans waar.
hârtiy:: {C} vossenbes, rode bosbes (vrucht); »tohârtiyÿ.
hartiyare:: {K} ~ [beri/den]: de kans krijgen [om]; de kans lopen [om/op]; aan te pas komen.
hartiye:: {U} ~ beri/den: de kans hebben om.
haryt:: {I} verongelijkt.
haryte:: {K} verongelijken.
harytos:: {A} verongelijking, het verongelijkt-zijn.
Has:: {G} (stad in Bloi).
hâs:: {S} (pop) hasjiesj, hasj.
Has-belt:: {G} (stad in Plefô).
hase:: {K} (fig) tot een botsing komen met.
haseberme:: {Krs} ~ rste: in conflict komen met iemand; kirro senae (rs!) ~: we komen met onszelf in conflict.
hâsiopente:: {K} bezwangerd/doordrongen zijn met (vocht, stank, slechte eigenschappen ed).
Has-Korda:: {G} (dorp; gemeente Trondom).
hâslâf:: {C} hazelnoot.
Hâslâf-kôl:: {G} (bergpas in Ziffon/Lafter-gebergte; 564 m hoog); .
hâslâf-rât:: {C} hazelmuis (L. Muscardinus avellanarius) (komt in Spok niet voor).
hâslâfs-vildul:: {C} boomhazelaar (L. Corylus colurna).
hasos:: {A} conflict, botsing.
hâss:: {!} foei!.
Hâss:: {F}.
hast::
hast•:: {wst} »hastre.
Hast:: {F}.
hâst:: {C} reu, hond (mnl).
hastae:: {K} poten (v aardappels ed); in de grond zetten (v jonge planten, bomen ed).
Hâstâf:: {F/J}.
hastam:: {C} »hastram.
Hastâm:: {J}.
hastames:: {C} »hastrames.
haste:: {K} »hastre.
Hastella::
hast-maquijy:: {C} struikrover.
hast-musicer:: {C} straatmuzikant.
hastram:: {C} fooi (ongebruikelijk in Spok); afscheidsgeschenk; talisman (voor onderweg).
hastre:: {K; gst= hast; wst= hast•} plaveien, bestraten.
hastrif:: {C} stratenmaker, wegarbeider.
Hâsty-helmy:: {G} (grot; gemeente Krappa); .
Hâsty-kôl:: {G} (bergpas in Krappa-gebergte; 420 m hoog); .
Hasyra:: {M}.
hatenx:: |X| {I} scheluw.
Hâterafatiy:: {F}.
hato:: {!} goedendag!, dag! (bij komen of gaan).
hatoe:: {U} ~ ón rst: afscheid nemen van iemand.
hatoos:: {C} afscheid.
hâtquzy:: {S} spinazie.
hatriy:: {I} haatdragend; hatend.
hatros:: {A} haat.
hâtse:: {U} achterblijven; achtergebleven zijn (niet opgeruimd zijn); pert tûst ~: er is veel stof achtergebleven.
hatt:: {gst} »hatre.
HâTu-lÿnts:: {N} (rederij, hoofdkantoor in Tunbas); .
Hâû:: {G} (beek door Hâutûnsch); .
Haugen:: {F}.
Hâutûnsch:: |hutûns| {G} (stad in Ziyp).
Hâveeriy-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Crânt en Lammafin); .
haverje:: {C} averij.
Havik:: {F}.
Hawaji:: {G} Hawaï.
Hâx:: {F}.
hay:: {S; rs= hae} tarwe; »hajyne.
Haÿe:: {G} (stad in Jelafo).
hay-ialef:: {C} tarweoogst.
Hay-seert:: {N} "Tarwehuis" (theater voor modern toneel en moderne dans in Hirdo); ; (DOM 208).
Hazâcki::
Hazâcki-kanol:: {G} (kanaal rondom Hazâcki-polder); .
Hazâcki-pôlder:: {G} (polder langs de Kjoep, oorspr Hazâcki-ses); .
Hazâcki-šark:: {N} (camping; gemeente Treek); .
Hazâcki-ses:: {G} (his: meer langs de Kjoep); .
Hazâki:: {F}.
hazâkiy::
Hazâky:: {F}.
Hâzeriy:: {F}.
H.B.B.C.:: {afk} »Husta Brÿr BC.
HBC:: {afk} »Happy Bottle Company.
hcl:: {afk} »hânclabiy.
HDK:: {afk} »Hûst rifo Rifo Diô-Keltiy.
heânto:: {C} schelvis (L. Melanogrammus aeglefinus).
heântóse:: {K} roeren.
heântósos:: {C} geroer.
h.e.a.r.:: {afk} »hear 2.
Heb:: {afk} »Hebreeës.
hebor:: {C} »Hebor.
Hebor:: {N} (groepstherapie om het individualisme en intuïtivisme te ontplooien).
heboreta:: {C} »Heboreta.
Heboreta:: {N} (Erg) Hemel, Godenwereld.
Heboretaka:: {N} (lichtschip); .
Heboreta-Kents:: {G} (voormalige Erg commune; gemeente Flem); .
Heboreta-lemnâs:: {N} "Hemelheuvel" (een vd 7 Koninklijke Grafheuvels op het landgoed Ef Sinto Aša); .
Heboreto-lemnâs:: {N} (grafheuvel; gemeente Abenatoðâ); .
heborettof:: {C} (Erg: feestdag als zerusstof samenvalt met de 1e dag vd Erg week).
Hebreeës:: {N} (afk= Heb) (bijbel) Hebreeën.
Hecâne Gyrrt:: {F}.
hecc:: {C} pan (om te koken).
Hecc:: {F}.
heccfâsto:: {C; mv= ..fâstôe; rsmv= ~tt} pannenlap.
heccfâstôe:: {mv} »heccfâsto.
heccfâstott:: {rsmv} »heccfâsto.
hecc-leftel:: {C} pollepel.
Hecoiy:: {J}.
hecrân:: {C} aambeeld; ef sÿrte flj kaf ef ~: iets aan de kaak stellen; »•ân; »mecrân.
Hecy:: {F}.
hédân:: {WD; gnp= ~er; gnz= ~ÿr; rs= ~n}
hédâner:: {gnp} »hédân.
hédânn:: {rs} »hédân.
hédânte:: {K} ~ ón: verwarren met, verwisselen met (v personen); gress ~ tu ón Elsa riyfain: ik verwissel jou altijd met Elsa; ik kan jou en Elsa nooit uit elkaar houden.
hédânÿr:: {gnz} »hédân.
heden:: {C} priester (heidens).
héder:: {C} heiden (persoon).
héderer:: {A; mv=enk} heidendom.
héderiy:: {I} heidens.
hédiyciy:: {Cef; mv=enk} (nominalisatie v hédiyc) ef ~: van elkaar, elkaars (meer dan 2); ef kasz melde ef ~: zij (meer dan 2 personen) hebben elkaars jassen aan; de jassen zijn van elkaar; zij hebben hun jas met elkaar geruild.
hedlôs:: {C} roe[de].
hédrâgte:: {Krs} veroveren.
hédrâgter:: {C} veroveraar.
Hedrâgter:: {F}; »Rakâlle.
hédrâgtos:: {C} verovering.
Heeder:: {F}.
Heeder-taris:: {N} (wolkenkrabber in Bôrâ); .
Heedrâghte:: {J}.
Heedrâgter:: {F}.
Heef:: {F/J}.
Heefa:: {M}.
Heef-Petriy:: {J}.
Heegarâc:: {F/J}.
Heegg:: {F}.
Heegiy:: {J}.
he'eke:: {U} mekkeren (geluid v geit).
Heelda::
Heelfer::
Heelferex ef Ses:: {N} (meertje; gemeente Famon); .
Heelfer-seyrt:: {N} "Heelfer-huis" (museum in Amahagge); .
Heeliy:: {J/M}.
Heels:: {F}.
Heelst-wuma:: {G} (bos; gemeente Kjefa); .
Heelver:: |hélfer| {F}.
Heemân:: {F}.
Heemârÿr-staðon:: {N} (voetbalstadion in Amahagge); .
Heemen:: {F}.
Heen:: {F}.
Heenef:: {F}.
Heenôše:: {F}.
Heenôše Zyftoen:: {F}.
Heeps:: {Gmv} (riviertje van Azÿ-gebergte naar Ef Laboh); .
Heepsy-agru:: {G} (heuveltop, 462 m hoog; gemeente Aagee); .
Heer:: {F}.
Heeriys:: {N} (mnl personificatie vd Moed); .
Heeriys-verkât:: {C} bittere kleibosrussula (L. Russula pseudointegra).
Hees:: {F}.
héf:: {I} verlamd, lam.
héfare:: {K} verlammen.
héfe:: {U} verlamd zijn.
heferg:: {TW} zeven (7); (evtl gevolgd door ENKELvoud) ~ mimpit = ~ mimpits: zeven boeken.
Heferg:: {F}.
747:: |heferg-fâr-heferg| {N} (bar bij motel The Planes in Fjeso); .
hefergsa:: {TW} zeventig (rekenkundig).
Hefergseert:: {G} (dorp; gemeente Pajiy).
heferg-star:: {C} zevenster (plant) (L. Trientalis europaea).
heferg-zemper-terder:: {C} »zemper-terder.
héfos:: {C} verlamming.
heft:: {C} orde, geregelde toestand; rust; kusami eft ~ melde: hier gaat alles volgens de regels; hier heersen orde en regelmaat.
hégg:: {C} (in muur) kogelgat, bres; (in schip) patrijspoort.
héggere:: {K} bestoken, beschieten (v vesting ed, met kanon).
Hegpâlmazef:: {F}.
Hegt:: {F}.
Hegtence:: {J}.
hehe:: {!} meh! (geluid v mekkerende geiten).
Heissman:: {F} (Dui).
heiyg:: {C} beemdkroon (plant) (L. Knautia arvensis).
hek:: {C; mv= hÿke} kraan (v water, gas ed).
heke:: {K} spannen (v trekdier).
hek-grent-riyn:: {C} kraanleertje; »grent-riyn.
Hekory-ager:: {N} (badstrand; gemeente Fraja); .
Hekory-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Mûninû); .
Hekory-môjôl:: {N} (houtzaagmolen aan de rivier Berÿmt; gemeente Mûninû); .
Hekory-môliy:: {G} (»môliy in district Ales); .
Hekory-nes:: {G} (militair oefengebied); .
Hekory-soza:: {N} "Hekory-worst" (traditionele worst uit de agrarische streek v Ales; gekruid en gerookt rundvlees, geliefd als broodbeleg en borrelhapje); .
Hekory-rutt:: {N} (naam voor een fraaie, met borden gemarkeerde, toeristische route over de Hekory-môliy en Huron-môliy); .
hekto•:: {PX} hecto•; »deka•.
hektogrâma:: {C} (afk= hg) hectogram, ons.
hektojak:: {C} (afk= hj) hectare, bunder; 2 ~s yšiqur: 2 hectare grond.
hektolitriy:: {C} (afk= hl) hectoliter.
hektometer:: {C} (afk= hm) hectometer.
helbe:: {K} kleden.
helbe-riffos:: {C} "kleedmaking" (voorbereidende handelingen ve Erg geestelijke, alvorens de plechtigheid begint: gewaad aantrekken, schminken ed).
helbi•:: {PX} (vormt begrippen die met kleden/kleding te maken hebben) (bijv) râg/helbirâg: borstel/kleerborstel; »helbi-.
helbiatjen:: {C} (assistent in een Erg kerk die samen met de geestelijke[n] een huwelijk, crematie ed voorbereidt).
helbiblo:: {C} klederdracht (traditioneel); .
helbicaf:: {C} kleedkamertje, kleedcabine (bij zwembad ed; groter dan »helbikeste).
helbikeste:: {C} kleedhokje (kleiner dan »helbicaf).
helbimâdros:: {C} strijkijzer.
helbi-meggor:: {I} ongekleed (niet volledig of vlgs de eis gekleed).
helbimit:: {C} garderobe, kleedkamer.
helbimunk:: {C} kapstok.
helbiôm:: {C} werkkleding (iha: kleding die bij het werk gedragen wordt; soms ook: =overall).
helbios:: {C} het [aan]kleden.
helbirâg:: {C} kleerborstel.
helbirif:: {C} kleermaker.
helbitiyn:: {C} kledingstuk.
helbiukér:: {C} boeren-werkpak (ihb op Teujan: zwart pak v gewatteerde stof, traditioneel gevuld met schapenwol, tegenwoordig ook met kunstvezels).
heldentar:: {I} dierbaar.
helderte::
helderte-kaf:: {U} aanslaan (bij onraad beginnen te blaffen).
heldertos:: {C} (alg) geblaf; (pop) hond die veel/hard blaft.
Heldrec:: {F}.
Heldrec & Delst TC:: {N} (uitgeverij in Hoggebim); .
héle:: {K} heiligen, wijden.
Helee:: {F/M}.
Heles::
Heles-korda:: {N} (Erg kerk; gemeente Heles-Tenta); .
Heles-Tenta:: {G} (stad in Ales).
Helfef:: {F} (geslacht v Montrô); »Flâxa.
Helfef-Lostô-covent:: {N} (Erg klooster; gemeente Mena); .
Helfef-wuma:: {G} (bos; gemeente Mena); .
Helfer:: {F}.
hélfer:: {C} koekoeksbloem (L. Melandrium); blakker ~: avondkoekoeksbloem (L. M- album); mindefit ~: dagkoekoeksbloem (L. M- rubrum); kolai ~: nachtkoekoeksbloem (L. M- noctiflorum).
hélg:: {I} (fig) toverachtig.
Heljec:: {G} (rivier van Azÿ-gebergte naar de Plafotô); .
Heljec-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Plafotô); .
Heljo:: {N} (keten v winkels waar ijs en milkshakes worden verkocht); .
helkara:: {VZ} (richting) naar [toe]; gress pitte ~ Fonistâ: ik fiets naar Fonistâ [toe]; (tijd: idioom) ~ dus ur lilepiy: nog geruime tijd (gerekend vanaf nu); (rekenkundig) ten ~ [hogoritos] dur kette âke: twee tot de derde [macht] is acht; vÿr ~ cadrat kette tensa-vÿr: vijf kwadraat is vijfentwintig.
helkâs:: {C} blekerij.
helke:: {K} bleken (v stoffen).
helker:: {VZ} (arch); (verlengde variant v »helk); »helkara.
hell::
helle:: {C} dutje, kort [middag]slaapje; ef zirde fes ~: een dutje doen.
helme:: {K} (lett) welven, overkoepelen.
helme-kura:: {K} omspannen.
helmos:: {C} (lett) welving, overkoepeling.
Helmut:: {J} (Dui).
helmy:: {C} grot, gewelf.
helmy-grûmiyl:: {C} vale vleermuis (L. Myotis myotis).
Helmyknurfel:: {G} (dorp; gemeente Xâ ja ef Prusots).
Helmy-reks:: {N} "Grottenserie" (serie elektrische locomotieven); .
Helmyrivo:: {G} (dorp; gemeente Grlabô).
héln:: |héln/hén| {C} (Erg) spreuk (met magisch karakter).
hélos:: {A} heiliging, wijding.
Helsinka:: {N} (lesbische sauna in Hirdo); .
Helsinki::
Helt Poiros Clup:: {N} (afk= HPC) "Gezond Leven Club" (naturistenvereniging; in Balison); ; (DOM 156, 159).
heltare:: {K} melken (v koe); óps ~cos quvârp én quista ef boert: ze kunnen het goed met elkaar vinden.
heltater:: {C} melkboer.
helte:: {U}
helten::
Helten-depârtemen:: {N} (afk= HLT) (voormalig ministerie); .
Helten-meeg:: {N} "Gezondheidsraad" (adviesorgaan voor de volksgezondheid; in Xea); .
helten-menester:: {C} minister van gezondheid.
helten-naliycos:: {A} gezondheidszorg.
Helten-ratt:: {N} (oude naam voor de »Helten-meeg).
helter:: {C} Ȏrot-helter.
helt-fa'i:: {S; rs= ..-faitt} melkvee.
helt-fa'i-kelte:: {C} melkveehouder.
helt-glaza::
heltiy:: {A; mv=enk} gezondheid; gezond leven.
helt-korojeler:: {C} bleke koraalzwam (L. Ramaria mairei).
Helt-mirra:: {N} [de] Melkweg.
Helt-mirraeren:: {C} Melkwegstelsel.
heltoert:: {C} (lett) melkkoe; (= »helt + »boert).
helt-ynt-lofa:: {C/S} melkdistel (L. Sonchus); kóf ~: brosse melkdistel (L. S- asper); verfe ~: gewone melkdistel (L. S- oleraceus).
Helurfe:: {J}.
Helurfe-Seert:: {N} (paleisruïne in het natuurreservaat Mariy-Dunjes; gemeente Lenano); .
hely:: {SC} hel, verdoemenis.
Hely-gÿrt:: {N} (brug over de Eðiy-terf, naar het eilandje Lokaren); .
hely-huron:: {C} gewone zandkool (L. Diplotaxis tenuifolia).
hely-tjel:: {C} verdoemenis (als straf).
Hemdlâ:: {N} (begraafplaats; gemeente Sinto-Jeny); .
hemisfero:: {C} halfrond (vd aarde).
Hemmel:: {F}.
Hemper:: {F}.
Hemsâ:: {N} (Bergparel-hotel in Mišeðâ (Granô)); .
Hena:: {M} Henny.
Henca:: {M}.
Hences:: {F}.
hender:: {gst} »hendre.
hendóc:: »Hendoec 2.
hendoec:: »Hendoec 2.
hendre:: {K; gst= hender} (fig) aangrijpen, te baat nemen, zich vastklampen aan; (v operatie, straf) ondergáán.
hendre-hent:: {C} manusje-van-alles.
hendrelira:: {I} doortastend.
hendre-pôr:: {I} onvruchtbaar (niet succesvol; niet kunnende voortplanten).
Hendrikater:: {F}.
hendros:: {A} (fig) het aangrijpen, het zich vastklampen; (v operatie, straf) het ondergáán.
hénðyf:: {I; =vk v quista} minder goed; gress cônsidere vilt storiy lo ~ dus Elsaex ef tiyn: ik vind jouw opstel minder goed dan dat van Elsa (maar beide opstellen zijn goed); »quista.
Henec:: {F/J}.
Henes::
Heness:: {G} (dorp; gemeente Hafonis).
Henessa:: {M}.
Henkaler:: {F}.
henkare:: {K} verstoren.
henke::
henkos:: {C} storing, verstoring.
henkosami:: {I} in geval van storing, als zich een storing voordoet.
henky:: {C} storing (vrnl op radio en TV).
henn:: ~ ur ðô {III} af-en-aan (rijden); mintof ef treno-moplariy ef kinânolacs ufirfire ~ ur ðô: na het treinongeluk rijden de ziekenauto's af en aan.
Henn:: {F}.
hennâ::
Henne:: {F/J}.
hennen:: {C} hen, kip.
hennentiyse:: {C/S} kip, kippenvlees.
Hennes & Mauritz:: {N} (internationale kledingketen); .
hennloin-kûfôs:: {C} eenrichtingverkeer.
henntupplip:: {C} heenreis.
henntÿrt-chaquindos:: {C} gedachtewisseling.
henntÿrte:: {U} afwisselen.
henntÿrt-farter:: {C} weifelaar.
henntÿrtos:: {A} afwisseling.
henoliy:: {III; [mv=enk]} daarvandaan, daaruit.
henpe:: {S} hennep.
Henpe:: {N} (bedrijvenpand in Amahagge); .
Henrec::
hentafiy:: {C} manuscript.
hent-blacroer:: {C} vijfvingerkruid (L. Potentilla reptans).
Hent-Bÿnÿr:: {G} (dorp; gemeente Haleu).
hentbyte:: |..nb..| {K} verzoenen.
hentbytos:: |..nb..| {C} verzoening.
hent-duh:: {C} handgebaar.
hente:: {K} (lett) in zijn hand[en] houden.
hent-giffer:: {C} tormentil (plant) (L. Potentilla erecta).
hent-klótarus:: {I} kant en klaar.
Hent-Korda:: {G} (dorp; gemeente Reven).
Hent-Korda-Egpeeff:: {N} (station).
Hentkorda-Taris:: {G} (dorp; gemeente Plâk).
hentliriy:: {C} blakker ~: kandelaartje (plant) (L. Saxifraga tridactylites).
hent-naliyc:: {C} manicure.
hentrupk:: {C} applaus, bijval.
hentrupkos:: {C} bijvalsbetuiging.
hents:: {I} handig.
hent-uzos:: {C} lef ~: (lett/fig) hand in hand.
Henÿ:: {M} Henny.
Henyret:: {M} Henriëtte.
hépasgôt:: {C} klucht.
hepfe:: {C} heup.
hepsatt:: {rs} »hópsat.
hepter:: {A; mv=enk} vooruitstrevendheid.
heptiy:: {I; [mv=enk]} vooruitstrevend.
Hepurgiy:: {F}.
Hequrjâ:: {G} (dorp; gemeente Âpô).
hér:: {C} (dl= Oost-Berref/West-Liftka) (vaste plek waar vee of landbouwmachines een openbare weg oversteken om van het ene weiland naar het andere te komen).
Herbert:: {J}.
herco:: {C} (afk= [h]) (Spok munteenheid sinds 1969: 1 herco = 1 = 100 tóftos = ca. € 1,00; 945 = 9 herco ur 45 tóftos ( 9,45)); eft 95.000 hercos-âlbos-kest: een 95.000 herco kostende verbouwing; »drureren.
Herco:: {F/J}.
herco-aér:: {C} (munt v 1 ; vgl ook »aér waarmee altijd een munt van 1 bedoeld wordt).
herco-aten:: {C} (munt v 2 ; omdat er geen munten van 2 bestaan, wordt ipv herco-aten ook wel »aten gezegd).
Herðe:: {M}.
Herdures:: {F}.
hereðo:: {C} haring (L. Clupea harengus).
Hereðo::
Hereðo-ager:: {N} (badstrand; gemeente Zar); .
Hereðo-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Bôrâ); .
Her Fameto:: {F} (adellijk geslacht dat tussen ca. 1530 en 1780 in het Pors-gebergte bij Hildi heerste).
Herfegge:: {F}.
herfy:: {I} onvriendelijk, stug.
herg:: {C} (naar boven breed uitlopende hoge hoed vd Reelâ, donkerrood met lila bies; overige geestelijken dragen een »belt-herg); .
Herga-seert:: {N} (groot gebouw voor (politieke) bijeenkomsten ed in Amahagge); .
herita:: |herIta/heritA| {C; mv= ~es} erfgoed (wat op cultureel/artistiek/industrieel gebied in een land bewaard moet blijven).
heritaes:: {mv} »herita.
herke:: {U} tekeergaan (storm, mens).
Herkiy:: {F}.
Hermafroditiy:: {N} (typisch gay restaurant in Hirdo); .
Herman:: {J} (Ned).
Herneg::
Herneg ef Kelte:: {N} "Herman de Boer" (Bergparel-hotel in Fietso); .
Hernegex ef Nûrcus:: {N} (autoveer op de Kjoep); .
Herneg Nolec-Kist:: {N} (internationaal transportbedrijf in Fonistâ); .
hérôgst:: |hérôst| {C} (alg) berenklauw (plant) (L. Heracleum sphondylium); (ihb) paarse berenklauw (vrnl Oost-Liftka en Brÿr) (L. Heracleum purpureum).
herotiyx:: {C} waanzin.
herotiyxâ:: {I} waanzinnig.
herotiyxiy:: {III} waanzinnig, verschrikkelijk, ongehoord (als versterking bij een ww of ander add); ef móns herke ~: de storm gaat waanzinnig tekeer; eft ~ quista mimpit: een waanzinnig goed boek.
herpsa:: {Iid} arm||rijk; eft ~ jolarater lef smurf: een rijke baron; eft ~ weinoh lef ÿrgiy: een rijke wijn (vol v smaak ed); do melde ~ lef velp hents: hij is arm; ef sÿrt melde ~ terat lef smurf frópjÿ eft kleter musém: de stad is een nieuw museum rijker.
Herriy:: {J}.
herrte:: {C} »hertâ.
Herša-arâbe:: {N} (begraafplaats; gemeente Quitas-Olas); .
Herša-wuma:: {G} (bos; gemeente Manes-Becô); .
Herta::
hertâ:: (herrte) {C} (dl= Tjemp/Plefô) beek, waterstroom.
Hertâ-zerfos:: {N} (herberg bij Tulÿnn); .
hertel:: {C} maand; effer ~: een dezer maanden; ~ nert ~ iftam: om de maand; lóf gopirus ~s futtof ef: enige maanden ervoor (een periode van enige maanden vóór een bepaald tijdstip); (vgl) gopirus ~s futtof ef (een tijdstip dat enige maanden vóór een later tijdstip ligt); do zâre [amiði] ten ~s fes kult zeces: hij woont [pas] twee maanden in ons dorp.
hertelafiy:: {C} maandblad.
Hertelafiy furt Tibân-filosofa:: {N} "Maandblad voor Wetenschapsfilosofie"; .
hertel-holfe:: {C} [fes] ~ ten: in de tweede helft van deze maand.
herteliy:: »•-herteliy.
•-herteliy:: {I} •maands; (bijv) sers-~: zesmaands (6 maanden durend).
hertelpip:: {III} [gedurende] de hele maand.
hertelsot:: {I} maandenlang.
herteltiy:: {I} maandelijks; 10 ~n tims: 10 keer per maand; fâr-~: elke vier maanden, viermaandelijks.
hertiyk:: {C} ketter.
hervy:: {C} eg.
Herx:: {F}.
heslôp:: {C} (instrument om gesteven linnen banden in een golfmodel te persen; deze dienen als decoratie op de traditionele klederdracht voor vrouwen); ; »grâcÿr.
Hesmaniy:: {F}.
héšôc:: {I} bovenzinnelijk.
Hesse::
Hest:: {F}.
Hesta:: {M}.
Hester:: {F}.
Hestiy:: {F}.
h.e.t.:: {afk} (= »har ef tork).
hétra:: {III} [zo]dadelijk.
Hetura:: {G} (stad in Tjemp).
Hex:: |heks| {G} (dorp; gemeente Manes-Pjeufiy).
Hezaj:: {J}.
Hezy:: {J}.
hézy:: {I} spookachtig.
hfl:: {afk} »gûldre.
hfp:: {afk} »Hoggebim Fisa-poebaros.
HFP:: {afk} »Hoggebim Fisa-poebaros.
hg:: {afk} »hektogrâma.
Hhaënt:: |jaent| {J} (Peg).
Hhânder:: |jânder| {J} (Peg) Johannes.
Hhândëra:: |jânndera| {M} (Peg) Johanna.
Hherâšy:: |jerâšy| {F}. (Peg).
Hhofiâsa:: |jofjâsa| {F} (Peg).
Hibbeeto-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Yzo); .
hidderân:: {Crs} eskadron; »•ân.
Hier:: {G} (stad in Munt); (DOM 175-176).
hifde:: {PV; rs= ~e (arch) of hiyfté; 2niv-3mv} hun, hen, haar; gress nert unere ~: ik begrijp hen niet; hift arâbe lelperro 8 hordâ quitas, tur ef móns tjestrovo hiyfté: in hun tuin stonden 8 mooie beuken, maar de storm heeft ze verwoest.
hifdee:: {rs} »hifde.
hifi:: {C} hifi.
hift:: {BZ}
hiftiy:: {Cef; mv=enk}
HIG:: {afk} »Hirdo Gabanos TC.
higgteriy:: {I; [mv=enk]} ondoordringbaar (vrnl v dichte begroeiing).
hihu:: {!} hortsik!, vooruit!, mars! (aansporingsroep, vooral tegen trekdieren); lo ~: in een wip, in een vloek en een zucht.
hijena:: {C} hyena.
Hijeronym:: {J} Hiëronymus.
Hijeronym-seert:: {N} (voormalig weeshuis bij Zest); .
hiking:: |Eng.| {C} hiking.
Hilariy:: {F}.
Hilda:: {M}.
hildi:: {S} kiezel[steen].
Hildi:: {G} (hoofdstad v Munt); (DOM 111-112).
Hildi-fonis:: {G} (grote inham tussen Munt en Plefô, Zuidwest-Berref); .
Hildi-fonis-Opper:: {G} (oefengebied vd Marine); .
Hildi-fonis-Wefot:: {G} (oefengebied vd Marine); .
Hildi Gerlas:: {N} (afk= HilGer) (gemeentelijk vervoerbedrijf v Hildi); .
Hildi-munk:: {C} (vruchtengebakje in marsepein, typisch product uit Hildi); ; (DOM 113).
Hildi-Nutter:: {N} (station).
hilditiyn:: {C} kiezelsteen[tje].
Hildi-Zutter:: {N} (station).
HilGer:: {afk} »Hildi Gerlas.
hill:: {SC} het vergankelijke.
•hille:: {SXimpr} (vormt plaatsnamen die vroeger een commune waren) (bijv) Šephille; Paille (= »Pajiy + •hille); .
hill-fest:: {I} onvergankelijk.
Hillt:: {F}.
Hilta:: {M}.
hina'ôc:: {I} akelig.
hindacc:: {C} lambrisering.
Hindaranne:: {F}.
hinde:: {K} warm houden, op temperatuur houden; dena kas ~ quista tu: deze jas houdt je lekker warm; met deze jas heb je het lekker warm.
hindepip:: {C; mv= ~û} geiser, heetwatertoestel, boiler.
hindepipû:: {mv} »hindepip.
hinder:: {gst} »hindre.
hindre:: {K; gst= hinder} hinderen.
hindriy:: {I} hinderlijk.
hindros:: {C} hinder[ing], gehinder.
hinjece:: {U} hinniken.
hinjecos:: {C} gehinnik.
Hinnerâc:: {J} (Peg).
hinta:: {VZ/VG} (betrekking) behalve, uitgezonderd, op ... na; râste ~ gress: niemand anders dan ik; kost pijâ fatasôr ~ gress melde câtoliyc: mijn hele familie is katholiek, behalve ik; râste ~ ef = râste hintaf: niemand anders; flâjû ~ ef = flâjû hintaf: niets anders.
hintaf:: {VZ+PV} »hinta.
hintare::
hintaros::
hinte:: {K} ~ rst furt flj: iemand iets ontzeggen; (ook met bijzin:) ef lydos ~ Elsa, den eup quardere ef clup: het bestuur ontzegt Elsa het bezoek aan de club.
Hiqurikô:: {afk} »Historise Ququlâ rifo ef Rilko-kôbotass-eka.
Hirâk:: {N} (loodgietersbedrijf in Amahagge); .
Hirata:: {F}.
Hirdo::
Hirdo-Blof:: {N} (station).
Hirdo-Ef Fôrts:: {N} (station).
Hirdo-Europe:: {N} (galerie in de Gûca-wijk te Hirdo, gespecialiseerd in performances en installaties); ; (DOM 36).
Hirdoex ef Cûlturiy-priss:: {N} "Culturele Prijs van Hirdo"; .
Hirdo Gabanos TC:: {N} (afk= HIG) (gemeentelijk vervoerbedrijf v Hirdo); ; (DOM 209).
Hirdo-Jôl-drurs:: {N} (station).
Hirdo-Kanol:: {N} (station).
Hirdo-Lotândrynn:: {N} (station).
Hirdo-MG:: {N} (station).
Hirdopera:: {N} (operagezelschap uit Hirdo; uitvoeringen zijn voornamelijk in het »Kindisiy Teatriy); ; (DOM 136-137).
Hirdos:: {Gef/mv} (lett. "de vruchtbare gronden"; de voormalige Trendon-oevers die door de bewoners v Mikkon werden gebruikt om graan en groente te verbouwen; hier is de stad Hirdo ontstaan); ; (DOM 22-23); (= »hirt + »bos).
Hirdostenn:: {J}.
Hirdostenn Âlmer-mirra:: {W} .
Hirdo Studies in Linguistics:: {N} (onregelmatig verschijnende working paper over algemene taalwetenschap); .
Hirdo Symfoniy-mergrup:: {N} (symfonieorkest uit Hirdo); .
Hirdo-Tryjumf:: {N} (station).
Hirdo-Tygt:: {N} (station).
Hirdo-Vogily:: {N} (station).
Hirdo-wâp:: {N} "Het Wapen van Hirdo" (Bergparel-hotel in Sa Crono); .
Hirdo-zeces:: {G} (dorp; gemeente Blort).
Hirdo Zôšerutts:: {N} (afk= HZ) (luchtvaartmaatschappij); .
hirr:: {I} knap (uiterlijk).
hirre:: {E} knap zijn, er knap uitzien (uiterlijk).
Hirrtja:: {G} (dorp; gemeente Advô).
hirt:: {I} (alg) fit, fris, in goede conditie; (arch) vruchtbaar, veel opleverend; cerviy ur/én ~: glunder (bv); »Hirdos.
Hisjecce:: {F}.
historicy:: {C} historicus.
historise:: {I} historisch.
Historise Museem:: {N} "Historisch Museum"
Historise Ququlâ rifo ef Rilko-kôbotass-eka:: {N} (afk= Hiqurikô) "Historische Vereniging van de Zuidwesthoek" (in Hildi; streeft naar behoud v cultureel erfgoed in de streek); ; (DOM 111).
Histôx:: {N} (merknaam ve antihistamine); .
hitse:: {U} ~ beri/den: plegen te, gewoon zijn om; gress ~ beri mirre riyfain gurtas: ik pleeg (ben gewoon om) elke ochtend te wandelen.
hitšo:: {I} als regel, gewoonlijk.
hitt:: {C} oven; zerfe-tûe kost/kult ~!: kom eens langs!; kom eens op bezoek!.
hitt-zâm:: {I} ovenvers.
Hivroma:: {M} (Gar).
Hiycc:: {F}.
hiyðe-•:: {PX} »hiyðe.
hiyfté:: {rs} »hifde.
hiygge:: {DT} (oorspr passieve afleiding v hyg 2: als "leeg" obj bij semtrans ww) (arch/poe/dl= Tigof/Lomky) eup arkette [~]/eup ~ arkette: ze huilt/ze heeft gehuild; »hyg; »šôt.
Hiygtomarô:: {G} (dorp; gemeente Zermatt).
Hiylba-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Hoggebim); .
Hiylft:: {F}.
hiymlek:: {S} dolle kervel (L. Chaerophyllum temulum).
Hiyndâs:: {F}.
Hiyndâs Siddôsta TC:: {N} (bierbrouwerij te Asjetto); .
Hiyngy-môjôl:: {N} (molen aan de rivier Ÿp: gemeente Duji); .
hiyrâ:: {DT} (negatieve tegenstelling; nert in bijzin) terwijl niet, maar niet; ef hurts ~ helderte, efs nert kurrilóme beri miôle: honden blaffen, terwijl ze niet kunnen miauwen/maar ze kunnen niet miauwen.
Hiyrdostee:: {F}.
hiyste:: {U} hoesten.
hiyste-nôšy:: {C} hoestdrank.
hiystos:: {C} [ge]hoest.
hizjyše:: {U} giechelen.
hizjyše-ÿndre:: {C} giechelachtig meisje.
hizjyšos:: {C} gegiechel.
hj:: {afk} »hektojak.
hl:: {afk} »hektolitriy.
HLT:: {afk} »Helten-depârtemen.
hm:: {afk} »hektometer.
Hm:: {afk} »hym.
ho:: {DT} (voortijdigheid)
hôby:: {C} hobby, liefhebberij.
hôc:: {C} (in schip) kajuit, roef; (in vrachtauto/locomotief) [stuur]cabine; (in bioscoop) filmcabine.
hóc:: {I} kunstig, knap.
hocilâs:: {C} stiefkind (v wie de vader is overleden).
hocile:: {K} stammen uit.
hociler:: {C} stamvader.
hocilos:: {A} afstamming.
Hoddija:: {M}.
Hoefmans:: {F} (Ned).
Hoegtô-helmy:: {G} (grot; gemeente Trofy); .
Hoepross:: {G} (rivierarm in de Plafotô-delta); .
hoerke:: {U} wonen, huizen (v dieren in een nest ed); (fig) schuilen; plentiy riffek ~ fes do: er schuilt genoeg creativiteit in hem.
Hoetrâf:: {N} (likeurstokerij, in Xôcÿrðamiy); .
hóf:: {C} (fig) heffing (v belasting ed).
Hofaja-blufk:: {W} (buurtschap); .
Hofaja-fôresta:: {G} (bos; gemeente Twento); .
Hofaja-wik:: {N} (openluchtbad; gemeente Twento); .
hófe:: {K} (fig) heffen (belasting ed).
hoff:: {I} gastvrij; welkom hetend.
Hoffmann:: {F}.
hoff-pracâ:: {C} homepage.
Hoflâp:: {N} (herberg; gemeente Xolije); .
Hoflâp-agru:: {G} (heuveltop, 184 m hoog; gemeente Trendon); .
Hoflâp-ses:: {G} (meertje; gemeente Xolije); .
hóf-lilepiy-šefcos:: {C} "heffingsdoorschuiving" (fiscaal begrip); .
hôfru:: {C} zekerheid.
hôfrue:: {K} opvoeden (gezien als ouderlijke taak).
hôfrue-serten:: {I} welopgevoed.
hôfruos:: {A} opvoeding.
hôfru-vobare:: {K} vormen, opvoeden, ontwikkelen (gezien als taak vd school ed).
hôg:: {C} kuch[je].
hôge:: {U} kuchen.
Hôgge:: {J}.
hoggebim:: {SC} heerlijkheid, pracht.
Hoggebim::
Hoggebim-Biyfm:: {N} (station).
Hoggebim-Cÿrzvôst:: {N} (station).
Hoggebim Fisa-poebaros:: {N} (afk= hfp) (grote visafslag te Hoggebim); .
Hoggebim-fonis:: {G} (grote inham tussen Renô en Jelafo, Zuidoost-Liftka); .
Hoggebim-MG:: {N} (station).
Hoggebim-Nutter:: {N} (station).
Hoggebim-Nÿs:: {N} (station).
Hoggebim-Port:: {N} (station).
Hoggebim Zomar-mergrup:: {N} (klein symfonieorkest in Hoggebim); .
Hogkôbo-lôbâ:: {G} (rotspunt aan noordkust v Brÿr; 106 m hoog); .
hogorit::
Hogorit Keranôs:: {N} (»šarkdomenn bij Sinto-Oaji-Quzo; district Litii); .
Hogorit Pârc-merblufk:: {N} (sportterreinen; gemeente Aschen); .
Hogorit Qualâ:: {N} (»šarkdomenn bij Qualâ; district Neno); .
Hogorit Teta:: {N} (»šarkdomenn bij Teta; district Neze); .
hogorita:: {I} bovenstaand.
hogoritare:: {U} [naar] boven komen; naar boven gaan (de trap op).
hogorite::
hogoritiy:: {I} bovenste.
Hogorit-Kriyn-kôl:: {G} (bergpas in Kulano-gebergte; 910 m hoog); .
hogoritos:: {C}
Hogorit-Ylt:: {G} »Ylt.
hogoritÿne:: {U} boven blijven (niet naar beneden komen).
hogoriy:: {I; [mv=enk]} bovendeks (op een schip).
hôgos:: {C} gekuch.
hogozjoba:: {I} ondersteboven, omver; eup farte ef ferdu lo ~: ze loopt de stoel omver.
Hôgta:: {J}.
Hôgta Pÿsell:: {N} (bekend antiquariaat te Blort); .
Hôgta Urrvu-Diez-mirra:: {W} .
Hoito:: |hóto| {F}.
Hojahhiyter:: {F}.
hojelka:: {VR} wanneer?; tu prate ~?: wanneer vertrek je?; gress linne, tu pratât ~: ik vraag, wanneer je vertrekt.
hojelka:: {VG} (tijd) wanneer; gress nert tiffe, ~ do prate: ik weet niet, wanneer hij vertrekt.
hojelkami:: {VR} in welke gevallen?; ef moter nert finnavy ~?: in welke gevallen wil de motor niet wil starten?; do linne, ef moter nert finnât ~: hij vraagt in welke gevallen de motor niet start.
hojelkami:: {VG} in welke gevallen; tu xneppât, ~ ef moter nert finnavy: je moet nagaan, in welke gevallen de motor niet wil starten.
hojjentoe:: {I} (dl= Liftka) massief, niet hol; »nehónto.
Hojic:: {F}.
Hojic Manôf:: {F}.
hôjô:: {C} volksliedje, volkswijsje, deuntje (dat iedereen kent/fluit/neuriet ed).
hôjûf:: {C} (arch) lam (jong schaap).
hôjûfos:: {C} »Hôjûfos.
Hôjûfos:: {C} "Lammerenfeest" (door de »Reelâ vastgestelde dag waarop 762 lammeren geslacht worden; de huiden v deze lammeren worden geprepareerd en bewaard totdat de Reelâ sterft en er een nieuwe gekozen moet worden; .
hôke:: {U} hurken, op je hurken gaan zitten; (samen met ww) gehurkt zitten; do chafoste ur ~: hij zit op zijn hurken te zingen.
hôkos:: {C} ef feldre fes ~: hurken, gehurkt zitten, op je hurken zitten.
hôky:: {C} hockey.
hola:: {C} hol (zn: v dieren).
Hôla:: {J}.
holaiyn:: {C} holte.
Hôlanda:: {Cef} Hollandse vrouw; »Hôlandes.
hôlandes:: {IIef} Hollands (bv); »Hôlandes.
Hôlandes:: {G} (officieel) Holland (westelijk deel v »Nelandes = Nederland); (spr/pop) Nederland.
Hôlando:: {Cef} Hollander; »Hôlandes.
Holâpôftiy:: {F}.
hola-quratjen:: {C} holenduif (L. Columba oenas).
holare:: {K} brengen; ef ~ rst fes ef kurre, den ...: iemand in staat stellen [tot ...]; ef ~ flj ort raster (gen) iyc: iemand iets bijbrengen; ef ~ eft jikatâ: een prestatie leveren.
Holare::
holare-ral:: {K} meebrengen.
holare-tijâ:: {K} wegbrengen.
holare-tÿrt:: {K} terugbrengen.
holaros::
Hola-Vrygt-Kents:: {G} (voormalige Erg commune; gemeente Zekon); .
Hôlda:: {M}.
Hôlda-Ecron-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Polefi); .
Hôlda-Ecron-sentraliy:: {N} (kerncentrale in aanbouw; gemeente Grejala); .
hole:: {K} bezitten, bij zich hebben (met de bedoeling om weg/af te geven); gress ~ eft labiniy: ik heb een pakje bij me; ik kom een pakje brengen.
Holestâ:: {F}.
Holestâ-Cârmenn:: {N} (Bergparel-B&B in Sa Crono); .
holfarr:: |hof..| {C; mv=enk} (afk= hrr) halfuur (tijdsduur); gress quÿo lóf eft ~: ik heb een half uur gewacht.
holfatiy:: |hof..| {I} halfslachtig, besluiteloos; non-descript, moeilijk te beschrijven.
holfe-ileset:: |hofe-| {C} schiereiland.
Holfe Luna:: {N} (discotheek in Kurriy); .
holfe-smurf:: |hofe-| {S} half geld, halve prijs; fes ~: voor half geld.
holfplepiy:: |hofp..| {VZ} (betrekking, tijd) halverwege; ~ 2008: halverwege 2008.
holfsperde:: |hofs..| {K} halveren, door de helft delen; ef ~ vluf dus holfe: meer dan halveren.
holfsperdos:: |hofs..| {C} halvering.
holfspertiyn:: |hofs..| {C} gehalveerd voorwerp.
Holito:: {F}.
Holiy:: {F/J}.
Holle:: {N} (scheepsfinancieringsmaatschappij te Xemân); .
hologramos:: {C; mv= ~z} hologram.
hols:: {III} gisteren.
hols-fittas:: {C} gistermiddag (11-17 uur).
hols-gurt:: {C} gisterochtend (4-11 uur).
hols-kura:: {III} eergisteren.
hols-kura-gurt:: {C} eergisterochtend (4-11 uur); (enz).
hols-kÿl:: {C} gisternacht (22-4 uur).
hols-luppor:: {C} gisteravond (17-22 uur).
hols-miskof:: {C} gisternacht (22-1 uur).
hols-palfû:: {C} gisternacht (1-4 uur).
Hôlsta-lemnâs:: {N} (bekende grafheuvel in de Zoet-heuvels; gemeente Lamoneo); ; (DOM 52).
Hôlsta-wuma:: {G} (bos; gemeente Lamoneo); .
hols-zemperiy:: {I} overjarig (van het vorige jaar).
hômage:: {C} personeel.
hômba:: {I} vermoeid, moe.
hômbaare:: {K} vermoeien, moe maken.
hômbaaros:: {C} vermoeienis.
hômbae:: {E; gst= hômbat} moe zijn.
hômba-fest:: {I} onvermoeid; onvermoeibaar.
hômbaiy:: {A; mv=enk; rs= hômbate} vermoeidheid; ef šuffe furt ~: hijgen van vermoeidheid.
hômbat:: {gst} »hômbae.
hômber:: {I} vermoeiend.
Homeg:: {F}.
homeopatise:: {I} homeopathisch.
Hômmbalôðe:: {F}.
hômme:: {rs} »hôm.
homo:: {C} homo[fiel] (mnl+vrw).
homofyla:: {C; mv= ~s} homofiel, lesbienne (vrw).
homofyliy:: {C} homofiel (mnl).
homofylo:: {I} homofiel (bv).
honâ:: {C} wateremmer; emmer water; ef melde noi eft velp ~: dat is niet niks (goedkeuring: dat is heel wat).
Honðell:: {M}.
hóndré:: {I} besluiteloos, weifelend.
hôndurâs:: {IIef} Hondurees (bv).
Hôndurâs:: {G} Honduras.
Hôndurâsa:: {Cef} Hondurese vrouw.
Hôndurâso:: {Cef} Hondurees (bewoner).
Hone::
Hone-MG:: {N} (station).
Honerrer:: {F}.
honesta:: {C} eerlijkheid; fes ~: eerlijk gezegd, om de waarheid te spreken; ef kafsÿrte gress fes ~: het verbaast me eerlijk gezegd.
honesty:: {I} eerlijk; ~, ...: eerlijk gezegd, ....
honestye:: {E} eerlijk zijn.
Hone-Wefot:: {N} (station).
honke:: {U} (arch) wapperen, dwarrelen (alg: vluchtig in de wind bewegen).
Hônkôn:: {G} Hongkong.
honn:: {C} berin, (vrw) beer.
Honnemeg:: {G} (heuvelrug tussen Slofaro en Entâ, langs de Ergânt-vlakte); ; (DOM 63/145).
Honnemeg-siddos:: {N} (ambachtelijke bierbrouwerij in Kwâg, bekend om het »iyliy-bjerr); ; (DOM 148).
hônp:: {C} stuk vlees.
hônt:: {C} jong hondje, puppy.
hónto:: {I} hol (bv).
hónto-krur:: {C} spouwmuur.
Hôp:: {F}.
Hopiyf:: {F}.
Hopjârte:: {F}.
Hôpla:: {F}.
hops:: {Iid} nieuw||oud; arfinelira ~ = frot ~: nieuw; meldor ~ = sÿstriy ~: oud.
hôps:: {!} oeps! (uitroep v verbazing/schrik, of als je een foutje of ongelukje merkt).
hópsat:: {PV; rs= ~t (arch) of hepsatt: 2niv-3enk-vrw} haar; eup zerfe ~: zij ziet haar; Lerdu hepsatt afânole: Lerdu heeft haar achtergelaten.
hópsatt:: {rs} »hópsat.
hoqugg:: {gst} »hoqugme.
hoqugme:: {U; gst= hoqugg} verschrikt zijn.
hôrca:: {C} voorzorg.
hôrca'umpaji:: {C} voorzorgsmaatregel.
hordâ:: {I} mooi.
hordâe:: {U} mooi zijn; vilt storâs ~ beri kette eft hozâvos: jouw verhaal is te mooi om waar te zijn.
hordâmip:: {C} "mooiboek" (album waarin men brieven, kaarten ed bewaart die men ter gelegenheid ve bepaald feest heeft ontvangen; ook kerst- en nieuwjaarskaarten worden in zo'n album bewaard; en voor elk jaar een nieuw album).
hordaos:: {I} prachtig, schitterend.
hordee:: {rs} »horde 2.
hor-disc:: {C} draaischijf, kiesschijf (telefoon).
horerus:: {I} oker, donkergeel (zoals v vroegere Spok wegwijzers); (= »hormâ + »miterus).
horitiy:: {C} (taalk) verleden tijd.
horit-neperfecc:: {C} (taalk) onvoltooid verleden tijd.
horitpainn:: {C} (taalk) verleden/voltooid deelwoord.
horit-perfecc:: {C} (taalk) voltooid verleden tijd.
horizônt:: {C} horizon.
hormâ:: {C} nummerbord, kentekenplaat (v auto ed).
hormâ-kartafiy:: {mv} »hormâ-kornin.
hormâ-kornin:: {C; mv= ..-kartafiy} kentekenbewijs (v auto); .
hor-mimpit:: {C} telefoongids.
hôrna:: {C} (alg) hoorn (punt op dierenkop; muziekinstrument); (ihb) teentje (knoflook).
hôrna-ojel:: {C} ransuil (L. Asio otus).
hôrna-xejafiy:: {S} fenegriek (L. Trigonella foenum-graecum).
hôrna-ÿtiner:: {C} posthoornslak (L. Planorbis corneus).
Hôrneg:: {F}.
Hôrno-agru:: {G} (bergtop in Kulano-gebergte; 1766 m hoog); .
Hôrno-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Heles-Tenta en Šatoliy); .
Hôrno-ruinn:: »Hôrno.
Hornta-agru:: {G} (bergtop in Kulano-gebergte; 1890 m hoog); .
horp:: {C} (alg) kast (ingebouwd in de muur); (ihb) nestkastje (tegen boom/muur: voor vogels/vleermuizen).
Hors:: {M}.
Horse and Dog:: |Eng.| {N} (restaurant met speciale menukaart voor honden, maar ook buiten gestalde paarden worden extra vertroeteld, in Opjevu); .
Horst:: {J} (Dui).
hort:: {BZ; 3mv-vrw} hun, haar, van hun, van haar.
hôrté:: {rs} »horde.
hortensiy:: {C} hortensia (L. Hydrangea).
hortiy:: {Cef; mv=enk; nominalisatie v hort} ef ~: de/het hunne/hare, die/dat van hun/haar; kost môntyosz nert melde ef ~: mijn problemen zijn niet de hunne/hare (vrw).
Hôrver:: {G} (riviertje van Azÿ-gebergte naar de Ÿp); .
hos:: {I; =ot v ligt} [het] lichtst (v kleur); »ligt.
Hos:: {afk} »Hosea.
hôs•:: {PXimpr.pv > add} bij ... thuis (lett: in het huishouden van ...; op de boerderij van ...; in de commune van ...; ed); (afkeurenswaardig is hôs• in de betekenis van: bij ... in het land; binnen ... vereniging; ed) ef glydas kafte hôsiff ne'âma 3 ri'ef zemper, tur hôsill ef dubla tiyn: de leden betalen bij hen (= in hun club) slechts 3 per jaar, maar bij mij (= in mijn club) het dubbele; hôskâf stus ufire rilko: bij ons rijdt men links (een Spok sprekende Engelsman tegen een Spokaniër); »hôs; »hôs-.
hós:: {C} laars.
Hošâ:: {F}.
hose:: {U} verschoten zijn, verbleekt zijn.
Hosea:: {N} (afk= Hos) (bijbel) Hosea.
Hôs Elsine:: {N} (café op Mikkon in Hirdo); .
hôselt:: {I; 3enk-vrw} bij haar thuis.
hôsiff:: {I; 3mv} bij hen thuis.
hôsill:: {I; 1enk} bij mij thuis; ... melde ~: het gaat juist om ...; aftel tu tinde fesért janof ef bidale? – siy, ef bidalos melde ~: blijf je thuis omdat het regent? – ja, daar gaat het juist om; gress nert affionnose beri riffe ef lardos – ef ÿrriffos enn ef lardos melde ~!: ik heb geen zin om te koken – maar het gaat er nou juist om dat je WEL eten kookt!; »hôskâf.
hôsimpt:: |hôsint| {I; 2enk} bij jou/u thuis.
hosiyle:: {U} klauteren.
hosiylos:: {C} geklauter, klauterpartij.
hôskâf:: {I; 1mv} bij ons thuis; ... melde ~: het gaat juist om ...; aftel tu lorertecos sigaretts fân gress, fara tu vende 'kara ef misan? – ef misan melde ~!: kunnen jullie sigaretten voor me kopen als je naar de winkel gaat? – maar daarom gaan we nu juist!; »Urapas; »hôsill.
hôskân:: {I; wd} bij elkaar thuis.
Höskuldur:: {J} (IJsl).
Hôs Laskom:: {N} (eenvoudig café in het gehucht Heness); (UIS 20).
hôslebe:: {U} hoofdschudden.
hôsleber:: {C} (iemand die zich overal zorgen om maakt).
hôslebos:: {C} het hoofdschudden, geschud met je hoofd.
hôsnem:: {I; 2mv} bij jullie/u thuis.
hôsort:: {I; 3mv-vrw} bij hen/haar thuis.
Hôspitalo rifo Tygt:: {N} (ziekenhuis in Hirdo); .
hôsrel:: {I; 3enk-mnl} bij hem thuis.
Hôs Rense:: {N} (restaurant op Mikkon in Hirdo); .
hoss:: {C; mv= ~a} spat, spetter.
hossa:: {mv} »hoss.
hosstâe:: {U; gst= hosstât} spatten, spetteren.
hosstât:: {gst} »hosstâe.
hosstâtos:: {C} gespat, gespetter.
Hôst:: {G} (dorp; gemeente Ajaf-Hercô-Monet).
Hosta:: {N} (keten v drogisterijen); .
hôsta:: {S} hooi; (sprkw) ef flecse ef kÿpony ~: olie op het vuur gooien.
hôsta-febbe:: {C} hooikoorts.
hôsta-huron:: {C} pinksterbloem (in hooiland) (L. Cardamine pratensis).
hôsta-kul:: {C} hooischuur.
hôstanolac:: {C} hooiwagen (wagen met/voor hooi).
hôster:: {C} hooiland (grasland bestemd voor hooi).
Hôster:: {F}.
hôster-kles:: {S} beemdgras (L. Poa); fyg ~: smal beemdgras (L. P- angustifolia); presÿr ~: ruw beemdgras (L. P- trivialis).
hôstiy:: {C} hostie.
Hôstiy:: {F}.
hôšybriy::
Hôs Zynta:: {N} (Bergparel-B&B in Sinto-Jânpyt (Xâ ja ef Prusots)); .
hotela:: {C} hotel, pension; (hotela is in Spok een beschermde naam voor een particulier etablissement, aangesloten bij de »AHOR).
Hoviy-seert:: {N} (museum in Hirdo); ; (DOM 208).
hozâf-omber:: {I} (alg) ongelovig.
hozâvatjen:: {C} gelovig (religieus) persoon.
hozâve:: {K} geloven (denken; welhaast zeker weten); ef ~ fes flj: geloven in iets; gress nert ~ den do paina ef: ik geloof niet dat hij het gedaan heeft.
hozâver::
hozâve-tisjanos:: {A} geloofsbelijdenis.
hozâve-tiyn:: {C} gelovigheid .
hozâviy:: {I} goedgelovig.
hozâvos:: {A} (alg) geloof; mitai ef quista ~: op goed geloof; »ennte.
hôzessÿr:: {C} "eilandshoofdstad"; »mennhurdog.
hôzesy:: {C} "eilandsbestuur" (in Spok: bestuur ve "hoofdeiland" (»mennileset)).
Hôzesy:: {N} (eilandsbestuur als organisatie gezien); Brÿrex ef ~: het Eilandsbesuur van Brÿr; het Eiland Brÿr (bestuurlijk gezien); .
HP:: {afk} »hupspitter.
HPC:: {afk} »Helt Poiros Clup.
HP-lenker:: {afk} »hupspitter-lenker.
HR:: {afk} »hor.
:: {afk} (ligatuur v HR); »hor.
h/rkk:: {afk} (= helkara »rikbi-kôbotass).
h/rlk:: {afk} (= helkara »rilko-kôbotass).
hrr:: {afk} »holfarr.
h/šc:: {afk} (= helkara »šark-col).
h/t:: {afk} (= hÿ tims); »tim.
h/t:: {afk} »henntÿrt.
huare:: {U} bezuinigen.
huare-plânos:: {S} bezuinigingsplannen (het gehele pakket maatregelen dat de overheid voorstelt).
huaros:: {A} bezuiniging.
huâs:: {I} zuinig; ...-huâs: arm aan ...; eft natrym-~ regimiy: een natrium-arm dieet.
huâse:: {K} zuinig zijn met; besparen; »spente.
huâsiy:: {A; mv=enk} zuinigheid.
huâsos:: {A} besparing.
hubbriyt:: {C} waterjuffer (klein soort libel); (ihb) rode waterjuffer (L. Pyrrhosoma nymphula).
Hubert:: {F/J}.
Hubertus:: {J}.
HUC:: {afk} »Depârtemen furt Helten, Ubara-menah ur Cônsumeratjen-tiyns.
huch:: {C} overwinning; ef qugle ~: overwinnen; ef fenteste eft ~: een overwinning behalen; ef monchare ef ~ kaf ef krur: in een zeer oud [verwaarloosd] huis wonen.
Huchâ:: {M}.
hûchâmelare:: {K} tot een oplossing brengen.
hûchâmelaros:: {A} het tot een oplossing brengen.
hûchâmelle:: {U} tot een oplossing komen.
hûchâmellos:: {A} [het komen tot een] oplossing.
hûchatt:: {I} oplosbaar (v probleem).
hûche:: {K} oplossen (v probleem, vraagstuk).
huch-enmÿt:: {I} onoverwinnelijk.
Huch-môbâriy:: {N} "Overwinningsmonument" (monument; gemeente Klank); .
huchô:: {C} kampioenschap.
hûchos:: {C} oplossing, uitkomst (v probleem, vraagstuk); nexiy ~: noodoplossing; ef arfine helkara hûchôsta: uitkomst bieden; ef môntyos lelperre eft ~: het probleem is opgelost.
Hucÿr:: {F}.
hudatjen:: {C} lid van een erewacht (die in de houding staat).
hude:: {U} in de houding staan; ... ~ kol?: hoe staat het met ...? (wat is de situatie).
hudelira:: {I} correct, onberispelijk; lo ~: erbij (mbt een situatie waarin men verkeert); do zirda lo ~ fitfara eft lekk: hij lag erbij als een lijk; eup giffe lo ~ lo knokiy: ze staat er onnozel bij (neemt een onnozele houding aan).
hudos:: {C} het in de houding staan.
huelira:: {I} geluiddempend.
Huesca:: {G} (dorp; gemeente Tanburo).
huf:: {C} kap, groot dak (v station ed); grote luifel.
huff:: {C} hoef (v hoefdier).
huffe:: {U} draven, in draf gaan.
huffe-fes:: {U} doordraven (fig: zonder na te denken doorredeneren).
huff-lofa:: {C} klein hoefblad (L. Tussilago farfara).
huffos:: {C} gedraaf; draf.
huflif:: {C} gebouw.
huflifôm:: {C} bedrijfsgebouw (industrie, niet uitsluitend kantoor).
hufôl:: {C} klein olielampje (meestal aardewerken potje met tuit waaruit een pit).
huftos:: {C; mv= ~z} tehuis.
Huftroes:: {G} (kanaal tussen Leije en Pitla-polder); .
Hugg:: {J}.
Hugte:: {F}.
Huis::
Hujaelle-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Imenal); .
hûk:: {C} vlok (sneeuw, zeep).
Hulaða-Opper:: {N} (tankstation langs de M8/M69; gemeente Hirdo); .
Hulaða-sÿrt:: {W} (buurtschap); .
Hulaða-Wefot:: {N} (tankstation langs de M8/M69; gemeente Hirdo); .
huldu:: {C} kers (vrucht).
huldu-albifan:: {S} kersengelei.
huldufit:: {I} beroemd; tildâ ~: berucht; in een slecht daglicht staand.
Huldufit:: {F}.
huldufitiy:: {C} beroemdheid (fig, v ding).
huldufitter:: {C} beroemdheid, beroemd persoon.
huldu-marâsiy:: {I} kersenrood.
huldus-vildul:: {C} kersenboom.
huldu-tozuffuÿ:: {C} kerspruim (L. Prunus cerasifera).
Huliy:: {F}.
Huliy:: {J}.
hull:: {C} zakje.
hulle:: {K} (alg) omhullen; (v schade, tekort) dekken; ef taqurubos ~ gress: ik bespeur onraad.
hulliy:: {C} (lett) omhulling, omhulsel.
hullos:: {C} omhulling, het omhullen.
hullos:: {A} (fig) dekking.
hûlmare:: {K} aanstoot nemen aan.
hûlmaros:: {A} het aanstoot-nemen.
hûlme:: {E} aanstoot geven.
hûlmos:: {A} het aanstoot-geven.
hûlse:: {U} [goed] zitten, goed staan, passen (v kleding); passen (de juiste afmetingen hebben (v sloop, overtrek, verpakking ed).
Hûlst:: {F}.
Hult:: {N} (dienaar v Erget, die de bergen kneedde, en er vervolgens af stortte); .
huma:: {I} vochtig.
humaiy:: {C; rs= humate} vochtigheid.
humate:: {rs} »humaiy.
hûmatjen:: {C} sufferd; slaapdronken persoon.
hûme:: {U} soezen, suffen.
hûmfe:: {K} poffen (v kastanjes, maïs).
hûmme:: {U} murmelen.
hûmmos:: {C} (alg) gemurmel (v oud mens; beekje); (poe) murmelend beekje.
humor:: {C} humor.
humoristise:: {I} humoristisch.
humor-mybbe:: {SC} gevoel voor humor.
hûmos:: {C} gesoes, gesuf.
hunbe:: {U} blikken; blik[ken] werpen (kijken).
hunbos:: {C} blikvanger.
hûnk:: {C} (witte wimpel die tgv koninklijke feestdag samen met de Spok vlag uitgehangen wordt).
Hunn:: {F}.
Hunne:: {F/J/M}.
hûnp:: {C} kind (v eigen ouders); ef efantys, Elsa zetentelira, nert melde ~s: de kinderen die Elsa opvoedt zijn niet van haarzelf/zijn niet haar eigen kinderen.
Hunsa:: {F}.
Hûnt:: {F}.
huos:: {A} het aan banden leggen.
Hupermiyftiy:: {F}.
Hupla:: {F}.
hupp:: {C} claxon, autotoeter.
hups:: {I} hard (materiaal); hard, snel (beweging); hard[op], luid (geluid).
hupsare:: {K} harden (staal; kind tegen de kou); versterken (geluid).
hupsarer:: {C} geluidsversterker.
hupse:: {U} hard/snel/luid zijn; »hups.
hupser:: {I} vrolijk.
hupserare:: {K} opvrolijken.
hupsere:: {U} vrolijk zijn.
hups-huron:: {C} hardbloem (L. Scleranthus); belt ~: kleine hardbloem (L. S- polycarpos); portâ ~: eenjarige hardbloem (L. S- annuus); quÿelira ~: overblijvende hardbloem (L. S- perennis).
hups'inde:: {C} luidspreker (v radio ed).
hupsiy:: {A; mv=enk} hardheid; luidheid; [ef strette] kura ef ~: om het hardst [strijden].
hupskelte:: {C} »hupstkelte.
Hûpsô:: {F}.
hupspitter:: {C} (afk= HP) motorfiets; .
hupspitter-lenker:: {C} (afk= HP-lenker) motorrijder.
hupst:: {I} (arch/poe) hard; groot; »hups; »hupster.
hupstariy:: {C} luidspreker (v radio ed).
Hupstera:: {F}.
Hupsterbergo:: {F}.
Hupster-Bergo-covent:: {N} (Erg klooster; gemeente Zekon); .
Hupster-Birâlber:: {G} (oude naam vh dorp »Birâlber).
Hupster-Britann:: {G} Groot-Brittannië.
Hupster Dunje-fôresta:: {G} (bos; gemeente Rolane); .
hupstere:: {E} groot worden, groter worden, zich vergroten.
Hupster Eera-uza:: {C; mv= ..-ûzâ} "Groot Erekruis" (een vd Spok ridderordes).
hupstererÿ:: {I} groots (door grootheid indrukwekkend); groot (in aanzien staand); eft ~ merater: een groot man; (vgl) eft hupster merater: een grote man (in omvang).
Hupster Gadros:: {N} "Grote Vergadering" (jaarlijkse bijenkomst van alle »domenners); .
Hupster Honn:: {N} Grote Beer (sterrenbeeld).
Hupster Honn-ka:: {N} (veerboot); .
Hupster-Hurt:: {G} (eilandje in de Hurt-straat); .
hupsteriy:: {C} grootte, omvang; (v hoeveelheid) hoogte; fes ef ~ rifo: ter grootte van; ef tâx-~: de hoogte van de belasting; ef fes-jalos-~: de hoogte van het inkomen.
Hupsteriy:: {F}.
Hupster Jakâm:: {G} (vlakte tussen Lamk-gebergte en noordkust v Lomky); .
Hupster Ka'en:: {G} (dorp; gemeente Crobela).
Hupster Kaltân rifo Gylnâ:: {W} .
Hupster Kâmpaiyx ef Ququl:: {N} "Grote Waarheidssekte" (Erg sekte op Teujan); .
Hupster Korda:: {N} (Erg kerk in Amahagge); .
Hupster Mârket-lirrotiy:: {W} .
Hupster Nefâr:: {N} "Grote Pretpark" (gebouw met kinderattracties in Amahagge); .
Hupster Oryccseert-siyclo:: {W} .
hupsteros:: {C} vergroting (v foto).
Hupster Port-fonis:: {G} (inham met haven in Amahagge); .
Hupster Port-mirra Opper:: {W} .
Hupster Port-mirra Wefot:: {W} .
Hupster Port-mirra Zutter-opper:: {W} .
Hupster-Racôn-ses:: {G} (meer in district Ales); .
Hupster Sagamip:: {N} (boektitel); .
hupstertiy:: {C} grootheid (persoon).
Hupster-Veemt-korda:: {N} (Erg kerk te Gerfta; gemeente Kruic); .
Hupster Vildul:: {G} (dorp; gemeente Zest).
hupster-wiyrk:: {Cid} »wiyrk.
Hupster Wÿsÿrs:: {Nmv} "Grote Oorlogen" (??).
Hupster-Xeest:: {G} (waterval in de Trendon; gemeente Trendon); .
hupsterzerfi:: {C} vergrootglas.
hupstkelte:: |..sk..| (= hupskelte) {C} herenboer, rijke boer.
Hupstre Kâmpaücs Qucel:: {N} "Grote Waarheidssekte" (Erg sekte op Teujan); .
hups-ufire-xyfolos:: {C} (afk= HUX) boete wegens te hard rijden.
Hurâc-greel:: {N} (doorwaadbare plaats in de Lassos); .
Huragge:: {G} (dorp; gemeente Trejasu); »•hagge.
hûrdel:: {C} horde (in sport; ook fig); ef putte eft ~: een horde nemen (lett/fig); ef merater-hûrdels lóf 400m: de 400 m horden voor mannen; groft remarcôsta melde eft ~ [, tu perkelira beri putte]: om zijn opmerkingen kun je niet heen (zijn niet te negeren/vermijden).
Hurdjergtjáñg:: {F} (Gar).
hurdog:: {C} hoofdstad.
hurdogâme:: {I} hoofdstedelijk, hoofdstad•.
Hurdog-flipflor:: {N} "Hoofdstad-schouwburg" (in Hirdo); ; (DOM 208).
Hurdog-oftian:: {W} (stadswijk in Zest); .
huresent:: {I} gelukkig, voorspoedig, fortuinlijk.
Huresent Moplariy:: {N} "Geluk bij een Ongeluk" (omstreden actie van TelCôm om abonnees voor een mobiele telefoon te werven); .
Hurfiy:: {F/J}.
Hurgrône:: {F}.
huron:: {C} bloem.
Huron:: {F/J}.
Huron-I-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Akom); .
Huron II-ex ef Jagt-poh:: {N} "Jachttocht van Huron II" (naam vd allereerste »Sailka, gehouden in 1924).
Huron II-môbâriy:: {N} (monument; in Hirdo); .
Hurona:: {M}.
huron-acÿr:: {C} bloembol.
huron-acÿr-agen:: {C} bollenveld.
Huron-eksposiseert:: {N} "Huron-tentoonstellingsgebouw" (in Amahagge); .
Huron-flipflor:: {N} "Huron-schouwburg" (in Amahagge); .
Huron Herco:: {F/J}.
Huron Herco II:: {N} (naam v steenkolenmijn; gemeente Mûninû); .
Huron Herco II-môbâriy:: {N} (monument; gemeente Iba); .
Huron Herco III-môbâriy:: {N} (monument tussen Malo en Extuomiy; gemeente Hier); ; (DOM 157).
Huron-Herco-klemk:: {N} (»klemk; gemeente Pogalo-sÿrt); .
Huron-Herco-pârc-nutter:: {W} .
huroniy:: {I} fleurig.
Hûroniy:: {F/J}.
huron-iysteh:: {C} bloem[en]bak.
huronlâse:: {C} bloembol.
Huron-lemnâs:: {N} (grafheuvel; gemeente Frezzet); .
Huron-mesâ:: {G} (bos; gemeente Husta); .
Huron-môliy:: {G} (»môliy in district Ales); .
huron-mûsoll:: {C} boeket, bos bloemen.
Huron-pônt:: {N} (brug over de Trendon in Jatty (BF)); .
Huron-Quarderos-klemk:: {N} (»klemk; gemeente Trupiy); .
Huron-Seyrt:: {N} (onbewoond museumkasteel; gemeente Crelco); .
huronsót:: {I} gebloemd, bloemrijk, vol bloemen (zowel echte bloemen als afbeelding).
Huron-sÿrt:: {G} (stad in Neno).
Huron-wuma:: {G} (bosgebied in district Ales); .
huron-ÿry:: {C/S} bloemkool.
hurrâ:: {!} hoera!.
Hurseftâ:: {F}.
hurt:: {C} hond (ntr); ef melde eft ~ lef ten/dur trunns: dat is ver gezocht; dat is er met de haren bij gesleept.
hurta:: {I} ijlings.
hurt-celf:: {C} hondenhok.
hurte:: {U} opschieten, voortmaken; (arch) zijn tijd goed gebruiken; efficiënt te werk gaan; ef perke ~lira: haast hebben; gress nert perke ~lira: ik heb geen haast.
Hurterg::
Hurt-ilesets:: {Gmv} (de eilandjes Mâclajoh, Hupster-Hurt en Belt-Hurt voor noordkust v Kina).
hurt-ingoch:: {C} hondstong (plant) (L. Cynoglossum officinale).
hurtiy:: {I} voortvarend.
hurtiy-farte:: {U} aanbenen.
hurtiyo:: {C} haast, spoed.
hurtiyre:: {U} ~ [beri/den]: haast hebben; zich haasten [om/met] (met dat wat de infinitief uitdrukt); Elsa ~ beri zôzje ef rapors: Elsa haast zich met het doornemen van het rapport; kirro hurtiyrûs: we moeten ons haasten; »génehe.
hurt-jabincos:: {A} hondenbelasting, hondenvergunning (bestaat niet in Spok); .
Hurt-lemnâs:: {N} (grafheuvel; gemeente Lasy); .
hurt-lôc::
hurtos:: {VZ} (tijd, bedrag, maat) van, vanaf; per; ~ dur zurt ur holfe: vanaf half vier; ~ sers herco: vanaf zes herco; ef prest ðôgiffe ~ 1 desembry: de directeur stapt per 1 december op; ~ aprila tukst fes septembry: van[af] april tot [in] september (dus ook nog een deel van/geheel september).
hurt-paðegtan:: {C} hondsroos (L. Rosa canina).
Hurts fes ef jûlt:: {N} (boektitel); .
Hurt-strett:: {G} (brede zeestraat tussen Tigof en Lomky); .
Hurt-terf:: {G} (nauwe zeestraat tussen Hurt-eilanden en noordkust v Kina, bij Lasy); .
hurt-trunn:: {C} kamgras (L. Cynosurus cristatus).
Hurt ur Blof:: {N} (camping; gemeente Ÿrtazo); .
Hurt ur Chat:: {N} (oud café in Amahagge); .
hurt-vjoly:: {C} hondsviooltje (L. Viola canina).
huru:: {C} boze geest.
huru-larder:: {C} bârÿr ~: blauwe knoop (plant) (L. Succisa pratensis).
Huru-plâkomÿ:: {N} (verkeerstunnel; gemeente Plafotô); .
hûrxy:: {SC} afleiding (geestelijk).
hûs:: {vdw} »hue.
hûšat::
hûšatare::
hûšataros:: {A} beschikbaarstelling.
hûšate:: {U} beschikbaar zijn.
Husater:: {F}.
hûšatiy:: {I} beschikbaar.
hûšatos:: {A} beschikbaarheid, het beschikbaar zijn.
Huser:: {F}.
husof:: {C} kasteel, slot, burcht (ook v dassen).
Husof:: {F}.
husofater:: {C} kasteelheer.
Husofater:: {F}.
Husof-fôresta:: {G}
Husof-gÿrt:: {G} (dorp; gemeente Zelzakiy).
Husofmirra:: {G} (dorp; gemeente Tina).
Husof-nûrcus:: {N} (voetveer op de Wefot-Krappa); .
Husof-wuma:: {G} (bos; gemeenten Eon (LA) en Šatoliy); .
hušor:: {vdw} »huzve.
Huss:: {F}.
Hûss:: {F}.
Husse:: {J}.
hussus:: {mv} (=red); »huss.
hûst:: {C} mijn, groeve.
Husta:: {G} (stad in Litii).
Husta-Atlânto:: {N} (station).
Husta Brÿr BC:: {N} (voetbalclub in Husta); .
hustae:: {K} opgraven, delven.
Husta-MG:: {N} (station).
hûstano:: {C} mijnschacht.
Hûstano-plâkomÿ:: {N} (tunnel; gemeenten Knolbol en Knolbol-belt); .
Husta-Nurp:: {N} (station).
Husta-Okryrf:: {N} (station).
hustaos:: {C} opgraving, delving.
Husta-Port:: {N} (station).
Hûst-arânka rifo Rifo Diô-Keltiy:: {N} (toeristische spoorlijn bij Blefgrûs; gemeente Jareucâ); .
Husta-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Husta); .
hustatiyn:: {S} delfstof.
Husta-Zutterkanas:: {W} (stadsdeel); .
Hûst-museem:: {N} "Mijnmuseum" (museum bij Mûninû); .
Hûst rifo Rifo Diô-Keltiy:: {N} (afk= HDK) (kolenmijn; gemeente Jareucâ); .
hut::
Huterfa:: {M}.
Hûts:: {F}.
Huva:: {F/J/M}.
HUX:: {afk} »hups-ufire-xyfolos.
huz•:: {wst} »huzve.
huzve:: {U; gst= huss; wst= huz•; vdw= hušor} zuchten.
huzve-gûfqu:: {C} verzuchting.
huzvos:: {C} [ge]zucht.
hy:: {C} (dl= Peg) meer, waterbekken.
hÿ:: {I} nogmaals, nog een keer, nog eens, nog meer; hÿ! hÿ!: bis! bis! (bij concerten); ~ tims (afk= h/t): meermalen, dikwijls; aftel tu bladide eft ~ bjerr?: wil je nog een pilsje?; ~ tiyns melde: er is meer [aan de hand]; er komt nog wat; dit is nog niet alles; do lelperre eft ~ môntyos: hij heeft er een probleem bij; ur folarra ~ gûfqu?: en welke klacht nog meer?; gress tiffe, den do enn Tek méte, tur do enn ~ lomp méte?: ik weet dat hij Tek ontmoet heeft, maar wie heeft hij nog meer ontmoet?.
hyber:: {I} stroomopwaarts; ~ helkara ef zeces: bovenstrooms van het dorp.
hyber-rivo:: {C} linkeroever (de oever aan je rechterhand als je stroomopwaarts kijkt); »pôx-rivo.
hybjare:: {K} betwisten.
hybjaros:: {A} betwisting (het strijden over).
hybje:: {E; gst= hypp} ~ ûqu: zich verzetten tegen; zich weren tegen; tegenstand bieden aan.
hybjen:: {I} weerbaar.
hybjeniy:: {A; mv=enk} weerbaarheid.
hybjiy:: {I} betwist, omstreden.
hybjos:: {A} verzet; onwil.
Hycâl:: {F}.
hycc:: {C} (bepaald soort houten fluit in Spok); .
Hyccân:: {F}.
hyccmerre:: {U} fluitspelen (ook op andere soorten fluiten dan de hycc).
hÿce:: {I} (dl= Liftka) nutteloos.
hÿcer:: {C} compensatie.
hÿcere:: {K} compenseren.
hyche:: {K} (arch) bereiken.
Hydek:: {F}.
hyder:: {C} (arch/poe) regel, orde[ning].
hydra:: {C} mesâ ~: groene hydra (zoetwaterpoliep) (L. Hydra viridissima).
hydroclorasitt:: {S} zoutzuur.
hydrogena:: {I} van waterstof [gemaakt]; waterstofhoudend.
hydrogenym:: {S} waterstof.
hydrolise:: {I} hydraulisch.
hydrolôiy:: {C} hydrologie.
Hydy:: {J/M}.
Hyenecce:: {J} (Peg).
hÿet:: (= hÿ-wet) {I} herhaaldelijk, telkens.
hyfe:: {Upr} ~ tukst: zich voorstaan, trots zijn op.
Hyfy:: {F}.
Hÿgarônša:: {F}.
Hygge:: {J}.
hygienn:: {C} hygiëne.
hyg-óf:: {S} greppelrus (plant) (L. Juncus bufonius); ~ecÿr frint: moerasdroogbloem (L. Gnaphalium uliginosum).
Hÿ Ina:: {N} (titel dichtbundel); .
hyjasent:: {C} hyacint (ihb: L. Hyacinthus orientalis hybride).
hÿke:: {mv} »hek.
hÿkot:: {C} (lett/fig) gestoelte, zetel; (in Peg) kapel (met altaar); (sprkw) ef lelperre/pónze ef ~: het voor het zeggen hebben/krijgen.
Hylah:: {F}.
hylde:: {E} op het land werken.
Hÿlfer-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Aboris-Sinto-Jenu); .
Hÿlfer-seert:: {N} (pension; gemeente Aboris-Sinto-Jenu); .
hyliy:: {C} hiel (v voet); ladder.
hyliy-ârg:: {C} kippenladder (alg: schuin oplopende plank met dwarslatten).
Hylkâ::
Hylle:: {F}.
hylta:: {S} (blauwgrijze, zachte steensoort uit Krappa-gebergte, verwant aan graniet).
hylxta:: |X| {C} waterkan.
hymâ:: {C} vaderland.
hymâfost:: {C} volkslied (nationaal).
Hymâ-môbâriy:: {N} "Vaderlandsmonument" (bij Turee, voor de omgekomen piloot Peoll Lômbert-Hajegge); ; (DOM 125).
Hymâ-oftian:: {W} (stadswijk in Hirdo); .
Hymâ-preše:: {N} (uitgeverij in Trendon); .
Hymm:: {F/J/M}.
Hynderacce:: {F}.
Hyndy:: {J/M}.
•hynne:: {SXimpr} eiland (vrnl in de namen vd kleinere eilanden in de zeestraten tussen de Spok hoofdeilanden); (bijv) Pômânhynne, Côltehynne).
hynnere:: {U} op een [klein] eiland wonen.
hynnerer:: {C} eilandbewoner (v kleiner eiland); »tohynnÿ.
Hynô:: {M}.
Hypa:: {F}.
Hÿpa:: {F}.
Hypercorrection and standard language in Spocanian cities:: {N} (boektitel); .
Hypolyty:: {J} Hypolitus.
Hypolyty Gynÿnn-mirra:: {W} (tot sept. 1998 »Korda-mirra); ; (DOM 156).
Hypolyty Gynÿnn-siyclo:: {W} .
hypp:: {gst} »hybje.
hÿqu:: {I} dapper.
Hÿr:: {G} (dorp; gemeente Trendon-belt).
hyra:: {DT} (positieve tegenstelling) terwijl, maar; ef hurts ~ farte, ef zlakos blacroilóme: een hond loopt, terwijl/maar een slang kruipt; do nert ~ brae crepps, gress lartilóme tevi tem: hij lust geen pannenkoeken, maar ik eet ze graag.
Hyra:: {J}.
Hyra Liskos:: {N} (titel muziekdrama); .
hÿrðy:: {C} gast (in restaurant, hotel ed).
hyrgte::
Hÿr-Mâldreevve:: {G} (dorp; gemeente Totiarofe-Lerescô).
hyrr:: {C} gezang.
Hyrre:: {F}.
Hÿrs:: {F/J/M}.
Hyrsâ:: {J}.
Hyrsâ Tundare-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Mozent); .
hÿrsp:: {C} gaspeldoorn (West-Engelse soort) (L. Ulex gallii).
Hysa:: {F/J}.
Hyše:: {G} (beek; gemeente Leeserf); .
Hysos:: {Gmv} (rivier van Girdes-gebergte naar de Lassos); .
Hyss:: {F}.
hysterise:: {I} hysterisch.
hysteriy:: {C} hysterie.
hyt:: {I} (poe) zwaar (v gewicht); »ihyt.
hytâc:: {Iid} juist||onjuist; ef ~ faledos lef uss: de juiste beslissing; ef ~ faledot (rs!): de onjuiste beslissing; ef ~ vertaros melde ort do: zijn antwoord is juist; ef ~ vertaros melde ûqu do: zijn antwoord is onjuist.
hytâciy:: {Aid; mv=enk} juistheid||onjuistheid; ef falede armt ki ef ~, sem coðare tu-vrôk: beslissen over de juistheid; ef ~ rifo groft eftarselira paine-vrôk: de juistheid van zijn handelen; ef ~ rifo groft paine-vrôkke (rs!): de onjuistheid van zijn handelen; ef kettosz ÿrgefûðe goe tildânelira ~: de gegevens bevatten onjuistheden; er zitten onjuistheden in de gegevens.
hytâc-xnebre:: {K; gst= ..-xnepp} verifiëren (nagaan of iets (on)juist is).
hytâc-xnepp:: {gst} »hytâc-xnebre.
Hyterf:: {N} (kasteelruïne; gemeente Sinto-Lâ); .
Hÿvôc:: {J}.
Hyvre:: {M}.
hÿ-wet:: {I} »hÿet.
Hyzonjiy:: {M} (Gar).
HZ:: {afk} »Hirdo Zôšerutts.
© (2000) De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands
DICTIO